rlours, 13 November. ParticulierDe Patrie
iiolt mede dat te Bordeaux de Commune is gepro-
de Gazette de France bestaat er oneenig-
ttl tusschen de leden der regeering te Parijs
te Tours over de leening. Men verwacht
dA de voorwaarden dezer leening niet zullen
bekrachtigd.
VtE Gambetta heeft gisteren te Orleans een aan-
'«ak gericht tot het Loire-leger, waarin hij zijn
«baarheid betuigt en hulde brengt voor het
Ibialde succes, waardoor eindelijk de overwin-
weder onder de Fransche vanen was terug-
°»acht. Gij hebt getoond, dat Frankrijk wel
Ee van verslagen te zijn door den ongehoor-
n tegenspoed, begreep te moeten antwoorden
r een algemeenen en krachtigen aanval. Gij
thans op den weg naar Parijs. Laat ons niet
:eten dat Parijs ons wacht. Onze eer gebiedt
Parijs te ontrukken aan de barbaren, die
bedreigen met plundering en brand. Verdub-
dan uw standvastigheid en uw ijver. Tot
d n was de vijand uw meerdere, alleen door
aantal zijner kanonnen, maar hij evenaarde
h uw moed, noch uw opoffering;gij verkrijgt
Ier die Fransche furie, die onzen roem over
wereld verbreidde en wij zullen het vader-
1 helpen behouden. Met soldaten als gij zal
republiek overwinnen, want na de organisatie
verdediging, is zij thans in staat om de nati-
wraak te verzekeren,
usscl, 13 November. Volgens particuliere
hten uit Tours, zal de heer Thiers, met goed-
•ing van het Fransche Gouvernement, zijn
ort betreffende zijne onderhandelingen met
larck openbaar maken.
mgs dienzelfden weg wordt gemeld,, dat de
nten van Engeland, Oostenrijk en Turkije
het Gouvernement aldaar hun leedwezen en
ie verwondering over het afbreken dezer
ïihandelingen hebben te kennen gegeven.
De Indépendance meldt uit Lyon, dat Garibaldi
Ssten dezer Macon is gepasseerd, van waar
ich naar Saint Jean de Losne heeft begeven,
zoons zouden hem s nachts met mobiele
es en drie bataljons franc tireurs volgen,
ixemburg, 13 November. De Staadsraad heeft
adres overhandigd aan Prins Hendrik, waarin
baarheid wordt betuigd voor de pogingen,
igs in het werk gesteld om het land voor den
>g te behoeden. In het adres wordt opnieuw
wensch geuit van de Luxemburgers om hun
hankelijkheid te handhaven,
eisailles, 13 November. O/Jicieele berichten uit
Duitsche hoofdkwartier.) Generaal VonderTann
dt dat zijn verliezen den 9den dezer 42 ofli-
3n en 667 man aan dooden en gekwetsten
ien bedragen. De vijand geeft in ziju ofticiëel
iort een verlies van 2000 man op.
it Les Errues voor Belfort wordt van heden
eld dat Lisle sur Doubs eu Oherval den 14den
r na kleine gevechten bezet zijn. De mobiele
en zijn naar het Zuiden afgetrokken. De
en onder de bruggen gelegd, zijn geledigd.
franc-tireurs is niets te zien. Sedert twee
ui sneeuwt het.
lorciLce, 14 November De heei Ricasoli heeft
kiezers te kennen gegeven dat hij besloten
i zich uit het staatkundig leven terug te trek-
sn. De senaatsleden San Marti no en Ajacini
1 ebben, namens onderscheiden senatoren en afge-
1 lardigden een erkiezingsprogramma uitgevaar-
gd, ten gunste eener administratieve hervorming
i decentraliseerenden geest.
De heer Minghetti is van morgen naar Weenen
eitrokken. De Opinione gelooft dat hij zijn diplo-
natieke betrekking zal opgeven om zijn plaats
de Kan er te hernemen.
Weenen, 14 November. De Presse geeft een
auwkeurig uittreksel van de Russische nota,
waarbij de bepalingen van de overeenkomst van
S56 over het aantal Russische schepen in de
wartü Zee, w orden opgezegd. De Russische nota
egt ten sloite dat tevens den Sultan zijn volle
re onafhankelijkheid en zelfstandigheid wordt
eruggegeven. De andere bepalingen van het trac
ht van Parijs zullen hierdoor ui ets van haar
racht verliezende Russische Regeering is echter
fcreid met de overige Mogendheden, die het ver-
hag onderteekend hebben, in onderhandeling te
reden, in geval dit voor de herziening of ook
'echts tot bevestiging der bepalingen van genoemd
erdrag gewenscht mocht worden.
Londen, 14 November. De Times sprekende
•ver de circulaire van prins Gortschakoff, zegt
>iet te gelooven dat Engeland in de herziening
r&n het tractaat van 1855 zal toestemmen. De
olitiek van het vereenigde Duitschland zal de
uitbreiding van Rusland door de Westersche
Mogendheden in 1854 belet, niet gedoogen. Als
Rusland op vriendschappelijke wijze goede rede
nen weet aan te voeren voor de herziening van
het tractaat, is Europa bereid er naar te luis
teren.
Volgens berichten uit Parijs van 10 dezer is
het dagelijksch rantsoen vleesch bepaald op 50
grammen. De Franschen hebben een nieuwe
verschansing te Villejuif aangelegd, die met 20
stukken van zwaar kaliber is gewapendverder
een schans tusschen Villejuif en Vitry, vóór welke
loopgraven zijn gemaakt, zooals in der tijd vóór
Sebastopol waren aangelegd.
Het leger van Von der Tann wordt, nadat het
versterking heeft ontvangen, op 70,000 man ge
schat.
De tunuel te Nanteuil op den spoorweglijn van
Parijs naar Orleans is ingestort.
Volgens de Daily News is de heer Odo Russell
op last van het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken naar Versailles vertrokken.
Brussel, 14 November. De Echo d'Arlon zegt
dat reizigers, die van morgen zijn aangekomen,
hebben bericht dat het bombardement van Thi-
onville begonnen is eu dat de stad sinds gisteren
in brand staat.
De Indépendance beige bevat een dépêche uit
Berlijn, waarin gezegd wordt dat Rusland meer
malen vertrouwelijk had te kennen gegeven, dat
de neutralisatie van de Zwarte Zee op den duur
onhoudbaar was. De verklaring van het Russi
sche Kabinet, waarvan dezer dagen in het tele
gram uit Weenen gewag is gemaakt, schijnt al
leen dit punt te betreffen. Rusland heeft volstrekt
Diet de herziening van den afstand van grondge
bied, bij het tractaat van 1856 bepaald, geëischt.
Marktberichten.
Amsterdam, 14 November. Rogge, stemming /6
hooger; Petersburg 1S6,187,18S, 190,193,1195; c. z/k.
Galatz 200, 202, 205; Taganrog 191, 192 c. z./k.
Levering, stemming ƒ6 hoogerNovember 194
Maart 204, 205, 206, 207; Mei 208, 209, 211, 210.
Boekweit, stemming onveranderd. Raapolie 6
weken 49%; vliegend 48%; December 47%, 4S;
Mei 45, 45%. Lijnolie, 6 weken 32%; vliegend
31%; najaar 31, 31%; voorjaar 32%, 32%.
STATEIV-GENERAAL.
STAATSBEGKOOTHVG.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft ge
antwoord op het afdeelingsverslag nopens zijn De
partement. Aan dat zeer uitgebreide stuk, 46 pag.
folio, behalve de Bijlagen, ontleenen wij de volgende
hoofdpunten
Voor een pijnlijken indruk dien het eindcijfer der
begrooting schijnt gemaakt te hebben, bestaat, naar
de meening des Ministers evenmin aanleiding, als
zijnerzijds tot het vergoelijken eener nadeelige uit
komst." Van vergoelijking kan bij toelichting of ver
dediging zijner begrooting alleen sprake zijn wanneer
schuldbesef voorafgaat, betgeen hier geenszins het
geval is. De elf ton toch die meer gevraagd zijn voor
1871, zouden, indien ze niet op de begrooting gebracht
waren, de rechtmatige ontevredenheid van de Kamer
hebben opgewekt. Zij toch heeft die uitgaven gewild
toen zij de verbetering van de haven te Harlingen
de meerdere uitgaven van ruim f 500,000 voor de
Amsterdamsche Kanaalmaatschappijde krachtige
voortzetting van de verbetering van den nieuwen
waterweg te Rotterdam naar zee, heeft verlangd of
goedgekeurd. Spaarzaamheid is niet alleen eene deugd
ïu ons staatsbestuur, maar noodzakelijk. De Minister
heeft het nooit betwist, allerminst dit jaar vergeten.
Leidt zij tot verwaarloozing van de eischen van het
publiek belang, dan zou zij leiden tot verzuim. Die
eischen vorderen uitgaven, onvermijdelijke uitgaven,
waarover alleen dan mag geklaagd worden, wanneer
ze zonder noodzakelijkheid worden geraamd en toe
gestaan.
Of door de oprichting van een afzonderlijk Depar
tement voor Openbare werken de spaarzaamheid in
's lands uitgaven zou worden bevorderd, betwijfelt de
Minister ten sterkste.
hosten van het Departement. De afdeeling Nijver
heid kan niet worden gemist. De uitvoering van de
wetten, alle van jonge dagteekening, op het vervoer
van landverhuizers, den ijk, de staatspolitie op het
stoomwezen, vordert arbeid te zeer onderscheiden van
dien der afdeeling Binnenlandsch Bestuur dan dat
deze afdeelingen zouden kunnen worden vereenigd,
zoolang men prijs stelt op nauwkeurige uitvoering
der bedoelde wetsbepalingen.
Kosten van het bestuur der provinciën. Hoezeer art
2 der Grondwet het vereenigen en splitsen van pro
vinciën bij de wet toelaat, moet er naar het oordeel
van den Minister eene bepaalde noodzakelijkheid be
staan om tot zoodanigen maatregel te besluiten. Uit
het langdurig bestaan der provinciën hebben zich eigen
aardige provinciale belangen ontwikkelt, die een af
zonderlijk beheer eischen, en die men niet zonder
noodzaak ter zijde kan stellen. Opheffing eener pro
vincie en hare vereeniging met eene of meer audere
provinciën, zou bij de ingezetenen veel tegenkanting
ontmoeten, daar deze zoowel door historische berin-
neringen als door de ondervinding, dat hunne be
langen door een eigen bestuur ijverig behartigd wor
den, aan het voortdurend bestaan hunner provincie
zeer gehecht zijn.
Medische politie. De klachten van eenige leden over
de, naar hunne meening minder goede werking der
geneeskundige wetten en hun minder gunstig oordeel
over de jaarverslagen betreffende het geneeskundig
Staatstoezicht enz., worden telken jare in de voorloo-
pige verslagen over de Staatsbegrooting herhaald.
Na de in het algemeen zeer gunstige verslagen door
de Commissie uit de Kamer uitgebracht over de jaar
verslagen over 1S66, 1867 en 1868, waarmede de
Kamer heeft ingestemd, meent de Minister zich daar
door ontslagen te mogen rekenen van de wederleg
ging der herhaaldelijk aangevoerde, herhaaldelijk be
antwoorde, trouwens zeer algemeene grieven.
Dat de veewagens van de spoorwegmaatschappijen,
die in verbinding staan met het buitenland, aanlei
ding zouden kunnen geven tot het overbrengen van
besmetting heeft dadelijk de aandacht der Regeering
getrokken. De maatschappijen zijn uitgenoodigd hunne
veewagens onmiddellijk na terugkomst uit het bui
tenland te desinfecteren en door alle wordt daaraan
behoorlijk gevolg gegeven. Ten overvloede wordt
daarop van Regeeringswege toezicht gehouden.
Waterstaat en publieke werken. Het is duidelijk, dat
de algemeene wet op den waterstaat, bij art. 91 der
Grondwet bedoeld, ten aanzien van eenige onder
werpen slechts hoofdregels zal bevatten, die dan nader
bij algemeene maatregelen van inwendig bestuur of
provinciale verordeningen, in bijzonderheden zullen
uitgewerkt worden. Bij het stellen dier hoofdregels
moet intusschen hunne uitwerking en toepassing in
bijzonderheden reeds dadelijk worden overzien. Dit
vereischt bij het ontwerpen veel overleg en onderzoek.
Desniettenin hoopt de Minister binnen een niet te
lang tijdsverloop, door meer dan beloften te toouen
dat hem de zaak ernst is.
Het denkbeeld om het onderhoud van rivieren door
oprichting van waterschappen te regelen, is niet nieuw.
Het kau echter alleen toepassing erlangen voor die
rivieren, welke hoofdzakelijk tot afvoer van water
dienen; een waterschap is toch eene vereeniging van
landen, die een gemeenschappelijk belang van water-
keering of uitwatering hebben. De zorg voor de
belangen der scheepvaart behoort niet tot de taak
van een waterschapsbestuur. Concessionarissen van
stoombootdiensten maken van de rivier geen ander
gebruik, dan waartoe zij bestemd is, nl. om te dienen
als openbaren vaarwegen de gevolgen van dit regt-
matig en geoorloofd gebruik op de aan rivieren ge
legen landen, kunnen niet voor rekening der conces
sionarissen komen, maar behooren tot de lasten en
gevaren, waaraan alle oeverlanden doqr hunne na
tuurlijke ligging onderworpen zijn. \Vordt het aan
hangig wetsontwerp betreflende d$ openbare middelen
van vervoer tot wet verheven, dan zal de regeling
van het politietoezicht op het verkeer en het gebruik
der vaarwegen, bij algemeenea maatregel ran inwen
dig bestuur geregeld worden. Er kan moeielijk uit
zicht worden gegeven op vermindering van de be
grooting voor rivierverbetering in de eerstvolgende
jaren. Sinds jaren toch was de zaak der rivierverbe
tering bijna geheel uit het oog verloren, waaruit
later grootere geldelijke offers voortsproten.
Naar aanleiding van den wensch, door de Tweede
Kamer in het vorig jaar geuit, gaf de minister toen
reeds de aanvankelijke toezegging om het eindcijfer
der ramingen van aan te besteden werken publiek te
maken, thans keurt men meer algemeen den sedert
ingevoerden maatregel af. Intusschen ,is de minister
over de werking van den maatregel tevreden, en
heeft het voornemen niet daarop terug te komen.
Nopens eene nadere regeling van het beheer onzer
rivieren is de minister reeds sedert eenigen tijd met
de hoofdambtenaren van den waterstaat in overleg
getreden. De minister herhaalt hier dat de gebouwen
op het Binnenhof zeer slecht zijn, maar dat, als hij
de verbouwing mocht voortdragen, hij in het gelijk
tijdig aanwijzen der daartoe beschikbare middelen
niet zal achterblijven.
De minister vertrouwt zich ontheven te achten
van de verplichting, om nogmaals te gaan betoogen
in welke mate het algemeen belang bij de verbete
ring der haven te Middelhcrnis is betrokken. Hij zou
niet anders kunnen doen dan herhalen, hetgeen door
zijne voorgangers is gezegd, en waarna hij reeds in
de Memorie van Toelichting verwees.
De post voor nader te verlangen subsidien bedroeg
voor 1863 eene som van 30.000 op de volgende
begrootiQgen, tot en met die voor het jaar 1869,
werd daarvoor niet meer dan f 10.000 uitgetrokken.
De minister heeft die som tot op /'4000 verminderd,
welk cijfer op de begrooting voor het loopende jaar
is toegestaan en ook'op die voor 1871 is uitgetrok
ken. Hij meent in dit opzicht zoo ver mogelijk te
zijn gegaan, en moet tegen nog meer vermindering,
en vooral tegen het geheel vervallen van dien post,
ernstig bezwaar maken.
Voor zoover tot nu toe., termijnen van oplevering
van onderdeelen van bet werk dej doorgraving van
Holland verschenen, was door de maatschappij, zelfs
meer dan bepaald was, aan hare verplichtingen vol
daan. In verband met den loop van het werk behoeft
er, immers voor het" oogenblik, geen vrees te bestaan,
dat de hoofden en sluizen aan de Noordzee, niet op
de tijdstippen door de regeering goedgekeurd, gereed
zouden zijn.
ONDERWIJS.
Hooger onderwijs. Het is het bepaaldelijk voor
nemen van den min. eerlang een gewijzigd wets-ont-
werp tot regeling van het hooger onderwijs aan de
Kamer aan te bieden, daar zijns inziens de publieke
opinie ruimschoots gelegenheid heeft gehad, en deze
ook niet ongebruikt liet, om zich over de hoofdpun
ten dier regeling te verklaren.
Middelbaar onderwijs. Niet zonder bevreemding
heeft de min. de opmerking geleden, dat ook deze
begrooting het bewijs levert, dat in de uitgaven voor
de Rijks hoogere burgerscholen weelde heerscht. l^ot
vermeerdering van het thans aanwezige getal van
17 Rijksscholen bestaat geen voornemen. De eenige
uitbreiding, die, naar het oordeel van den minister,
nog aan de Rijksscholen zou zijn te geven, bestaat
daarin, dat enkele scholen van driejarigen cursus tot
een vijfjarigen worden uitgebreid, indien daartoe vol
doende grond bestaat in bet toenemend getal der
leerlingen en de ligging en belangrijkheid der gemeente.
Toeneming vafl. het getal der leeraren is alleen toe
te schrijven aan de uitbreiding van enkele scholen
en aan de aanzienlijke vermeerdering van het getal
leerlingen, die splitsing van al de groote klassen in
parel-afdeelingen noodzakelijk maakt. De aanmer
king van enkele leden, dat niet genoeg op de zede
lijkheid der leeraren wordt gelet, meent de minister
onbeantwoord te mogen laten, zoolang hem geen ge
paalde feiten worden ter kennis gebracht, waarop
zoodanige beschuldiging rust. Aangaande eene on
gunstige ondervinding, bij de toelatingsexamens a'an
het Instituut der marine en bij //onderscheidene
andere" opgedaan omtrent de taalkennis van de leer
lingen der hoogere burgerscholen, is den minister
niets bekend. Hij zou te meer geneigd zijn om aan
de gegrondheid van het medegedeelde beteffende het
verwaarloozen der Nederlandsche taal te twijfelen,
omdat de eindexamens der hoogere burgerscholen
iuist hebben doen zien dat, zoo al de kennis van
vreemde talen te wenschen overliet, die van de Ne
derlandsche taal allezins voldoende mocht geacht
worden. Dat zich zeker antagonisme tusschen de
scholen van middelbaar onderwijs cn die van meer
uitgebreid lager onderwijs zou vertoonen, was te Ver
wachten. Dat die scholen zouden worden gedóod
door de aanmpediging vau het middelbaar onderwijs,
is volstrekt niet de bedoeling; integendeel, aan nage
noeg alle hoogere burgerscholen worden voor de toe-
latiug kundigheden geeischt, die, slechts aan eene
school voor tjeer uitgebreid lager onderwijs te ver-
krijgen zijn. De vraag of de Regeering alleen subsi'
die wil toekennen voor hoogere burgerscholen in
dien het schoolgeld tot f60 werd verlaagd, heeft zich
tot dusverre niet voorgedaan. Dat dit niet als be
ginsel is aangenomen blijkt uit de subsidiën, toege
kend aan Amsterdam, waar een schoolgeld van 90,
aan Delft, waar f 70, en aan Dordrecht, waar in de
hoogere klassen f 72 wordt geheven
De leden, die opnieuw op vermindering van het
getal der inspecteurs van het middelbaar onderwijs
hebben aangedrongen meent de minister te mogen
verwijzen naar hetgeen daartegen bij behandeling der
begrootingen vooe 1869 en 1870 schriftelijk en mon
deling is in 't midden gebracht. Het is een dwaas
begrip, dat de omvang der werkzaamheden dier amb
tenaren zoozeer zou zijn verminderd nu de meeste
scholen in werking zijnden tijd, dien zij aanvanke
lijk noodig hadden voor de organisatie, kunnen zij
thans besteden voor het eigenlijk toezicht.
Ook is de minister van oordeel, dat het verkieslijk
ware geweest de Politechnische school te Amsterdam
te plaatsen, maar nu zij eenmaal te Delft gevestigd
is, schijnt overplaatsing bedenkelijk.
Van de beschouwingen nopens het landbouwkundig
onderwijs heeft de minister met belangstelling kennis
genomen en gaarne zal hij daarop letten, wanneer
tot de regeling van het landbouwonderwijs, van Rijks
wege te geven, wordt overgegaan, waartoe naar hem
voorkomt de tijd nog niet gekomen is. Bij die gele
genheid zal ook het vraagstuk der vereeniging van
de landbouwschool met de veeartsenij kundige instel
ling, welke vereeniging door sommigen wordt voor
gestaan, door andeien afgekeurd, ter beslissing zal
moeten komen.
Bij het stelliige voornemen om geene nieuwe Rijks
scholen voor middelaar onderwijs te openen acht de
minister het wenschelijk om door toekenning van en
kele Rijkssubsidiën nog te voldoen aan de behoeften
aan goed geregeld middelbaar onderwijs, die zich in
sommige gemeenten doen gevoelen. Meer en meer
wenschen de ouders, in de overtuiging dat zoodanige
kennis, als aan de hoogere burgerschool te verkrijgen
is, een hoofdvereischte voor hunne kinderen is om,
in welke betrekking ook, in de maatschappij vooruit
te komen, hen zoodanige school te laten bezoeken.
Ontbreekt daartoe in ae gemeente de gelegenheid,
dan ontstaat er, vooral ten behoeve van ben, wier
middelen hun niet toelaten hunne zoons naar elders
te zenden, groote behoefte aan eene hoogere bur
gerschool. De minister kan zich overigens wel veree
nigen met het gevoelen van hen, die het beter achten,
dat de aanzienlijker gemeenten meer op eigen wieken
drijven. Wat de middelbare scholen voor meisjes
betreft, de minister is er ver van verwijderd om,
zooals in het voorloopig verslag wordt gezegd, de
^kunstmatige uitbreiding der scholen" te willen be
vorderen. van regeeringswege is hoegenaamd niets
gedaan om tot oprichting van zoodanige scholen aan
te sporen; eenige gemeentebesturen hebben daartoe
besloten, indien het Rijk tegemoetkoming in de kos
ten wil geven. De minister wijst hier ook op het
besluit van den Amsterdamschen gemeenteraad, die
nog geen jaar geleden met overgroote meerderheid
een gelijk voorstel had verworpen tot oprichting van
zoodanige school. De voorloopige toezegging van
zoodanige subsidie aan de gemeente Rotterdam kan
vooreerst als vervallen worden beschouwd, daar de
gemeenteraad onlangs besloten heeft met de behan
deling dezer quaestie tot een gunstiger tijdstip te
wachten. De school te Arnhem hoopt men in
Januari 1871 te openen, indien althans het gevraagde
Rijkssubsidie van f 2000 wordt toegestaan. Andere
aanvragen zijn aanhangig.
De gunstige uitkomsten te Arnhem met eene
kweekschool voor onderwijzeressen verkregen, hebben
aanleiding gegeven om het daar gegeven voorbeeld
te Haarlem na te volgen, in de hoop even goed te
slagen. Mitsdien heeft het te Haarlem gevestigd de
partement der maatschappij tot Nut van 't Alge
meen besloten tot oprichting eener kweekschool, tot
het vormen van onderwijzeressen voor het gewoon
lager, het meer uitgebreid lager en het middelbaar
onderwijs, waarbij van de in die gemeente bestaande
inrichtingen van middelbaar onderwijs partij zou
worden getrokken.
Kunsten en Wetenschappen. De gebouwen van oud
heidkundige of kunstwaarde, welke thans uit dezen
begrootingspost worden onderhouden, zijn de vol
gende: de St. Janskerk te 's-Bosch, de Munsterkerk
te Roermond, de toren der voormalige Parochiekerk
te Breda, het monument te Soestdijk, de Gevan
genpoort 's Gravenhage, de Ruïne van Brederode,
het Muiderslot. Voorts worden daaruit bestre
den de kosten van aankoop eu onderhoud van
Hunnebedden, van herstelling der geschilderde kerk
ramen in de St.-Janskerk te Gouda. Insgelijks
strekt deze post tot het onderhoud van praalgraven
in de kerken en zal daaruit het monument te Hei-
Ügerlee worden onderhouden, terwijl alle verdere
uitgaven van dien aard ten laste van dezen post
komen. Het aanwezig zijn van een catalogus der
Koninklijke Bibliotheek, zooals in het voorl. verslag
wordt bedoeld, zou, ook nevens den volledig be-
staanden systomatischen, inderdaad zeer wenschelijk
wezen. Geheel daarvan overtuigd, heeft het bestuur
der Bibliotheek achtereenvolgens van elk gedeelte
der boekerij, dat eene omwerking onderging, eene
alphabetische lijst vervaardigd. Hiermede wordt naar
gelang van beschikbaren tijd voortgegaan en zoo
hoopt men ten slotte tot het verkrijgen van den
verlangden catalogus te geraken.
Niemand kan meer dan de Regeeriug overtuigd
zijn van de hoogst onvoldoende wijze, waarop de uit
stekende kunstschatten, welke zich in de Trippen
huizen bevinden, zijn geplaatst. Sedert jaren is zij op
verbetering bedacht, dusverre echter waren de bezwa
ren niet te overkomen. In den laatsten tijd evenwel
hebben zich eenige lichtpunten voorgedaan, en wel
licht is het tijdstip; waarop aan don tegonwoordigen
toestand een einde kau komen, niet ver meer ver
wijderd.
Ter voldoening aan den in 't verslag algemeen
kenbaar gemaakten wensch kan wordeu medegedeeld,
dat aan den onlangs (zie Staats-Courant van 18/19
September jl) benoemden directeur der Rijks-Acade
mie van beeldende kunsten, eene jaarwedde is toege
legd van f 4000, en aan elk der vier tegelijkertijd
benoemde hoogleeraren eene jaarwedde van f 2500.
Van de alzoo overblijvende som van f 6000 is een
gedeelte bestemd voor een nog te benoemen hoog
leeraar en het overige voor de bezoldiging van een
concierge en tot het aanschaffen van hulpmiddelen
by het onderwijs, enz.
Nederlandsche Staats-Courant en Staatsblad. Aan de
leden die zich weder verklaard hebben tegen het
raededeelen van politieke nieuwstijdingen in de Staats
courant, en die dit onnoodig achten omdat de ge
wone dagbladpers daarin voorziet, is waarschijnlijk
de meer gemaakte opmerking ontgaan, dat de mede-
deeling van nieuwstijdiDgen in de Staats- Courant niet
beschouwd moet worden als doel, maar hoofdzakelijk
als middel om aan dat blad door zijnen gemengden
inhoud eene grootere verspreiding te verzekeren,
opdat hetgeen de Regeering daarin meent te moe
ten openbaar maken, ook terstond in ruimeren kring
bekend worde. Sommige leden hebben op nieuw het
denkbeeld geopperd, dat in de Staats-Courant een
beknopt verslag behoorde gegeven te worden van
belangrijke handelingen van Provinciale Staten en
Gemeenteraden. Zoodanige mededeeling schijnt, gelijk
mede bij eene vorige gelegenheid werd aangemerkt,
meer eigenaardig tot de taak van provinciale en
plaatselijke bladen te behooren Voor de Staats-Cour ant
zouden daaraan gewichtige bezwaren verbonden zijn.
LAATSTE BER1C HTEN.
's-Gravbnhagb, 14 November. Bij koninklijk
besluit van 4 dezer is goedgekeurd het door de
Prov. Staten van Zuid-Holl. den l8ten November