N°. 3354.
Maandag
k°S 1874.
16 Januari.
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
3.00.
n 3.85.
0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEK ADVKRTENTIKN.
Voor iederen regelj 0.15.
Grootere letters uaar de plaatsruimte die rij beslaan.
DE PLAATSELIJKE BELASTESG.
II.
Ingezonden
In art. 3 van het raadsbesluit regelende de
heffing eener plaatselijke directe belasting te
Leiden staat: „Ter bepaling van het belastbaar
inkomen wordt genomen de huurwaarde, de
waarde van het meubilair, het getal dienstboden
en het getal paarden van weelde." Terstond moet
protest worden aangeteekend tegen het hierin
voorkomend „belastbaar inkomen". Het dient
daar om aan de geheele belasting een schijn,
eene glimp te geven van wat zij niet is, nl. eene
inkomstenstenbelasting. Ook is die uitdrukking
„belastbaar inkomen" dubbelzinnig, want wat
wordt nu verstaan onder onbelastbaar inkomen? Is
dat niet juist het gedeelte dat allermeest moest
getroffen worden, dat namelijk meer is dan de
vertering, op welke wijze ook berekend. Wanneer
iemand de helft van zijn inkomen uitgeeft, de
andere helft op zij legt, betaalt hij maar voor
de eerste helft belasting. Die echter moeite heeft
met zijn tractement of ander inkomen rond te
komen, en alle krachten moet inspannen om de
tering naar de nering te zetten, wordt getroffen
tot in de laatste cent, die hij uitgeeft.
Derhalve geschiedt de belasting naar de vertering
en niet naar het inkomenzoodat de aanhef van
art. 3 moet luiden: ter bepaling van de belast
bare vertering enz. Blijkbaar heeft men echter
het ware woord niet aangedurfd, want het bevat
een verregaand onrecht. In elke verteringsbelasting
ligt opgesloten eene vrijstelling van den welgestel-
den ten koste van den gewonen burger. Bij beiden
toch is de verhouding van inkomen en vertering,
vooral de noodzakelijke die voornamelijk belast
wordt, niet gelijk, altijd ten gunste van den eerst-
genoemden. Om den schijn dier onbillijkheid te
vermijden heeft men zeker in de geheele veror
dening het woord inkomen in de plaats van
vertering laten staan; het onrecht zelve wordt
daardoor natuurlijk niet opgeheven. Ook had de
raad er dit jaar afstand van kunnen doen en
het ware woord op de ware plaats schrijven
immers het beginsel der inkomstenbelasting heeft
hij verworpen. Wij zullen das de vrijheid nemen
overal waar het in de verordening voorkomt
(artt. 3, 8 en 9) het ware woord in zijne plaats
te istellen, anders blijft de verwarring van be
grippen bestaan.
De grondslagen waaruit de vertering wordt
berekend zijn dus: huurwaarde, meubilair, dienst
boden, paarden van weelde; dat zijn vier ter
men uit eene lange reeks. De eerste is de voor
name factor, waarvan de tweede afhankelijk is
gemaakt, te samen geven zij de hoofdsomde
beide anderen zijn toevoegsels. Geen van de vier
is een zuivere factor, dat wil zeggen, is recht
streeks evenredig aan de volle vertering. Het is
gemakkelijk gezegd dat een goed huisvader een
tiende deel van zijn inkomen aan huishuur
moet besteden; in het dagelijksch leven is die
uitspraak eene bittere spot. Die van zes- tot
twintig- of meer duizend gulden inkomen heeft,
kan zich daaraan gemakkelijk houden, maar wat
moet de man doen, die in fatsoenlijken stand
van een- tot drieduizend gulden moet leven. Zie
maar eens wat voor huizen voor een- tot drie
honderd gulden te huur ziju in deze stad, en men
zal begrijpen dat de gewone burger door zijne zaak,
betrekking, huishouden of andere omstandigheden
gedwongen is meer te verwonen. Is het nu niet
onredelijk die dwang in belastiug nog zwaarder
te maken Om daaraan tegemoet te komen wordt
dan ook vooraf de huurwaarde met eeu opklim-
menden factor vermenigvuldigd. Hier komt het
kunstmatige en onnatuurlijke van het stelsel voor
den dag. Welke wet toch beheerscht de opklim
ming van dien factor? Te vergeefs tracht men
ze langs allerlei wegen op te sporen. In de eerste
helft wordt hij telkens vermeerderd met een
tiende, in de tweede helft met twee tienden;
heelt hij eenmaal de waarde elf bereikt, dan
houdt alle vermeerdering op. Daar in het besluit
zelf geen de minste aamvijziging hieromtrent
geschiedt, moet men het er wel voor houden dat
de^ bepaling aau toeval of willekeur is overge
laten.
j Volgens art. 4 wordt de huurwaarde door
schatters, vanwege het gemeentebestuur aan te
stellen, bepaald, doch wauueer de belasting
schuldige bezwaar heeft om schatters in zijne
woning toe te laten, dan zal (art. 13) voor den
aanslag genomen worden, de rijkspersoneele huur
waarde van het vorige jaar, vermeerderd met
een tweede gedeelte; terwijl in hetzelfde geval
de kamerhuur zal worden gelijk gesteld met de
rijkspersoneele huurwaarde van het geheele per
ceel. De onbillijkheid dezer laatste bepalingen
komt voor den dag, wanneer zij gezien worden
bij het licht der discussie over de inkomsten
belasting. Eene enkele herinnering kan hier geen
kwaad. Toen het hooge tarief van burgemeester
en wethouders bij weigering van aangifte der
inkomsten ter sprake kwam, werd de veront
waardiging van sommige leden opgewekt door
de hooge cijfers; het is een straftarief, riep men,
eene drukking op hen, die voor kinderen of
vreemden geene inzage in boeken willen geven.
Waar is nu die schoone verontwaardiging geble
ven? Hier hebben we eene overeenkomstige zaak;
een veel zwaarder straftarief voor hen, die geen
schatters in hun woning willen toelaten, geen
kreet, geen blik van afkeer werd vernomen en
stilzwijgend keurt men dezelfde bepalingen goed,
die in een ander stelsel het fijne rechtsgevoel
der heeren zoo diep krenkten. Bij zulke inciden
ten is het te begrijpen, dat de hartstochten in en
buiten de hooge vergaderzaal nu en dan worden
opgewekt.
De schatting der huurwaarde zal dus regel,
de berekening uit de rijkshuurwaarde zeldzame
uitzondering zijn. De gemeenteschatters verdienen
alle vertrouwen; verleden jaar zijn daartoe de
meest geschikte mannen aangewezen. Doch juist
te treffen is onmogelijk: terwijl zij onder eede
kunnen verklaren naar hun beste weten gehan
deld te hebben, zullen zij ongetwijfeld op dezelfde
wijze niet willen bevestigen, dat zij overal de
juiste som hebben getroffendat is ook onmogelijk.
En let wel, hierbij is elke afwijking een onrecht,
want wat de een te weinig betaalt, moet door
den ander worden opgebracht. Zoo ken ik iemand,
die een huis bewoont, waarvan de schatting gelijk
staat met de volle huurwaarde die hij betaalt,
wat anders hoogst zelden en ook niet billijk is;
en een ander, die een beter huis is gaan bewonen,
zoodat hij meer dan f 100.hooger huur betaalt,
terwijl toch de schatting van het tweede huis
minder was dan van het eerste. Nogmaals, dit
zijn geene grieven tegen de schatters, die naar
hun beste weten gehandeld hebben, en zeer ge
makkelijk in zulke dwalingen knunen geraken;
de bezwaren vallen terug op het stelsel, dat is
aangenomen, en zoodanige ongelijkheden nood
zakelijk met zich moet slepen.
De tweede grondslag, het meubilair, geeft aan
leiding tot dezelfde opmerkingen. De schatting is
niet minder moeilijk, dus zeker niet minder wil
lekeurig, dan van de huurwaarde. Iu het tarief
dezelfde opklimmende factor, zonder wet of ver
band, doch schijnbaar ten voordeele van den
welgesteldeniemand, die in een huis van f 1000
huur woont zal toch eer een meubilair ter waarde
van f 9500 bezitten, dan hij die in een huis van
1100 (3 gulden per week) woont een meubilair
van /400. Doch hierop komen wij in een volgend
artikel terug.
De toevoegsels aan de verlering voor dienstbo
den en paarden van weelde zijn even willekeu
rig, zonder geheel onbillijk te zijn. Doch even
goed had men tien andere grondslagen op kunnen
noemen. Vooral de laatste is aan bedenking on
derhevig, wanneer men nagaat, dat het houden
van paarden bij welgestelden meer eene zaak
van liefhebberij dan van vermogen is. Het is toch
van genoegzame bekendheid, dat onder de aan
zienlijkste en rijkste onzer sladgenooten enkele
geen equipage houden. Nu geldt bij dezen onaf
hankelijk van hun vermogen de uitspraak: wilt
ge paarden en rijtuig houden, betaalt dan behalve
de kosteu jaarlijks zooveel iu de stadskas.
Lelden, IA Januari.
De driekleur, die reeds in den vroegen morgen
van 's raadshuis-toren wapperde, was de bon
augure voor hen, die heden aan het ijsvermaak,
door den etudenten-ijsclub bereid, zouden deel
nemen. Een ieder was dan ook reeds vroegtijdig
op de aangewezen plaats, deu Witten Singel.
Dat ook een ieder verrast was over het gast
vrije en gezellige aanzien van deze schoone
plek onzer sleutelstad, laat zich begrijpen.
Aan de spiegelgladde baan waren de uitne-
mendste zorgen besleed. Wimpels, nationale
vlaggen en draperieën wareu langs hare geheele
lengte kwistig aangebracht, en voor de vrije be
weging van een ieder, zoo deelnemers als zij die
dit vermakelijk feest bijwoonden, was al het mo
gelijke gedaan.
Over het goede weder, een onmisbaar element
bij dergelijke gelegenheden, had men geen reden
tot klagen.
Men zon kunnen zeggen dat de pret ten slotte
meer eene natte dan koude liefhebberij was,
maar dit nam niet weg dat het feest uitmuntend
geslaagd is en een aantal ingezetenen een zeer
genoeglijken dag hebben doorgebracht.
Op de bijbanen wemelde het van toeschouwers,
hetzij op schaatsen of te voet. Onder de laatsten
merkte men ook op Z. K. H. prins Alexander,
vergezeld van H. D. adjudant, den kapitein der
artillerie, Beijerinck.
De wedstrijd nam, nadat alle aanstalten waren
getroffen, omstreeks te 10 uren een aanvang.
Door 52 rijders die hier volgen, werd naar de
prijzen en premie gedongen
W. Roebersen, van Dedemsvaart; A. Vulsma,
van Amsterdam; H. Timmermans, van Roer
mond; H. J. Van Leeuwen, van LeidenR. Teu-
nema, van Delft; A. Van der Voort, van Alke
made; S. Wesseling, van Amsterdam; T. Van
Wilgenburg, van Zevenhuizen; P. A. L. Mac
Lean, van Leiden; K. Trausen, van Groningen;
E. Wijntjes, van Leiden; B. Dijken, van Leiden;
J. Van der Voort, van Alkemade; J. De Witt,
van Oegstgeest; M. Immerzeel, van Warmond;
M. Juffermans, van Oegstgeest; A. Hesselink, van
Delft; De Waaijer, van LeidschendamH. Zuij-
derveld, van Voorburg; J. Bakker; H. Osinga,
van Leiden; G. Haak, van Zevenhuizen; H.
Hendriks, van Delft; G. Loogman, van Alke
made; J. Van Leeuwen, van Leiden; C. Immer
zeel, van Warmond; J. Loogman, van Alkemade;
P. Van der Voort, van Alkemade; D. Mechelse,
van Leiden; J. Janson, van Noordwijk; C. Haak,
van Zevenhuizen; G. Zeestraten, van Oegstgeest;
Van der Geest, Jr.; J. H. F. Ter Meulen, van
Leiden; A. Elverink, van Alkemade; B. Van der
Donk, van Meidrecht; Van der Geest, Senior;
N. Vulsma, van Amsterdam; C. L. Van Schaik,
van DelftJ. Van Mens, van LeidenG. Ten
Sande, van Leiden; G. Hartveld, van Sassenheim;
H. Dost, van Groningen; P. Randoe, van Leiden;
J. Zandstra, van HeereveenC. Ver Aar, van
Amsterdam; B. W. Schultetus Aeneae, van Lei
den; A. De Ruyter, van GroningenJ. Kamman,
van Hoogeveen; P. Straathof, van Leiderdorp;
H. Kleijn, van Leiden F. Pontier, van Amsterdam.
In het algemeen mag men zeggen dat de 52
deelnemers alle flinke rijders waren, en mocht
Fortuna ten slotte drie gunstelingen uitverkoren
hebben, alle mogen de voldoening smaken
van deze eervolle vermelding, die we echter in
het bijzonder toekennen aan de heeren H. Osinga,
van Leiden en B. W. Schultetus Aeneae, student
aan onze Academie. Zij waren het, die, om eene
populaire uitdrukking te bezigen, moesten onder
doen voor de helden van den dag, die thans aan
de beurt der vermelding zijn en, gelijk men reeds
zal begrepen hebbeD, de overwinnaars waren:
A. H. Vulsma, 29 jaren oud, wonende te Am
sterdam, is de winner van den eersten prijseen
prachtig gouden horloge met dito ketting, ter
waarde van 1120.
De premie: een zware zilveren tabaksdoos en
lucifersdoos werd behaald door den heer A. Hes
selink, student te Delft.
De extra-prijs eindelijk, door Z. K. H. Prins
Alexander geschonken, zijnde een schildpadden
lepeldoos met zilveren theelepels, bekwam de heer
F. Pontier, van Amsterdam.
De overwinnaars en alle deelnemers trokken
na afloop van den wedstrijd in optocht, vooraf
gegaan door het muziekkorps der infanterie, dat
den geheelen dag vroolijke muziek had uitgevoerd,
naar de sociëteit Minerva.
Op het Rapenburg gekomen, hield de stoet
stil voor het hotel van Z. K. H. prins Alexander,
wien een hartelijke ovatie werd gebracht. De
president en de commissaris van de stndenten-
ijsclub, de heeren P. J. A. De Bruine en J.
Haitsma Muiier, zoomede de drie overwinnaars,
genoten de eer door Z. K. H. te worden ontvan
gen, die hen geluk wenschte met de verkregen
resultaten.
Ook den burgemeester, den heer Dr. Van den
Brandeler, werd aan zijne woning op de Bree-
straat eene dergelijke ovatie gebracht, waarvoor
hij in den vorm van blijmoedige handdrukken
zijn hartelijken dank betuigde.
Nu was men genaderd tot de sociëteit Mi
nerva, waar men een poos recht vriendschappelijk
vertoefde.
Hedenavond worden de prijzen in de Stads-
Gehoorzaal op plechtige wijze uitgereikt. We
besluiten met een woord ran lof toe te zwaaien
aan de commissarissen van de IJsclub, de twee
zooeven genoemde heeren, en den heer Van Setteu,
die, ondersteund door de politie en militaire macht,
de voldoening mogen smaken dat het feest in de
beste orde, zonder de minste stoornis is afge-
loopen en een recht aangenamen indruk zal
achterlaten.
Gisterenavond hield de vereeniging „Borger"
onder de zinspreuk Oefening baart Kennii, in het
gebouw der Maatschappij tot Nut van't Algemeen
eene buitengewone bijeenkomst. De jeugdige
Rederijkers-Vereeniging, voerde het met zorg
gekozen programma der werkzaamheden op eene
wijze uit, die alle lof verdient. Ook de muziek
stukken tot afwisseling, uitgevoerd door de heeren
Duijster en Van Geenen verhoogden het genoegen
van dien avond. De vereeniging mocht zich, even
als in het vorige jaar verheugen in eene goed
bezette zaal. Moge de vereeniging met het aan
vankelijk verkregen succes voor oogen op den
ingeslagen weg voortgaan, dan belooft zij aan
Leidens ingezetenen nog menigen genotvollen
avond te zullen verschaffen.
Volgens achterstaande advertentie zal Woens
dag a. s. in het Hotel Rijnland door de Veree
niging Harmonie de tweede voorstelling in dit
seizoen gegeven worden. Indien men bedenkt hoe
de uitvoering ten vorigen jare het bewijs leverde,
dat door de Vereeniging niets wordt nagelaten
om het den bezoekers zoo genoeglijk mogelijkte ma
ken, twijfelen wij niet of onze stadgenooten «ui
len door eene goede opkomst toonen, de pogin
gen der Vereeniging te willen steunen.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
werkhuis alhier opgenomen van 199 tot 231 vol
wassen personen en van 89 tot 114 kinderen.
De Minister van Staat en van Binnenl. Zaken,
heeft de aandacht van de gemeentebesturen ge
vestigd op de te Utrecht bestaande permanente
commissie voor het zamenstellen van een ontwerp
tot het schrijven en uitgeven eener Historia Nu-
mismatica van ons Vaderland van 1576 tot 1813,
en heeft tevens den Commissarissen des Konings
verzocht, om de commissie, die voornemens is
zich ten aanzien van het vereischt onderzoek in
de gewestelijke- en gemeente-archieven in bijzon
derheden nader onmiddellijk tot de gemeentebe
sturen en tot den commissaris des Konings te
wenden, in haar streven te ondersteunen.
De Commissaris des Konings in deze provincie
heeft een beroep gedaan op de welwillende me
dewerking der gemeentebesturen en houdt zich
overtuigd, dat het der commissie daaraan niet
zal ontbreken.
Bij Kon. besluit van den 27sten December 1870,
N'. 25, is vrijstelling van port verleend voor de
briefwisseling over dienstzaken welke onder de
gewone bepalingen omtrent kruisband en contre-
seing wordt gevoerd tusschen: 1*. de districts
veeartsen onderling met elkander; 2°. de districts
veeartsen ter eenre, en de plaatsvervangende
districts-veeartsen ter andere zijde; 3°. de districti-
veeartsen en hunne plaatsvervangers ter eenre
en den Commissaris des Konings, de Gedeputeerde
Staten, de gemeentebesturen, de inspecteurs en
adjuncten-iDspecteur voor het geneeskundig staats
toezicht roor de provincie of de provinciën waar
over hun werkkring zich uitstrekt ter andere
zijde.
De heer Amersfoordt te Haarlemmermeer deelt
in de Landbouw Courant mede, dat op zijnen koestal
reeds zes koeien het kalf verworpen hebben. Er
is geene oorzaak aanwezig geweest, waaraan in
andere gevallen een dergelijk feit kan worden
toegeschreven, daar de dieren niet met rogge
gevoerd zijn, waarin moederkoren was, noch met
bevroren beetwortels, evenmin zijn zij aan koude
of ongemak blootgesteld geweest. Hij gist de
reden daarin te bestaan, dat zicli op liet door
den natten zoiner slecht en vochtig gewonnen
hooi schimmelplanten hebben ontwikkeld. Hij
wenscht thans te vernemen of ook elders dit
verschijnsel zich voordoet of microscopische
waarnemingen omtrent deze parasieten gedaan