3826.
Dinsdag
A°. 1870.
13 December.
Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
>e Duitsche Noordpool-Expeditie.
s II,
Tl
LËID8CH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
3.00.
3.85.
0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DKR ADVKKTENTIKN.
Voor iederen regel0.15
Grootere lettor, naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 13 December.
isteren had alhier de inwijding plaats van
geheel vernieuwde Remonstrantsche kerkge-
iw. De plechtige inwijdingsrede werd door
Rogge gehouden, naar aanleiding vaD Hebr.
vers 25. Op boeiende wijze herdacht hij de
tandigheden, waaronder vóór ruim 2 eeuwen
oude kerkgebouw werd opgetrokken, dat in
6 werd voltooid. Onder zooveel tegenstanden
volgingen, waarmede toeu ter tijde dat kerk-
lootschap te kampen had immers in 1664,
ijl in andere stelen van Holland de Re-
ostranteu openlijk vergaderden, werden hier
plakkaten met de meeste strengheid gehand-
fd en de gemeente zelfs geruimen tijd ge-
idzaakt hare godsdienstoefeningen in de opea.
ht te houden werd op het thans voltooid,?
uwe kerkgebouw gewezen als een treffend be
an verdraagzaamheid en verbroedering,
tr alle gezindten als het ware een steen daar.
hadden bijgebracht,
iij deze plechtige inwijding waren als oflicieele
soneu aanwezig:
anwege de sociëteits-commissie derRemonstr-
lederschap: Prof. J. Tideman en de heer Loiré
Rotterdam;
anwege de kerk van Rotterdam, de heer Roest
i Limburg.
anwege de Kerkelijke Commissie der Nederl.
rv. kerk alhier, de heer De Geus;
anwege den kerkeraad der Doopsgezinde gem.
ier, de heer F. Stokhuijzen.
oorts de Burgemeester en de voormalige pred.
Maronier, thans te Utrecht.
-Ibe plechtigheid werd niet weinig verhoogd
3or het koorgezang der Koraalvereeniging onder de
-l'ling van den heer De Jong, gedurende de gods-
- wstoefening, terwijl ook na het uitspreken van
zegen, de leden dier verdienstelijke vereeni-
de vergadering met een fliDk uitgevoerd ko-
al verrasten.
Het nieuwe kerkgebouw, geeft door den 6ier-
ten, eenvoudigen stijl waarin het opgetrokken
een alleraangenaamsten indruk, terwijl de
Ite uitvoering en de geheele inrichting, het
èct van 't licht euz. uiets te wenschen overlaten,
owel den ontwerper vau den bouw, den heer
in Rijsbergen, architect alhier, als den uitvoer-
r van het bestek, den heer Van Rietbergen,
den opzichter, den heer Van Son, komt alle lof
voor de wijze waarop zij zich van de hun op
dragen taak hebben gekweten. - Eene overgroote
nigte getuigde van de algemeeue belangstelling.
Naar wij vernemen werd vóór eenige weken
onderwijzers-zangvereeniging Euterpe ontbon-
d. Een vijftal harer leden, waaronder nog le-
van de vroeger bestaan hebbende zangver-
niging Euterpe, vormde het plan om een nieuw
anneukoor op te richten, welks leden niet uit-
itend uit onderwijzers, maar uit mannen van
irschillende maatschappelijke betrekking zouden
staan.
De pogingen om dat plan te verwezenlijken
zijn met een goeden uitslag bekroond geworden.
De vereemging is tot stand gekomen en telt reeds
een twintigtal leden. Zij zal, onder directie van
den heer W. R. Van de Vliet, wekelijks eene
bijeenkomst houden in éen der lokalen van het
Nutsgebouw.
De directeur is bereid aan ieder, die zich aan
deze vereeniging zal willen aansluiten, desver-
kiezende meerdere inlichtingen te geven.
Te Alphen en Aarlaoderveeu hebben tien da
mes zich in commissie vereenigd, met het doel
om tegen den aanstaanden Nieuwjaarsdag te
houden eene verloting zonder nieten ter vervan
ging van het openbare „Nieuwjaar-wenschen."
De vele klachten, die te voren steeds gehoord
werden over het Nieuwjaar-bedelen, doen de com
missie vertrouwen, dat de door haar beraamde
maatregel algemeenen bijval zal mogen verwer
ven, en zij door de welgezinde medewerking van
allen in staat zal gesteld worden, om hare aan
gename taak te kunnen volvoeren op eene wijze,
die geen twijfel zal overlaten aangaande hare
nuttige strekking en boveudieü aan de openbare
zedelijkheid zeer bevordelijk zal kunnen zijn.
Het plan tot .de verloting is een gevolg van de
jongste algemeeue verloting voor het Roode Kruis;
waaraan vooral ook door de behoeftigen onzer
gemeenten, zoo ruimschoots is bijgedragen.
De commissie strekt haren werkkring uit over
de gemeenten Aarlanderveen en Alphen, en is
bereids in het bezit van de goedkeuring der be
trokken gemeentebesturen, met de toezegging,
dat hare pogingen op, den Nieuwjaarsdag door
de politiemacht krachtdadig zullen worden on
dersteund.
De commissie zal in tijds, in verhouding tot
hare geldelijke krachten, uit het personeel dat
onder de Nieuwjaar-weuschers kan gerekend wor
den, eene zoo billijk mogelijke keuze doen; aan
ieder aangewezen persoou zal alsdan worden ter
hand gesteld een lot, waarvan de prijs door hem
op den Nieuwjaarsdag op eene nader aan te dui
den plaats kan worden in ontvangst genomen.
De prijzen zullen hooldzakelijk bestaan uit
Levensmiddelen, Kleedingstukken, Beddengoed,
Brandstoffen en audere eerste levensbehoeften.
In geval er ingezetenen mochten zijn, die ge
moedsbezwaren hebben tegen eene verloting, is
de copfimissie gaarne bereid die te eerbiedigen
ep op zich te nemen, om de gelden, die zij haar
toevertrouwen, geheel te honden buiten de ver
loting en die in dep vorm van leveusbehoel'ten
of kleedingstukken, mede op den Nieuwjaarsdag
uit te reiken aau de behoeftigen.
Reeds veel is er outvaugeu. De commissie schijnt
zeer veel bijval te ondervinden; moge h,et elders
navolgiDg vinden.
Op het raadhuis werd heden verhuurd 1°. het
bevisschen van eenige wateren tot de vroonvis-
scherij behooreude aan M. Spaargaren, voor ƒ360;
2°. een stuk weiland gelegen in den Pest-hnis-
polder aan de laan van de militaire strafgevan
genis tusschen de Singel en den spoorweg, aan
P. Van der Meer, voor ƒ250, en 3°. een stak
weiland, gelegen als voren, langs de achterlaan
der militaire strafgevaogenis, voorbij het wacht
huis aldaar, aan H. Borgerdiugh voor f'ó40.
Burg. en Weth. alhier, gelet op art. 287 der
Algemeeue Policieverordening, vastgesteld 24 Oc
tober 1867brengen bij deze ter kennis van de
ingezetenen dat, bij het invallen van den winter,
voor de behoorlijke reiniging van schoorsteenen
en stookplaatsen uioet worden zorg gedragen ten
einde daardoor mogelijk gevaar van brand te
voorkomen.
in de begrootingswetten zijn aangeboden bij mis
sives van de betrokken ministers, waarin gezegd
wordt: „In verband met het door de ministers
aau den Koning gerichte verzoek om ontslag,
heb ik, daartoe door den Koning gemachtigd, de
eer u te doen toekomen eene nota van wij
ziging" enz.
Door den gemeenteraad te Arnhem zijn benoemd
tot ieeraar in de natuur en scheikunde aan de
middelbare school voor meisjes: Dr. H. Van de
StHdt: tot Ieeraar in de wiskunde, natuurlijke
historie, natuur en wiskundige aardrijksbeschrij
ving aan die inrichting; H. P. j. Stenfert Kroese,
phll. nat.-cand. te Leiden, en tot leerares in de
Nederl. taal en letterkunde en tijdelijk iu het
Hoogduitsch Mejuf. A. E. Verdam.
Zaterdag hebben o. a. de Ministers zich naar
het Huis de Pauw begeven, en zijn bij Z. K. H.
prins Frederik toegelaten, ten einde hunne deel
neming te betuigen in het smartelijk verlies, door
H.D. geleden.
De graaf van Zuijlen van Nyevelt, Nederl. ge
zant bij het hof van St.-Petersburg, bevindt zich
thans in de residentie.
De gemeenteraad te Ilpendam heeft tot hoofd
onderwijzer aan den Up, benoemd den heerJ.J.
Lahkester, hulponderwijzer te Soetermeer.
De opper-ceremoniemeester maakt bekend, dat,
ingevolge de bevelen, des Konings, het Hof den
rouw zal aannemen, wegens bet overlijden van
Hare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de Prinses
Frederik .der Nederlanden, geboren Prinses van
Pruisen, voor den tijd van negen weken, te we-
-tea3 weken geheelen rouw, 3 weken middel
baren en 3 weken lichten rouw; ingaande den
lOdeu dezer maand.
Het heeft Zijne Majesteit behaagd, bij besluit
van den 9den December 1870, aan den heer Mr. T.
M. Roest van Limburg, op het daartoe door hem
gedaan verzoek, met ingang van den 12den dezer,
een eervol ontslag te verleenen uit zijne betrek
king van Minister van Buitenlandsche Zaken, met
dankzegging voor de door hein den lande bewezen
diensten, en voorts, met gezegd tijdstip, het
beheer van voorschreven Departement, ad interim,
op te dragen aan den heer J. J. Van Muiken,
Minister van Oorlog.
Thans zijn aan de leden der Tweede Kamer
rondgedeeld. Nota's van wijziging in de wets-ont-
werpen tot vaststelling van de verschillende hoofd
stukken der staatshegtooting over 1871. Daarbij
wordt voornamelijk voorgesteld, „dat de uitga
ven, krachtens deze wetten voor het dienstjaar
1871 te doen, niet zullen te boven gaan de helft
der sommen, in art. 1 dier wetteD uitgetrokken."
Derhalve wordt volgens deze wijzigingen de
helft der voor 1871 aangevraagde uitgaven toe
gestaan en is voor de eerste helft van het jaar
1871 in de dienst voorzien. EnkeLe afwijkingen
hebben er plaats, terwijl sommige posten worden
verhoogd of verlaagd. Deze Nota's van wijzigingen
Z. Exc. baron Gerïcke van Herwijnen, Nederl.
gezant bij het hof van 'St.-James, die gedurende
eenigen tijd te 's Gravenhage vertoefde, is wederom
naar Londen vertrokken.
De inspecteurs vau het geneeskundig staats
toezicht hebben tot die van het lager onderwijs
een verzoek tot medewerking gericht, ten einde
tot de zooveel mogelijk nauwkeurige keunis van
den toestand der bestaande schoollokalen, uit een
bygieëoisch oogpunt te geraken. Overtuigd vau
het hooge belang der zaak, hebben de laatstge
noemde heeren in hunne jongste algemeene ver
gadering te 's-Hage besloteu, aan dat verzoek te
voldoen. Dientengevolge zijn dezer dagen schrif
telijk een aantal vragen aan alle onderwijzers
en onderwijzeressen aan het .hoofd van scholen
ter schriftelijke beantvyooruing voorgesteld. Die
vragen zijn, met betrekking tot de schoolgebouwen,
samengevat onder deze rubrieken: 1. Piaatsing;
II. constructie van het gebouw; XII. constructie
eu uitgestrektheid der schoollokalen; IV. verlich
ting; V. verwarming; VL ventilatie; VIL tafels
en banken; en VUL privaten.
Het Staatsblad behelst een Koninklijk besluit
van den 4den December, waarbij bepaald wordt
dat voor besmettelijke ziekten van het vee wordeu
gehouden de veepest (veetyphus) bij herkauwende
dieren; de longziekte bij runderen; het kwaad
aardig mond- en klauwzeer bij rundereu eu bij
schapen; de kwade droes en huidworm bij een
hoevige dierende diereuschurl't bij paarden en
bij schapen; de pokkeu bij schapen; het miltvuur
bij alle vee en de hondsdolheid bij alle vee.
Bij elk dezer genoemde ziekteü zijn de bepalin
gen der artt. 13 en 14 der wet van 20'Juli 1870
Staatsblad n°. 131) vau toepassing.
Met ingang vau den loden dezer, wordt het
telegraalkantoor op het station der Rijnspoorweg
maatschappij te Breukelen voor het algemeen
verkeer geopend, met eene dagelijksche dienst
van kwartier over zessen voor- tot kwartier voor
tieneo namiddags.
Op het verkeer van Breukelen met alle overige
telegraafkantoren in Nederland wordt het uni-
Vervolg
Op den 14den Januari was het ijsveld reeds
lover afgebrokkeld, dat het huis verlaten moest
'orden; vijf dagen moest men gedurende den
acht in de booten kampeeren, die overdekt
aren geworden. Op den 19den Januari was
Bt en nieuwe woning gereed, die uit de overblijf-
len van het oude gebouwd werd, de sneeuw
iende daarbij als kalk, maar ze was slechts 14
oet lang en 8 voet breed eD ze konden slechts 6
ersonen in slapen, de overigen moesten in een
Jein kookhuis en in de booten een onderkomen
oeken. Zoo brachten ze 108 dagen door tot den
den Mei. De groote ijsvlakte was nu nog slechts
stuk drijfijs; toen men het verliet, was het
ar nauwernood 200 schreden in omvang. Dit had
ichter ook zijn voordeel, de groote ijsbergen die
ien van alle zijden omringde in aanmerking geno-
oen; de schol dreef gedurig tusschen die ijsmassas
door, alsof ze door eene onzichtbare hand bestuurd
werd; ze was dikwerf van alle kanten door ge
weldige ijsbergen omringd, zoodat den ondergang
onvermijdelijk scheen: toch opende zich dan
weer geheel onverwacht een doortocht.
Menig groot en indrukwekkend schouwspel
vertoonde zich aau onze oogen, b. v. op den 19den
Maart. Daaromtrent leest men in de dagboeken
het voigeude: „Zoo even zagen wij het verhevenste
schouwspel vau onze geheele reis. Zooals reeds opge
merkt is, zagen wij in de laatste dagen eene massa
ijsbergen om ons heen. Tegen den middag be
vonden we ons in de onmiddellijke nabijheid
van een dier colossen. Het ijs werd daardoor op
gestuwd, en ook ouze schol. Het ijs drong met ge
weld tegen hem aau en stapelde zich tegen hem
op. De ijsberg had boven het water eene hoogte
van ongeveer 200 voet, bij eene lengte van 3000
en eene breedte van ongeveer 800 voet, zijne
wanden verhieven zich loodrecht uit het water,
maar er waren ook plaatsen waar men den ijsberg
had kunnen beklimmen. Wij verlangden daar ech
ter niet naar, want onophoudelijk bruischte het
oorverdoovend om eu iu de ijsmassa. Sprongen er
eenige stukken af, dan was het alsof men het ge
weervuur van een geheel bataljon hoorde.
Op den 27sten Mei verliet de bemanning (Je
ijsschots die hen 200 dagen tot woonplaats had
verstrekt. Zij bevonden zich toen op 61°12'N.en
ongeveer 42° W. De zuidelijke spits van Groen
land met haar zware branding die de ijsschots
met het grootste gevaar bedreigde, en Kaap Fa
rewell met zijne stormen konden niet ver meer ver
wijderd zijnde proviand was zeer gekrompen
naar de kust toe vertoonde zich open water. De
drie booten die steeds zeilree waren, lagen met
hun toebehoorep na verloop van 4 uren in be
vaarbaar water; de bemaning werd in de booten
verdeeld,; kapit. Hegemann voerde het bevel over
de Hoop, stuurman Hildebrandt over de Bismarck,
eD stuurman Bade over den Koning Wilhelm-, zoo
waren de booten namelijk gedoopt. Na een drie
werf Hoerah, ging men onder zeil, maar de vaart
zou slechts 2 dagen duren, Men was namelijk
de kust tot op ongeveer drie zeemijlen genaderd,
toen ondoordringbare ijsmassa's den voortgang
stuitten.
Men moest besluiten om de booten over het
ijs heen te trekken en opnieuw op het ijs te kampee
ren. Die arbeid duurde van den lOden Mei tot den
4den JuDi, eD gedurende die 25 dagen kon men
de manschappen bij die vreesselijke krachtsin
spanning slechts halve rantsoenen meer uitdeelen;
de booten kon meD ternauwernood 25 pas op een
dag voortwerken; de spijzen, moesten boven een
geheelen spirituslamp verwarmd worden; de
sneeuwblindheid brak daarbij uit, zoodat uien in
plaats vaDde verlorene sneeuw bril lende glazen der
astronomische instrumenten moest gebruiken.
Op den 4 Juni had men het geluk het land te
bereiken, namelijk het woeste, rotsachtige eiland
Idluitlik op 61° N. Men rustte op het ijs en vierde
daar het Pinksterfeest. Van den 6den tot den
13den Juni voeren de booten der HaDsa langs
de steile klippen, die ternauwernood eenige sporen
van plantengroei vertoonden. Niettegenstaande
velerlei hinderpalen en hevige stormen kwamen
zij den lSden Juni in eene breede baai, men zag
weer groen en roode huizenmenschen stonden op
de klippen en zagen met groote verbazing naar
de raadselachtige booten.
„Dat is immers onze Duitsche vlag" klonk het
van den oever over het water. Zij waren gered;
de eersten die de geredden de hand drukten,
waren Duitschers, landslieden.
De zendelingen van Frederichs-thal-Starik, en
Gerike zorgden met de meeste voorkomen heid
voor de bemanning, verkwikten en verpleegden
de uitgehongerden en de doodeltjk afgematten tot
op den 16den Juni. Onder de Eskimos verspreidde
zich spoedig het bericht van den ongehoorden tocht
over het ijs; van alle zijden kwamen ze oin de
vreemdelingen te begroeten, en hun hunne dien-
sten aan te bieden.