u Tot leeraar in de wiskunde, nat. geschiedenis en cosmographie aan de Hoogere Burgerschool te Nijmegen is benoemd de lieer P. H. Schouten te Leiden. Ingevolge een besluit van de algemeene ver gadering der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen den lOden Aug. 11. te Amsterdam gehouden, naar aanleiding van een voorstel van het Dep. Zalt- Bommel tot het houden van een onderzoek naar de op vele plaatsen onvoldoende bezoldigingen der openbare onderwijzers, heeft het hoofdbestuur der Maatschappij tol Nul van 't Algemeen eene com missie uitgenoodigd, bestaande uit de heeren Dr. H. P. R. Hubrecht, te Amsterdam, voorzitter Dr. H. Roodhuizen Jr. te Zalt-Bommel, secretaris; Jhr. Mr. T. H. Beyma thoe Kingma te Heerenveen; J. Blaupot ten Gate te Groningen; J. Van Deven ter H.Zn. te Zwolle; L. B. Fikkert te Tilburg en J. Nagtglas te Middelburg; welke commissie thans om inlichtiugen verzoekt betreffende bet baar ten onderzoek opgedragen onderwerp. Door mejufvrouw M. A. Huyzer, weduwe van den heer A. Louren3, onlangs te Amsterdam overleden, is bij testamentaire beschikking aan de Diaconie der herv. Gemeente te Gouda ver maakt de som van f 600.vrij van successie rechten. Op den 15den December jl. zijn door Zijne Majesteit den Koning in een bijzonder gehoor ontvangen de heeren Gorhain en De Burenstam, ter overhandiging hunner geloofsbrieven, de eerste als min.-resid. der Vereeuigde Staten van Amerika en de tweede als minister-resident van Zijne Majesteit den Koning van Zweden en Noorwegen bij het Nederlandsche Hof. De Minister van Koloniën heeft op hot vroeger door ons vermeld adres der Vereeniging ter be vordering van de belangen van den Boekhandel, verzoekende om regeling van den litterairen eigendom tusschen Nederland en de Koloniën, geantwoord, dat in het wetsontwerp, dat betref fende de zaak bij hot Dep. van Justitie in bewer king is, bspalingen zijn opgenomen, aangaande den nadn werken. Het koloniaal stoomvaartuig Argus, onder be vel van den luit. ter zee der 1ste klasse P. J. Rosenwald, is den lRden dezer te Aden aange komen. Aan boord was alles wel. Door zijne Majesteit den Koning is met ingang van 1 Jan. 1871 pensioen verleend aan de Her vormde predikanten J. G. Schuuring ad /U208. 'sjaars en D. P. Knuttel ad 505 'sjaars. Met ingang van den lsten Januari 1871, zijn benoemd tot klerken bij den Rijkstelegraaf: M. Hillen te 's-Graveuhage, J. B. Van de Haar te 's Gravenhage, F. A. Van Vuuren te Amsterdam, J. S. Van Tiel te Moordrecht, P. Hoogerwerf te Vlaardingen, J. De Vries te llolysluot, J. J. Ver- wey te Overschie, J. Van Roon te's-Gravenhage, M. Wins te 's-Gravenhage, K. L. Schamp te Am sterdam, G. G. Gijben te Arnhem, J. J. M. M. Van den Bergh te 's-Gravenhage, S. Hoven te Hoogeveen, F. X. M. L. Gadet te Maastricht, G. Teriet te Tjalleberd, C. J. Van Santen Gz. te Vlissingen, D. A. Van Waalwijk te Amsterdam, E. Wind te Sint-Maartensburg, F. A. Weehuizen te Alkmaar, W. R. Barneveld te Zwolle, I. R. De Beer te Oudepekela, H. Kiihlman te 's-Gra veuhage, L. M. Baale te Velserend, P. O. M.Van der Maas te Amsterdam, B. D. Buningh te Am sterdam. Z. 11. heeft aan J. T. F. Huyvenaar, med-.chir. et art. obst. doctor, wonende te 's Hertogenbosch, vergunning verleend tut het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van den Heiligen Gregorius den Groote, hem door den Paus geschonkeu. Z. 1L heeft aan Mr. L. J. Bouricius op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als plaatsverv. kantour. te Helder. Z. M. heeft goedgevondeu bij gunstige uitzon dering op het bepaalde bij het Koninklijk besluit van den lsten Januari 1811, en zonder eenige gevolgtrekking voor anderen, den rang van ma joor te verleenen aan den gepensioneerden rit meester G. A. Willich, laatstelijk commandant der dienstdoende schutterij te Deventer. DE PERIODIEKE PERS. De Arnhemsche Courant wijst den weg om een Staten-bond op te richten. Geen algemeene Europeesche Staten-Vereeuiging: dit ideaal der toekomst blijft gelijk de meeste idealen steeds onverwezenlijkt. Ouder de tegen woordige omstan digheden is zulk een vreedzame aansluiting der volken, zich onderwerpende aan het hooger gezag eener centrale bondsmacht, verder dan ooit van ons verwijderd. Met de verwezenlijking van dit ideaal „de Vereenigde Staten van Europa," kan nog wel een paar honderd jaren voorbijgaan. Een Keizer van Rusland, een Keizer van Duitsch- land, zijn als machtige potentaten van groote rijken, uit den aard der zaak hinderpalen voor eene federatieve eenheid. Een Hohenzollern, een Habs- burg enz. laat zich het prerogatief van den opper veldheer van een eigen Hohenzollernsch en een eigen Habsburgsch leger te zijn, niet ontnemen. Zijne soldaten en zijne onderdanen mogen geen hooger gezag dan zijn gezag erkennen. Er is echter een anderen weg te vinden die het gewenschte doel misschien spoediger kan doen bereikende vereeniging van de kleine en middelbare aan elkander grenzende constitutio- neele staten tot een eigen Staten-bond. „Aan Europa's westkust vertoonen zich dadelijk vijf door de zee verbonden Staten, voor welke eene nau were aaneensluiting een gemeenschappelijk be lang en een niet inoeielijk te verwezenlijken plan zou wezen: België namelijk, Nederland, Dene marken, Zweden en Noorwegen, met eene totale bevolking van 17 a 18 millioen inwoners. Of ech ter eeue federatie alléén, onder deze uit zich zei ven niet sterke en wijduiteen verspreide lauden tot stand gebracht, genoegzame kracht zou kun nen ontwikkelen, valt te betwijfelen. Om aan dezen Stateu-bond een stevige steun en een mid denpunt te geven, zou Engeland er toe moeten toetreden, en diens toetreding zou aan deze Sta- tengroep eerst de noodige vastheid en gesloten heid geven. De federatie zou, althans aanvankelijk, zich hoofdzakelijk moeten bepalen tot het vormen eener eenheid naar buiten: de bondsdiplomatie zou de diplomatie der afzonderlijke stalen, en de bondgenootschappelijke defensie de legers, vloten en vestingen van ieder der verbonden volken vervangen. De behoefte aan een gemeenschappe lijke wetgeving en een gemeenschappelijke cir culatie zou zich weldra doen gevoelen, en allengs zou de geheele gelijkstelling in rechten voor de ingezetenen der verbonden staten volgen." Deze bond zou daarenboven juist die volken omvatten, welke èn door gemeenschappelijke stamverwantschap, èo door gelijksoortige politieke inrichting het meest overeenstemmen. Deze bond van constitutionele staten zou eindelijk een tegen wicht vormen tegen den anders alles overwegen den invloed der groote militaire, aan persoonlijk regeerende vorsten onderworpen monarchiën. Van de bladen die zich dezer dagen met internationale toestanden bezig hielden, trekt ook onze aandacht de Schoonhovensche Courant. Onder het opschrift Nieuwe Vormen geeft zij eeue beschou wing van de buitenlandsche gebeurtenissen, waarbij het oog hoofdzakelijk is gevestigd op twee, die aan Europa den schrik om het hart hebben doen slaan. Die twee gebeurtenissen zijn de op zegging van een gedeelte van het Parijsche trac- taat door Rusland, de opzegging van het Lom dcnsche tractaat tot neutraal verklaring van Luxem burg door Pruisen. De hoofdzaak in beide gevallen is, dat geen herstel van grieven of herziening van tractaten wordt gevraagd, maar deze deugdelijk geteekende tractaten kortweg worden opgezegd, er mocht dan van komen wat wilde. „Bij deze feiten vragen ook wijzegt het blad „waar blijft het recht1 Binden deugdelijk getee kende tractaten niet meer? Gaat het aan ze een voudig op te zeggen, wanneer men in zich de macht gevoelt aan die opzegging met de wapens in de hand kracht bij te zetten? Geldt voortaan macht boven rec.ht? Europa beeft, omdat haar rechtsgevoel is ge schokt. Het volkenrecht wordt een doode letter. De kleine staten weten niet meer wat van hun toekomst te denken en de groote staten moeten zich ieder oogenblik gereed houden tot het voe ren van een oorlog. Want door den oorlog moe ten voortaan de bestaande tractaten worden ge handhaafd, terwijl de voortdurende geldigheid dier tractaten telkens van den uitslag dier oorlo gen, dus van de feitelijke macht der staten, zal afhangen. Is dat een houdbare toestand? Neen, dat zal ieder toegeven; niemand, zelfs de machtigste staat van het oogenblik, die toch ook een nog machtiger nabuur bekomen kan, is van zijn toe komst zeker. Doch klagen baat niet, en wij willen, bij het zien van deze verontrustende teekenen der tij den, ons afvragen of niet die teekenen er op wij zen, dat de oude vormen hebben uitgediend en dat naar nieuwe moet worden gezocht? Wij wil len niet met andere bladen als laatste woord zeggen, dat het volkenrecht heeft uitgediend en dat iedere staat zich daarom tot aan de tanden moet wapenen, om daarna slechts te hopen op zijn goed gestarnte." Een vergelijking van de overeenkomsten, die tusschen de individuen, met de tractaten, die tusschen de staten worden gesloten, levert eenige voorname punten van verschil op, welke zoozeer in den aard der zaak zijn gelegen, dat daarmede rekening moet worden gehouden. Daarom staan twee beginselen vast. Vooreerst de billijkheid en het recht kunnen soms eischen dat eens gesloten tractaten worden gewijzigd ten tweede: de naleving der tractaten hangt van den goeden wil der staten, die er aan onder worpen zijn, zeiven af. Nu moet het volkenrecht waarborgen zoeken, dat die goede wil, die een uitvloeisel is van een ontwikkeld rechtsgevoel, blijve bestaan en dat, wanneer de omstandigheden een wijziging der tractaten vorderen, die wijziging tot stand kome. Die waarborgen nu, meent het blad, zijn te vinden, wanneer in de constitutioneele staten alle tractaten slechts met medewerking der volks vertegenwoordiging worden bekrachtigd, gewij zigd en des noods worden opgezegd. Dat zijn de nieuwe vormen, welke de Schoonhovensche Courant wenscht. De ontwikkeling dezer denkbeelden zal in een volgend artikel, uit den aard der zaak, over een week, geschieden. De i/Werkmansvereeniging Arnhem" heeft een rapport in het licht gegeven over arbeidsloonen en levensbehoeften in die gemeente. Die vereeniging is in 1869 tot stand gekomen, voornamelijk met het doel, om de wederkeerige ontwikkeling van handwerkslieden door gezellig onderhoud en het bevorderen eener goede ver standhouding tusschen patroons en handwerkslie den aan te kweeken. Het Ulrechtsch Dagblad neemt dit rapport als uitgangspunt van eenige artikelen over arbeids loonen" het vraagstuk dat bij uitnemendheid uit drukt wat men onder de sociale quaeslie verstaat. De sociale quaestie is geen vereeniging van alle mogelijke vraagstukken, die met maatschappelijke ontwikkeling en vooruitgang maar in de verste verte eenige betrekking hebben. Men zal wel doen de sociale quaestie in den laatslen meer be perkten zin op te vatten. Eigenlijk zit daarin toch de kern en grond der zaak, want wie gevoelt niet, dat een werkelijke verbetering der dagloo- nen zoo deze mogelijk bleek te zijn zeer vele andere maatschappelijke verschijnslen van aard zou doen veranderen, aan zeer vele quaestiën een einde zou maken? Pogingen nu, om te onderzoeken of een verbe tering der dagloonen mogelijk is, zijn door boven genoemde vereeniging in het werk gesteld. Naar aanleiding eener daar gedane vraag, werd in Februari van dat jaar eene commissie van 12 leden benoemd, als 4 gewone leden, handwerkslie den, 4 buitengewone, patroons, en 4 buitengewone, werkgevers, aan wie opgedragen werd: „een gron dig onderzoek in te stellen omtrent de arbeids loonen binnen' Arnhem, en na te gaan of die loonen evenredig zijn aan de billijke behoeften des werkmans, met bijvoeging van bepaalde voor stellen tot verbetering." De commissie heeft reeds in Juni een uitvoerig rapport uitgebracht, dat alleen ten gevolge van de tijdsomstandigheden, eerst nu in druk is verschenen, en aan de be langstelling van het publiek wordt aanbevolen. De commissie heeft in dit rapport, waarin meer gematigdheid en gezonde redeneeringen te vinden zijn, dan in menige geleerde verhandeling over dit onderwerp, terstond zich van die gevaarlijke klip weten te onthouden, waarop zoovele klagers over- en hervormers der maatschappij dadelijk stranden: die van het generaliseeren, van het alles maar over éen kam scheren. Zij heeft begonnen met onderscheid te maken tusschen verschillende categotiën van ambachts- en handwerkslieden. Vervolgens heeft zij, bij die, waarover haar on derzoek loopen kon, door het verzamelen van nauwkeurige feiten, zoowel over de hoegrootheid der loonen, als over de behoeften en de onkosten der arbeidersgezinnen, haar verder oordeel over den werkelijken toestand trachten te recht vaardigen. Eene groote en niet de slechtste categorie valt dus buiten het onderzoek der commissie, name lijk van die werklieden, welke stukwerk verrich ten, wier loonen uit den aard der zaak niet te constateeren zijn. „Zij zijn aannemers in hun vak, en het hangt meestal van hen zeiven af, of hunne verdiensten grooter of kleiner zijn." Wie vlijtig werkt, zal de bedongen prijs te spoediger hebben verdiend, wie net werk levert en blijken van bekwaamheid geeft, kan voor een volgenden arbeid mogelijk hooger loon bedingen. Eene andere talrijke categorie, die der fabrieks arbeiders, meende de commissie niet buiten haar onderzoek te kunnen laten, ofschoon zij de groote moeielijkheid inzag, om hier tot eenige juiste resultaten te geraken. Wat is toch het loon van den fabrieksarbeider? De concurrentie doet de eene fabriek bloeien, richt de andere te gronde, en naarmate het product van de fabriek meer gezocht is, zal men meer aan den prijs der voortbrenging kunnen besteden. Intusschen doet de comm. opmerken, hoe in de meeste eenigermate soliede fabriekzaken langza merhand „een normaal cijfer van arbeidsloon bestaat." Zij heeft een elftal der voornaamste fabrieken en groote werkplaatsen bezocht, en de loonen en behoeften van meer dan 400 fabriek arbeiders, de voorwaarden waaronder zij werk zaam zijn, en de gemakken en hulpmiddelen, die hun in de fabriek ten dieuste staan, gekonsta- teerd. De uitkomsten nu voor deze talrijke categorie waren vrij bevredigend. Men treft daar loonen van fö tot f 12 's weeks aan, soms nog met exlra-loonen voor overwerken, of andere voordee- len, en vooral dit grootste van bijna vast werk. Over het geheel kwam het der comm. voor „dat de arbeiders in de meeste fabrieken te Arnhem eene betrekkelijke welvaart genoten", althac vergelijking met de handwerkslieden in van patroons." Deze laatste categorie, waartoe ook de So aalt vaa 2 j' meente-arbeiders behooren, gaf minder bet «zo gende uitkomsten. De normale cijfers der hemsche arbeidsmarkt is deze: Timmerlie I- metselaars, verwers en loodgieters geniete cents per uur; de opperlieden 8 cents; eens houwer 13 cents; een stukadoor van 11 tj cents; smidsknechts 10 a 12 cents, terwi dezen de hoogst belangrijke onderscheiding® ehe gemaakt tusschen vlugge en minder vlugge] invloed op 't loon heeft. Bij deze werkliedej nog op te merken, dat zij niet altijd des wJ vast werken, en soms veel eigen gereedsct j behoeven. Overigens is het ook hier gewoon I de baas aan den werkgever meer in reksl brengt. De patroons of bazen verdienen duso; ene timmermans, metselaars en loodgieterskneck woonhjk 4 ets. per uur; op een opperman eve: 4 ets. per uur; op een verwersknecht 5 ets een steenhouwers- of stukadoorsknecht 4 a 5 De reden van dit algemeene gebruik et meerdere of mindere uitgestrektheid, waarit wordt toegepast, zijn, volgens de commissie, de winst door den baas op zijn bedrijfskap genoten, ongelijk en in geen geval groot j is en dat hij dus een deel zijner winsten door hem geleverde arbeidskrachten moet den. De commissie komt nu na een onder der behoeften van den werkman tot de som, dat de loonen dezer werklieden inderi|ieel te laag zijn, en voor algemeene verhooging baar, indien bazen en werkgevers daartoe kelijk willen bijdragen en meêwerken. De eet zullen hiertoe per uur iets van hun winst offeren: de laatsten algemeen een hooger betalen. In de volgende artikelen zal het Utreei Dagblad zien of deze denkbeelden praktisch voerbaar zijn. «eg rij (ooi Zt DUS ijke tam Z G: leri ien< 1. BINNENLAND. n i ten :rle >evi eve ;ui\ D litv iet oct 'CCt net av Z vij Jra ind >vei üj Amsterdam, 20 December. Naar men verae 'et zijn de lessen aan de onlangs geopende R; iet academie van beeldende kunsten alhier, ook vrouwelijke leerlingen toegankelijk. De beperkte ruimte in het oude, voorloopige bouw zou oorzaak zijn, dat enkele lessen diedas geschikt zijn, in vereeniging met de anderel lingen moeten worden bijgewoond, maar er staat alle uitzicht, dat het nieuwe gebouw doelmatig zal worden ingericht, dat het onder aldaar geheel afgescheiden, naar de behoeft' verschillende sexe der leerlingen, zal worden geven. In eene algemeene vergadering van Nederl. Tooneelverbond, waarop Amsterd! sar Utrecht en Rotterdam vertegenwoordigd wat ha zijn na eenige discussie en met kleine wijzigiD de ontwerp statuten van het verbond goedgekei Onder de middelen ter bereiking van het is daarin opgenomenbevordering van degeli kritiek door de dagbladen. Tot hoofdbestuurii zijn benoemd: de heeren H. J. Schimmel, Hai van Mijnden, W. J. Hofdijk, J. N. Van H Max Rooses, Julius Vuylsteke en Dr. Stokvis. Haarlem, 19 Dec. De afdeeling van het scht iai3 verbond alhier, heeft zich in de laatste wel bezig gehoudeu met het doen opmaken van ten, waarop het aantal schoolgaande kinde voor de geheele stad werd aangegeven, en is 0 daardoor tot het vrij gunstig resultaat gekou dat er betrekkelijk weinig de school verzuim In de omstreken Overveen, Bloemendaal en Vogelenzang bleek de uitkomst nog gunstij daar er volstrekt geen kinderen, die school g« konden, aan het schoolonderwijs onttrokkeD w den. Men heeft daar echter een andere kwaal bestrijden, namelijk het wegblijven van de schi vooral des zomers. De bestuursleden zullen ech met krachtige medewerking der verdere boa leden trachten ook daarin verbetering te brengi Rotterdam, 20 December. Gisterenmorgen het lijk van den heer S., chef van de rijtuigffl kerij van de Ned. spoorw. Maatsch. te Utrecht, Dinsdag voor zaken alhier was aangekomen, uit Maas, bij het station opgehaald. Duisternis en bekendheid met het terrein moeten dit treat ongeval veroorzaakt hebben. Volgens gisteren ontvangen telegrafisch richt is het bij de koninkl. stoomboot-reede alhier te huis behoorende stoomschip Rhone, hoogte van Gibraltar totaal verongelukt; van gansche equipage zou alleen de 2de stuurmt gered zijn. Gouda, 19 Dec. Het schoolverbond heeft alhi op eene loffelijke wijze zijne werkzaamhedi begonnen. Zaterdag jl. werden de leerlingen, de avondschool der stads annen-school bezoek#ai ten getale van 245 op chocolademelk en krent brood onthaald. De vreugde, die op het gel» der kinderen blonk, was voor de leden van bestuur dezer afdeeling eene aangename beloonit voor hunne moeite en een gunstig voorleekt dat hunne pogingen ter gunste van het opkonK1 geslacht vruchtbaar kunnen zijn. noi im lat 'ij ;es< A ;er °g rei 'er loe ieh IOC oo ich I en iv i cru svi ev oc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2