lonie, de Hoog Ed.Gestr. heer H. F. G. Waguer,
afs zoodanig in eene plechtige buitengewone zit
ting van den kolonialen Raad den eed afgelegd
in handen van den Procureur-Generaal Mr. W.
Sassen, en zijne hooge betrekking aanvaard bij
eene proclamatie, waarin men o. a. leest: Bezield
met warme belangstelling voor de Kolonie zal
hij aijn beste pogingen aanwenden om gedu
rende het hem opgedragene interimaire bestuur
zooveel mogelijk den bloei en de welvaart der
Kolonie te bevorderen en roept daartoe de mede
werking in van alle colleges, autoriteiten, amb
tenaren en ingezetenen."
Zoowel de gouverneur a. i. als Mr. W. Sassen
hebben vóór de eedsaflegging van eerstgemelden
toepasselijke aanspraken gehouden.
De rechtelijke macht op St.-Martin heeft den
HoogEdG. heer Waguer een adres aangeboden
tot dankbetuiging wegens de wijze waarop hij
zich als Gezaghebber van het Nederl. bestuur
van dat eiland van zijne taak gekweten heelt en
tot gelukwensching over zijne benoeming tot eene
hoogere betrekking.
De heer W. Henriquez is toegelaten als consul
van Spanje op Curayao.
Onder de maatregelen, door den vorigen Gou
verneur, Mr. A. De Rouville genomen, behooren
de vestiging van een nieuw kranzinnigen gesticht
Op dit eiland; dit is dezer dagen geopend en de
leiding daarvan toevertrouwd aan Dr. Th. De
Veer.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Uit Rijsel wordt van den 27sten December aan
de Independance hoofdzakelijk het volgende ge
schreven
„Het begint er hier te spannen; binnenkort
zullen we waarschijnlijk gewichtige gebeurtenis
sen beleven.
b Het Noorder-leger is in den besten staat tusschen
Arras en Cambrai gelegerd, terwijl het de streek
tusschen de eerstgenoemde stad en Amiens geheel
liet liggen. De onvermijdelijke ulanen zijn niet in
gebreke gebleven om aie streek, zelfs nog spoedi
ger dan men verwacht had, te bezetten.
Corbie en Alnert heeft men op zijn gemak kun
nen ontruimen, daar men er nog altijd door de
nabijheid der Fransche troepen beschermd werd
dit is echter geenszins het geval geweest met
het spoorwegstation van Achiet, waar de spoor
weg-maatschappij zich genoodzaakt zag een groot
deel van zijn materieel achter te laten. De laatste
locomotief is door Duitsche kogels achtervolgd en
heeft met verdubbelde vaart moeten vluchten.
Te Boileux, ook een spoorwegstation, op slechts
10 a 12 kilometers afstand van Arras, heeft de
Pruisische ruiterij de vermetelheid gehad, om,
hoewel zij zich te midden der Fransche troepen
bevond, zes telegraafposten op ongeveer 200 me
ters afstand van het stationsgebouw omver te
werpen.
De dépêches uit het Fransche hoofdkwartier
constateeren dat de streken van Picardië en het
lagere gedeelte van Artois gevuld zijn met vij
andelijke ruiterij.
Dat deze invallen der Pruisische cavalerie
vrijelijk moeten worden toegelaten is voornamelijk
het gevolg der ongunstige zijde van de door ge
neraal Faidherbe aangenomen tactiek; maar het
blijkt tevens duidelijk, dat èn de aard van zijn
leger, èn de omstandigheden het onmogelijk
maakten eene andere tactiek te volgen.
In den staat, waarin Frankrijk door zijne
Sïroegere despoten is gebracht, kan men thans
geene ondergeschikte belangen in het oog hou
den voor het hoofddoel moet affes opgeofferd
worden.
Dat hoofddoel blijft Parijs te ontzetten, en het
Noorder-leger zal daaraan het zijne hebben toe
gebracht, indien, zooals men verzekert, hetMan-
teuffel doet besluiten, het tot onder de wallen
van Rijsel te vervolgen.
Aangaande de laatste gevechten wordt het
belangwekkende protest van generaal Faidherbe
tegen de telegraphische dépêches uit het hoofd
kwartier te Versailles zeer druk besproken.
De generaal protesteert namelijk tegen de
Duitsche dépêches omtrent den slag bij Amiens,
en zegt dat zijn leger niet 60,000 maar hoogstens
35,000 man sterk was en dat de Duitschers geen
1000 ongekwetste krijgsgevangenen gemaakt,
maar slechts eenige te Dauors achtergebleven
marine-soldaten verrast hebben.
'i)t In den avond van deu 28sten had men te
Rijsel belangrijke berichten ontvangen van den
volgenden inhoud
J „Faidherbe trekt naar het noorden terug.
Hij heeft Arras ontruimd, dat zich zal trachten
te verdedigen met zijne eigene hulpmiddelen,
versterkt door het garnizoen, dat men heeft ach
tergelaten. Arras is genoegzaam versterkt om een
aanval weerstand te kunnen bieden. Het hoofd
kwartier is nu te Vitry gevestigd, het tweede
station op den weg naar Parijs ten zuiden van
Douai. Naar men beweert, bevindt zich het Noor
der-leger in de moerassige streek, die Artois van
Vlaanderen scheidt en die door een spoorwegramp
voor ongeveer 20 jaren zulk eene treurige ver
maardheid kreeg. Het moet eene sterke stelling
zijn en men betwijfelt of Manteuffel hen wel in
't front zou durven aanvallen hij schijnt meer eene
noordoostelijke richting aan te nemen.
Gisteren heeft men ook Pruisische ruiterij te
Masnières, op twee uren afstands van Cambrai
opgemerkt; zij heeft er wel is waar slechts
eenige uren vertoefd, maar hare komst doet toch de
voornemens van den Pruisischen generaal genoeg
zaam kennen. De meeningen daaromtrent zijn echter
nog verdeeld. Terwijl eenigen niet gelooven willen,
dat hij zich met zijne groote strategische kennis in
het labyrinth van talrijke forten in het Noorder-de-
partement zou wagen, en hij zich zoo ver van Parijs
zou verwijderen op een oogenblik dat een wanho
pige poging van Trochu onvermijdelijk is, meenen
anderen dat Von Manteuffel eene vermetele poging
zal wagen om zich van het Noorder-leger te be
vrijden, dat thans den goeden uitslag zijner ope-
ratiën bestendig bedreigt. Meu verwacht dus
binnenkort eene gewichtige onderneming der Prui
sische troepen tegen het noorden, namelijk de
belegering van Rijsel.
De generaal Faidherbe schijnt om de groote strijd
krachten, waarover zijn tegenstander kan beschik
ken, besloten te hebben, om eene meer beschutte
stelling te kiezen dan hij voor Arras en Albert
innam.
Deze tactiek is die van een voorzichtig gene
raal, maar de bevolking wordt daardoor helaas
blootgesteld aan de requisitiën, die de Pruisen
gewoon zijn op te leggen. Aangaande deze requi
sitiën verneemt men, dat de autoriteit te St.-Quentin
75,000 fr. heeft aangeboden in plaats van de ge
vorderde 500,000 fr., en dat de Pruisen dit aan
bod aangenomen hebben onder voorwaarde, dat
de stad het nog verschuldigde aan de hen vol
gende Pruisische troepen zou voldoen.
De dagbladen van het Noorden bevatten
de volgende dépêche:
Boedeaux, 24 Dec. De min. van binnenl. zaken
aan de prefecten en onderprefecten. „Volgens de
nadere berichten omtrent het gevecht van den
18den bij Nuits, kunnen wij de verzekering geven,
dat de uitslag zeer gunstig voor ons is geweest.
De generaal Cremer heeft met minder dan
10,000 man, waarvan vele voor het eerst in 't
vuur waren, en drie batterijen, volgehouden tegen
veel grootere strijdkrachten en zeven batterijen.
De vijand is de stad, slechts door de duisternis
begunstigd, binnengedrongen en heeft die te 4
uren des morgens weer mueten verlaten. De terug
tocht der onzen heeft in goede orde plauts gehad.
De verliezen van den vijand zijn volgens zijne
eigene opgaven viermaal grooter dan de onze.
Prins Wilhelm van Baden is doodelijk gekwetst.
Sedert dien tijd heeft de vijand den aanval niet
hernieuwd of den generaal Garribaldi verontrust.
Van onze zijde heeft de heldhaftigen eerste afdee-
ling der mobielen vau de Rhone het meeste
geleden.
Den 20sten was Nuits geheel door den vijand
verlaten, en de onzen konden zich van de ge
kwetsten en het oorlogsmaterieel meester maken.
Berichten van Belfort maken melding van
een uitval, die van den 20sten op den 21sten plaats
had en den belegeraars groot nadeel toebracht.
Vele hunner kanonnen werden vernageld en
de omliggende dorpen zijn overvol door hunne
gekwetsten.
Engeland.
De Engelsche bladen houden zich natuurlijk
bezig met het dezer dagen ontvangen bericht, dat
de Duitschers zes Engelsche kolenschepen op de
Seine tusschen Rouen en Duclair in beslag hebben
genomen en doen zinken, terwijl zij volgens een
nader bericht de bemanning dier schepen mishan
deld zouden hebben. De Duitschgezinde Daily News
meent dat, volgens oorlogsgebruik, de Pruisen recht
hadden die schepen in beslag te nemen, mits
schadeloosstelling aan de eigenaars gegeven werd.
Het andere feit echter zon, wanneer het beves
tigd werd, volgens dat blad, tot groote moeilijk
heden aanleiding kunnen geven, tenzij de Prui
sen bereid waren tot voldoende herstelling van
het gebeurde.
De anti-ministerieele pers maakt van het feit
dadelijk gebruik om het Kabinet zijne zwak
heid en machteloosheid te verwijten en 6chijnt
te verwachten dat niets in staat zou zijn dat
Kabinet de houding te doen opgeven, welke zij
van den beginne af bestreden heeft.
De nieuwe Russische conscriptie-wet
zegt Daily News is wederom een kenteeken
van den geduchteo knak, die door den tegen
woordige!) oorlog aan de Europeesche bescha
ving is toegebracht. Van alle lauden van ons
werelddeel had Rusland wel 't minst noodig zijn
strijdkrachten te vermeerderen. Het is door zijn
ligging tegen bijna eiken aanval gevrijwaard; op
veroveringen behoeft het waarlijk niet uit te
zijn; en bovendien diep als het in schulden
steekt heeft 't reeds moeite genoeg om zijn
tegenwoordig leger (812,000 man op voet van
vrede, en 300,000 meer op voet van oorlog) te
onderhouden. Toch was Rusland niet te vreden.
Het moest 't voorbeeld van zijn buurman volgen;
Alle Russen, die den ouderdom van 21 jaren be
reikt hebben, zijn voortaau gehouden tot een min
stens driejarigen dienstplicht onder de wapenen.
Enkele uitzonderingen genieten vrijstelling ook
kan elk zich (evenals in Oostenrijk) voor een
zekere som loskoopen; doch overigens is het
niets tneer of minder dan 't Pruisische stelsel.
Zonder nu nog eens te spreken van den ondraag-
lijken last, dien Rusland (dat zijn krachten tot
inwendige ontwikkeling zoo noodig heeft) zoo
doende op zich laadt moeten we vragen: is
't niet te laat voor Rusland, of voor éenige an
dere Europeesche Mogendheid, om het Pruisische
militair stelsel in te voeren? Zulk een stelsel
laat zich niet in een paar weken opdringen;
Pruisen heeft er vijftig jaren aan gearbeid, vóór
'ter de vruchten van plukte; en zeker is het niet
genoeg dat een staatsman zulk een hervorming
aanbeveelt, om haar in overeenstemming te
brengen met de nationale instellingen, het ka
rakter en de zeden van een volk. Maar er
zijn somige Mogendheden, evenals sommige
individuen, die altoos volgens de mode van
het verleden jaar gekleed gaantegen de
tijd, dat zij zich een pak aanschaffen heb
ben de anderen 't afgelegd. Zoo zien we altoos
landen, die achteraan komen en tot 't laatste
oogenblik wachten om elders goedgekeurde pant
serschepen of achterladers aan te nemen
zoodat, juist als ze zich in het bezit van 't voor
werp hunner wel overwogen wenschen mogen
verheugenhun rustelooze buurman weer
iets geheel nieuws heeft uitgevonden, waardoor
al 't oudere onbruikbaar wordt. Aldus is 't met
het land der Czaren. Rusland is zeer ver bij
Prnisen ten achteren; en het doet zijn best om
te volgen; doch het moest niet vergeten, dat
bet Pruisisch militair stelsel misschien wel den
langsten tijd bestaan kan hebbenen dat Duitsch-
land's grootste geesten verlangend zijn het ter
zijde te leggen als een overblijfsel uit feodale
tijdeu.
TELEGRAMMEN.
Bucharest, 29 December. Een nieuw Minis
terie is aldus samengesteld: Joan Ghika, Presi
dent van den Ministerraad en Minister van Bin-
nenlandsche Zaken; Calimachi Katargin, Buiten-
landsche Zaken; Beredey, Openbare Werken;
Detneter Slurza, Financiën; Kariagdi, Justitie;
Ariou, Oorlog.
Berlijn, 30 December. De Koningin heeft van
den Koning de navolgende telegrammen ont
vangen
Versailles, 27 December. Mont-Avron werd
uit 76 stukken geschut beschoten; hot vuur des
vijands werd daardoor tot zwijgen gebracht.
De overste Von Bottenstern had den 27sten
met de onder zijne bevelen staande zeskompag-
nieën infanterie, een eskadron ruiterij en twee
stukken geschut een levendig gevecht met den
vijand tusschen Montoire en La Chartre. De
strijdkrachten van Von Bottenstern werden ten
laatste geheel omsingeld. Hij sloeg zich desniet
temin door den vijand heen en bracht, na on
geveer 100 man verloren te hebben, nog 240
krijgsgevangenen mede, waaronder 10 officieren.
Den 28steu mocht het aan het belegeringsge
schut aan het oostelijk front van Parijs gelukken,
nadat Mont-Avron tot zwijgen was gebracht, het
spoorwegstation van Noissis-le-Sec met goed ge
volg te beschieten en de te Bondy kantonneerende
vijandelijke artillerie te verdrijven. Aan onze zijde
verloren wij 3 mat).
Den 29sten werd Mont-Avron door eene afdee-
ling van het 12de Saksische armeekorps bezet,
waar veel geschut, geweren, ammunitie en dooden
gevonden werden.
De vijandelijke afdeelingen, die zich nog buiten
de forten bevonden, hebben zich alsnu op Parijs
teruggetrokken.
Aan onze zijde geen verlies.
Van de Noorder-armee wordt gemeld, dat de
vesting Perronne is ingesloten, als gevolg van
verscheiden gelukkige gevechten. De vervolging
van het vijandelijk Noorder-leger wordt voort
gezet.
Londen, 30 December. Volgens officieele tijdin
gen uit Parijs, hebben de Pruisen de forten Nogent
en Rosny en het plateau van Mont-Avron met
hunne batterijen allerhevigst aangevallen. Doch
hunne pogingen tot het bombardeeren dezer sterk
ten is mislukt. De verliezen der Pi uisen zijn aan
zienlijk, De geest te Parijs is uitmuntend.
Kopenhagen, 30 December. De sloombootdienst
tusschen Seeland en Fuenen heeft nog plaats, in
weerwil van den sterken ijsgang in de Belt. Alle
Deensche lichtschepen zijn in de winterhavens
geborgen.
Madrid, 30 December. Zes republikeinse!) ge
zinde bataljons nationale militie hebben geweigerd
tegenwoordig te zijn op de revue bij gelegenheid
van den intocht des Konings. Hunne komman
danten hebben ontslag gevraagd. Men vreest hier
voor republikeinsche onlusten.
Munchcn, 30 December. De Rijksraad-kamer
heeft het Bondsverdrag aangenomen met alge-
meene stemmen op 3 na (Frankenstein, Oettinger-
Wallenstein en Schönborn). Vóór stemden onder
anderen de Koninklijke Prinsen, de Aartsbisschop
Von Scherr en Bisschop Dinkel van Augsburg.
Bordeaux, 30 December. De Pruisen hebben
Dyon, vervolgens Gray ontruimd en zijn over
haastig op Vesoul teruggetrokken.
Eene kolonne, uit de armee van Chanzy gede
tacheerd, heeft nabij Montoire een levendig gevecht
met den vijand gehad, waarin de Pruisen op vijf
kilometers buiten de plaats werden vervolgd, zoo
dat zij naar Chateaurenault zijn teruggetrokken,
met achterlating van honderd gevangenen, twee
gesneuvelde officieren, vele gewonden en kamp-
materieel.
Denzelfden dag hebben de franc-tireurs de Prui
sische verkenners tusschen Pontgouin en La Loupe
verd reven.
Florence, 30 December. De koning is heden
ten vijf uur naar Rome vertrokken, vergezeld
door den voorzitter van den ministerraad, en de
ministers van buitenl. zaken, van financiën en
van openbare werken.
Londen, 30 December. De bemanning der sche
pen, welke men bij Duclair heeft doen zinken,
is gisteren hier aangekomen.
De Daily News bericht dat op 27 dezer 12 bom
men binnen Parijs zijn gevallen, geworpen uit
de batterijen bij Raincy. De Franschen hebben 6
batterijen opgeworpen tusschen Cournal en Drancy,
in de richting van le Bourget.
Volgens een bericht uit Brussel tracht Von Bis
marck een verbond tusschen Duitschland, Enge
land en Oostenrijk tot stand te brengen, ten einde
op het sluiten van een vrede gunstig te werken.
De Telegraph meldt, dat de heer Fortescus zal
worden benoemd tot minister van koophandel
en de heer Hartington tot secretaris van Ierland.
Aan hetzelfde blad wordt gemeld, dat de graaf
Von Bismarck, door tusschcnkomst van den heer
Washburn, den heer Jules Favre heeft doen weten,
dat een vrij geleide ter zijner beschikking zou
worden gesteld tot het zenden van een gevol
machtigden ter Londensche conferentie.
Nog wordt aan de Telegraph gemeld, dat de aan
val op twee forten van Parijs op 1 Januari is
bepaald.
Volgens hier uit Madrid ontvangen bericht, zijn
drie personen den 29sten aldaar gearresteerd, als
verdacht van den moordaanslag op maarschalk
Prim.
Beriyn, 31 December. (O/fideel). Uit Albert
wordt onder dagteekening van gisteren het vol
gende gemeld: Op 28 dezer heeft de luit.-kolonel
Pestel van de Uhlanen, met eene vliegende ko
lonne van drie compagniën en drie eskadrons,
bij Longpret drie bataljons van de mobielen ge
slagen, drie vaandels op hen veroverd, en 10 offi
cieren, benevens 230 man krijgsgevangen gemaakt.
Aan ouze zijde zijn zes man gekwetst.
Gemengde Berichten..
Te Beest had een heer een jongen uit het ijs
gered, die steeds bleef kermen „er ligt er nog een
in." De heer begaf zich opnieuw te water, bukte
onder het ijs, maar vond niets; en vernam einde
lijk dat de jongen bedoeld had, dat er nog een
van zijne klompen onder 't ijs zat.
De prijs van f 130, bij de rijderij op schaat
sen te Groningen eergisteren gehouden, is behaald
door den overwinnaar van het vorige jaar aldaar,
Thijs Van deu Berg, van Rijperkerk.
In de nabijheid van Harderwijk had dezer
dagen een treurig voorval plaats. De spoorweg
wachter aan de halt te Hulsthorst, is op den
tweeden kerstdag, wachtende op de komst van
een extra-trein, in slaap gevallen en door kolen
damp verstikt. Geheel verstijfd van koude, met
verbranden voet, vond hem zijne vrouw, die, on
gerust over zijn lang uitblijven, naar hem was
gaan zien, des nachts levenloos in het wachthuisje.
LAATSTE BERICHTEN.
's-Gravenhaqk, 31 December. Bij Kon. besluit
van 30 Dec. 1870, n*. 26, is aan den heer J. D.
Bichon van IJsselmonde op zijn verzoek, eervol,
ontslag verleend uit zijne betrekking van contro
leur der directe belastingen, 2de afdeeling, te
Rotterdam, behoudens aanspraak op pensioen;
en wordt met 1 Maart 1871 verplaatst naar de
controle der directe belastingen, 2de afdeeling,
te Botterdam de heer J. J. Overman, thans con
troleur der directe belastingen, in- en uitgaande
rechten en accijnsen, te Zierikzee.
Aanstaanden Woensdag, den 4deu Januari,
des middags te twee uren, zullen in eene plech
tige openbare algeineene vergadering van het
Provinciaal Gerechtshof in Zuid-Holland geïnstal
leerd worden: de heer Mr. S. Schmolck, als pre
sident en de heer Mr. W. F. G. L. Franfois, als
vice-president bij dat gerechtshof.
Ten gevolge van de opheffing van de admi-
nistratiën van de Eerediensten met 1 Januari
1871, zijn gisteren en heden de hoeken, archie
ven enz. tot die administratiën behoorende naar
de departementen van Financiën en Justitie over
gebracht.
Gisterenmiddag is de persoon van Z. op de
Bogt van Guinea plotseling overleden. Naar de
verklaring van den heer Dr. Ramaer, is de oor
zaak daarvan toe te schrijven aan stilstand in het
bloed, door de felle koude ontstaan.