3365. Zaterdag A°. 1871. 28 Januari. Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". yi| DE FAMIL1E-JUWEELEN. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden Franco per post Afzonderlijke Nommers mde acht. n-011 rsteri_ ïeel len e:"W dan pent e ffniiö 'erkii® >ndo Burgemeester en Wethouder» alhier, gaarne wolg gevende aan eene bij hen ontvangen uit- sn e:>odiging van de Vereeniging tot verbetering van 3reikj"Volksgezondheid alhier. Gehoord stads-genees- indigenmaken de ingezetenen dezer gemeente te imerkzaam op de vaccinatie en revaccinatie, als )ts. m onschatbaar voorbehoedmiddel tegen de heer- Le hende kinderpokken, met opwekking aan allen, DAGBLAD. 3.00. 3.85. 0.05. l)eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVEETBNTIEN. Voor iederen regelj 0.15. Grootere letter» naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 27 Januari. -Qsua, e in de laatste jaren niet zijn ipgeënt, om zich snog te laten inenten of her-inenten, waartoe ior onvermogenden, mits overleggende een be- ek ijs van onvermogen, om de 8 dagen aan de ads-Waag zitting zal worden gehouden, en wel: i Maandag 30 Januari, Dinsdag 7 Februari, 'oensdag 15 Februari, Donderdag 23 Februari j Vrijdag 3 Maart, te een uur voor de vaccina- e, te twee uren, zoover de voorraad koepokstof Irekt, voor de revaccinatie, voorloopig voor hen ij wie de laatste vaccinatie of revaccinatie min iem ze» jaren geleden heeft plaat» gehad. Mocht en gevolge van het toenemend aantal vaccinatiën neerdere stof verkregen worden, dan zal de ge- ïgenheid, wat de revaccinatie betreft, ruimer vorden gesteld. In de tweede helft der maand December zijn an het postkantoor alhier bezorgd de volgende rieven,; die wegens onbekendheid der adressan- in niet bezorgd zijn kunnen worden J. Fellekamp te Aalsmeer; wed. Lambers, J. uif, L. Den Broeder, J. De Lang allen te Am- erdam; B. H. De Ronde, wed. Leplaving, Laans- sek allen te Delft; J. Jansen te Duiven; Mej. Scheffers, H. Van Praag beiden te 's-Graven- age; Appuin te Groningen; J. Redegeit te Kou- jkerk; Mej, A. Ploeg te Leimuiden; H. M. Hu wt te Monster; A. Soonius te Pijnacker; Mej. !o«ter, Van Voorde en Zn., J. G. Leijer allen te lotterdamA. W. Ter Meulen te Purmerend lej. v. d.., Wale (niet vermeld). Op eenen brief van den voorzitter der Ver eniging tet onderzoek der middeleD ter verbe- sring van den gezondheidstoestand te 's Graveu- age, inhoudende dat het wenschelijk zou wezen een der straten van de residentie, waar de okken hevig heerschen, teer te doen branden, ebben B, en Ws. daaromtrent het gevoelen ge raagd van den Inspecteur voor het Geneeskundig taatstoezicht in Zuid-Holland. De heer Inspecteur deed daarop aan B. enWs. en schrijven geworden van dezen inhoud: „In UE.A. missive van 18 Januari jl. wordt, aar aanleiding van een tot u gericht schrijven, etwelk hierbij teruggaat, mijne meening gevraagd ver het branden van teer, als middel tot reini- ing der lucht bij de heerschende pokken-epidemie. Dat de smetstof der pokken zou zweven in de icht op de straat is niet aan te nemen. Slechts □dien dit zoo ware, zou, naar mij voorkomt, et branden van teer op straat nuttig zijn.Teer- ampen in de woningen en ziekenvertrekken er poklijders te ontwikkelen, ware wellicht mttig, maar dit is niet doenlijk. Over het branden van teer werd ook in Juli 1S66, bij het heerschen van cholera, door UE.A. mijn gevoelen gevraagd. Ik veroorloofde mij toen in mijn schrijven van 19 Juli 1866, UE.A. te doen opmerken hoe dit middel in vorige eeuwen zeer gebruikelijk, ook in lateren tijd tegen verschil lende besmettelijke ziekten werd aangewend, doch zonder vrucht. Kort daarop in een brief van 25 Juli, deelde ik ook aan UE.A. de uitkomst mede van mijn onderzoek naar de juistheid van een dagbladbericht, betreffende den heilzamen invloed, dien het branden van teer te Uitgeest zou gehad hebben. Dit bericht bleek geheel on juist. Het komt mij voor dat ook bij de thaDS heer schende epidemie zeer weinig grond is om van het branden van teer heil te verwachten. Wenschelijk ware het, dat de ingezetenen, in plaats van in dergelijke uitwendige middelen hun heil te zoeken, zeiven de verbreiding der ziekte tegengingen door algemeene koepokinen ting, door algemeene reinheid, door zuivering van alles wat in de nabijheid van een poklijder is geweest en het zooveel mogelijk isoleeren der besmette woningen. Men verzuimt de voorbehoe dende vaccinatie, men stelt zichzelven en anderen roekeloos aan besmetting bloot, en als de ziekte zich verbreidt, wil men dat de epidemie die men ziclizelve op den hals heeft gehaald, van regee- ringswege worde weggenomen „De Inspecteur voor het Genees kundig Staatstoezicht voor de Prov. Zuid-Holland. (get.) Egelino. Te Amsterdam is eergisteren een Algemeen Ne- derlandsch Vredeverbond uit de verschillende vre- desvereenigingen hier te lande geconstitueerd en het reglement reeds vastgesteld. Het verbond rust op den grondslag dat de zelfstandigheid van den werkkring der plaatselijke vereenigingen op binnenlandsch gebied zal ge handhaafd blijven, zonder nogthans op het gebied te treden der Algemeene Vereeniging ten opzichte der betrekkingen met 's lands regeering en ver tegenwoordiging, zoomede met het buitenland. Het doel der vereeniging is den internationalen vrede te bevorderen. De zetel van den Vredebond zal gevettigd zijn te '8-Gravenhage. Het algemeen bestuur is samengesteld uit twaalf leden, waarvan vijf woonachtig te 'e Gravenhage en zeven buiten 's-Gravenhage. Bij stemming zijn tot leden van het algemeen bestuur gekozen de heerenMr. Van Eek, F. N. De Charro, (de heer Bachiène, die aanvankelijk was gekozen, bedankte wegens zijn lidmaatschap van den Raad van State,) Dr. P. Bleeker, L. J. Enthoven en Dr. J. F. Wap, uit's-Gravenhage; P. M. Keller van Hoorn, uit Dordrecht; Mr. A. Van Delden, uit Deventer; Mr. T. M. C. Asser, Jhr. Mr. J. De Bosch Kemper, F. C. Pantekoek, Mr. J. Domela Nieuwenhuis en Dr. E. Laurillard, uit Amsterdam. Het ambt van rector-magnificus aan de Utrecht- sche hoogeschool wordt voor het nog loopende academiejaar, uithoofde van het overlijden van Prof. Miquel, waargenomen door den laatst afge treden rector, den prorector Mr. B. J. L. De Geer, hoogleeraar in de rechten. Tot president van het college van curatoren van het Athenaeum Illustré, 19 benoemd de heer Mr. Jhr. VV. Jordens en tot vice-president de heer Mr. J. H. Van Delden. Het hoofdcomité van het Roode Kruis heeft be sloten aan Mevr. de wed. Praeger, wier echtge noot te Metz het slachtoffer is geworden vaD zijne voor het Roode Kruis bewezen diensten, uit de fondsen der vereeniging eene jaarlijksche grati ficatie, voorloopig voor den tijd van vijf jaren, aan te bieden vau gelijk bedrag als het pensioen, dat haar volgens art. 50 der Wet van 28 Aug. 1851, Staatsblad n\ 127, zou zijn toegekend ge weest, indien Dr. Praeger gevallen was bij dienst betoon, door de Regeering bevolen. Door het bestuur der Holl. Maatschappij van Landbouw, afdeeling Gouda en omstreken, is een adres aan den Minister van Binnenlandsche Zaken gericht, waarin verzocht wordt maatregelen te willen bepalen, waardoor bij aangifte van long- ziek vee onmiddelijke afmaking en alzoo vernieti ging der smetstof kan plaats hebben, waartoe de uit breiding van het getal district-veeartsen zeker zeer veel zal bijdragen; daarin vele gemeenten in de om streken van Gouda, waar thans longziekte heerscht, zich gevallen hebben voorgedaan dat runderen acht dagen na de aangifte nog niet waren ont eigend en afgemaakt, vermits de district-veearts in andere gemeenten werkzaam zijnde niet op die plaatsen is verschenen. Door den gemeenteraad van Deventer zijn de trcatementen der hulponderwijzers G. Nieuwen- huis en G. De Goede elk met f 50 verhoogd, terwijl den raad der gemeente Utingeradeel besloten heeft het tracteuient van twee hulpon derwijzers, die wegens ziekte geruimen tijd ver hinderd werden hunne betrekking waar te nemen, toch geregeld zonder korting uit te be talen. thans volgens de Wet, aan Ged. Staten onderwor pen. De vraag is niet of een armengeneeaheer lid ran den raad mag zijn, maar of een raadslid deel mag nemen aan aannemingen of leveringen ten behoeve der gemeente. De gemeentewet verbiedt zulks uitdrukkelijk in art. 24, terwijl het Koninklijk besluit van 8 Dec. 1S66, N®. 51, de levering van geneesmidde len evenzeer als de levering van wat anders ver biedt, zelfs als de levering niet rechtstreeks aan de gemeente, maar aan eene instelling afhanke lijk van den gemeenteraad, plaats vindt. Op grond van levering en aanneming ten be hoeve der gemeente, werd het raadslid dan ook geschorst, volgens art. 26 der gemeentewet, en de zaak aan Gedep. Staten onderworpen. Door den gemeenteraad te Deventer is aan den heer A. J. Van Pesch, lioogleeraar aan de Hoo- gere Burgerschool en buitengewoon hoogleeraar aan het Athenaeum, op zijn verzoek eervol ont slag verleend uit die betrekkingen, ingaande met 1 Febr. e. k. In dezelfde vergadering werd beslo ten, onder nadere goedkeuring van den Minister van Binnenlandsche Zaken, de jaarwedde voor den nieuw te benoemen hoogleeraar te bepalen op f 1800 a f 2000. Voorts werd aan burgemees ter en wethouders een crediet van f 8000 toege staan tot het bouwen van barakken in den tuin van het ziekenhuis voor de verpleging van lijders aan pokken of andere epidemische ziekten. De gemeenteraad te Beverwijk heeftin de jong ste zitting eene beslissing genomen aangaande eene zaak die reeds vijf maanden hangende was, en wellicht ook voor andere gemeenten van eenig gewicht is. In den vorigen zomer werd de vraag tot de Ged. Staten gericht, of een armengeneeaheer, die tevens geneesmiddelen levert aan een aan den gemeenteraad ondergeschikte instelling, lid van den raad kan zijn. Ged. Staten antwoordden bevestigend. Thans werd de schorsing als raadslid door den raad uitgesproken van den armengeneesheer, be last met bovengenoemde levering, en dit nieuwe geval (in ons laDd zeldzaam voorkomende) wordt In de Prov. Noord-Br. Ct. leest men de vol gende annonce: „Bij mijn vertrek naar 's-Bosch breng ik aan de brave bevolking van Eindhoven en Stratum mijn hartelijk vaarwel toe, uitgenomen aan den ellendeling, die, ter bereiking van een eerzuchtig doel, door valsche voorstellingen en verachtelijke logen mij zijn vriend I aan den haat en de verachting van het publiek trachtte prijs te geven, eene poging, die hem aanvankelijk althans in het buitenland maar al te wel gelukte. Men heeft echter zijn verachtelijk werk ontdekt, en is zijn wroeten naar grootheid nu ten eenemale vergeefsch. Behalve dit echter, zal ik hem het „sprekendste" bewijs leveren, dat ik noch voor zijn titel, noch voor zijn persoon, noch voor zijne familie, waarop hij steeds zoo jongensachtig snoeft, eenige vrees koester en niet „zwijgen" zal. „Siemerink, Officier der Marechaussee." De Afdeeling voor Wis- en Natuurkundige Wetenschappen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen zal eene gewone vergadering houden op Zaterdag den 28sten Januari e. k., de3 middags ten twaalf ure, in het gebouw de Aki - demie (Trippenhuis) te Amsterdam. De Staats-Courant bevat de volgende rivierbe richten. Keulen, 26 Januari. Waterstand 6 voet 9 duim boven nul. Geen drijfijs. Het ijs aan de Loreley gisteren voormiddag 814 ure losgegaan. „t. I Porï- -öïb (Novelle naar het Hoogduitsch). (Vervolg.) Felix werd door niemand geleid, gewaar- '•/{buwd of behoed, zelfs niet eens bestraft, che eb. 2.19. asten, n- F' cant eene moeder kan den zoon toch steeds r.tadechts" tot een zekere hoogte leiden en opvoe- 1 en. Maar hij had eene gezonde onverdorven „iatunr, die niet zoo licht verloren gaat; spoedig had dj zich, met jubelende lust, hals over kop in M; et heerlijke schitterende leven gestort, hij had de olven der hartstochten over zich heen laten ^jlaan^'maar toen had hij zich met ijzeren vuist Losgerukt uit de gloeiende omhelzing en stond itSfotsch en gebiedend tegenover zijne neigingen en ^.censchen. gyj Met betrekking tot zijn vermogen was hij na- ;enoeg geheel in het onzekere geblevenhij wist fit zijne kinderjaren, dat zijne moeder met haren egenwoordigen echtgenoot om het bezit eener groote erfenis geprocedeerd had; hij had in dien tijd van haar advocaat en van andere liedeD dikwijls genoeg gehoord, dat hare vooruitzichten zeer gun stig waren, eD had ten slotte van zijne moeder vernomen, dat alles op 't beste geschikt was. Zij herhaalde hem dit, toen hij tot de keuze van een beroep moest overgaan, en zeide hem uitdruk kelijk, dat hij geene geldelijke bezwaren in aan merking behoefde te nemen. Het was dus natuur lijk, dat hij zich beschouwde, als de erfgenaam van een aanzienlijk vermogen, dat hij eenmaal, slechts met zijne zuster uto^iji deelen, en daar de nadere omstandigheden en voorwaarden van de overeenkomst tussclien zijne moeder en haren aanstaanden echtgenoot, nimmer tot de kennis van liet publiek waren gekomen, en bovendien de enkele personen die er mede bekend waren, veron derstelden, dat Felix ook daarvan niet onkundig was gelaten, zoo bestonden er later geene oorzaken om met den jongen man nog over eene zaak die zoo lang reeds geleden was te spreken. Ook zijne moe der deed dit niet; zij had twee kinderen, en dus vol gens hare meening twee erfgenamen voor het vermogen, en zij werd hierin nog versterkt door de rust en toegevendheid van haren man waar mede hij haar zoon gedurig zeer aanzienlijke sommen tot voorzetting zijner studiën, en be vrediging zijner dikwijls zeer kostbare uitspan ningen deed toekomen. Dit duurde nu wel niet al te lang, want toen Felix tweeëntwintig jaar oud was, werd hij door zijn talent reeds in staat gesteld, zelfs de kosten daarvan te bestrijden en hij stelde er zijn eer in, geene gelden meer van huis te ontvangen; maar zijne moeder koesterde geen den minsten twijfel omtrent de toekomst van haar zoon, die onder andere omstandighe den wellicht bij haar zou hebben kunnen ont staan. Dit was een geluk voor mevrouw Rieger, zooda nige zorgen toch zouden hare dagen, die helaas ge teld waren, verontrust hebben. Een ruwe, storm achtige herfst maakte een einde aan haar langdurig sukkelen, en rukte haar onverwacht uit het midden der haren. Maar hare laatste dagen waren niet droevig en donker zooals de koude herfstdag, waarop zij ontsliep; ze waren licht en vrolijk als de lentedagen, verhelderd door zoete herin neringen, door geloovige hope. Gelukkig was Felix te huis; zij legde haar arm, klein meisje aan zijne borst, liet hem terwijl hij haar verstijvende hand vastklemde, plechtig be loven, dat hij het kind nimmer zou verlaten en sliep rustig en tevreden in zijne armen om en niet meer te ontwaken. De president had zijne waardigheid en kalmte geen oogenblik verloren, zijne bedaardheid en bezonnenheid stelde hem in staat aan alles te denken, en toen merkte Felix voor het eerst de strenge godsdienstoefeningen van zijn vaderop Felix had zijne moeder met een onbeschrijflijk treurig gevoel zien heengaan hij gevoelde dieper dan ooit, nu het stil stond, welk een getrouw hart het moederhart is. Het had hem bij zijn intrede in de wereld niet kuunen steunen en geleiden, maar het had voor hem gebeden, op hem gehoopt, en aan hem ge loofd, en dat roerende vertrouwen, dien moeder lijken trots had hem een heiligdom toegeschenen, dat hij niet ontwijden mocht door tranen van teleurgestelde hope. Niet hare geestkracht en de vrees voor hare berisping had hem van onrecht en afdwaling teruggehouden, maar hare goedheid en liefde hadden hem altijd toegewenkt als een helder, vriendelijk licht, waardoor hij op liet rechte pad bleef. Haar dood deed eene groote leegte in zijn hart ontstaan, en zoude hem tot een vreemdeling in het ouderlijk huis gemaakt hebben, ware het niet dat de kleine Anna die met hartstochtelijke "liefde aan den schoonen, vrolijken broeder hing, zijne liefde en zorgen hier hadden vastgekluis- terd. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1