mU
3 ra
riiij
ien
Y<
eer
rke
em
ne
ws
in!
ibl
éen woord van begrip van //zuiver inkomen"
bij uitstek elastisch Degrip, en reeds daarom
geschikt om als eenigen grondslag van eene
'rijke belasting te dienen,
i welke zijde men de incometax, steunende op
eginsel vau eigen aangifte dus ook beschouwe
men lette op de weinige waarborgen welke eigen
Ite oplevert en de gevaren daaraan verbonden,
men denke aan de enorme bezwaren welke
ilijke aanslag met zich brengt, 't zij men einde-
loordringe in de moeilijkheden, welke de hepa
ran het begrip //zuiver inkomen" oplevert, in
eval ligt de conclusie voor de hand, dat er
laad al zeer wemig zekerheid bestaat dat dit
inkomen werkelijk de algemeene maatstaf van
:uwe belasting zijn zal.
Aangenomen echter voor een oogenblik, dat
ir in mocht slagen deze bezwaren althans eenigs-
op te lossen, dan nog blijft de vraag, of het
inkomen der burgers wel inderdaad een zoo
maatstaf van belasting is als velen meenen.
niet weinigen is een belasting naar het inko-
afgescheiden van de moeilijkheden welke de
lering oplevert, inderdaad het groote ideaal
aar men in deze materie moet streven. Uwe
issie meent intusschen dat er op de juistheid
deze beschouwing vrij wat valt af te dingen,
haar inzien is in het afgetrokkene dat belas-
elsel het best, dat van ieder, in de publieke las
tdragende, dezelfde opoffering vergt, en nu is het
luidelijk. dat die opoffering allerminst door het
eDI ien wordt bepaald Het valt toch al dadelijk in
g, dat de incometax op de lagere klassen het
st moet drukken, want ieder weet dat twee
it van een inkomen yan vier honderd gulden
vat moeilijker wordt opgebracht dan twee per-
ran een inkomen dat vier duizend gulden be-
t. Niet minder moet het voor elkeen duidelijk
dat de alleen levende burger, die een inkomen
3000 bezit, vrij wat rijker is dan de vader
een talrijk huisgezin, die over dezelfde in-
en te beschikken heeft. Dit bezwaar valt zelfs
iterk in het oog, dat de voorstanders van
ncometax om het weg te nemen veelal niet
men met het beginsel van hun belastingstelsel
ken, door daarnaast een ander beginsel te stel-
at in eene inkomsten-belasting eigenlijk volko-
misplaatst is, namelijk het beginsel om voor
gezmnen eene meer of miuder belangrijke
toe te staan. De heer Hartevelt volgt dat
ïld en tracht op die wijze het genoemde be-
althans gedeeltelijk weg te nemen, maar ook
meer dan gedeeltelijk. Immers wordt zijn voor
ingenomen, dan zal een huisgezin, uit vijf per-
zamengesteld, van hetzelfde inkomen evenveel
mg betalen als de alleen levende burger, en
is de laatste onbetwistbaar veel meer bemiddeld
eet iet hoofd van eerstgenoemd huisgezin.
t valt verder in het oog, dat een inkomen uit
effecten meer waard is dan een ander van
solide effecten verkregen, en dat de persoon
den bloeitijd van zijn leven een enkele maal
roote inspauniug aan zijn persoonlijken arbeid
ukonien van 5000 ontleent, m vermogen om
i lasten van de gemeente bij te dragen nooit
a lijn kan worden gesteld met hem, die uit
pCt. inschrijvingen op het Grootboek van onze
nale schuld jaarlijks juist hetzelfde inkomen put.
slotte nog dit: want het getal voorbeelden
eindeloos kunnen worden vermeerderd wan-
twee personen elk een kapitaal bezitten van
,000 en de eeu dit kapitaal gebruikt tot aan
ban land, de ander tot aankoop van fondsen,
is het licht gebeuren dat de laatste een inko-
[feniet eeus zoo groot als het inkomeu van den
Hij zal dan ook de dubbele som in onze be-
bijdragen, ofschoon ten slotte beiden even
jend zijn.
aangehaalde voorbeelden mogen voldoende zijn
e meening te rechtvaardigen, dat het zuiver in-
n geenszins aanspraak kan maken op den naam
/öii volkomen juisteu maatstaf van belasting,
genover al de bier ontwikkelde bezwaren plegen
Vorstanders van een incometrax, berustende op
3 stelsel van eigen aangifte, bij voorkeur dit feit
ellen, dat de bewuste belasting in vele gemeen-
an ons vaderland werkelijk bestaat en daar uit
end werkt. Het zij Uwe commissie intusschen
)rloofd te vragen, of men zich in den regel om-
die goede werking geen groote illusiën maakt
irs de goede werking waarop men zich beroept,
ten slotte alleen daaruit blijken, dat de be*
ïg tot geen klachten aanleiding geeft. Maar wat
dit feit? Naar het oordeel Uwer commissie
ioaamd niets. Immers de incometax met eigen
jfte werkt dan slecht, wanneer velen in de ge
ite het inkomen dat zij genieten lager opgeven
het werkelijk bedraagt. JSu is het zeer duidelijk,
zij die zich met dergelijke oneerlijke practijken
i, niet over verongelijking klagen, terwijl
anderen, evenmin aanleiding hebben om
eenige reclame te voorschijn te komen. Alles
dus voortreffelijk te gaan; niemand klaagt,
och is het zeer ligt mogelijk, det de incometax
;ene allerellendigste wijze wordt toegepast en
onrecht uitwerkt. Met eene belasting als thans
in deze gemeente bestaat, is het natuurlijk ge-
anders gesteld. Indien deze er toe leidt, dat het
men van sommige ingezetenen te hoog wordt
eslagen en dit is bijua onvermijdelijk dan
aien volkomen zeker zijn, dat ook de reclames
lachten niet zuIIod uitblijven.
commissie wil uit al het bovenstaande geens-
de conclusie hebben opgemaakt, dat naar haar
a de incometax altijd en onvoorwaardelijk moet
en afgekeurd. Zij weet zeer goed dat het weinig
kost ook tegen andere directe gemeente be-
0en eene lange reeks van grieven aan te voe-
zuodat er ten slotte niets anders overblijft dan
ui uit vele gebrekkige stelsels het minst gebrek-
te kiezen. Hare stelling is deze, dat zeer velen
■we gemeente bij bet beoordeelen van de ver-
■aillende belastingstelsels eenzijdig te werk gaan
Koben een scherp oog voor de gebreken van
'estaande en schijnen daarentegeu blind voorde
me bezwaren welke de incometax met zich brengt,
ommissie van financie wenscht zich voor die een
heid te hoedenzij erkent de gebreken van het
ande, maar oordeelt tevens dat het met eenigen
en wil zeer ligt mogelijk zoude zijn, een goed
van die gebreken weg te nemen en dus ten
eene directe belasting te vestigen, nog altijd
onvolkomen zeker, maar toch minder gebrekkig
at' seer passende voor onze gemeente dan een ïnco-
51 als nu wordt voorgedragen. Zij mag Uwe Ver
eng dus voor het oogenblik niet anders voorstel-
'f! oan om het plan van den Heer Hartevelt te ver-
!li ien.
oor het geval dat Uwe Vergadering zich niet
*t kunnen vereenigen met bovenstaande beschou-
£n en dus in beginsel besluiten tot de helling
een incometax met eigen aangifte, veroorlooft
ommissie zich nog de volgende opmerkingen om
aa
ett
Ier
ir
isk
vi
he
e
.iei
hu
me
dei
Jn
aai
?te
mi
ra
ve
be
ise
idi
da
ec
lik
di
ko
bi
lil
be
trent verschillende onderdeelen van het aanhangig
voorstel.
Ontwerp-Raadsbesluit, regelende
de heffing eener plaatselijke directe
belasting te Leiden.
Art. 1. Men heeft de commissie opmerkzaam ge
maakt op het verschil dat er bestaat tusschen het
hier bepaalde en art. 1 van het thans nog geldend
raadsbesluit, regelende de heffing eener plaatselijke
directe belasting. Volgens dat artikel wordt de hoofd
som in de begrooting verhoogd met vijf tea honderd
tot het dekken van kwade posten, terwijl buiten
do begrooting om, tot vijf percent van de hoofdsom
kan worden omgeslagen voor suppletoire kohieren.
De heer Hartevelt stelt daarentegen voor om in de i
begrooting eene verhooging van hoogstens 10 perc.
op te nemen en voor de kwade posten, restitutien
enz. èn voor de 9uppletoire kohieren. Het praktisch j
gevolg van dit verschil komt hierop neer, dat de
vermoedelijke opbrengst van de suppletoire kohieren 1
in het vervolg zou moeten worden geraamd en onder
de gewone inkomsten begrepen Valt echter die ra-
ming, zooals zeer licht mogelijk is, tegen, dan
brengt de directe belasting minder op dan de som
waarop gerekend werd. Om dit bezwaar waaruit wel
eens belemmering van de dienst zou kunnen voort
vloeien, af te snijden, stelt de commissie voor artikel
1 te lezen in den zin van de tegenwoordige veror
dening, dat wil zeggen als volgt:
//Te beginnen met 1 Januari 1S71 wordt in deze
gemeente geheven een plaatselijke directe belasting
tot een telken jare bij de vaststelling der begrooting
te bepalen som, welke echter het cijfer van f 150.000
niet mag overschrijden. De vereischte som wordt
verhoogd met vijf ten honderd voor kwade posten,
terwijl bovendien tot een bedrag van vijf percent
van het in de begrooting voorkomende cijfer bij sup
pletoire kohieren kan worden omgeslagen."
Art. 2. Letteude op de bedenkingvn door den
Minister van Blnnenlandsche Zaken tegen eene vroe
gere belasting-verordening aangevoerd, vraagt de
commissie of men nu ook -niet hier alleen mee r-
derjarige personen in de 'beiósting behoort aan te
slaan? In het geval deze vraag toestemmend wordt
beantwoord, geeft men in overweging het artikel al-
dus te lezen:
//Aan deze belasting zijn onderworpen alle meer
derjarige personen, die overeenkomstig art. 215 der
Gemeentewet, gewijzigd bij art. 6 der wet van 7
Juli 1865 (Stbl. n°. 79) in de gemeente hun hoofd
verblijf houden of daar verblijven, voor zoo ver zij
namelijk geacht worden een zuiver inkomen te heb
ben van minstens f 400."
Hoe lang men in de gemeente moet wonen om
gezegd te kunnen worden aldaar te verblijven, be
hoeft niet in de verordening te worden uitgedrukt,
omdat de wet zelve dien termijn aanwijst.
Art. 3. Tegen dit artikel heeft de commissie meer
dan éen bedenking. Vooreerst merkt zij op, dat de
redactie van de eerste zinsnede niet gelukkig geko
zen is. Zoo als daar staat zou de grondslag vau de
nieuwe belasting zijn eigen aangifte of ainbts-
halven aanslag van het zuiver inkomen, terwijl
het toch duidelijk is dat het zuiver inkomen zelf den
grondslag uitmaakt. Eigen aangifte of ambtshalven
aanslag is geen grondslag maar slechts een middel,
noodig om den aangenomen grondslag te kunnen
toepassen.
Van meer gewicht is de bedenking, reeds in het
eerste rapport van de commissie ontwikkeld, tegen
het hier aangenomen stelsel om den belastingschul
digen te laten kiezen tusschen een incometax, en eene
belasting, welke naar de bijgevoegde instructie voor
de schatters, ten slotte niet anders ziju zoude dan
eene verteringsbelasting, zoo als thans geheven wordt, i
Voor dergelijke willekeur mag de verordening geen
deur openstellen. Eenmaal de incometax aangenomen,
moet men niet als bij de belasting op het personeel,
de ingezetenen vrijelijk laten kiezen tusschen eigen
aangifte of schatting. Het doen van aangifte moet
als een stellige plicht gelden, en ambtshalven aanslag
slechts doorgaan voor een onmisbaar middel om een
gepleegd verzuim onschadelijk te maken.
Dit doel wordt naar het oordeel van Uwe com- j
missie dan het best bereikt, wanneer men artikel 3
eenvoudig leest als volgt;
//De grondslag van deze belasting is het zuiver
inkomen van de belastingschuldigen."
Hoe men dit zuiver inkomen leert kennen behoeft
hier niet gezegd te worden, omdat dit later in art. 5
wordt uitgedrukt. En wat betreft den ambtshalven
aanslag, deze wordt later achter artikel 6 omschreven,
als eeD geheel buitengewone maatregel, noodig tot j
herstel van een door de belastingplichtigen gepleegd
verzuim.
Art. 3. Reeds hierboven werd opgemerkt, dat het j
naar de meening van Uwe commissie hoogst moeilijk
zoo niet ondoenlijk is eene definitie van het zuiver
inkomen te geven, duidelijk genoeg om daaraan in
de praktijk als aan een veiligen maatstaf te kunnen j
vasthouden. Indien zij, in weerwil van die opmerking,
in de hier gegeven definitie berust, dan geschiedt dit
alleen omdat zij zich niet m staat acht daarvoor j
eene betere in de plaats te stellen.
Art. 6. Vooreerst wordt opgemerkt, dat men ver- j
'zuimd heeft hier te bepalen voor welke som elke be-
lastingschuldige in de klasse waartoe hij behoort
zal worden aaugeslagen. In overleg met den voorsteller j
geeft de commissie daarom in overweging het midden-
cijfer van elke klasse als bedrag van het zuiver inko- I
men aan te nemen, tenzij de belastingschuldige mocht
verkiezen bepaald op te geven welk het juiste bedrag j
van zijn inkomen is.
Maar in de tweede plaats heeft Uwe commissie nog
eene andere naar baar inzien gewichtige bedenking
tegen het hier bepaalde. Bedriegt zij zich met dan
zal de klassen-verdeeling hier vastgesteld de lagere
standen in eene sterkere mate drukken. Aangenomen
dat de gemeente als in dit jaar twee en een half
percent van het inkomen heft, dan zullen de personen
die acht gulden 's weeks als loon genieten en dus ter
nauwernood bezitten wat noodig is om in de dringende
behoeften van hunne geziauen te voorzien, 2 X 4.10,
of ruim lien gulden betalen. Die zelfde personen zijn
nu ook belastingschuldig, maar voor een bedrag van
éen of twee gulden. Uwe commissie acht het onmo
gelijk dit harde voorschrift na te leven, en durlt dan
ook veilig voorspellen, dat zij die een inkomen ge
nieten van vier, vijf en zelfs zeshonderd gulden bij
oogluiking zullen worden vrijgesteld en dus ten slotte
niets betalen, daar zij in elk geval uiet kunnen op
brengen wat van hen gevorderd wordt.
Het eenige middel om dit bezwaar en daarmede
eene der boven ontwikkelde grieven tegen de incometax
weg te nemen, bestaat naar het oordeel der commissie
hierin, dat men op het voetspoor van de thans nog
geldende verordening, een zeker gedeelte van het
inkomen, bijv. 300, als volstrekt noodig ter voorzie
ning in het levensonderhoud, onbelastbaar verklare.
Dergelijke korting zal voor de onbemiddelden eene
groote verligting zijn en op het hooge inkomen geen
noemecswaardigen invloed uitoefenen.
Op grond van een en ander wordt daarom voor
gesteld aan het slot van dit artikel nog deze zinsne
den op te nemen: //Als zuiver inkomen wordt aan
genomen het middencijfer van elke klassse, tenzij
de belastingschuldige mocht verkiezen zelf het juiste
cijfer van zijn inkomen op te geven.
//Yan elk zuiver inkomen wordt ƒ300 afgetrokken
en het overblijvende als belastbaar inkomen aange
merkt."
Art. 7 zal geheel moeten vervallen. Het daar be
paalde is na het voorschrift in artikel 1 opgenomen,
niet slechts doelloos maar ook geheel onuitvoerbaar.
Immers de begrooting wordt opgemaakt eenige maan
den voor deu aanvang van het dienstjaar en het be
lastbaar zuiver inkomen eerst geconstateerd nadat
reeds ettelijke maanden van het dienstjaar verstre
ken zijn. Hoe zal men nu in October bepalen hoe
veel elk behoort bij te dragen voor een inkomen,
dat eerst in Maart van het volgende jaar wordt op
gemaakt
In plaats van dat voorschrift, zou de commissie nu
in artikel 7 de volgende bepaling willen opnemen
op den ambtshalve aanslag betrekkelijk
//Zij die verzuimen de aangifte te doen in artikel-
5 vermeld, worden door het Collegie van Burgemees
ter en Wethouders zoo noodig ambtshalve aangesla
gen in die klasse waarin naar zijn meening de nala-
tigen behooren.
//Hetzelfde collegie is tevens bevoegd de aangiften,
welke naar zijne overtuiging kennelijk onjuist zijn,
ter t zijde te leggen en daarvoor ambtshalve aanslag
in de plaats te stellen."
Art. 8. Zijn onder de vijf leden hier genoemd
ook de hoofden van het gezin zeiven begrepen, of
rekent men op vijf leden buiten het hoofd De com
missie vermoedt dat het eerste bedoeld wordt en zou
daarom voorstellen den aanhef van het artikel dui
delijkheidshalve aldus te stellen:
//Voor gezinnen, bestaande met inbegrip van het
hoofd des gezins, uit vijf leden of minder, die ten
laste komen van dit hoofd, worden" enz.
Artt, 9 en 10. Ofschoon de commissie tegen deze
artikelen op zich zeiven geen bezwaar heeft, zoo meent
zij toch dat zij niet hier maar in het besluit op de
invordering behooren te worden opgenomen.
Öntwerp-verordening op de invor
dering der plaatselijke directe belas
ting in de gemeente Leiden.
Art. 1. Dé laatste woorden van de tweede zinsnede
of wel te verklaren, dat hij verlangt
ambtshalve te worden aangeslagen dienen
te vervallen, wanneer althans de Raad met de Com
missie van finantiën van oordeel is, dat het doen van
aangifte als plicht moet worden vooropgesteld. Woor
den als de hier aangehaalde zouden ten onrechte
voedsel geven aan bet denkbeeld, dat de wetgever als
bij de belasting op het personeel geheel vrije keuze
wenscht te laten tusschen eigen aangifte en aanslag
ambtshalve.
Art. 3. Indien de tweede zinsnede van artikel 1
overeenkomstig het voorstel der commissie mocht ge
wijzigd worden, zal aanvulling van dit artikel noo
dig zijn, opdat duidelijk blijke dat weigering om
aangifte te doen van het inkomen, in geen geval als
overtreding van de belasting-verordening kan worden
aangemerkt. Tegen die weigering straf te bedreigen
moge op zich zelf rationeel zijn en zelfs in het hier
aangenomen stelsel passen, doch durft de commissie
het niet voorstellen, overtuigd als zij is, dat het doen
van valsche aangiften daardoor sterk zou worden
aangemoedigd. Zij geeft daarom in overweging achter
dit artikel de volgende nieuwe zinsnede te voegen:
//Weigering van den belastingschuldige om zelf aan
te wijzen tot welke klasse hij naar zijn inkomen be
hoort, wordt op zich zelve echter niet als wets over
treding aangemerkt.
Art. 4. De gemeenteraad is niet bevoegd aan een
collegie van rijksambtenaren, zooals het collegie van
zetters, buiten zijne toestemming als hier geschiedt,
bepaalde werkzaamheden ten dienste van de gemeente
op te dragen. Is reeds om die reden verandering van
het artikel noodig, de geheele redactie van de eerste
zinsnede vereischt allezins verduidelijking. De com
missie stelt daarom voor het artikel aldus te lezen:
//Na verloop van de in artikel 2 genoemde termij
nen zorgt de gemeente ontvanger voor het opmaken
van staten, aanwijzende de namen van de belasting
schuldigen, de hoegrootheid van hunne gezinnen en
de klassen waarin zij volgens eigen aangifte naar hun
inkomen moeten worden gerangschikt. Burg. en Weth.
beoordeelen deze staten, wijzigen de aanslagen die
hun voorkomen kennelijk onjuist te zijn, bepalen
ambtshalve in welke klasse zij moeten worden aan
geslagen die nalieten daarvan zeiven de vereischte
aanwijzing te doen en stellen daarna het voorloopig
kohier vast
//Zoo dikwijls zij gebruik maken van de bevoegd
heid om m eene gedane aangifte wijziging te brengen,
geven zij daarvan den betrokken persoon, en wel
vóór het Ier visie leggen van het kohier, schriftelijk
kennis.
//Met het voorloopig kohier wordt gehandeld" enz.
De bijvoeging van de tweede zinsnede wordt naar
het oordeel der commissie door de billijkheid voor
geschreven. Het kan ligt gebeuren dat de belasting
schuldigen, vertrouwende op hunne aangifte, geen
kennis nemen van het ter visie liggende kohier, en
dus eerst wanneer het te laat is bemerken, dat Bur
gemeester en Wethouders hun aanslag hebben gewij
zigd. Vooral deze belastingschuldigen moeten in de
gelegenheid worden gesteld hunne oorspronkelijke
aangifte tijdig bij den gemeenteraad te verdedigen
Art. 7 Het kohier wordt maar zelden zoo tijdig
vastgesteld, dat reeds in Juni tot het opmaken van
een suppletoir kohier kan worden overgegaan. Het
schijnt daarom beter hier geen maanden bepaald aan
te wijzen. Bovendien moet de redactie van de eerste
zinsnede nu in overeenstemming worden gebracht
met de nieuwe redactie van art. 4.
De commissie stelt daarotn voor de eerste zinsnede
aldus te lezen:
//Voor de in het vorig artikel bedoelde aangiften
worden twee of driemaal 's jaars suppletoire kohie
ren opgemaakt, op de wijze in de eerste zinsnede
van artikel 4 bepaald."
Art. 9. Dit artikel kan veilig worden weggelaten.
De aangehaalde wetsartikelen behoeven om ook voor
Leiden verbindend te zijn, geen acte van toelating
door den gemeenteraad afgegeven. In plaats van het
hier gestelde zou de commissie nu te dezer plaatse
willen inlasschen de artikels 9 en 10 van de veror
dening op het heffen van eene directe belasting.
Het hier volgend artikel 10 wordt dan artikel 11.
Leiden, De Commissie van financiën.
November 1870. J- Scileltema.
P. C. Lezwjjn.
T. Buts.
I il'ÜU 1 fi-llilCi ITEN
's-Gravenhage, 29 November. Bij Koninklijk
besluit van 26 November 1870 is aan'deu lieer
J. Van der Veen, controleur der directe belas
tingen eD het kadaster te Utrecht, bij Zr, Ms. be
sluit van 7 November 11. in dezelfde betrekking
verplaatst naar Assen, op zijn verzoek eervol ontslag
verleend uit 's Rijks dienst.
Bij KonTftkl4k_besluit van dezelfde dagtee-
kening, is de heer J. Schijlï, thans ontvanger
der directe belastingen en accijnsen te Wijk bij
Duurstede c. a., benoemd tot ontvanger der zelfde
middelen te Hoogeveen c. a.
Bij de heden gehouden verkiezing voor éen
lid »oor do Kamer van Koehandel en Fabrieken
alhier, verkregen, van <ie 190.geldige uitgebrachte
stemmen de heerenP. Varkqvisser Fzn. 53; H.
H. Van Gogh 45; G. Snoeck H^nkemans 45; G.
H. G. Meijknecht 31, terwijl de overige 16 stem
men op andere personen verdeeld waren.
Er moet aldus, naar aanleiding van art. 12 van
het besluit van den 9den November 1851 Stantsbl
N°. 42), houdende vaststelling van een reglement
bevattende algemeene bepalingen betreffende de
Kamers van Koophandel en Fabriekeu), eene
herstemming plaats hebben tusschen de heeren
Varkevisser, Van Gogh en Snoeck Henkemans.
De zaak die heden voor het Provinciaal
Gerechtshof in Zuid-Holland in hooger beroep
behandeld werd betrof twee arbeiders van Rijns-
burg die op de laatst gehouden Valkenburgsche
paardenmarkt eeu derden persoon die niet al
leen huiswaarts kon keeren derwaarts wilden
geleiden. Een veldwachter die dien dag juist voor
het eerst dienst deed ontving order toe te zien
of dat huiswaarts geleiden wel naar behooren
werd volbracht, maar toen hij werd opgemerkt
was tneu niet op zijn toezicht gesteld en schelden,
duwen, slaan volgde, waarbij zich nog een vierde
persoon voegde zoodat de hulp van meerdere
veldwachters werd vereischt om uit handen van
de beschonken en eenigzins opgewonden personen
te geraken. De rechtbank te Leideu veroordeelde
hen respectivelijk tot 3 maanden eu 2 maanden
eenzame opsluiting, de derde bovendien tot eene
geldboete. Twee hunner berustten in deze uit
spraak, doch twee veroordeelden kwamen in
hooger beroep. Mr. Van Hamel, advocaat te Leiden,
droeg hunne verdediging voor en drong aan op
vrijspraak op grond van gemis aan bewijs. Mr.
Van Maanen verdedigde de punten door den ver
dediger vooropgesteld en requireerde tot algeheele
bevestiging van het gewezen vonnis. In beide
zaken zal het het Hof den 6den December uit
spraak doen.
In deze residentie is overleden de heer
W. K. Van Gennep, ridder der orde van den
Nederlandschen Leeuw en lid der Provinciale
Staten van Zuid-Holland, voor het hoofdkiesdis
trict 's-Gravenhage, die in 1871 als zoodanig had
moeten aftreden. De overledene had den ouder
dom van ruim 80 jaren bereikt. Gedurende ge-
ruimen tijd bekleedde hij de betrekking van
voorzitter der al'deeling 's-Gravenhage van de
Hollandsche maatschappij van landbouw. Wegens
zijn vergevorderde jaren nam hij zijn ontslag uit
die betrekking, waarin hij onvermoeid krachtig
heeft bijgedragen tot den bloei der Haugsche
afdeeling en tot bevordering der belangen van
den landbouw. De overledene genoot de alge
meene achting.
STAATS -I.OTEK IJ.
eerste klasse. tweede lijst.
Trekking van Dinsdag 20 November.
N°. 238, 10095 /"100. N°. 2169, 11624 /"200. N°.
2431, 2989, 3687, 9394, 13762, 15313, 17716 100.
Prfjzen van f 20.
52 2232 5073 7607 10025 12208 14116 17056
70 2281 5206 7684 10060 12241 14191 17091
123 2289 5309 7700 10075 12293 14473 17126
145 2-2% 53-21 7792 10078 1-2306 14491 17179
160 2345 5350 7793 10084 12308 14521 17201
211 2347 5351 7878 10097 12321 14651 17273
'253 2482 53b5 7904 10120 12394 14659 17277
304 2524 5383 7909 10137 1-2414 14701 17290
315 2639 5395 7997 10140 12433 14713 17312
335 2043 5501 8072 10144 12448 14719 17324
370 2719 5509 8085 10146 12456 14774 17241
423 '2721 5537 8281 10152 12464 14871 17467
401 2710 5563 8316 10181 1-2500 15059 17507
463 '2756 5659 8328 10215 12513 15075 17565
514 2853 5805 8348 10260 12562 1509.1 17573
602 2992 .5890 8367 10275 12021 15161 17683
615 2999 5949 8424 10280 12638 15195 17603
636 3050 5974 8425 16301 12657 15224 17722
639 3185 5976 8477 10321 12664 15274 17742
646 8197 6004 8542 10388 12794 15278 17796
654 3204 6141 8574 1U457 12827 15377 17898
084 3237 0167 8588 10480 1-2865 15423 17987
695 3262 6181 8614 10552 12987 15493 18143
783 3369 6192 8025 10556 13007 15588 18190
9o9 3452 6-255 8694 10572 13080 15621 182-23
942 3513 1277 8717 10584 13122 15636 18262
1035 3513 0-290 8707 10611 13153 15661 18205
1074 3545 0341 8785 10745 13213 15673 18347
1136 3559 6431 8897 10812 13224 15712 18371
1142 3010 6445 8900 10854 13240 15762 18408
1155 3637 6477 89u9 10882 13303 15767 18441
■1-217 3653 6504 8990 10967 13313 15831 18563
1293 3817 6590 9038 10979 13332 15839 18526
1321 3843 659-2 9214 11017 13334 15894 18579
1334 3876 6605 9242 11081 13355 15915 1SOU3
1340 3980 0654 9257 11105 13376 1592-2 18713
1356 3992 b723 9288 11127 13379 15965 18741
1397 4027 0733 9385 11171 1J398 15994 18745
1438 4149 6754 9404 11205 13435 16020 18810
1471 4218 6804 9428 11217 13015 16083 18881
1479 4231 6851 9434 11346 13651 16110 18915
1480 4279 6852 9464 11360 13605 16189 18935
1558 4378 6919 9481 11394 13666 16287 1»984
1645 4395 6962 9507 11400 13686 16-239 1ÜU29
1654 4472 6978 9527 11405 13692 16397 19036
166-2 4492 7038 9554 11413 13703 16451 1907G
1687 4529 7065 9574 11419 13723 16514 19104
1098 4531 71-2-2 9607 11538 13733 16542 19259
4725 4566 7140 9618 11589 13734 10552 19316
1846 4643 7159 9627 11636 13754 1603-2 19371
2022 4659 7166 9664 11687 13797 16646 19404
20-29 4604 7289 9700 11826 13814 46787 19482
2096 4674 7302 9815 41986 13900 16808 19583
'2104 4756 73-25 9816 11989 13992 16844 19643
2120 4859 7342 9821 1-2059 13993 16871 19645
2136 4934 753-2 9827 12098 13995 16908 19712
2190 4954 7579 9890 12140 13999 16909 19767
'2212 4969 7638 9958 12178 14000 16948 19800