rlours, 13 November. ParticulierDe Patrie iiolt mede dat te Bordeaux de Commune is gepro- de Gazette de France bestaat er oneenig- ttl tusschen de leden der regeering te Parijs te Tours over de leening. Men verwacht dA de voorwaarden dezer leening niet zullen bekrachtigd. VtE Gambetta heeft gisteren te Orleans een aan- '«ak gericht tot het Loire-leger, waarin hij zijn «baarheid betuigt en hulde brengt voor het Ibialde succes, waardoor eindelijk de overwin- weder onder de Fransche vanen was terug- °»acht. Gij hebt getoond, dat Frankrijk wel Ee van verslagen te zijn door den ongehoor- n tegenspoed, begreep te moeten antwoorden r een algemeenen en krachtigen aanval. Gij thans op den weg naar Parijs. Laat ons niet :eten dat Parijs ons wacht. Onze eer gebiedt Parijs te ontrukken aan de barbaren, die bedreigen met plundering en brand. Verdub- dan uw standvastigheid en uw ijver. Tot d n was de vijand uw meerdere, alleen door aantal zijner kanonnen, maar hij evenaarde h uw moed, noch uw opoffering;gij verkrijgt Ier die Fransche furie, die onzen roem over wereld verbreidde en wij zullen het vader- 1 helpen behouden. Met soldaten als gij zal republiek overwinnen, want na de organisatie verdediging, is zij thans in staat om de nati- wraak te verzekeren, usscl, 13 November. Volgens particuliere hten uit Tours, zal de heer Thiers, met goed- •ing van het Fransche Gouvernement, zijn ort betreffende zijne onderhandelingen met larck openbaar maken. mgs dienzelfden weg wordt gemeld,, dat de nten van Engeland, Oostenrijk en Turkije het Gouvernement aldaar hun leedwezen en ie verwondering over het afbreken dezer ïihandelingen hebben te kennen gegeven. De Indépendance meldt uit Lyon, dat Garibaldi Ssten dezer Macon is gepasseerd, van waar ich naar Saint Jean de Losne heeft begeven, zoons zouden hem s nachts met mobiele es en drie bataljons franc tireurs volgen, ixemburg, 13 November. De Staadsraad heeft adres overhandigd aan Prins Hendrik, waarin baarheid wordt betuigd voor de pogingen, igs in het werk gesteld om het land voor den >g te behoeden. In het adres wordt opnieuw wensch geuit van de Luxemburgers om hun hankelijkheid te handhaven, eisailles, 13 November. O/Jicieele berichten uit Duitsche hoofdkwartier.) Generaal VonderTann dt dat zijn verliezen den 9den dezer 42 ofli- 3n en 667 man aan dooden en gekwetsten ien bedragen. De vijand geeft in ziju ofticiëel iort een verlies van 2000 man op. it Les Errues voor Belfort wordt van heden eld dat Lisle sur Doubs eu Oherval den 14den r na kleine gevechten bezet zijn. De mobiele en zijn naar het Zuiden afgetrokken. De en onder de bruggen gelegd, zijn geledigd. franc-tireurs is niets te zien. Sedert twee ui sneeuwt het. lorciLce, 14 November De heei Ricasoli heeft kiezers te kennen gegeven dat hij besloten i zich uit het staatkundig leven terug te trek- sn. De senaatsleden San Marti no en Ajacini 1 ebben, namens onderscheiden senatoren en afge- 1 lardigden een erkiezingsprogramma uitgevaar- gd, ten gunste eener administratieve hervorming i decentraliseerenden geest. De heer Minghetti is van morgen naar Weenen eitrokken. De Opinione gelooft dat hij zijn diplo- natieke betrekking zal opgeven om zijn plaats de Kan er te hernemen. Weenen, 14 November. De Presse geeft een auwkeurig uittreksel van de Russische nota, waarbij de bepalingen van de overeenkomst van S56 over het aantal Russische schepen in de wartü Zee, w orden opgezegd. De Russische nota egt ten sloite dat tevens den Sultan zijn volle re onafhankelijkheid en zelfstandigheid wordt eruggegeven. De andere bepalingen van het trac ht van Parijs zullen hierdoor ui ets van haar racht verliezende Russische Regeering is echter fcreid met de overige Mogendheden, die het ver- hag onderteekend hebben, in onderhandeling te reden, in geval dit voor de herziening of ook 'echts tot bevestiging der bepalingen van genoemd erdrag gewenscht mocht worden. Londen, 14 November. De Times sprekende •ver de circulaire van prins Gortschakoff, zegt >iet te gelooven dat Engeland in de herziening r&n het tractaat van 1855 zal toestemmen. De olitiek van het vereenigde Duitschland zal de uitbreiding van Rusland door de Westersche Mogendheden in 1854 belet, niet gedoogen. Als Rusland op vriendschappelijke wijze goede rede nen weet aan te voeren voor de herziening van het tractaat, is Europa bereid er naar te luis teren. Volgens berichten uit Parijs van 10 dezer is het dagelijksch rantsoen vleesch bepaald op 50 grammen. De Franschen hebben een nieuwe verschansing te Villejuif aangelegd, die met 20 stukken van zwaar kaliber is gewapendverder een schans tusschen Villejuif en Vitry, vóór welke loopgraven zijn gemaakt, zooals in der tijd vóór Sebastopol waren aangelegd. Het leger van Von der Tann wordt, nadat het versterking heeft ontvangen, op 70,000 man ge schat. De tunuel te Nanteuil op den spoorweglijn van Parijs naar Orleans is ingestort. Volgens de Daily News is de heer Odo Russell op last van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken naar Versailles vertrokken. Brussel, 14 November. De Echo d'Arlon zegt dat reizigers, die van morgen zijn aangekomen, hebben bericht dat het bombardement van Thi- onville begonnen is eu dat de stad sinds gisteren in brand staat. De Indépendance beige bevat een dépêche uit Berlijn, waarin gezegd wordt dat Rusland meer malen vertrouwelijk had te kennen gegeven, dat de neutralisatie van de Zwarte Zee op den duur onhoudbaar was. De verklaring van het Russi sche Kabinet, waarvan dezer dagen in het tele gram uit Weenen gewag is gemaakt, schijnt al leen dit punt te betreffen. Rusland heeft volstrekt Diet de herziening van den afstand van grondge bied, bij het tractaat van 1856 bepaald, geëischt. Marktberichten. Amsterdam, 14 November. Rogge, stemming /6 hooger; Petersburg 1S6,187,18S, 190,193,1195; c. z/k. Galatz 200, 202, 205; Taganrog 191, 192 c. z./k. Levering, stemming ƒ6 hoogerNovember 194 Maart 204, 205, 206, 207; Mei 208, 209, 211, 210. Boekweit, stemming onveranderd. Raapolie 6 weken 49%; vliegend 48%; December 47%, 4S; Mei 45, 45%. Lijnolie, 6 weken 32%; vliegend 31%; najaar 31, 31%; voorjaar 32%, 32%. STATEIV-GENERAAL. STAATSBEGKOOTHVG. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft ge antwoord op het afdeelingsverslag nopens zijn De partement. Aan dat zeer uitgebreide stuk, 46 pag. folio, behalve de Bijlagen, ontleenen wij de volgende hoofdpunten Voor een pijnlijken indruk dien het eindcijfer der begrooting schijnt gemaakt te hebben, bestaat, naar de meening des Ministers evenmin aanleiding, als zijnerzijds tot het vergoelijken eener nadeelige uit komst." Van vergoelijking kan bij toelichting of ver dediging zijner begrooting alleen sprake zijn wanneer schuldbesef voorafgaat, betgeen hier geenszins het geval is. De elf ton toch die meer gevraagd zijn voor 1871, zouden, indien ze niet op de begrooting gebracht waren, de rechtmatige ontevredenheid van de Kamer hebben opgewekt. Zij toch heeft die uitgaven gewild toen zij de verbetering van de haven te Harlingen de meerdere uitgaven van ruim f 500,000 voor de Amsterdamsche Kanaalmaatschappijde krachtige voortzetting van de verbetering van den nieuwen waterweg te Rotterdam naar zee, heeft verlangd of goedgekeurd. Spaarzaamheid is niet alleen eene deugd ïu ons staatsbestuur, maar noodzakelijk. De Minister heeft het nooit betwist, allerminst dit jaar vergeten. Leidt zij tot verwaarloozing van de eischen van het publiek belang, dan zou zij leiden tot verzuim. Die eischen vorderen uitgaven, onvermijdelijke uitgaven, waarover alleen dan mag geklaagd worden, wanneer ze zonder noodzakelijkheid worden geraamd en toe gestaan. Of door de oprichting van een afzonderlijk Depar tement voor Openbare werken de spaarzaamheid in 's lands uitgaven zou worden bevorderd, betwijfelt de Minister ten sterkste. hosten van het Departement. De afdeeling Nijver heid kan niet worden gemist. De uitvoering van de wetten, alle van jonge dagteekening, op het vervoer van landverhuizers, den ijk, de staatspolitie op het stoomwezen, vordert arbeid te zeer onderscheiden van dien der afdeeling Binnenlandsch Bestuur dan dat deze afdeelingen zouden kunnen worden vereenigd, zoolang men prijs stelt op nauwkeurige uitvoering der bedoelde wetsbepalingen. Kosten van het bestuur der provinciën. Hoezeer art 2 der Grondwet het vereenigen en splitsen van pro vinciën bij de wet toelaat, moet er naar het oordeel van den Minister eene bepaalde noodzakelijkheid be staan om tot zoodanigen maatregel te besluiten. Uit het langdurig bestaan der provinciën hebben zich eigen aardige provinciale belangen ontwikkelt, die een af zonderlijk beheer eischen, en die men niet zonder noodzaak ter zijde kan stellen. Opheffing eener pro vincie en hare vereeniging met eene of meer audere provinciën, zou bij de ingezetenen veel tegenkanting ontmoeten, daar deze zoowel door historische berin- neringen als door de ondervinding, dat hunne be langen door een eigen bestuur ijverig behartigd wor den, aan het voortdurend bestaan hunner provincie zeer gehecht zijn. Medische politie. De klachten van eenige leden over de, naar hunne meening minder goede werking der geneeskundige wetten en hun minder gunstig oordeel over de jaarverslagen betreffende het geneeskundig Staatstoezicht enz., worden telken jare in de voorloo- pige verslagen over de Staatsbegrooting herhaald. Na de in het algemeen zeer gunstige verslagen door de Commissie uit de Kamer uitgebracht over de jaar verslagen over 1S66, 1867 en 1868, waarmede de Kamer heeft ingestemd, meent de Minister zich daar door ontslagen te mogen rekenen van de wederleg ging der herhaaldelijk aangevoerde, herhaaldelijk be antwoorde, trouwens zeer algemeene grieven. Dat de veewagens van de spoorwegmaatschappijen, die in verbinding staan met het buitenland, aanlei ding zouden kunnen geven tot het overbrengen van besmetting heeft dadelijk de aandacht der Regeering getrokken. De maatschappijen zijn uitgenoodigd hunne veewagens onmiddellijk na terugkomst uit het bui tenland te desinfecteren en door alle wordt daaraan behoorlijk gevolg gegeven. Ten overvloede wordt daarop van Regeeringswege toezicht gehouden. Waterstaat en publieke werken. Het is duidelijk, dat de algemeene wet op den waterstaat, bij art. 91 der Grondwet bedoeld, ten aanzien van eenige onder werpen slechts hoofdregels zal bevatten, die dan nader bij algemeene maatregelen van inwendig bestuur of provinciale verordeningen, in bijzonderheden zullen uitgewerkt worden. Bij het stellen dier hoofdregels moet intusschen hunne uitwerking en toepassing in bijzonderheden reeds dadelijk worden overzien. Dit vereischt bij het ontwerpen veel overleg en onderzoek. Desniettenin hoopt de Minister binnen een niet te lang tijdsverloop, door meer dan beloften te toouen dat hem de zaak ernst is. Het denkbeeld om het onderhoud van rivieren door oprichting van waterschappen te regelen, is niet nieuw. Het kau echter alleen toepassing erlangen voor die rivieren, welke hoofdzakelijk tot afvoer van water dienen; een waterschap is toch eene vereeniging van landen, die een gemeenschappelijk belang van water- keering of uitwatering hebben. De zorg voor de belangen der scheepvaart behoort niet tot de taak van een waterschapsbestuur. Concessionarissen van stoombootdiensten maken van de rivier geen ander gebruik, dan waartoe zij bestemd is, nl. om te dienen als openbaren vaarwegen de gevolgen van dit regt- matig en geoorloofd gebruik op de aan rivieren ge legen landen, kunnen niet voor rekening der conces sionarissen komen, maar behooren tot de lasten en gevaren, waaraan alle oeverlanden doqr hunne na tuurlijke ligging onderworpen zijn. \Vordt het aan hangig wetsontwerp betreflende d$ openbare middelen van vervoer tot wet verheven, dan zal de regeling van het politietoezicht op het verkeer en het gebruik der vaarwegen, bij algemeenea maatregel ran inwen dig bestuur geregeld worden. Er kan moeielijk uit zicht worden gegeven op vermindering van de be grooting voor rivierverbetering in de eerstvolgende jaren. Sinds jaren toch was de zaak der rivierverbe tering bijna geheel uit het oog verloren, waaruit later grootere geldelijke offers voortsproten. Naar aanleiding van den wensch, door de Tweede Kamer in het vorig jaar geuit, gaf de minister toen reeds de aanvankelijke toezegging om het eindcijfer der ramingen van aan te besteden werken publiek te maken, thans keurt men meer algemeen den sedert ingevoerden maatregel af. Intusschen ,is de minister over de werking van den maatregel tevreden, en heeft het voornemen niet daarop terug te komen. Nopens eene nadere regeling van het beheer onzer rivieren is de minister reeds sedert eenigen tijd met de hoofdambtenaren van den waterstaat in overleg getreden. De minister herhaalt hier dat de gebouwen op het Binnenhof zeer slecht zijn, maar dat, als hij de verbouwing mocht voortdragen, hij in het gelijk tijdig aanwijzen der daartoe beschikbare middelen niet zal achterblijven. De minister vertrouwt zich ontheven te achten van de verplichting, om nogmaals te gaan betoogen in welke mate het algemeen belang bij de verbete ring der haven te Middelhcrnis is betrokken. Hij zou niet anders kunnen doen dan herhalen, hetgeen door zijne voorgangers is gezegd, en waarna hij reeds in de Memorie van Toelichting verwees. De post voor nader te verlangen subsidien bedroeg voor 1863 eene som van 30.000 op de volgende begrootiQgen, tot en met die voor het jaar 1869, werd daarvoor niet meer dan f 10.000 uitgetrokken. De minister heeft die som tot op /'4000 verminderd, welk cijfer op de begrooting voor het loopende jaar is toegestaan en ook'op die voor 1871 is uitgetrok ken. Hij meent in dit opzicht zoo ver mogelijk te zijn gegaan, en moet tegen nog meer vermindering, en vooral tegen het geheel vervallen van dien post, ernstig bezwaar maken. Voor zoover tot nu toe., termijnen van oplevering van onderdeelen van bet werk dej doorgraving van Holland verschenen, was door de maatschappij, zelfs meer dan bepaald was, aan hare verplichtingen vol daan. In verband met den loop van het werk behoeft er, immers voor het" oogenblik, geen vrees te bestaan, dat de hoofden en sluizen aan de Noordzee, niet op de tijdstippen door de regeering goedgekeurd, gereed zouden zijn. ONDERWIJS. Hooger onderwijs. Het is het bepaaldelijk voor nemen van den min. eerlang een gewijzigd wets-ont- werp tot regeling van het hooger onderwijs aan de Kamer aan te bieden, daar zijns inziens de publieke opinie ruimschoots gelegenheid heeft gehad, en deze ook niet ongebruikt liet, om zich over de hoofdpun ten dier regeling te verklaren. Middelbaar onderwijs. Niet zonder bevreemding heeft de min. de opmerking geleden, dat ook deze begrooting het bewijs levert, dat in de uitgaven voor de Rijks hoogere burgerscholen weelde heerscht. l^ot vermeerdering van het thans aanwezige getal van 17 Rijksscholen bestaat geen voornemen. De eenige uitbreiding, die, naar het oordeel van den minister, nog aan de Rijksscholen zou zijn te geven, bestaat daarin, dat enkele scholen van driejarigen cursus tot een vijfjarigen worden uitgebreid, indien daartoe vol doende grond bestaat in bet toenemend getal der leerlingen en de ligging en belangrijkheid der gemeente. Toeneming vafl. het getal der leeraren is alleen toe te schrijven aan de uitbreiding van enkele scholen en aan de aanzienlijke vermeerdering van het getal leerlingen, die splitsing van al de groote klassen in parel-afdeelingen noodzakelijk maakt. De aanmer king van enkele leden, dat niet genoeg op de zede lijkheid der leeraren wordt gelet, meent de minister onbeantwoord te mogen laten, zoolang hem geen ge paalde feiten worden ter kennis gebracht, waarop zoodanige beschuldiging rust. Aangaande eene on gunstige ondervinding, bij de toelatingsexamens a'an het Instituut der marine en bij //onderscheidene andere" opgedaan omtrent de taalkennis van de leer lingen der hoogere burgerscholen, is den minister niets bekend. Hij zou te meer geneigd zijn om aan de gegrondheid van het medegedeelde beteffende het verwaarloozen der Nederlandsche taal te twijfelen, omdat de eindexamens der hoogere burgerscholen iuist hebben doen zien dat, zoo al de kennis van vreemde talen te wenschen overliet, die van de Ne derlandsche taal allezins voldoende mocht geacht worden. Dat zich zeker antagonisme tusschen de scholen van middelbaar onderwijs cn die van meer uitgebreid lager onderwijs zou vertoonen, was te Ver wachten. Dat die scholen zouden worden gedóod door de aanmpediging vau het middelbaar onderwijs, is volstrekt niet de bedoeling; integendeel, aan nage noeg alle hoogere burgerscholen worden voor de toe- latiug kundigheden geeischt, die, slechts aan eene school voor tjeer uitgebreid lager onderwijs te ver- krijgen zijn. De vraag of de Regeering alleen subsi' die wil toekennen voor hoogere burgerscholen in dien het schoolgeld tot f60 werd verlaagd, heeft zich tot dusverre niet voorgedaan. Dat dit niet als be ginsel is aangenomen blijkt uit de subsidiën, toege kend aan Amsterdam, waar een schoolgeld van 90, aan Delft, waar f 70, en aan Dordrecht, waar in de hoogere klassen f 72 wordt geheven De leden, die opnieuw op vermindering van het getal der inspecteurs van het middelbaar onderwijs hebben aangedrongen meent de minister te mogen verwijzen naar hetgeen daartegen bij behandeling der begrootingen vooe 1869 en 1870 schriftelijk en mon deling is in 't midden gebracht. Het is een dwaas begrip, dat de omvang der werkzaamheden dier amb tenaren zoozeer zou zijn verminderd nu de meeste scholen in werking zijnden tijd, dien zij aanvanke lijk noodig hadden voor de organisatie, kunnen zij thans besteden voor het eigenlijk toezicht. Ook is de minister van oordeel, dat het verkieslijk ware geweest de Politechnische school te Amsterdam te plaatsen, maar nu zij eenmaal te Delft gevestigd is, schijnt overplaatsing bedenkelijk. Van de beschouwingen nopens het landbouwkundig onderwijs heeft de minister met belangstelling kennis genomen en gaarne zal hij daarop letten, wanneer tot de regeling van het landbouwonderwijs, van Rijks wege te geven, wordt overgegaan, waartoe naar hem voorkomt de tijd nog niet gekomen is. Bij die gele genheid zal ook het vraagstuk der vereeniging van de landbouwschool met de veeartsenij kundige instel ling, welke vereeniging door sommigen wordt voor gestaan, door andeien afgekeurd, ter beslissing zal moeten komen. Bij het stelliige voornemen om geene nieuwe Rijks scholen voor middelaar onderwijs te openen acht de minister het wenschelijk om door toekenning van en kele Rijkssubsidiën nog te voldoen aan de behoeften aan goed geregeld middelbaar onderwijs, die zich in sommige gemeenten doen gevoelen. Meer en meer wenschen de ouders, in de overtuiging dat zoodanige kennis, als aan de hoogere burgerschool te verkrijgen is, een hoofdvereischte voor hunne kinderen is om, in welke betrekking ook, in de maatschappij vooruit te komen, hen zoodanige school te laten bezoeken. Ontbreekt daartoe in ae gemeente de gelegenheid, dan ontstaat er, vooral ten behoeve van ben, wier middelen hun niet toelaten hunne zoons naar elders te zenden, groote behoefte aan eene hoogere bur gerschool. De minister kan zich overigens wel veree nigen met het gevoelen van hen, die het beter achten, dat de aanzienlijker gemeenten meer op eigen wieken drijven. Wat de middelbare scholen voor meisjes betreft, de minister is er ver van verwijderd om, zooals in het voorloopig verslag wordt gezegd, de ^kunstmatige uitbreiding der scholen" te willen be vorderen. van regeeringswege is hoegenaamd niets gedaan om tot oprichting van zoodanige scholen aan te sporen; eenige gemeentebesturen hebben daartoe besloten, indien het Rijk tegemoetkoming in de kos ten wil geven. De minister wijst hier ook op het besluit van den Amsterdamschen gemeenteraad, die nog geen jaar geleden met overgroote meerderheid een gelijk voorstel had verworpen tot oprichting van zoodanige school. De voorloopige toezegging van zoodanige subsidie aan de gemeente Rotterdam kan vooreerst als vervallen worden beschouwd, daar de gemeenteraad onlangs besloten heeft met de behan deling dezer quaestie tot een gunstiger tijdstip te wachten. De school te Arnhem hoopt men in Januari 1871 te openen, indien althans het gevraagde Rijkssubsidie van f 2000 wordt toegestaan. Andere aanvragen zijn aanhangig. De gunstige uitkomsten te Arnhem met eene kweekschool voor onderwijzeressen verkregen, hebben aanleiding gegeven om het daar gegeven voorbeeld te Haarlem na te volgen, in de hoop even goed te slagen. Mitsdien heeft het te Haarlem gevestigd de partement der maatschappij tot Nut van 't Alge meen besloten tot oprichting eener kweekschool, tot het vormen van onderwijzeressen voor het gewoon lager, het meer uitgebreid lager en het middelbaar onderwijs, waarbij van de in die gemeente bestaande inrichtingen van middelbaar onderwijs partij zou worden getrokken. Kunsten en Wetenschappen. De gebouwen van oud heidkundige of kunstwaarde, welke thans uit dezen begrootingspost worden onderhouden, zijn de vol gende: de St. Janskerk te 's-Bosch, de Munsterkerk te Roermond, de toren der voormalige Parochiekerk te Breda, het monument te Soestdijk, de Gevan genpoort 's Gravenhage, de Ruïne van Brederode, het Muiderslot. Voorts worden daaruit bestre den de kosten van aankoop eu onderhoud van Hunnebedden, van herstelling der geschilderde kerk ramen in de St.-Janskerk te Gouda. Insgelijks strekt deze post tot het onderhoud van praalgraven in de kerken en zal daaruit het monument te Hei- Ügerlee worden onderhouden, terwijl alle verdere uitgaven van dien aard ten laste van dezen post komen. Het aanwezig zijn van een catalogus der Koninklijke Bibliotheek, zooals in het voorl. verslag wordt bedoeld, zou, ook nevens den volledig be- staanden systomatischen, inderdaad zeer wenschelijk wezen. Geheel daarvan overtuigd, heeft het bestuur der Bibliotheek achtereenvolgens van elk gedeelte der boekerij, dat eene omwerking onderging, eene alphabetische lijst vervaardigd. Hiermede wordt naar gelang van beschikbaren tijd voortgegaan en zoo hoopt men ten slotte tot het verkrijgen van den verlangden catalogus te geraken. Niemand kan meer dan de Regeeriug overtuigd zijn van de hoogst onvoldoende wijze, waarop de uit stekende kunstschatten, welke zich in de Trippen huizen bevinden, zijn geplaatst. Sedert jaren is zij op verbetering bedacht, dusverre echter waren de bezwa ren niet te overkomen. In den laatsten tijd evenwel hebben zich eenige lichtpunten voorgedaan, en wel licht is het tijdstip; waarop aan don tegonwoordigen toestand een einde kau komen, niet ver meer ver wijderd. Ter voldoening aan den in 't verslag algemeen kenbaar gemaakten wensch kan wordeu medegedeeld, dat aan den onlangs (zie Staats-Courant van 18/19 September jl) benoemden directeur der Rijks-Acade mie van beeldende kunsten, eene jaarwedde is toege legd van f 4000, en aan elk der vier tegelijkertijd benoemde hoogleeraren eene jaarwedde van f 2500. Van de alzoo overblijvende som van f 6000 is een gedeelte bestemd voor een nog te benoemen hoog leeraar en het overige voor de bezoldiging van een concierge en tot het aanschaffen van hulpmiddelen by het onderwijs, enz. Nederlandsche Staats-Courant en Staatsblad. Aan de leden die zich weder verklaard hebben tegen het raededeelen van politieke nieuwstijdingen in de Staats courant, en die dit onnoodig achten omdat de ge wone dagbladpers daarin voorziet, is waarschijnlijk de meer gemaakte opmerking ontgaan, dat de mede- deeling van nieuwstijdiDgen in de Staats- Courant niet beschouwd moet worden als doel, maar hoofdzakelijk als middel om aan dat blad door zijnen gemengden inhoud eene grootere verspreiding te verzekeren, opdat hetgeen de Regeering daarin meent te moe ten openbaar maken, ook terstond in ruimeren kring bekend worde. Sommige leden hebben op nieuw het denkbeeld geopperd, dat in de Staats-Courant een beknopt verslag behoorde gegeven te worden van belangrijke handelingen van Provinciale Staten en Gemeenteraden. Zoodanige mededeeling schijnt, gelijk mede bij eene vorige gelegenheid werd aangemerkt, meer eigenaardig tot de taak van provinciale en plaatselijke bladen te behooren Voor de Staats-Cour ant zouden daaraan gewichtige bezwaren verbonden zijn. LAATSTE BER1C HTEN. 's-Gravbnhagb, 14 November. Bij koninklijk besluit van 4 dezer is goedgekeurd het door de Prov. Staten van Zuid-Holl. den l8ten November

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3