irs lal 1 nbi it iD tei 5, kii hu in, lee er r US a lis l, eta inrbakii werden door listeD, vernederingen en leringen gedwongen om ontheffing van hun perbevel te vragen, en de laaste reis van Gam- ;ts naar het leger had ten doel, om te zien, of ereck, Malherbe en Marty zijn vertrouwen t verdienden. Generaal d'Aurelles de Paladine is zegt de Te- ïph zoo spoedig beroemd geworden, en hij ill zulk eene groote bekwaamheid aan den dag !egd in dagen dat een vreeselijk onheil over F rank- k gekomen was dat aan zijn naam eene zekere aeimzinnigheid is verbonden. Zelfs liep er een rucht, dat hij slechts een aangenomen naam oeg en dat hij een telg was van een der vor- ohuizen. De generaal is in waarheid een aDSch soldaat, gehard in den dienst; hij had iter zijn degen reeds afgelegd om zijne dagen rast door te brengen. Nu echter zijn vaderland gevaar was gebracht, gordde hij opnieuw de apens aan om het Loire-leger aan te voeren lurelles de Paladine is in Anvergne geboren gesproten uit een der oudste geslachten. Op igdigen leeftijd nam hij dienst en in 1S43 maakte den veldtocht tegen Abd-el-Kader mede, onder vel van den hertog Van Aumale, die destijds nverneur van Algerie was. d'Aurelles was toen l'tijoor van een bataljon van het 64ste regiment anterie, en had den naam een uitstekend officier zijn. Hij had steeds zulk een diepe achting eerbied voor discipline, orde, tucht en gehoor- amheid, dat er voor de organisatie en leiding 1 het Loire-leger, dat grootendeels uit onge leide troepen was samengesteld, geen beteren schikter persoon kon worden gevonden. Toen het bevel aanvaardde, heerschte er in dat leger muitzieken geest, dien hij volkomen wist te derdrukken; zijne manschappen leggen nu eene ,pperheid aan den dag, waarover zelfs de Duit iers zich verbazen. Vóórdat hij evenwel een lot deed lossen op de Duitschers, deed hij me ieen zijner soldaten fusilleeren zijne leuze bs en isgehoorzaamheid of de kogel. Generaal Aurelles de Paladine heeft in vele opzichten lijkenis met Trochu. Beiden zijn zeer godvruch- mannen; beiden hadden zich sedert jaren den dienst teruggetrokken de een was heel onbekend, de ander was slechts bekend de strategisten. Oostenryk-Hong. Monarchie. Een officieel orgaan merkt aan, dat het con té Londen niet uit een aangenaam of ver- uwen inboezemende oorzaak bijeenkomt. Maar kan zeer nuttig zijn, wanneer de meerder- id der mogendheden beginselen doorzet, die de staande rust in het Oosten voor nieuwe stoor- hewaren. Turkije, dat slechts eene defensieve Akunde volgt en den vrede nooit in gevaar agen kan, zal door de mogendheden, die het- i'de belang bij den vrede hebben, Oostenrijk Engeland, ondersteund worden. En het Euro. lesche karakter der Oostersche quaestie zal licht ook andere staten bewegen, zich bij die ie aan te sluiten. Wanneer dit waar blijkt te d, zal Ruslands jODgste stap er niet toe bij dragen hebben om den grondslag te doen wan ten, waarop het verdrag van 1S56 berust. De ogendheden zullen er een aansporing in zien h nauwer te vereenigen om eene langzame mietiging van het tractaat te voorkomen, dat een der sterkste bolwerken van den Euro- eschen vrede mag gelden. Oostenrijk-Hongarije geen lijdelijk toeschouwer blijven bij ge- elddadige veranderingen in het Oosten en moet h daarom voor zulke gevallen de medewer- ng van anderen verzekeren. Daartoe zal waar- bijnlijk de aanstaande conferentie gelegenheid eden en het tractaat van 1856, hoewel mis- hien gewijzigd, een nieuwe kracht geven. In de delegatie heeft graaf Von Beust onlangs interpellatie over de verhouding van Oosten- jk tot Duitschland beantwoord. Hij verklaarde, it Oostenrijk er niet aan dacht, om aan de con- itueering van Duitschland iets in den weg te »gen. Uit Pest verzekert men, dat in de regee- gskringen verwacht wordt, dat de Noordd. bonds- geering na het sluiten van den rijksdag eene ededeeling zal doen over het tot stand komeD m den Duitschen Bond. Naar aanleiding hiervan men zich dan kunnen uiten over de stel- die men tegenover Duitschland zou willen innemen. Dit zou op het volgende neerkomen, ostenrijk erkentzondereenig voorbehoudDuitsch- «Is nieuwen toestand en ziet er gaarne van zich op art. 4 van den vrede van Praag te ,e, Mepen. Het blijft vasthouden aan de woorden ins keizers, dat ieder gevoel van verbittering ,eI iderdrukt moet worden. Veeleer kan de regeering echts wenschen een vriendschappelijke, vertrou- elijke verhouding met den Duitschen bond aan knoopen. Van een staatsrechterlijk verband of m een formeel aliantieverdrag, dat men in Ber- niet eens zou wenschen, behoeft geen sprake vii ,u r fc 7 d zijn. Engeland. Door verschillende Engelsche en buitenlandsche ze laden is de meening geuit, dat Oostenrijk het voor- ij ctnen zou koesteren, om behalve het door prins de 'ortsehakoff opgeworpen vraagstuk ook nog andere ei uDten op de aanstaande Londensche conferentie ter sprake te brengen. De Morning Post acht zich geroepen de verklaring af te leggen, dat dit ge rucht geheel en al ongegrond is, en laat de vol gende mededeeling daarop volgenToen den voorslag van Pruisen tot eene conferentie bij het ministerie van buitenl. zaken te Weenen ter kennisse werd gebracht, verklaarde het kabinet onmiddelijk zijne toetreding en stelde de defini tieve aanneming eenvoudig afhankelijk van de omstandigheid dat Engeland en de Porte daar mede instemden, zooals dit in de voorwaarden van het verdrag van den löden April 1856 bepaald is. Daar de preliminaire voorwaarden van Engeland door het Pruisische Kabinet evenals door dat van St.-Petersburg aangeno men zijn, zoo blijft er slechts over, om in over eenstemming te geraken, aangaande de door de Oostenrijksch-Hongaarsche-Monarchie op den voor grond gestelde voorwaarde, van een verbond tusschen Engeland, Turkijë en Oostenrijk tot naleving der voorwaarden van het tractaat. Het Keizerlijk Kabinet is in volkomen overigens overeenstemming met Engeland, Turkijë, Rusland, Pruisen en Italië, wat het punt betreft, dat noch vóór, noch na de conferentie eenige vraagstukken mo gen aangeroerd worden die de handhaving van het res integra zouden kunnen aantasten. TELEGRAMMEN. Florence, 6 December. des avonds). De dag bladen constateeren, dat de Troonrede algemeen een zeer gunstigen indruk heeft gemaakt. Bij de verkiezing van een president der Kamer leed de oppositie de nederlaag. De regeerings- candidaat verwierf 83 stemmen meer dan die der oppositie. Men verzekert dat de koning en prins Amadeus zich in de laatste dagen van December of de eerste dagen van Januari naar Spanje zullen begeven. De Spaansche deputatie vertrekt Vrijdag naar Turin, ten einde er de koningin te complimen teeren. De deputatie vindt overal de meest hartelijke ontvangst. Berlijn, 1 December. De Rijksdag zal, zoo mogelijk, op den lOden dezer, of uiterlijk in het begin van de volgende week, zijne beraadslagingen sluiten. Het bijeenkomen der conferentie in zake de Russische quaestie staat vast. De uitnoodigingen tot het bijwonen daarvan zullen van Engeland uitgaan. Naar men verzekert heeft Frankrijk het voorstel tot het houden eener conferentie met Rusland, onvoorwaardelijk aangenomen. Bij de tweede lezing van de Bondsverdragen zijn alle amendementen verworpen, nadat Del- brück ze namens de Bondsregeering had bestreden. De tractaten met Baden, Hessen enWurtemberg zijn aangenomen. De Staatsanzeiger deelt mede, dat de Land dag waarschijnlijk tegen den 14den dezer maand zal bijeengeroepen worden. De Darmst. Ztg. bevat het volgend telegram van Prins Lode wijk aan den GroothertogGisteren zijn wij Orleans binnengerukt. Heden trekken wij verder naar Tours. De verliezen van onze divisie zijn onbeduidend. Wij hebben vele ka nonnen genomen/' Ryssel, 7 December. De gemeenschap tusschen Havre en het overige gedeelte van Frankrijk is geheel verbroken. De Pruisen rukken naar Ha vre op. Men zegt, dat er te Warcq (Depart. Aisne) een schermutseling plaats heeft gehad, waarbij beide partijen gelijke verliezen leden, en 17 Franschen gedood werd. Munchen, 7 December. Het Ministerie van Oorlog alhier heeft een telegraphisch bericht ont vangen over het aandeel van het Beiersch armee korps, onder bevel van Von der Tann, aan de gevechten tegen het Fransche Loire-leger. Op den namiddag van den lsten dezer werd een aanval des vijands afgeslagen bij Nonneville en Villession-Chateau (linie Patay Orgères). Op den 2den werd een zegenvierend gevecht gele verd bij de Ferme Beauvilliers en Chateau Toury, en trok. het korps voort tot Lorgny en Lumeau. Op den 3den werd een kleiner gevecht geleverd bij Lorgny en rukte het korps voort tot aan het bosch van Orleans. Op den 4den werd een groote slag bij Orleans geleverd, waaraan het korps een belangrijk deel had. Het rukte omstreeks midder nacht de stad binnen. Bij dit laatste gevecht ver overde het zes stukken geschut en nam 2000 Franschen gevangen. Gedurende de 4 dagen ver loor het korps 133 officieren en ongeveer 3000 man Brussel, 7 December. De Indépendance maakt verscheiden officieele brieven openbaar van krijgs gevangenen in Duitschland, waarin geprotesteerd wordt tegen eene Bonapartistische restauratie en tegen de gratis verspreiding onder de gevangenen van het imperialistische blad le Drapeau. De Indé pendance voegt er bij, dat hij morgen collectieve protesten zal openbaar maken. Madrid, 7 December. De Opinion Nationale maakt melding van een gerucht, volgens hetwelk de heer Moret Prendergast het plan zou hebben om voor te stellen, voor twintig maanden de be taling der intressen van de binnenlandsche schuld te schorsen, na eene overeenkomst, met de voornaamste fonds-houdersvoorts eene lee ning te sluiten, waarbij voor vijf jaren de reve- nuën uit de tabaksregie zouden worden verhy pothekeerd, en met 25 pCt. te verminderen het cijfer van het budget ten behoeve van de gees telijkheid, aan de prelaten de bevoegdheid la tende om de dotatie te verdeelen. Londen, 8 December. De heer Benedetti heeft een brief publiek gemaakt, waarin hij opkomt tegen de beschuldigingen, waaraan hij ten doel staat. Hij belooft binnen kort nadere ophelderin gen te zullen geven. De Morning-Post verlangt, dat de nationale ver gadering onmiddellijk in Frankrijk worde bijeen geroepen. Madrid, 8 December. De orde is hier niet ge stoord, maar de oppositie-pers voert een hevige taal tegen Prim en het gouvernement. Gemengde Berichten. Te Groningen is dezer dagen brand ontstaan in de bark- en pelmolen op den Reitdiepsdijk, toebehoorende aan de heeren K. Hofman Zonen. De vlammen verspreidden zich dadelijk zoo he vig dat aan geen blusschen te denken viel, hoe wel de brandweer spoedig ter plaatse aanwezig was. De molen en de daarnevenstaande schuren met ai de daarin geborgen voorraad schors zijn verbrand. De gebouwen waren voor 10.000 en de daarin aanwezige voorraad voor ƒ5750 verze kerd bij de Brusselsche maatschappij. Te Nij- kerk is een driejarig jongetje dat op straat strui kelde, door een met een paard bespannen kar, dat door den voerman zoo gauw niet opgehouden kon worden, overreden, zoodat het niettegenstaande dadelijk aangewende geneeskundige hulp kort daarop overleed. Een Amerikaansch blad, The Woman's advocate, oppert het denkbeeld om de huwelijken slechts voor den tijd van éen tot drie jaren te doen slui ten, den termijn bij wederzijdsch goedvinden te bepalen. Bij Roermond zijn 735 schapen, on wettig uit Pruisen ingevoerd, in beslag genomen. Door twee veehandelaars te Rotterdam is aan genomen om, binnen den tijd van vier weken, 15000 schapen ten behoeve van het Pruisische leger te leveren. Gemeenteraad van Leiden. Zitting van heden. (Geopend te twee uren.) Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig, de heerenStoffels, Tollens, Hubrecht, Hoog, De Fremery, Hartevelt, Goudsmit, Tieleman, Lezwijn, Eigeman, Buijs, Bijlevelt, Verster, Scheltema, Du Rieu, Cock, Dercksen, Van Heukelom, Van Oute- ren, Driessen, Krantz, Van Wensen en Wittewaal. Mededeelingen Van den heer Le Poole is bericht ontvangen dat hij door ongesteldheid verhinderd is de vergadering bij te wonen. Een adres van onderscheidene inge zetenen tot adhaesie aan het belasting-ontwerp van den heer Hartevelt. Een adres van den heer Haanstra om ontslag als 1ste hulponderwijzer aan een der gemeentescholen. Een voorstel van B. en Ws. tot wijziging der politie-verordening. Een adres van eenige koetsiers tot herstel van den straat weg van de voormalige Rijnsburger poort tot het station. Voorts eenige andere adressen van ondergeschikt belang, hetzij tot afstand van grond, hetzij tot afschrij ving van aanslag op de plaatselijke directe belasting. Wordt benoemdTot 2den hulponderwijzer der 4de klasse, aan de openbare school voor meer uitge breid lager onderwijs lste klasse, voor jongens, de heer H. W. Bosman, met 19 stemmen, die op de voordracht was geplaatst met de heeren J. Brevée en M. De Haas. Het tweede aan de orde gestelde punt: Verzoeken van de heeren P. H. Baron Taets van Amerongen en Mr. F. Maclaine Pont, om ontslag als Regenten van het H. G. ol Arme Wees- en Kinderhuis, met eene voordracht van B. en Ws., wordt naar aanleiding van eene opmerking van den heer Bijlevelt, dat die zaak niet overeenkomstig de bestaande verordening is behandeld, naar bestuurderen van bedoeld gesticht gerenvoyeerd. Verleend op verzoekEen eervol ontslag aan den onderwijzer in de natuurkunde bij het vormend onder wijs, A. W. Kroon Jr. Goedgekeurd worden zonder discussie of hoofde lijke stemming: Het 2de suppletoir kohier der plaatselijke directe belastingen. Het prae-advies van B. en Ws. op het adres van Vrouwe W. Kuenen—Muurling c. s. om op daarbij bepaalde dagen en uren gebruik te mogen maken aan de openbare school n°. 2 voor onvermogenden, tot het geven van godsdienstonderwijs. Hierop worden aan de orde gesteld. De concept-verordeningen tot heffing en invorde ring eener plaatselijke directe belasting. Aan de algemeene beschouwingen, die in een avond zitting van heden te 8 uren zullen worden voortge zet, namen deel de heeren Hartevelt, Goudsmit, Buijs, De Fremery, Bijlevelt, Cock en Scheltema. Het rapport der commissie van financiën tot be strijding van het voorstel van den heer Hartevelt was uit den aard der zaak het uitgangspunt der des- cussie. Geheel het voetspoor der commissie volgende, waren de meeste van de sprekers, zoo vooral tegen standers van oordeel dat het overbodig was over het het beginsel zelf van een income-tax uit te weiden. Van daar dat men zich meer bepaalde tot het ver dedigen of bestrijden van de argumenten door de commissie tegen de toepassing van een income-tax aangevoerd. De bestrijders van het rapport der commisie waren de heeren Hartevelt, Goudsmit en de Fremery, ter wijl de heeren Bijlevelt en Cock, naast de leden der commissie, de heeren Scheltema en Buys, het voorstel van den heer Hartevelt onvoorwaardelijk afkourden. De voorstanders van de income-tax voerden aan dat de commissie de bezwaren volgens haar aan de eigen aangifte verbonden, veel te breed uitgemeten en zij de eerlijkheid van de Leidsche ingezetenen in een veel te zwart daglicht had gesteld. Zij trachtten die bezwaren te ontzenuwen en kwamen integendeel tot de conclusie dat de eigen aangifte volstrekt niet een struikelblok opleverde om de income-tax in te voeren. Dat er verschil kan zijn in de subjectieve bereke ning van het inkomen, gaf men toe, maar die moei lijkheid woog minder zwaar omdat de een meer, de ander minder ruim daarover dacht, zoodat de eene berekening de andere zou compenseeren. Men moest niet zoo als de commissie, bij de be oordeeling van een income-tax uitgaan van verden king van oneerlijkheid, en achterdocht of kwade ver moedens opperen. Daarboven moest men zich verheffen en aannemen, dat de Leidsche ingezetenen niet waren een troep eerlooze smokkelaars. Van die zijde, het voornaamste argument der commissie, kon men nooit tegen de inkomsten-belasting gestemd zijn. Ontduiking van de belasting werd niet gevreesd. Verreweg het grootste gedeelte der ingezetenen ver teeren hun inkomen, niet veel minder en niet veel meer. Dit is een juiste maatstaf voor de eigen aangifte. Ook uit dit oogpunt zijn de bezwaren die de com missie aan de eigen aangifte verbonden acht, van weinig beteekenis's menschen verteering is dus de eerste contróle op de ontduiking, maar de openbare meening zal vooral in deze stad een strenge controle uitoefenen, waardoor alle vrees voor ontduiking moet wijken. Ook aan het argument der commissie, dat de in come-tax tot onredelijkheid aanleiding zou geven, werd niet veel waarde gehecht. Sedert vele jaren werkte het stelsel dat hier voor gesteld wordt uitstekend in Duitschland, en de werking in alle steden van ons land waar het is ingevoerd, geeft grond om aan te nemen dat in den regel geen ontrouwe opgaven te vreezen zouden zijn. Maar het adres dat aen raad was ingediend door mannen die de behoeften van onzen tijd kennen, was een bewijs dat de tijd daar was om ook voor Leiden de reeds lang gewenschte hervorming in te voeren. Men had dan ook de stellige overtuiging van de gunstige wer king van een income-tax voor Leiden, omdat men verwachtte dat de eigen aangifte alhier geen logen maar waarheid zal zijn. De tegenstandera verdedigden het rapport tegen de verwijten van de zwakheid der daarin aangevoerde argumenten. Integendeel was men van oordeel dat die argumenten van dien aard waren dat men er bezwaarlijk over kon heenstappen. Eigen aangifte zoowel als schatting, leverden geen waarborg op om tot het juiste inkomen van den ingezetene te gera ken en waar dit niet het geval kan zijn, is een in come-tax een ondeugdelijk belastingstelsel. Men had de vaste overtuiging, wat ook mocht worden aange voerd, dat daarin door contróle niet was te voorzien, noch door ambtelijke, noch door die van de publieke opinie. Het publiek weet niets van elkanders inko men; men maakt er zich een voorstelling van; daar door ontstaat verwarring en geraakt men zeer spoe dig op den weg van valsche verdenking. Maar er was nog meer. Men liet het niet bij het onzedelijkheids-argument. Zelfs als men huizen kon bouwen op de eerlijkheid der ingezetenen dan woog nog de omstandigheid, dat de voorgestelde belasting een anti-nationale, onhollandsche belasting was, die een greep deed in het familieleven. Onze natie wilde niet dat de eene buurman weet waarover de andere te beschikken heeft. Zulk een stelsel is dus niet alleen in strijd met de karaktertrek van ons volk, maar het is ook inquisitoriaal in zoover men niet gevrijwaard is van bespieding tot aan den huiselijken haard. En aan het adres van een 140 a 150tal ingezetenen hechtte men weinig waarde. Adressen beteekenen niets, daar het zeer gemakkelijk gaat handteekeningen zoowel voor als tegen een zaak te krijgen. Men zou bij dit adres dat geen argumenten aan voerde, niet stilstaan, maar kon de zesde alinea niet stilzwijgend voorbijgaan waarin voorkomt, dat de onderteekenaars beweren, dat de onderstelling dat de door hen voorgestane belasting den belastingschul dige tusschen zijn beurs en zijn geweten plaatst, niet zeer vleiend is voor hen en hunne mede-ingezetenen. Dit moge nu door die ingezetenen zoo beschouwd wor den en er moge in die zinsnede van het adres eenig misnoegen doorstralen, bewijzen worden niet geleverd dat de zaak niet onwaar is. Het argument moge dus niet zeer vleiend zijn, maar dit maakt de bewering volstrekt niet onwaar. De zinsnede is eerder een af spiegeling van het gezegde: il n'y a que la vérité qui blesse. Wat de contróle der publieke opinie aanging, daar aan hechtte men veel, maar niet in zaken waarin ze blind is, als in deze, en de contróle van het dagelijksch bestuur is ook zeer chimérique, indien men nagaat dat een nauwkeurige contróle een tijd zou vorderen die men onmogelijk kon vergen dat het dagelijksch bestuur daaraan zou besteden. Ten slotte werd in het midden gebracht dat door de voorstanders hoegenaamd niet was aangetoond op welke wijze het beginsel van een income-tax toege past moest worden, wel een bewijs dat een dergelijk belastingstelsel onuitvoerbaar was, dat nog versterkt wordt door het feit dat men een zuivere inkomsten belasting nooit moet baseeren op grondslagen van het stelsel dat men verwerpt en dit is toch het geval, want de heer Harteveld neemt de grondslagen van de tegenwoordige directe belasting over. Tegenover de steden waar men beweert dat de in komsten-belasting goed werkte, ofschoon volstrekt niet aangetoond is of daar bij eigen aangifte niet veel ontdoken wordt, stelde men Rotterdam een stad die genoemd mocht worden. Daar was eon belasting op de verteering met eigen aangifte ingevoerd- Drie jaren bestond zij, maar men moest haar op geven omdat, het waren de woorden van den wethouder De Bruijn de contróle op de eigen aangifte onmogelijk was, zoodat B en Ws. er niets aan konden doen dat der belastingschuldigen te laag hebben aangegeven. Een ander voorbeeld leverde Engeland op. Daar bestaat een income-tax geheel op andere leest ge schoeid als hier en wat was nu de klacht van den Staats-secretaris voor financiën, do heer Lowe, voor eenigen tijd in het parlement geuit? Hij keurde de income-tax niet af, maar zeide hij, ze had een gebrek en dit was juist de eigen aangifte waardoor belasting werd ontdoken. Dit te kort is in Engeland aangevuld door verhoogde inning van andere belastingen. Zoo als wij reeds boven schreven wordt de verga dering hedenavond te acht uren vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3