V. r Eugelan 1 zal afhangen, of het pleit tusschen mee staten op den vreedzameu weg van een ores dan wel op het slagveld zal moeten be- lit worden. nota, gedagteekend uit Tsarskoe Selo van November en gericht aan den Russischen ant, baron Bruunow, luidt aldus; Ihjuheer de baron. De gezant van Enge- heeft mij voorgelezen en afschrift achter noenen van lord Granville's dépêche, die ant- srd is op onze mededeeling van 19 October jl. heb mij gehaast, dat aan Zijne Majesteit den :er te overhandigen. Het behaagde onzen ver en gebieder, er op te wijzen, dat de dépêche, de eerste plaats, een uiting bevatte van den tigeu weusch van het Londensche kabinet, de vriendschappelijke verhouding tusschen ;eland en Rusland in stand te houden en, in tweede plaats een verzekering dat genoemd linet er zich niet legen verzet zou hebben in onderzoek te treden omtrent de gevolgen van tractaat van 1856, voor zoover de omstandig- en die hebben gewijzigd. Wat betreft de estie van strikt recht, door lord Granville aan- jerd zoo verlangen we in geeu discussie reden, noch eenig precedent of voorbeeld aan halen. Zulk een discussie toch zou geenszins door ons geweuschte goede verstandhouding orderen. Onze verheven gebieder had een igenden plicht jegens zijn eigen land te ver- eu, zonder eenigszins onrecht te bedoelen :ns de gouvernementen, die het tractaat van onderteekenden. Integendeel Zijne Keizer- Majesteit doet een beroep op hun billijk- Isgevoel en op hun achting voor eigen waar- leid. Het spijt ons te zien, dat lord Granville vooral bezig houdt met den vorm van onze ledeelingen. Dien vorm hebben wij niet ge- n. Voorzeker wij hadden niets beters kun- verlangen, dan ons doel te bereiken door een ;elijk met de onderteekenaars van het tractaat 1856. Doch de eerste staatssecretaris van Hare sche Majesteit weet wel, dat de pogingen, op chillende tijden aangewend om de mogend- lee en op eene algemeene conferentie bijeenbren- ten einde de geschilpunten uit den weg te nen, die den algemeenen vrede verstoorden, eranderlijk mislukt zijn. De voortduring nu de tegenwoordige krisis, en het ontbreken een geordend bewind in Frankrijk, verdagen verder de mogelijkheid tot zulk een vergelijk, positie, waarin het tractaat Rusland brengt ntusschen hoe langer hoe ondraaglijker ge- den. Lord Granville zal toestemmen, dat Europa van heden volstrekt niet meer het ipa is, dat het tractaat van 1856 ondertee- 4». Het was onmogelijk, dat Rusland er in ;ju stemmen de eenige mogendheid te blij- die onbepaald gebonden zou wezen door schikking, welke, drukkend als ze was, op tijdstip harer sluiting, dagelijks zwakker rd in hare waarborgen. Onze verheven ge ler heeft een te diep besef, van hetgeen aan zijn land verschuldigd is, dan dat hij noodzaken zou, zich langer te buigen onder verplichting, tegen welke het nationaal ge- zich verzet. Wij kunnen niet toegeven, de opheffing van een zuiver theoretisch be- sel, waaraan niet onmiddelijk gevolg wordt even, eu die eenvoudig Rusland een recht t rgeeft, dat geen groote mogendheid zich zou n ontnemen beschouwd moet worden, als bedreiging van den vrede; of dat 't doen allen van éene bepaling van het tractaat de tigverklaring van al de overige in zich sluit, inner had het keizerlijk kabinet iets dergelijks Integendeel onze mededeeling van den hoi en October betuigt, in de dnidelijkste bewoor- gen, dat Z. M. de Keizer ten volle zijn adhae- blijft schenken aan de algemeene beginselen het tractaat van 1856; en dat de keizer be is, tot een vergelijk te komen met de bij dat iheictaat betrokken mogendheden hetzij, om dc emeene stipulaliën er van te bestendigen tij, om ze te vernieuwen hetzij, om voor eenige andere billijke regeling in de plaats tellen, welke geschikt mocht geacht worden, den vrede in het Oosten en het evenwicht Europa te verzekeren. Er schijnt alzoo geen en te bestaan, waarom het Londensche Kabi- niet, indien het zulks verkiest, in overleg zou 10|den met de onderteekenaars van het tractaat 1856. Wij voor ons zijn bereid aan elke be- dslaging deel te nemen, ten doel hebbende verstrekken van waarborgen tot bestendiging laaiji den vrede in het Oosten. Wij houden ons rtuigd, dat nieuwe waarborgen daartoe zou- eg# gevonden worden, door het wegruimen van blijvende oorzaak tot verbittering tusschen Uvee meest direct belanghebbende mogend- ien. En de wederzijdsche betrekkingen dier ie mogendheden zouden hechter gevestigd tden op den grondslag van een goede en dege- e verstandhouding. «Gij wordt verzocht, mijnheer de baron, deze pcche aan lord Granville voor te lezen, en hem afschrift achter te laten. De eerste staats, retaris van hare Britsche Majesteit heeft tegen- er ons het leedwezen geuit, dat hij gevoelen u, indien deze twist de eensgezindheid versto vu» rde iim ure va ïtin arp 'ille vai wei Idei rijei ge ,60, net o| ie ren moest, die het gouvernement van H. M. de Koningin getracht heeft tusschen de beide landen te bewaren. Wees zoo goed aan zijne excellentie te betuigen, hoe volkomen zijn leedwezen door het keizerlijk kabinet zou worden gedeeld. Wij gelooven, dat een goede verstandhouding tusschen de beide gouvernementen bevorderlijk is, zoowel voor het welzijn van de beide landen, als voor den wereldvrede. En met levendige voldoening is het, dat we onze relatiën gedurende de jongst- verloopen jaren meer en meer vriendschappelijk hebben zien worden. De ernstige omstandighe den, waarin we ons op het oogenblik bevinden, doen ons dat wenschelijker dan ooit voorkomeu. „Gortschakoff." TELEGRAMMEN. Madrid, 2 December. De Gaceta bevat een de creet waarbij aan den heer Figuerola ontslag wordt verleend als Minister van Financiën en de heer Monet als zoodanig wordt benoemd. Versailles, 3 December. OfficieelHeden heeft voor Parijs geen gevecht van eenige beteekenis plaats gehad. De vijand schijnt zich echter voor Vincenne8 nog meer te versterken. De divisie onder vou Treskow veroverde gis teren 18 stukken geschut en nam 1800 man krijgs gevangen, waaronder zich 1 generaal eu 20 offi cieren bevonden. Uit Fontaine wordt bericht, dat de onzen in den afgeloopen nacht batterijen hebben opgewor pen, door middel waarvan Belfort sinds heden morgen ten 8 ure wordt beschoten, het regiment onder Ostrowski maakte zich van de vereischte stellingen meester en handhaafde zich er in met groote dapperheid. Berlijn, 3 December. Uit Versailles heeft de Koning, onder dagteekening van 2 December des middags, het volgende telegram aan de Ko ningin gezonden: „Gisteren heeft in het geheel geeu gevecht plaats gehad. Heden zijn van de nog door den vijand bezette punten aan deze zijde van de Marue, Champigny en Brie-sur Marne, door Pruisen, Wurtembergers en Saksers hernomen." Uit Versailles van 2 Dec.'s nachts 12 ure wordt het volgende geseind: De vijandelijke armee uit Parijs had na den veldslag van eergisteren de aan de oevers van de Marne en onder het vuur der forten liggende dorpen Brie en Champigny bezet gehouden. Bij het aanbreken van den dag werden deze dorpen heden door onze troepen hernomen. Tegen 10 uur richtte de vijand zich weder met kracht tegen onze verdedigingstelling tusschen de Seine en de Marne, maar werd an dermaal na een heet gevecht, dat 8 uren duurde, door de troepen van het twaalfde en het tweede armeekorps, met behulp der Wurtembergers, ze gevierend teruggeslagen. Een door de leger-afdeeling van den groother tog van Mecklenburg afgezonden Beiersch deta chement stootte gisteren tusschen Orgères en Patoy op de vooruitrukkende macht des vijands en ging in de stelling aan de seine terug. Toen ten gevolge daarvan de legerafdéeling zich heden ochtend ten 9 ure formeerde om voorwaarts te rukken, werd zij op de linie Orgères Baigneaux hevig aangevallen. De vijand, bestaande uit het 15de en 17de corrps, werd, door de vierde cava- lerie-divisie, gevolgd door het eerste Beiersche armee-corps, over Loigny geworpen, terwijl de 22ste divisie infanterie, ondersteund door de tweede divisie cavalerie, Poupry stormenderhand heeft genomen en tot dicht bij Artenay is voort gedrongen. De vijand heeft eenige honderden manschappen als krijgsgevangenen verloren. Elf kanonnen werden door ons in het gevecht ver overd. Ons verlies is niet onbeduidend dat des vijands is zeer anzienlijk. Door den groothertog van Mecklenburg wordt van 2 Dec. bet volgende gerapporteerd: Heden ten half tien zijn de onzen, ten 8 ure's ochtends uitgerukt, op de hoogten bij Bazoches in een ge vecht gewikkeld, waarin van de onzen deelna men de 10de eu 17de divisiën infanterie, bene vens het eerste Beiersche armee-corps en de vierde divisie cavalerie. De vijand werd tot voorbij Loigny teruggeworpen. De 23ste infanterie divisie, ondersteund door de tweede divisie cava lerie, heeft Poupry stormenderhand genomen. De vijand is naar Artenay terugggedrongen. Bij Loigny is het 16de en bij Artenay het 15de Fransche armee-corps geslagen. Vele honderden zijn gevangen gemaakt. 11 stukken geschut zijn te midden van het vuur genomen. Het verlies des vijands is aanzienlijk. Onzerzijds is het ver lies nog niet te overzien, maar veel geringer. Tours, 3 December. Een ballon, die in den avond van den eersten Dec. Parijs verliet, heeft geen enkelen brief of dépêche aangebracht van latere dagteekening dan van den 30sten Nov. 's avonds. Uit de mededeelingen van den luchtreiziger blijkt evenwel, dat de Franschen Donderdag-avond zich staande hielden in de stellingen, die zij den 29't,!° en 30*ten Nov. hadden ingenomen. Zij maakten zich gereed om op nieuw eene krachtige beweging te maken. Vóór den uitval op den 2S8t,n Nov. zou Ducrot hebben bepaald, dat in den ochtend van den 29"™ Nov. de Marne moest wordeD overgetrokken; aangezien de rivier echter buiten hare oevers ge treden was, moest hij zijn voornemen tot later opgeven. Vinoy begon den 29sten November den aanval ten Zuiden, gelijk met Ducrot. Hij was reeds zeer ver vooruit gedrongen, toen hij vernam dat Ducrot genoodzaakt was den overtocht van de Marne te verdagen; de noodzakelijkheid om zijne bewegin gen met die van Ducrot te verbinden, deed Vinoy besluiten zich terug te trekken, maar hij werd daarin verhinderd door den vijand. Ducrot hervatte den SOsten November de voor- waartsche beweging en behaalde het bekende succes. Het is juist, dat de Pruisen éen keer Chiimpigny hernamen, maar de Franschen ver overden het daarna op nieuw. De Pruisische dépêche, waarin verzekert wordt, dat de FTanscheu eene wapenschorsing hadden gevraagd om hunne dooden te begraven, is on juist. De luchtreizigers verzekeren, dat integen deel de Pruisen eene wapenschorsching vroegen, die hun door de Franschen voor twee uren werd toegestaan. Stuttgart, 3 December. De Koning heeft het volgend telegram van generaal Obernitz ont vangen i/ilalmouc, 3 Dec. 's morgens half zei. „Gisteren is van onze zijde een aanval gericht op de linie ChampignyBrie. Er stonden zeer aan zienlijke strijdkrachten tegenover ons. De eerste Wurtembergsche brigade, het Pruisische tweede armeekorps en de 24ste divisie Saksische troepen zijn van 's morgens 7 tot des namiddags 4 uren in gevecht geweest. De uit Champigny genomen positie VillersjBoeuilly werd door de onzen be houden. De officieren en manschappen hebben zich door hunne dapperheid verdienstelijk ge maakt. Onze verliezen zijn groot. De tweede en derde brigade bevonden zich in de positiën te Sucy en Villeneuve St. Georges doch zijn niet in het vuur geweest." Dresden, 3 December. De Koning van Saksen heeft van prins George een telegrafisch bericht ontvangen van den volgenden inhoud: „Vrijdag morgen half acht hebben twee batail- lons van het 8ste regiment infanterie Brie-sur- Marne ingenomen. Te gelijkertijd hebben de Wurtembergers Champigny overvallen en geno men. Later ontwikkelde de vijand eene groote strijdmacht, waarna het gevecht tegen 3 uren ten einde liep, met behoud onzer positiën, maar met groote verliezen, vooral bij het 8ste regement. Deze en de overige troepen betoonden eene be wonderenswaardige dapperheid. Eenige honder den Franschen zijn gevangen genomen." Tours, 4 December. Gisteren is aan de prefec ten eene ministerieele dépêche gezonden, tot kennisgeving dat de Loire-armee hare bewegingen had voortgezet, ten gevolge waarvan eene reeks gevechten heeft plaats gehad, die echter aan gene der oorlogvoerende partijen eenig bepaald voordeel hebben bezorgd. Voorts wordt medegedeeld, dat generaal Sonis is gekwetst en gevangen genomen, ten gevolge waarvan er in den marsch van het 17de korps eenig oponthoud zou plaats hebben. Wij zullen zoo wordt verder gezegd ons in onze positiën handhavenbij de troepen heerscht een voortreffelijken geest. Autun is tweemaal door den vijand aangevallen en beide keeren is hij de tweede maal zelfs met belangrijke verliezen te ruggeslagen, overigens valt er niets naders omtrent de bewegingen der onzen te vermelden. De berich ten nopens terugtrekkende bewegingen des vijands in het noorden des lands, schijnen zich te be vestigen. Officieel is bekend gemaakt: Het Loire-leger heeft zijne voorwaartsche beweging niet voort gezet, omdat het aanzienlijke vijandelijke strijd krachten voor zich vond. Het Fransche leger keerde terug in de sterke positiën, die het voor Orleans bezette, en heeft de voorzetting zijner bewegin gen uitgesteld. De vijand schijnt zijne voornaamste macht te concentreeren tusschen Pithiviers, Arthenay en Orgères. Men gelooft, dat daardoor de beweging van Ducrot vergemakkelijkt wordt. Versailles, 4 December. OfficieelGisteren heeft Prins Frederik Karei, aan het hoofd van het derde en negende legerkorps, den vijand bij Chevilly en Chillenes in het wond van Orleans teruggeworpen. Twee stukken geschut vielen in in onze handen. Dresden, 4 December. Volgens een telegram van Prins George bedraagt het verlies der Sak sers in de gevechten van 30 Nov. en 2 Dec. 1500 a 2000 man. Vier regimenten N°. 104, 106, 107 en 108 tellen 15 gedoode officieren; 63 zijn er verwond. Er zijn 3000 Franschen krijgsgevangen gemaakt. Florence, 4 December. De commissie uit de Cortes heeft officieel de kroon van Spanje aan geboden aan den Hertog van Aosta, die haar aanneemt. De prins heeft bij deze gelegenheid eene redevoering gehouden, die een grooten in druk maakte. Rijssel, 4 December. De Pruisen, in vollen aftocht, hebben Albert en omstreken verlaten. Men onderstelt, dat zij naar Reims gaan. Florence, 5 December. Prins Amedeus heeft bij het aannemen van de kroon van Spanje ge zegd, dat hij, getrouw aan de traditiën zijner vaderen ofschoon niet onbekend met de moeilijk heden zijner nieuwe taak en zijne verantwoor delijkheid voor de geschiedenis, vertrouwen stelt in God en in het Spaansche volk, dat bewezen heeft dat het zijn eerbied voor orde met onbe dwingbare vereering der vrijheid weet te ver binden. Hij zeide verder, dat om zich zijne verkiezing waardig te toonen hij slechts eerlijk het voor beeld en de constitutionneele traditiën, waarin hij opgevoed is, had te volgen en eindigde met de volgende woorden „Soldaat in uw leger, zal ik tegenover de ver tegenwoordigers des lands de eerste burger zijn. Ik weet niet, of het mij vergund zal zjjn miju bloed voor mijn nieuw vaderland te storlen en eene bladzijde te voegen bij het groote aantal, dat Spanjes roem verheerlijkt, maar in ieder geval ben ik er zeker van, dat de Spanjaarden altijd van den koning, dien zij gekozen hebben, zullen kunnen zeggen: hij weet zich boven den strijd der partijen te stellen en zijn eenige ge dachte is de eendracht en de voorspoed des volks." De woorden van den prins werden begroet met den kreet: „Leve de koning van Spanje 1" Weenen, 5 December. De Presie van heden meldt: Gisterennamiddag overreikte de Russische gezant aan graaf von Beust het antwoord van het Russische kabinet, welks inhoud met dat van het antwoord aan Engeland overeenkomt en tevens vasthoudt aan het standpunt van de eerste depêche van Gortschakoff. Londen, 5 December. Lord Granville zegt in zijn antwoord van 27 Nov. op de depêche van vorst Gortschakoff van 20 Nov., dat hij niets bij zijn eerste verklaring te voegen heeft, wat de quaestie van internationaal recht betreft; ook weet hij niet, bij welke gelegenheid Rusland aan Engeland voorgesteld zou hebben het tractaat van 1856 te wijzigenhij geeft niet toe, dat Rus land zijn tegenwoordige handelwijs zou kunnen rechtvaardigen door zijne vroegere pogingen. De heusche taal van Gortschakoff doet hopen, dat ieder beletsel voor eene goede verstandhou ding uit den weg zal geruimd worden. „Wij merken op zegt lord Granville dat vorst Gortschakoff zijn eerste verklaring citeert als ware die eene theoretische afschaffing zonder onmiddellijke toepassing. Indien wij dit zoo moe- en opvatten, dat Rusland, terwijl het zijn mee ning openbaart, niet van plan is volgens die mee ning te handelen, zonder goedvinden der overige mogendheden, dan is de bijlegging van bet geschil- aanstaande." Engeland verzet zich niet tegen de door Prui sen voorgestelde conferentie, mits zij bijeenkom! zonder vooraf tastgestelde meeningen omtrent de te verkrijgen resultaten. Engeland zal ter goeder- trouw de voorstellen van Rusland onderzoeken. Versailles, 4 December. De koning heeft onder d agteekening 3 December des nachts, het volgende telegram aan de koningin gezonden. Na een twee daagschen veldslag waaraan de Mecklenburgsche troepen deel genomen hebben, bemachtigde hei korps Manstein de voorstad Saint-Jean, en het spoorwegstation van Orleans, andere korpsen staan gereed om morgen de stad in te nemen30 stuk ken geschut en ruim 1000 gevangenen zijn in onze handen gevallen. Onze verliezen zijn matig, hier is alles rustig. De vijand heeft de bruggen die tegenover het slagveld bij Brie geslagen waren afgebroken, en zich daarna achter Marne terug getrokken. Promotlen. Leiden, 5 December. Bevorderd tot doctor in de rechten den heer Von Weckherlin, geboren te 's-Hage, met Stellingen. JYIarlittoericliten. Amsterdam 5 December. Rogge, stem mingprijs- lioudend; Petersburg 197, 198, 200, 203; Galatz 205, 210; Levering, stemming ietsvaster; Maart202, 203, 204; Mei 206, 207. Boekweit, prijshoudend. Raapolie, 6 weken 5154; vliegend 50; voorjaar 47, 46% Lijnolie, 6 weken 3454 vliegend 33; voorjaar 34, 33*Koolzaad, April 89. Rotterdam, 5 December. Granen. Aanvoer re delijk goed. Afwijkende soorten langzaam opge ruimd. Tarwe 20 ets lager; erwten 10 ets. lager; witteboODen 50 ets. hooger; paardenboonen 20 ets. lager. LAATSTE BERICHTEN. Amsterdam, 5 Dec. Alhier is het gerucht in omloop, dat de Koning van Pruisen als Duitsch Keizer zou geproclameerd zijn. HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN. Eerste Huwelijks-Afkondiging van Leiden van den 4den December. J. Heemskerk jm. 25 j. en P. Arink jd. 24 j. A. Flippo jm. 24 j. en G. Overvelt jd. 25 j. J. Koet jm. 24 j. en C. Larrewijn jd. 26 j. J. Koet wett. gesch. 46 j. en W. Koet jd. 34 j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3