VOf',n men! kan dus van het Duitsch legerbestuur D'liet yergeo, dat het van den aanval op die ves ting zal afzien, of te werk zal gaan op eene wijze, 3°Uilie"met het doel van elke belegering in strijd is. er gedaan kon worden zegt Bismarck 11 herder om het ongewapend neutraal gedeelte 't0'der Parijsche bevolking tegen de nadeelen en ';evaren van het beleg te beveiligen, is van Duit- ren'che zijde ook gedaan. In de circulaire van den rdl*ruisischen Minister Vou Thile van 2§ September, 1 "oowel als in de missive van 10 Oct., werd aan et corps diplomatique te Parijs herinnerd, dat TBIe inwoners aan de gevolgen van den loop der 'r'jlulitaire operatien waren blootgesteld. In eene ver(ndere circulaire van den Minister Von Thile, aklti dato 4 Oct. werd bepaaldelijk gewezen op 'aa|,e gevolgen, die voor de burgerij moesten voort- ks 'loeien uit een tot het uiterste doorgedreven te- enstand. Von Bismarck heeft in zijn schrijven m^ean 29 Oct. aan den Amerikaanschen gezant te rien:,arijs ten overvloede verzocht, den inhoud van EÏL circulaire aan de overige leden van het corps femiplomatique mede te deelen. Aan voorafgaande ?em'aarschuwing, aan een drang tot het verlaten geri^r belegerde stad, heeft het dus voor de neutralen van iet ontbroken. Van zulke waarschuwingen, met k°s'st verlof van vrije passage bij vertrek uit de ege-ad, wordt in de bepalingen van het volkenrecht derjifs met geen enkel woord iets voorgeschreven ger,j Waren alleen het gevolg van humaniteit en auijn consideratie jegens de onderdanen van be vriende landen. Er bestaat geene wet, geene huojance, op grond waarvan men aan de belege- i- iars de verplichting kan opleggen, den belegerden ~3oraf in bijzonderheden kennis te geven van de lilitaire operatien, waartoe het beleg aanleiding eeft. Dit is ook in de missive van 26 September an Juiles Favre met betrekking tot het bombar- zen H ement geconstateerd. li Dat bij een voortgezetten tegenstand de stad be- ;hoten zou worden, daarop moest men bedacht zijn. uitrent dat punt schrijft Vattel al kon hij ag niet denken aan eene zoo groote vesting als arijs: „De vernieling eener Btad door bommen gloeiende kogels is een uiterste, waartoe men ':i: iet dan om zeer gewichtige redenen overgaat. ',L aar dit wordt toch door het oorlogsrecht ge- 116 ettigd, wanneer men niet in staat is op eemge ll'k ndere wijze eene plaats te bemachtigen, van •elke het succés van den oorlog kan afhangen, vanwaar ons gevaarlijke slagen kunnen wor- 'Jn ïn toegebracht." Bovendien valt er tegen het aD :schieten van Parijs nog zooveel te minder een ,e :chtsgroudig argument aan te voeren, omdat het iet in de bedoeling ligt de stad te vernielen, 'e stwelk Vattel zelfs geoorloofd* noemt, maar leen de versterkte centrale positie, alwaar de ransche armee hare aanvallen voorbereidt en ch ua den aanval kan dekken, onhoudbaar u' maken. „Ik neem eindelijk de vrijheid zoo vervolgt ismarck Uwe Excellentie en de overige hee- in ouderteekenaars der geëerde missive van 18 szer in herinnering te brengen, dat, na de gedane inkoudigingen en waarschuwingen, eenige maan- in achtereen alle neutralen op hun verlangen bij IS aze liniën werden doorgelaten, zonder andere jorwaarden dan een bewijs hunner identiteit i nationaliteit, terwijl er tot op dit oogenblik ij onze voorposten bewijzen van vrijgeleide be- hikbaar liggen, niet alleen voor de leden van it corps diplomatique, maar ook voor andere eutrale personen, wanneer daartoe van wege e uuue Regeeringen of gezanten aanvraag wordt n idaaD. Velen van de onderteekenaars der missive e au 18 dezer hebben sedert maanden bericht van ns ontvangen, dat zij onze liniën kunnen pas ieren,. Bovendien hebben zij reeds sedert lang 3 an hunne Regeeringen verlof bekomen om Parijs 3 i verlaten. Evenzeer is dit het geval met hon- erde onderdanen van neutrale Staten, tot wier 5 oortocht van wege een der gezanten aanvraag gedaau. Het is ons niet officieel bekend waarom an die reeds vroeger verleende machtiging geen ebruik is gemaakt. Uit geloofwaardige particu- ere mededeelingen kan ik echter opmaken, dat e Fransche autoriteiten, reeds sedert geruimen jd, zoowel aan de onderdanen als aan de iplomatieke vertegenwoordigers van vreemde logendheden het verlof tot vertrek uit de e stad weigeren. Als dit zoo is, zou het raadzaam ijn dal zij die gedwongen worden in de stad te lijven, bij de aldaar aanwezige machthebbenden un protest indienen. In alle geval ben ik ge- schtigd, ten aanzien van het Duitsch legerbestuur igen te spreken hetgeen in de missive van 18 ezer wordt gezegd: „dat de neutralen, wegens de loei lijk heden, die door de oorlogvoerenden tegen un vertrek in den weg worden gelegd, verhinderd ijn zich aan het gevaar te onttrekken." De een- naai verleende machtiging aan de leden van het orps diplomatique zal door ons als eene zaak an internationale courtoisie worden gehandhaafd, oe bezwarend en storend dit in het tegenwoor- ig stadium der belegering moge zijn. Om hunne alrijke landgenooten te onttrekken aan de ge- taren, die bij het beleg eener vesting onvermijde- 'jk zijn, is mij tot mijn leedwezen geen ander niddel meer bekend dan de overgave van Parijs. Vij bevinden ons in de treurige noodzakelijkheid van bij de operatiën niet te werk te kunnen gaan naar ons medelijden jegens de burgerlijke bevolking. Onze gedragslijn wordt ons streng voorgeschreven door de eischen des oorlogs en door den plicht om de Duitsche legers tegen nieuwe aanvallen der Parijsche armee te beveiligen. Ten slotte maakt graaf Bismarck de opmerking dat wanneer men nagaat hoe nauwkeurig de conventie van Geneve van Duitsche zijde wordt in acht genomen, men wel zal begrijpen dat de Duitsche artilllerie niet opzettelijk haar vuur richt op gebouwen, die tot verblijf van vrouwen, kin deren of zieken bestemd zijn. Ten gevolge van den bouw der vesting en het verre punt waaruit de batterijen thans werken, is eene toevallige bescha diging van zulke gebouwen bezwaarlijk te verhoe den, evenmin als het dooden en kwetsen van bur gers. Dat het beleg van eene stad als Parijs nog veel meer dan dat van andere vestingen met betreu renswaardige voorvallen gepaard moest gaan, had dan ook eene reden moeten zijn om de plaats niet te versterken of zoo hardnekkig te verdedi gen. Doch wat daarvan zij, geene natie kan ge rekend worden verplicht te zijn de voornaamste vijandelijke vesting te ontzien, wegens de aldaar aanwezige neutrale bevolking of hospitalen. FranUrUk. De verschillende nadere berichten van Fransche en Duitsche zijde omtrent de verschrikkelijke nederlaag aan Faidherbe's noorderleger, door den Duitschen generaal Von Goeben toegebracht, laten we hier volgen. Keizer Wilhelm telegrafeerde nader aan keizerin Angusta uit Versailles d.d. '21 Januari. Goeben heeft gisterenavond nog na de bestor ming van het spoorwegstation door het negen tiende regiment, St. Quentin door de divisie prins Albrecht en de brigade van het achtste corps be zet; de vijand die naar het Noorden en Oosten op de vlucht geslagen was, wordt heden achterna gezet. Hier is het tot nu toe (2 uur) alles stil. De troepen staan echter van beide kanten in positie. Uit St. Quentin wordt omtrent een en ander bericht De eerste armee behaalde den 19den Januari eene schitterende zegepraal bij St. Quentin. Be halve de troepen van de eerste armee, namen aan dit gevecht deel de Saksische troepen onder bevel van generaal graaf LippejSt, Quentin werd 's avonds bezet. Nadat het 19de regiment van de divisie van prins Albrecht het spoorwegstation stormender hand had genomen, deed de cavalerie verschei dene gelukkige aanvallen. Zes stukken geschut en 10.000 ongekwetste Franschen vielen als krijgs gevangenen in onze hauden. Overal waren de verschijnselen van de ontbinding der vijandelijke armee waar te nemen. Ons verlies is nog niet nagegaanmaar de Franschen hebben veel meer dan wij verloren. Het Dreidener Journal maakte het volgend tele gram van den kroonprius van Saksen openbaar. „Aan de overwinning van generaal Goeben bij St. Quentin hebben de Saksische divisie cavalerie en het eerste bataljon jagers een schitterend aan deel gehad." De Etoile Beige te Brussel deelt uit Kamerijk het volgende mede: „Het noorderleger heeft een verschrikkelijke nederlaag geleden, van welke het zich bezwaar lijk herstellen zal. De strijdmacht der Duitschers in het gevecht wordt geschat op 100.000 man. De terugtocht van het Fransche leger begon des middags. Een gedeelte van de Duitsche armee vervolgt Faidherbe." Eene correspondentie hangt een treurig tafereel op van de wanorde, die in het Fransche leger heerscht. Tal van soldaten loopen barrevoets;'t is een leger in lompen. Van het noorderleger zijn slechts eenige débris overig. Generaal Scatelli heeft aan het comité van ver dediging te Bordeaux het volgende bericht: Faidherbe bericht mij dat den 19den een ver woede bataille geleverd is in den omtrek van St. Quentin. Onze troepen, die op bewonderens waardige wijze aangevoerd werden, handhaafden hunne positiën tot in den laten avond. De man schappen waren toen zóo uitgeput van vermoeie nis, dat het onmogelijk was hen in hunne positiën te houden. Op St. Quentin terug te trekken zou de stad aan een bombardement prijs hebben ge geven. Verscheidene granaten waren reeds in de stad gevallen en hadden schrik en ontsteltenis onder de bevolking verspreid. De Pruisen ont vingen bovendien aanhoudend versterking. Er werd toen bevel gegeven om op Kamerijk te reti- reeren. Aan dat bevel werd gedurende den nacht gevolg gegeven. Wij leden zware verliezen, maar we moeten den vijand ook zware verliezen heb ben doen ondergaan. Uit Rijssel wordt vermeld dat het grootste ge deelte van het leger van Faidherbe aldaar is aan gekomen. Het 23ste korps bevindt zich in een beklagenswaardigen toestand het 22ste kwam in goede orde aan. Generaal Dubessol is gewond. Er heerscht eene groote ontsteltenis. Het grootste ge deelte van het 23ste korps bestond uit gemobi- liseerden. Het spoorwegstation was vol Vrouwen en kinderen, die zich in tranen baadden. Het schouwspel was aandoenlijk Het hoofd kwartier is te Kamerijk, anderen zeggen te Douai gevestigd. tei^igrammen. $t.-9Iato, 20 Januari. Den 17den is Gambetta alhier van Laval aangekomen, en dadelijk naar Cherbourg vertrokken. nonchen, 21 Januari. De Kamer van Afge vaardigden heeft het Bondsverdrag bij hoofdelijken omvraag aangenomen met 102 tegen 48 stenimeu. Berlijn, 21 Januari. Volgens officieel bericht is de tijding dat de Duitsche kanonneerboot Ueteor door het Fransche oorlogschip Boiwel in de West- Indische wateren zou zijn genomen, uit de lucht gegrepen. Rysscl, 21 Januari. Gambetta is heden alhier aangekomen. Hij is door de bevolking met geest drift ontvangen. De kreten: leve FrankrijkI leve het Gouvernement der nationale verdediging! 1 leve Gambetta! leve de Republiek! deden zich herhaaldelijk hooreu. Gambetta heeft voor het hotel der prefectuur eene rede gehouden, die zeer toegejuicht werd. Hij zeide o. a. dat de strijd tot het uiterste moet voortgezet worden en verklaarde zich nadrukkelijk tegen de voorstanders van den vrede tot eiken prijs. Hij gaf hen aan de verach ting der openbare meening in Frankrijk prijs, die speculeeren op onze nederlagen, ten einde te kunnen verklaren, dat de voortzetting des oorlogs onmogelijk is, en die ons den vrede als 't ware bij overrompeling trachten te doen bezor gen. Verder protesteerde Gambetta tegen elk denkbeeld, alsof hij eene dictatuur wilde uitoefe nen. Hij verzekerde dat hij zijn plicht wil doen uit naam van de eenheid en van de revolutie van Frankrijk. Ten slotte zette hij uiteen, dat de voortzetting des oorlogs, zelfs al leden de Fran schen de nederlaag, den vijand zou ruïneeren. Maar, liet hij er op volgen, Frankrijk zal ten slotte de zege behalen. Londen, 22 Januari. De Obicrver gelooft, dat de Koningin het Parlement in persoon zal openen. Het gerucht, dat de tweede zitting der confe rentie verdaagd zal worden, ten einde den Fran schen gevolmachtigde gelegenheid te geven die te komen bijwonen, is ongegrond. Berlin, 22 Januari. De Keizer heeft aan de Keizerin de volgende berichten gezonden Versaillls, 21 Januari. De vijand heeft zich gisteren geheel op Parijs terug getrokken. Ter hoogte van St.-Cloud werden nog 15 officieren en 250 man gevangen genomen. Het aantal ongekwetste krijgsgevangenen te St.-Quentin beloopt 9000. In de stad zelve zijn 2000 gekwetsten gevonden. De dooden en de ge wonden, die nog in den omtrek liggen, zijn hier onder niet begrepen, zoodat het verlies des vij- ands veilig op 15000 man kan geschat worden. Hij is op Valenciennes en Douai teruggetrokken en heeft Kamerrijk weder bezet. Versailles, 21 Januari. Het bombardement van Parijs is in de laatste dagen onafgebroken voort gezet. Den 21sten opende het belegeringsgeschut het vuur tegen St.-Denis. Eene poging in den nacht van den 21sten uit Langres ondernomen om twee in de omstreken van Chaumont gepos teerde Landtvehr-kompagniën te overrompelen, mislukte geheel. Von Treskow meldt uit Bourgogne dat de onzen in den nacht van den 20steu op den 21sten de door den vijand sterk bezette en verschanste bos- schen Taillis en Bailly alsmede het dorp Perous veroverd hebben, bij welke gelegenheid|5 officieren en 80 ongekwetste manschappen werden krijgs gevangen gemaakt. Ons verlies was niet van zoo geringe beteekenis. Berlijn, 22 Januari. Jules Favre heeft den 13den verzocht om een vrijgeleide, ten einde zich naar Londen te kunnen begeven. De heer Von Bis marck heeft den 16den een weigerend antwoord gegeven, op grond dat het Comité van Nationale verdediging van Frankrijk geen bevoegdheid heeft om in naam van Frankrijk te handelen en in staatsrechtelijken zin niet geacht kan worden het Fransche volk te vertegenwoordigen. Het toestaan van een vrijgeleide ter bijwoning van de Lon- densche conferentie zou van de zijde van Pruisen een eerste stap zijn om de wettige bevoegdheid van het Comité van verdediging te erkennen. Van daar de weigering. Versailles, 22 Januari. (Officieel.) Op den 20sten heeft graaf d'Iterison, die, naar hij zeide, de mon delinge opdracht van generaal Trochu had ont vangen om den Kroonprins een wapenstilstand van 4S uren tot het begraven der gesneuvelden voor te stellen, het mondeling antwoord gekregen, dat de bevelhebbers der voorposten op dezelfde wijze, waarop dit bij elk vroeger gevecht plaats had, zich met elkander moeten verstaan omtrent de ruimte tusschen de beide liniën zoodat ieder gewonde, door de medewerking aan beide zijden, in veiligheid wordt gebracht. Voorstellen omtrent een wapenstilstand, welke verder gingen, kon men aan deze zijde slechts in aanmerking nemea, wanneer zij schriftelijk werden aangeboden. Kyssel, 22 Januari. Men zegt dat het bestuui te Kamerrijk op de sommatie om de stad over te geven, een uitstel heeft gevraagd tot den na middag. Het Noorderleger herstelt zich snel. De ver strooide soldaten komen in menigte terug. Faid herbe heeft hier een kortén rusttijd doorgebracht en vertrekt heden. Arlon, 22 Januari. Het bombardement van Longwy wordt voortgezet. De kauonnade werd hier gedurende den geheelen nacht en een ge deelte van den dag gehoord. De plaats biedt krachtigen tegenstand. Bnusel, 22 Januari. Volgens berichten uit Parijs per luchtballon ontvangen, was de rente eergisteren 51.40. De ingezetenen hadden, zonder hun stoictime te verliezen, de nederlaag van Chanzy vernomen, alsmede het plotseling ophou den van den aanval tegen de positiën van den vijand ten westen van Parijs en naar de zijde van den Mont Valérien. De staf meende, dat Chanzy waarschijnlijk nutteloos bloedvergieten heeft willen vermijden. Omtrent den uitval op den 19den wordt ge meld, dat deze des morgens plaats had en een gevecht ten gevolge had, waaraan van Fransche zijde deelnamen 100,000 man en eene talrijke artillerie. In zijn rapport zegt Trochu, dat de zoo voorspoedig begonnen dag niet geëindigd vvas als men had kunnen hopen. De vijand, die des morgens verrast was, vereenigde een verba zend talrijke artillerie en deed reserven infanterie aanrukken. Te drie uren week de linkervleugel. Bij het vallen van den nacht deden de Franschen nog een aanval. Maar voor het geweldig vuur van den vijand moesten zij van de hoogten wijken. De strijd was bloedig. Trochu gelastte generaal Schmitz een wapenstilstand van 48 uren te vragen. Aan de Indépendance wordt uit Arlon bericht dat het bombardement groote schade aanricht in het midden der stad Longwy. De belegeraars poogden 11. Vrijdag de groote brug in het bene den gedeelte der stad over de Chier te laten springen. De onderneming mislukte gedeeltelijk. De uitbarsting was verschrikkelijk. Volgens eene correspondentie uit Rijssel dd. 21 jl. was generaal Bessol aldaar zwaar gewond binnengebracht. Dit is een groot verlies voor het Noorderleger. Generaal Paulge d'Ivoy bevindt zich ook aldaar, maar van generaal Robin heeft men nog niets vernomen. Het gerucht loopt, dat de Uhlanen alle spoor wegstations van Busigny tot Kamerrijk bezet hebben en dat de Pruisen batterijen oprichten te Rumilly, dicht bij Kamerrijk. Bordeaux, 23 Januari. Een talrijke macht Pruisen met artillerie trachte Dijon te nemen. De Garibaldianen sloegen den aanval af, in een gevecht dat 12 uren duurde. De slag strekte zich uit van Val-Luzon lot Fontaine-Les-Dijou. De troepen handhaafden zich in hunne positiën en namen ook andere in. Zij leden gevoelige verlie zen, maar minder dan de vijand. De slag zal hervat worden. Promotiën. Leiden, 28 Januari. Bevorderd tot doctor in de rechten de heer P. A. L. Mac-Lean, geboren te Loosduinen met Stellingen. GEVEILDE PERCEELEN, Gehouden verkooping aan den Burg alhier op Zaterdag tl Januari van den Notaris A. Van Leeuwen N". 1. Een winkelhuis aan de Z. van de Lange Pieterskerk Choorsteeg Wijk IV, N°. +75 Sectie G. N". 767. Kooper M. v. d. Bent te Lei derdorp voor f 1705. N°. 2. Een huis en erf aan de O. Z. van de Geerenstraat Wijk II, N°. 482 Sectie N'. 614. Kooper J. v. Zijp voor f 770. N*. 3. Een dito op de Binnenvestgracht omtrent de Geerestraat Wijk II, N*. 697, Sectie E, N". 1127. Kooper W. H. Duk voor f 525. Nos. 4 en 5. Twee dito aan de Z. Z. van de tweede Haverstraat Wijk II, N°. 563 en 564 Sectie E, N°. 1125 een 1126. Gecombineerd kooper P. Kolsterman voor f 1045. Ten overstaan van den Not. Mr. J. L. Kla- verwijden N*. 1. Een heerenhuis met tuin aan de W. Z; van het Rapenburg omtrent de Groenhazengracht Wijk J, N". 235 Sectie F, N". 283. Kooper J. E. Vlaanderen qq. voor 4800. N°. 2. Een winkelhuis en erf aan de O. Z. van de Paardensteeg Wijk VI, N'. 8 Sectie H, N°. 385. Koopster Mej. wed. B. A. Molkenboer voor 7500. N". 3. Een huis en erf aan de N. Z. van de Langebrug, Wijk IV, N°. 387 Sectie G, N". 1338. Kooper A. J. A. W. Köliler voor f 3300. N°. 4. Een perceel warmoealand of tuingrond met woonhuis in het buitenwater onder de ge meente Leiderdorp Sectie A, N°. 1351, 1782 en 17S3 inbod gebracht op f 2950, niet gemijnd N°. 5. Een perceel warmoesland gelegen buiten de Zijlpoort onder de gemeente Leiderdorp Sectie A. N°. 154 en 155. Kooper A. Heuzen voor 1200. Ten overstaan van den Notaris J. De Crane. Een heerenhuis en erf aan -de Breedestraat op den hoek van het Rapenburg Wijk IV, N°. 357 Sectie G, N°. 1044. Kooper J. C. Meijsing qq. voor 8100. jVXai-litberieUteii. Rotterdam, 23 Januari. Granen, Vlas en Alee- krap. Door besloten water zonder handel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3