tie, r Vorstendommen door Oostenrijk, Rusland zich
ijllicht zou zien eenige der bepalingen van het
zoi ictaat van 1856 ter sprake te brengen, maar ik
rei m
koi
geene eukele omstandigheid waarin Rusland
meest belanghebbende Mogendheid, op eeni-
irlei wijs aan dat land heeft voorgesteld eene
jzvvakking van het tractaat in overweging te
men.
Ik mag dus niet aannemen dat het Keizerlijk
veiBiuvernement deze wijze van handelen kunne
htvaardigen door het mislukken van pogingen,
nooit aangewend zijn geworden. De hoffelijke
dn od van de dépêche van Prins Gortschahoff, de
rzekering die hij geeft omtrent de wijze waarop
'ill de quaestie had willen zien te berde brengen
het levendige verlangen dat hij uitdrukt om
goede betrekkingen tusschen de beide landen
zien bevestigen, hetgeen in 't bijzonder in de-
i tijd van belang is, moedigen Hr. Ms Gouver-
ment aan te gelooven, dat de hinderpaal, die
deze goede betrekkingen in den weg treedt,
,1 worden verwijderd.
„Hij doet opmerken dat Z. E. de door Rusland
d&ne verklaring voorstelt als eene opheffing van
ii theoretisch beginsel, zonder dadelijke toepas-
ig. Indien deze woorden moesten worden op
vat als het bericht dat Rusland zich eene eigen
eening over zijne rechten gevormd en die uil
sproken heeft, maar dat het niet voornemens
overeenkomstig die meening te handelen, zon-
vooraf deugdelijk in overleg te zijn getreden
de andere Mogendheden, dan volgt daaruit
lai it een groote stap nader is gedaan tot de slui-
ig van het debat waarin de beide gouverne-
enten zich gewikkeld vinden.
Het Gouvernement weigert niet de uitnoodiging
i te nemen die het door Pruisen is gedaan
aan eene conferentie deel te nemen, zoodra
t vaststaat dat deze zal bijeenkomen zonder dat
zal zijn besloten omtrent hare uitkomsten.
„In dat geval zal Hr. Ms. Gouvernement gaarne
ilerzoeken, met alle loyauteit en met den eer-
ed aan eene groote Mogendheid verschuldigd,
de voorstellen die Rusland mocht doen.
iGelieve van deze dépêche voorlezing te doen
afschrift te laten aan prins Gortschakoff.
(jet.) Granville."
TELEGRAMMEN.
Florence, 6 December. De zitting van het Par-
ment is heden geopend. In zijne troonrede heeft
Koning gezegd
Door Rome tot de hoofdstad van Italië te ma-
en, heb ik mijne beloften vervuld en de kroon
oet op de onderneming, die mijn vader 25 jaren
ien had aangevangen. Italië is voortaan vrij
een geheel. Het hangt slechts van ons af, het
lot en gelukkig te maken.
,Terwijl wij deze plechtigheid vieren en het
iltooide Koninkrijk Italië inwijden, voeren twee
olkcn op het vasteland, roemrijke vertegenwoor-
igers der nieuwe beschaving, met elkander een
rschrikkelijken strijd. Daar wij, door de herin-
ering aan weldadige bondgenootschappen aan
raukrijk en Pruisen verbonden zijn, moeten wij
stipte onzijdigheid in acht nemen, welke
ook was opgelegd door den plicht om den
rand niet aan te stoken en door den wensch
steeds in staat te zijn, een onpartijdig woord
an de oorlogvoerende partijen te kunnen doen
ooren. Wij zullen voortgaan met dien plicht der
enschehjkheid en der vriendschap te vervullen
wij zullen onze pogingen vereenigen met die
er andere onzijdige mogendheden om een einde
10l|e maken aan den oorlog, die nooit had moeten
itbreken tusschen twee volken, welker weder-
ijdsche grootheid gelijkelijk noodzakelijk is voor
e beschaving der wereld. De openbare meeuing
eeft die staatkunde bekrachtigd en daardoor
lOgmaals aangetoond, dat een vrij en eensgezind
lalië voor Europa een element van goede orde,
rijheid en vrede oplevert.
„Wij zijn, in naam van het nationaal recht, in
lome binnengetrokken en wij zijn er gebleven
wij zijn de verplichtingen getrouwelijk nage-
;omen, die wij ons zeiven plechtig hadden opge-
igd, namelijk: vrijheid der Kerk, volkomen on-
(hankelijkbeid van den pauselijken Stoel in de
litoefening van zijn geestelijk gezag en in zijne
strekkingen met de Katholiciteit. De eerlang aan
vangen verplaatsing van den zetel van het
Gouvernement naar Rome noopt ons, middelen
beramen Om de administratie zoo eenvoudig
mogelijk in te richten, door aan de gemeenten
de provinciën hare eigenaardige bevoegdheden
e verleenen."
De Koning kondigt vervolgens aan, dat ver
scheidene wetsvoordrachten zullen worden inge-
liend, betreffende de reorganisatie van het krijgs
wezen, de geldmiddelen en het onderwijs, en
1. M. besloot aldus:
«Terwijl Italië alzoo voorwaarts gaat op den
Weg van den vooruitgang, draagt eene groote
hster-natie aan mijn zoon de taak op oin haar
ot te leiden. Ik verheug mij over de eer, die
oijne dynastie en Italië te beurt valt, en ik hoop,
lat Spanje gelukkig moge zijn en in welvaart
moge toenemen door de loyauteit van zijn Vorst
en de wijsheid van zijn volk.'
'e em
ik
Washington, 5 Dec. In de boodschap van den
President aan het Congres verklaart hij, dat, als
Groot Brittannië eene vriendschappelijke vereffe
ning wenscht van de Alabama-quaestie, het Gou
vernement der Vereenigde Staten dan bereid zal
worden bevonden de voorstellen in overweging
te nemen, met den ernstigen wensch om de zaak
tot een einde brengen op eene wijze, die over
eenkomstig is met de eer en de waardigheid van
beide natiën.
De beschermiug van den Auierikaanschen ge
zant te Parijs werd ingeroepen voor de. Duitsche
onderdanen, die in Frankrijk verblijf hielden.
Deze bescherming werd op onderdanen van andere
landen uitgestrekt. De gezant kweet zich hiervan
op eene voldoende wijze.
Zoodra de Fransche Republiek was gevestigd,
ontving de gezant te Parijs instructiën, om het
nieuwe Gouvernement te erkennen en het geluk
te wenschen. De Fransche Regeering vezocht den
gezant zijne goede diensten te willen aanwenden
voor het herstel van den vrede. De politieke ge
dragslijn van de Vereenigde Staten verbood echter
in Europeesche quaestiën te intervenieerende
Regeering ontving tevens, doch niet officieel, het
bericht, dat Duitsc-hland niet geneigd was om
ten deze gehoor te verleenen aan de vertoogen
van andere Staten.
Aan Spanje werd het voorstel gedaan om een
gemeenschappelijke rechtbank te organiseeren,
ten einde te beslissen over de eischen van schade
vergoeding, gedaan door Amerikaansche burgers,
die op Cuba verblijf houden. Indien Spanje dit
voorstel mocht verwerpen, zal de President ver
plicht wezen het feit aan het Congres mede te
deelen en aanbevelen om spoedig krachtig op te
treden.
Ten opzichte van de visscherijen op de Cana-
dasc-he wateren zegt de President, dat het Gou
vernement der Vereenigde Staten maatregelen zal
moeten nemen om de rechten der burgers te
beschermen, indien het Gouvernement van Canada
niet van houding tegenover deze quaestie verandert.
De President beveelt aan om St.-Domingo aan
te koopen.
Volgens het rapport van den Minister van
Financiën bedroegen de inkomsten der Unie in
het financieele jaar, eindigende in Juli jl., 411 mil-
lioen en de uitgaven 310 millioen. Men verwacht
dat het overschot van 101 millioen geheel ge- I
bruikt zal worden tot delging van schuld. De
inkomsten gedurende dit jaar worden op 60 mil
lioen minder geschat en de uitgaven op 18 mil
lioen minder.
Versailles, 5 December. (Officieel). Naar Parijs
is een bode gezonden, ten einde bericht te geven
van den val van Orleans en te vermelden dat
bij die gelegenheid veel geschut en duizende ge
vangenen in onze handen zijn gevallen.
Men gelooft dat generaal Ducrot gesneuveld is.
Sehwcrln, 6 December. De Groothertogin-moe-
der heeft van haren broeder, den Koning van
Pruisen, de volgende dépêche ontvangen
Versailles 5 December des avonds. Uw zoon heeft
in drie dagen drie overwinningen bevochten. Den
2den December bij Bazoches, waar hij 12 stukken
geschut veroverdeden 3den bij Chevilly, waar
hij 3 stukken geschut vermeesterde en den 4den
ten. Noorden en ten Westen van Orleans, waar
von Treskow drie dorpen stormenderhand innam,
bij welke gelegenheid hij 22 stukken veroverde
en 5000 Franschen krijgsgevangen maakte. Den
3den en den 4den streden de Groothertog en
Prins Frederik Karei gemeenschappelijk bij en
in het Bosch van Orleans. Von Manstein nam
gisterenavond de voorstad St.-Jean stormerhand
in en nam in den loop van den nacht de stad in
bezit. Het verlies aan onze zijde is niet overmatig
groot. Voor Parijs hadden wij in de nabijheid
van Vincennes drie bloedige gevechten, waarbij
wij dan eens dorpen namen, dan weder er uit
teruggeworpen werden, tot dat de vijand zich
gisteren, zonder aangevallen te zijn geheel terug
trok. Onze verliezen waren groot: het meest
leden het tweede korps en de Wurtembergers
die met heldenmoed vochten, maar zware ver
liezen ondergingen. De Saksers verloren minder
volk. Het plan der belegerden, om zich in de
richting van Orleans door onze liniën heen te
slaan, is geheel verijdeld.
De Groothertogin ontving van den Groothertog
de volgende dépêches:
Orleans 5 December. „Gisteren voor den middag
hadden tegen Orleans tot aan Chevilly eenige ge
vechten plaats, waarbij wij ongeveer 300 krijgs
gevangenen maakten, waaronder zich 1 generaal
bevondzeven kanonnen en eene mitrailleuse
vielen in onze handen. Ons verlies was aanzien
lijk; in het bijzonder hebben de Mecklenburgsche
troepen geleden."
„Na verschillende gelukkige gevechten zijn
wij deze stad binnengerukt; de overige troepen
volgen later. Wij veroverden 18 stukken geschut
en maakten 4000 man krijgsgevangen. Er hebben
schitterende cavaleriegevechten plaats gehad.
Morgen meld ik u nadere bijzonderheden."
Berlijn, 6 December. De Koningin heeft van
den Koning de volgende telegrammen ontvangen
Versailles, 5 December. „Orleans is in den afge-
loopen nacht door de onzen bezet, zonder dat de
plaats bestormd behoefde te worden. God zij ge
dankt!"
„Frederik Karei is in een driedaagschen altijd
zegevierenden strijd voorwaarts kunnen rukken.
Na de bestorming van het spoorwegstation en de
voorsteden van Orleans heeft hij de stad in den
avond van den 4den en den nacht van den 5den
bezet. Ongeveer 40 stukken geschut vielen in onze
handen. Tot dusver namen wij vele duizend man
Franschen gevangen. De vijand wordt onophou
delijk vervolgd.
„Ons verlies staat in verhouding tot de betaalde
overwinningen."
Argeuil, 5 December. „Van de eerste armee heeft
het achtste korps den 4den verscheidene geluk
kige gevechten geleverd ten noordoosten van Rou-
aan. 1 stuk geschut viel in onze handen, terwijl
40U ongekwetste vijandelijke soldaten krijgsge
vangen werden gemaakt. Aan onze zijde hadden
wij 1 doode en 10 gewonden."
Van de leening van den Noord-Duitschen
Bond is drie millioen pond sterling te Londen be
schikbaar gesteld; voor het overige bedrag heeft
de inschrijving hier plaats.
De Börsenzeitung meldt, dat de vereeniging
van bankiers Zaterdag het eerste derde gedeelte
heeft gestort van de 34 millioen, waarvoor zij
deelnam in de nieuwe leeningzij verklaarde
zich voorts bereid, nog 17 millioen dier leening
voor hare rekening te nemen.
Wiesbaden, 6 December. Nog is door Prins
Frederik Karei aan zijne gemalin het volgende
getelegrafeerd over zijne overwinning bij Orleans:
77 kanonnen, een aantal militaire wagens en
vier gewapende stoombooten zijn door de onzen
op den vijand veroverd terwijl 10.1)00 krijgsge
vangenen in onzen handen vielen. Het Loire-leger
is in alle richtingen verdreven.
Tours, 6 December. Uit telegrammen, die hier
van Aurelles ontvangen zijn, blijkt, dat het Loire-
leger in goede orde aftrekt.
Bij besluit van den Minister van Oorlog wordt
eene commissie van drie leden benoemd, die in
last heeft eene enquête in te stellen naar de oor
zaken welke tot de ontruiming van Orleans ge
leid hebben.
Stuttgart, 6 Dec. De Staats-Anieiger bericht dat
de Koning tot het voorstel van den Koning van
Beieren is toegetreden om, in gemeen overleg
met de overige Duitsche Vorsten, den Koning
van Pruisen nittenoodigen tegelijk met het presi
dium van den Duitschen Bond, den titel van
Keizer te aanvaarden. Heden is een adjudant met
een eigenhandig schrijven van den Koning iD
dien geest naar Versailles vertrokken.
De generaal v. Obernitz heeft aan den Mi
nister van Oorlog het volgende getelegrafeerd
De Wurtemberger divisie heeft in de gevechten
van 30 November en 2 en 3 December verloren
aan dooden 13 officieren en 268 onderofficieren
en manschappen aan gewonden47 officieren en
1345 onderofficieren en manschappenaan ver
misten 1 officier en 345 onderofficieren en man
schappen. Voorts ^hebben wij verloren 14S paar
den. Wij maakten 1400 Franschen krijgsgevangen,
waaronder 34 officieren.
Munchen, 6 December. De brief, dien de Ko
ning van Beieren aan den Koning van Saksen
beeft geschreven betreffende het verleenen van
don titel van Keizer aan Koning Wilhelm, luidt
als volgt:
Allerdoorluchtigste en allermachtigste Vorst,
dierbare Broeder en Neef!
„De door den Pruisisc-hen heldenkoning zege
vierend aangevoerde Duitsche stammen, sedert
eeuwen saamverbonden door taal en zeden, door
wetenschap en kunst, mogen zich thans ook in
een wapeuverbroedering verheugen, die schitte
rend doet zien, hoe groot de macht van het Ver
eenigde Duitschland is. Geleid door het ver
langen, om naar de mate mijner krachteD, mede te
werken tot een nieuwen vorm van Duitschlands
eenheid, ben ik, met het oog hierop, onmiddelijk
met de kanselarij van den Noord-Duitschen Bond
in ouderhandeling getreden. Die onderhandeling
is dezer dagen te Versailles ten einde gebracht.
„Ik wend mij derhalve tot de Duitsche Vorsten
en in het bijzonder tot Uwe Majesteit, om gesa-
menlijk den Koning van Pruisen voor te stellen,
dat aan het Bondspresidium de titel van Duitsch
Keizer verbonden zal worden.
„Het is mij eene verhevene gedachte, dat ik
door mijne positie in Duitschland en door de ge
schiedenis mijns lands, mij geroepen kan voelen,
den eersten stap te doen tot krooning van het
gebouw der Duitsche eenheid, en ik koester de
hoop, dat Uwe Koninklijke Majesteit, mijn voor
stel vriendschapelijk zal ondersteunen.
„Uwe Koninklijke Majesteit verzoekende, even
als de overige verbonden Vorsten en vrije steden,
om mij welwillend hunne meening nopens deze
zaak kenbaar te maken, ben ik, met betuiging
uujner hoogachting en vriendschap,
„Van Uwe Koninklijke Majesteitjde toege
negen Broeder en Neef,
„Loodewijk."
Tours, 6 December. De treinen op den spoor
weg van Brois naar Orleans gaan niet verder
dan Beaugency. De terugtocht van het Loire-leger
is geschied zonder andere opofferingen dan eenige
zware kanonnen. De France zegt, dat het plan
van de Pruisen was om de Franschen zoover
mogelijk van Orleans te verwijderen.
Prins Frederik Karei viel den 3de het 15de
en 20ste korps aan bij Pithiviers; het gevecht
had tot resultaat, dat de Fransche linkervleugel
werd teruggeworpen op Chilleurs. De Pruisen
maakten zich daarop meester van het bosch van
Orleans.
Het 18de Fransche korps trok terug op Solly,
het 2üste op Jurgeau, het 15de op Orleans, waar
het de Loire overtrok. De andere korpsen sloe
gen een verschillende richting iner had geen
algemeen gevecht plaats, de Pruisen deden aan
vallen op de afzonderlijke korpsen.
Gunstige berichten uit Parijs melden, dat de
tegenstand krachtig voortduurt en men begeert
den tegenspoed aan de Loire te herstellen.
Het bericht van het verschijnen van Pruisische
verkenners te Blois is zonder grond.
Een dépêche van Gambetta aan de prefecten
logenstraft de verontrustende berichten over den
toestand van de Loire-armee; Gambetta zegt:
gij zijt volkomen gerechtigd om te zeggen, dat
het leger tegenwoordig in uitnemenden toestand
is, dat het materieel van het leger ongeschonden
is, en dat het versterkt, zich gereed maakt om
den strijd te hervatten.
Londen, 7 December. Aan de Times wordt ge
meld, dat Frankrijk aarzelt aan de conferentie
deel te nemen.
Washington, 6 December. De Fransche gezant,
burggraaf Treilhard, heeft van President Grant op
een officiëele audiëntie de verzekering ontvangen,
dat deze zijne be6te pogingen zou aanwenden
om de goede verstandhouding tusschen de Fran
sche Republiek met de Vereenigde Staten te on
derhouden en te vermeerderen.
Gemengde Berichten.
Op den 21sten November werd te Versaillesdege-
boortedag van H. K.H. de Kroonprinses van Pruisen
gevierd. Bij die gelegenheid sprongen ook de groote
fonteinenwerken, waarbij het volgende koddige
tooneel plaats vond. .luist toen de cavalcade, de
koning, de kroonprins en gevolg van het Bosquet
de la Colonnade naderden, sprong er een haasje
over het voor het Apollobeeld liggende lapis vert,
een lang grasperk, en toen het zich van beide
zijden den weg versperd zag, sprong het in zijn
angst hals over kop in het bassin; meester Lamp
recht verhaaste daardoor echter slechts zijn noodlot,
want een artillerist gaf hem fluks een welge-
mikten slag tusschen de lepels en trok in triomf
met zijn haasje af. „Dat is geen kunst!" riep hem
de kroonprins na, „gij moet die kerels op het
land naloopen 1" „Koninklijke Hoogheid," was
het antwoord, „in het loopen kunnen we ons
met de Franschen niet meten." Het gepaste ant
woord werd met een hartelijk lachen begroet.
De brug, die ten behoeve van den internatio
nalen spoorweg van Terneuzen naar Mechelen,
te Teumhe over de Schelde is gelegd, is den 30sten
November plechtig ingewijdde aartsbisschop van
Mechelen, Msgr. Deschamps, heeft in de Fransche
taal eene rede uitgesproken, die door den burge
meester van Teumhe beantwoord werd. Bij het
doen der salvo's, na de inzegening, beeft de plech
tigheid een stoornis [ondergaan, daar het stuk
geschut, waarmede gevuurd werd, sprong, waar
door een der kanonniers doodelijk werd gewond
en een ander zijn rechterhand verloor. De brug
ia 360 meters lang, rustende op zes pijlers, waarvan
de drie middelste 70 meters vau elkander staan, en
kan een gewicht van 360,000 kilogr. torschen.
LxAATSTK BEIKICHTEIV.
's-Gravenhage, 7 December. Z. M. de Koning
en Z. K. H. prins Hendrik worden spoedig in
deze residentie verwacht.
Ten gevolge van het overlijden van H. K.
H. prinses Frederik, heeft het klokkenspel van
de Groote Kerk opgehouden en zijn de openbare
vermakelijkheden geschorst. Zoo heeft reeds he
denavond het concert Diligentia geen voortgang.
Wij zijn verzocht te melden, dat de voorraad
der gedrukte lijsten van de loterij ten behoeve
van het Hoodc Kruis, alleen nog maar voldoende
is voor 's-Gravenhage, waar zij gisteren het licht
hebben gezien. De verzending van die lijsten
naar andere plaatsen zal eerst na eenige dagen
kuilnen geschieden, zoo spoedig men met het
drukken daarvan zal gereed zijn.
-4- Morgen (Donderdag) zal de Vereeniging ter
bevordering van Fabriek- en Handwerks-Nijver-
heid in Nederland (afdeeling 's-Gravenhage) eene
vergadering houden, waarin de volgende punten
worden behandeld: 1. Mededeelingen van het
Bestuur; 2. Ingekomen stukken van het Hoofd
bestuur; 3. Verslag der 19de Algemeene Verga
dering gehouden te Arnhem op 10 Augustus 1870
en 4. Uitreiking van Vereerende Getuigschriften
aan werklieden, voor getrouwe en langdurige
dienst bij denzelfden patroon.
Bij Koninklijk besluit van 21 November 1870,
is goedgekeurd het door de Staten der provincie
Zuid-Holland, in hunne vergadering van 3 No-