2D December. N°. 3331 Dinsdag A°. 1870. Feuilleton van liet „Leidsch Dagblad". Jit v. Beethovens laatste dagen LEID SC» DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 3.00. 3.85. 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIKN. Voor iederen regal045. Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 19 December. Vele ingezetenen zullen zeer zeker met be- ingstelling vernemen, dat de onvermoeide po- jngen van Burgemeester en Wethouders bij de litaire autoriteiten, om de gevaarlijke wagens an de Ruïne te doen verwijderen met goed re.volg bekroond zijn. Met zekerheid kunnen we J. berichten dat de Minister van oorlog bij be- uit van den 17den dezer goedgevonden heeft bepalen, dat de kruitvoorraad van de alhier arnizoen houdende batterijen artillerie naar i-Rijks magazijn te Delft zal worden vervoerd. Aan dit besluit is reeds gevolg gegeveD. In de zitting van de Tweede Kamer van Zater- ag werden bij de overweging van het wetsont- erp tot regeling der ontvangsteu en uitgaven au het Pensioenfonds voor burgerlijke ambte aren over het jaar 1871, in sommige afdeelingen, aar aanleiding van de laatste zinsneden der Memo- ie van Toelichting, beschouwingen ontwikkeld mtrent de aangekondigde herziening der wet op burgerlijke pensioenen. Verscheidene leden erklaarden zich tegen het beginsel van de wet an 9 Mei 1846 Staatsblad n°. 24), die pensioen- erleening aan de ambtenaren van den staat fhankelijk maakt van hunne deelgerechtigheid n een bijzonder fonds. Eenige leden zouden het lan ook om deze reden goedkeuren, wanneer lau den druk dezer kortingen, althans ten deele, loor afschaffing van de doorloopende kortingen, :en einde wierd gemaakt. Anderen achtten daar- titegen meerderen grond voor eene afschaffing Ier alloopende kortingen aanwezig. Deze druk- en veel zwaarder en zij tl voor hen, die eerstop erder gevorderden leeftijd in den staatsdienst tre- len, bepaald onbillijk. Vele leden kwamen ech- er uiet nadruk tegen eene al te spoedige wijzi ng der kortingen voor het Pensioenfonds op. Jeze leden wilden daarom de Regeering in dezen iedachtzaamheid aanbevelen. Bij de overweging in de afdeelingen der Kamer an de beide wetsontwerpen betrekkelijk de Alge- neene Landsdrukkerij, heeft het eerste dier ont- erpen, waarbij de begrooting van uitgaven voor lie instelling over de dienst van 1869 wordt ge- ijzigd en verhoogd, tot geen bedenking aanlei- ling gegeven. Met opzicht tot het tweede wets- mtwerp, strekkende tot vaststelling der begrooting oor de Landsdrukkerij over 1871, werd in eene Ier afdeelingen de vraag geopperd, of ook niet au deze begrooting de vorm eener kredietwet noest worden gegeven. Van de andere zijde liet nen de aanmerking varen, maar wilde dan, dat voorgestelde in beginsel geheel overeenkwam net die van bet loopende jaar. Daarvan werd fgeweken doordien bij art. 2 der uitgaven eene om van f 9U0 voor „kosten van de controle van iet zet- en drukloon" is uitgetrokken. Het gold laarbij eene nieuwe inrichting der administratie, daartoe kon de Kamer, nu zij niet dan een ijdelijk Ministerie tegenover zich bad en alleen ;egen stremming van den gewonen loop der zaken moest worden gewaakt, niet medewerken. In de overige afdeelingen vereenigde men zich in zoover met deze bedenking, als men ook daar liet denkbeeld der nieuw in te voeren controle op het zet- en drukloon uitermate vreemd en weinig aanbevelenswaardig achtte. HH. MM. de Koning en de Koningin hebben aan Gebroeders Belinfante HD. bijzonderen dank doen betuigen voor de aanbieding van een exem plaar van den Nederlandschen residentie-almanak voor 1871, dat HH. MM. met welgevallen hebben aangenomen. De optocht voor de plechtige begrafenis van wijlen H. K. H. Mevrouw de Prinses Frederik der Nederlanden, geb. Prinses vau Pruisen op Woensdag den 21sten December a. s. des voor middags te twaalf uren zal zijn als volgt: A. Een escadron van het reg. huzaren, met den staf van het regiment, tot opening van den trein, de Standaard hierbij tegenwoordig. Een bat. van de stedelijke schutterij der resi dentie, gevolgd door een bat. van het reg. grena diers en jagers, met den staf van bet regiment en het vaandel. De Haagsche schutterij zal een deel uitmaken van den optocht tot bij de barrière op den Rijs- wijkschen weg. Bij de stad Delft zal een gelijk korps Delftsche schutterij zich op diezelfde plaats in den stoet aansluiten. D. Een Hoffourier en twee rijknechts te paard. C. De Kamerheer-ceremoniemeester des Konings, voor deze plechtige gelegenheid door Z. M. toe gevoegd aan Z. K. H. Prins Frederik der Neder landen, rijdende in eene koets met twee paarden bespannen, gaande éen lakkei naast elk portier. D. De. Hofbeambten en Officianten van het Huis van Z. K. H. Prins Frederik, allen in diepen rouw, met lamfers aan de hoeden, gaande twee aan twee, de jongsten in rang vooruit. E. Vijf Hofkoetsen met twee paarden bespannen, bestemd voor de heeren slippendragers en de Ka- merheeren, dragers van het Koninklijk lijk, gaande naast elk portier éen lakkei. F. De Secretaris van Z. K. H. Prins Frederik, de Geheim-Hofraad Van Otterloo, benevens de Graaf Van Bijlandt, Lijfarts van de Overledene, in eene koets met twee paarden bespannen, gaande éen lakkei naast elk portier. G. Baron Van der Goes van Dirksland, Groot meester van het Huis des Konings, vervangende den Hofmaarschalk van Z. K. H. Prins Frederik, in eene koets met twee paarden bespannen, gaande, éen lakkei naast elk portier. H. De Rouwwagen, bespannen met zes paar den, behangen met rouwkleeden, elk paard ge leid wordende door een koetsier. De Koninklijke kroon, op een rood fluweelen kussen, benevens de ordeteekens, zijn op het rouwkleed, dekkende de kist, geplaatst en vast gehecht. De vier slippen van het Rouwkleed, zullen gedragen worden door de heeren Baron J. Taets van Amerongen, Jhr. J. Boreel, Mr. W. Baron B.andsen van de Zijpe en .Ihr. Mr. W. G. Hovy, dé Kamerheeren-dragers van het Koninklijk Lijk, acht aan elke zijde van het Koninklijk Lijk. Rechts van den Rouwwagen Jonkheer Van Goedecke, Kamerheer, toegevoegd aan het Hof v; u Z. K. H. Prins Frederik, buitengewoon adju dant des Konings, waarnemend stalmeester van Z K. H. Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden en Z. D. H. Vorst Von Wied, in eene koets met zes paarden bespannen, gaande drie lakkeijeo naast eik portier. De adjudanten volgen te paard. Zijne Majesteit de Koning en Hunne Konink lijke Hoogheden, de Prins van Oranje, Prins Alexander en Prins Hendrik der Nederlanden, in eene koets met acht paarden bespannen, gaande éen rijknecht naast elk paard en vier lakkeijen naast elk portier. De adjudanten-generaals en de waarnemende Gouverneur der Koniuklijke residentie te paard, rijdende de oudsten in rang rechts, de jongsten links van de koets; daarop volgen de officieren van liet Militaire Huis, rijdende twee aan twee, de oudsten in rang vooruit. J. Twee Hofkoetsen met twee paarden bespan nen, met éen lakkei naast elk portier, bestemd voor de speciaal afgevaardigden der verschillende Hoven. K. De Opper-Kamerheer en Grootmeester, dienst doende bij H. M. de Koningin, in eene koets met twee paarden bespannen, gaande naast elk portier éen lakkei. L. De heeren van het gevolg van H. M. de Koningin van Zweden en Noorwegen en van Z. D. H. den Vorst Von Wied. M. Tot sluiting van den trein: Een escadron cavalerie. De trein zal te 's-Gravenhage den volgenden tveg nemen: Vijverberg, Plaats, Hoogstraat, Dagelijksclie Groenmarkt, Veenestraat, Wagenstraat, Iluigens- plein, Huigensstraat naar den Rijswijkschen weg; en te Delft: Het oude Delft, Over de Kerkbrug, Het oude Delft, Door de Nieuwstraat, Voorbij de Hal, Achter het Stadhuis om, Langs de Hoofdwacht, Over de groote markt, Voor de Nieuwe Kerk. De Minister van Financiën, heeft bij resolutie van 9 dezer goedgevonden en verstaanten ver volge op de resolutie van den lSden November 1862, n°. 44 (verzameling n'. 127), te kennen te geven, dat de wet van den lsten Mei 1863 (Stbl. n'. 47, verzameling n°. 76) geen grond geeft om, wat den doorvoer met oorlogschepen betreft, voor het buitenlandsch gedistilleerd op een andereu voet te doen handelen dan voor den wijn, en dat mitsdien ook voor zoodanigen doorvoer van bui tenlandsch gedistilleerd transito-paspoorten kun nen worden afgegeven; zullende ten opzichte van het hier bedoelde punt voor dergelijk gedistilleerd evenmin als voor wijn onderscheid behoeven ge maakt te worden tusschen Nederlandsche en vreemde oorlogschepen. Het aantal aan de Utrechtsche Hoogeschool ingeschreven studenten bedraagt 491. Daarvan studeeren in de wis en natuurkunde 66, in de rechten 143, in de letteren 18, in de geneeskunde 6S en in de godgeleerdheid ISO; terwijl er 16 studenten elders zijn ingeschreven. Voor het telegrafische verkeer met het zuide lijk gedeelie van Frankrijk is nog slechts éen weg open, namelijk die over Engeland, den Falmouth-kabel, Portugal en Spanje. Het tarief voor dien weg bedraagt voor 's Gravenhage 12.90, voor de overige Nederlandsche kantoren 13.20 per enkelvoudig telegram. Volgens mededeeling der Engelscha administratie ondervinden de te legrammen op dien weg, door ophooping, eene zeer aanmerkelijke vertraging, die voor berichten naar Frankrijk tot verscheidene dagen kan stijgen. Z. M. heeft T. Braams, secret, der gemeente Anlo, herbenoemd als Burgem. dier gemeente. Z. M. heeft goedgevonden den kapit. S. baron van Lynden, van het 7de reg. inf., op non-act. te stellen, in afwachting dat omtrent hem nader zal worden beschikt. BINNENLAND. Amstrrdam, IS December. De stads-ingenieur heeft zijn ingediend plan, van een rioolstelsel, ge grond op het spoel-stelsel, omdat dit zeer wordt afgekeurd, in zooverre gewijzigd dat de riolen geen fecale stoffen zullen opnemen, maar verza meld worden in een ijzeren buis, in het boven gedeelte der riolen aan te breDgendie buis zal door hydrostatischen druk geledigd worden. Door de HH. Tetterode, S. Wildschut, A. Van Bosse en E. N/ Rahusen, werd in den ge meenteraad voorgesteld om naar aanleiding van het rapport over de burger- dag en avondschool, de tegenwoordige cursus nan de avondschool te ver vangen door een cursus van professioneel onder wijs. Naar hun gevoelen is dat niet injstrijd met de wet en zal de school daardoor zeer druk be zocht worden. De erven van wijlen Mr. Jacob van Lennep hebben hun aandeel in de opbrengst der veiling van het kopijrecht op Max Havelaar ter beschik king gesteld van de Multatuli-commissie, inee- nende aldus in den geest van hun ontslapen vader te handelen. Hellevoetslus, 18 Dec. Op verzoek der plaat selijke commissie alhier, werd in de vergadering der maatschappij tot Nut van 't Algemeen, dezer dagen het besluit genomen tot uitbreiding der herhalingsschool voor volwassenen, waar de ver- eischte leeftijd, om toegelaten te kunnen worden op 16 jaar gesteld was. Nu zal ook de gelegenheid tot bekomen van kosteloos onderwijs worden open gesteld voor hen, die de openbare scholen reeds verlaten, doch den ouderdom van 16 jaren nog niet bereikt hebben. De kosten worden gedekt door subsidie uit de departementale kas. 's-Gbavenhage, 19 December. Vrijdag, den 30"™ dezer, zal de Vereeniging ter beoefening van de 1 >r. F. HILLER. Al behoor ik nog niet tot de grijsaards, zoo iüllen er echter nog weinigen in leven zijn, die en als ik het geluk gehad hebben, om den rootsten toondichter onzer eeuw te zien en te preken. Even als de meeste muzikale mannen vas ik vroegtijdig ontwikkeld, en genoot gedu- 'ende de jaren 1S2527 de leiding van den voor-- redelijken Hummel in Weimar, en mocht mijn neester op eene kunstreis vergezellen, die deze aar Weenen maakte. Het was een kouden win- tr met veel sneeuw, en wij hadden onderweg 'ele ongemakken uit te slaan; nog herinner k mij den tocht van Dresden naar Praag, die helder weer in een slede plaats had, en rog gevoel ik eene gewaarwording van jeugdige 'roolijkheid, als ik mij voorstel, hoe ik toen aan Be dil de zijde van mijn dierbaren leermeester tusschen de met sneeuwbedekte, boheemsche bergen die de stralen der winterzon weerkaatsten, daarheen vloog. Op Dinsdag den 6 Maart 1827 kwamen wij vermoeid en verreisd in de Keizerstad aan. Reeds den Ssten brachten wij Beethoven een bezoek. Hoewel men toenmaals veel minder aangaande de grootste mannen vernam, als heden ten dage het geval is, waar ons bijna wekelijks tot de kleinste bijzonderheden worden medegedeeld, zoo was toch het bericht van de ziekte van Beethoven tot in Weimar doorgedrongen. Hij leed aan waterzucht. In Weenen werd ons door kunst vrienden die Hummel kwamen opzoeken medege' deeld, dat men het ergste vreesde. Men beweerde dat hij zich in de treurigste stemming bevond en zelf zijn toestand hoopeloos achtte. Het geheele verlies van 't gehoor, zijn toene mend wantrouwen jegens de geheele wereld, ge voegd bij lichamelijk lijden vruchtelooze ope- ratiën wrevel en eenzaamheid zouden daarvan de oorzaak zijn, en hij moest er dan ook aller akeligst uitzien. Zoo voorbereid reden wij naai de voorstad. Door een ruim voorvertrek, waarin groote kasten met pakken-muziekstukken volge propt waren, kwamen wij in de huiskamer van den grooten man. Het hart klopte mij hoorbaar. Wij waren ech ter niet weinig verwonderd toen wij den Maestro, oogenschijnlijk zeer op zijn gemak aan het ven ster zagen zitten. Hij droeg een langen, grijzen, op dat oogenblik geheel loshangenden slaaprok en hooge, tot aan de de knie reikende laarzen. Hij was wel zeer vermagerd, en toen hij opstond viel mij zijn .lange, statige, figuur op, hij was niet geschoren, zijn lang grijs haar hing hem over de slapen. De uitdrukking zijner oogen werd zeer vriendelijk en helder, toen hij Hummel zag en hij scheen zeer verheugd over zijne komst. De beide mannen omarmden elkander hartelijk, Hummel stelde mij voor, Beethoven was zeer wel- 1 willend en ik mocht aan het venster tegenover 1 hem gaan zitten. Men weet dat het onderhoud met Beethoven grootendeels schriftelijk moest plaats hebben, hij sprak, maar degenen, met wien hij sprak, moesten hunne vragen en antwoorden opscht-ijven. Te dien einde lagen gewoonlijk dikke schrijfboeken met een potlood in zijne nabijheid. Welk een pijnlijk gevoel moet het voor den levendigen, vaak zeer licht ongeduldigen man geweest zijn, ieder antwoord te moeten afwach ten, gedurende iedere minuut van een gesprek eene pauze te zien intreden, terwijl zijn fijn denkvermogen aanhoudend daardoor als het ware tot stilstand genoopt werd. Hij volgde daardoor de hand des schrijvers altijd met een begeerig oog. en sloeg veeleer een vluchtigen blik op het geschrevene dan dat hij het las. Natuurlijk leed de levendigheid van het gesprek onder dat gedurig opschrijven. Ik moet het mij evenzeer verwijten, als dat ik er mij over beklaag, dat ik toen alle woorden van Von Beethoven niet uitvoerig opgeschreven, maar aan de audere zijde, moet ik mij daarentegen verheugen, dat de löjarige knaap, die zich voor het eerst in eene groote stad bevond, bedaardheid genoeg behield, om eenige bijzonderheden te noteeren. Intusschen durf ik volgens mijne overtuiging, voor de volko men juistheid instaan, van hetgeen ik in staat was op te teekenen. In den beginne liep het gesprek zooals ge woonlijk over huis en hof, de reis en den duur van 't verblijf, mijne betrekking tot Kummel enz Von Beethoven informeerde zich met bijzondere deelneming naar den welstand van Goethe en wij konden hem de beste berichten mededeelen. Voor weinige dagen toch had de groote dichter eenige vriendschappelijke verzen, die betrekking hadden op onze reis in ons album geschreven. De arme Von Beethoven klaagde echter zeer over zijn toestand. „Daar lig ik nu reeds 4 maan den," riep hij uit, „men zou ten langen laatste het geduld verliezen." Overigens scheen in Wee nen zeer veel niet naar zijn zin te zijn, en hij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1