N°. 3272 Dinsdag 11 October. Schuld en Boete. A°. 1870. Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". t VI >n<J( LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden Franco per post. Afzonderlijke Nommers ƒ3.00. 3.85. 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagei, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENXIEN. Voor iederen regel.0.15. Grootere letter» naar de plaatsruimte die lij beslaan. Lelden, ÏO October. iettegenstaande wij de aandacht vestigden op vergadering van het Leesmuseum, waarin de unmissie, die in Januari benoemd was, rapport uitbrengen eQ een voorstel indienen, zwegen over hetgeen in die vergadering verhandeld Wij vinden het niet aangenaam te zeggen, il het voorstel om overwegende redenen, de edkeuring der vergadering niet had mogen igdragen, en dus de ijverige bemoeiingen van Commissie tot niets hadden geleid. Daar ons ijgen bij enkelen bevreemding scheen te wek- o, vermelden wij dit treurig resultaat. Wij eezen dat hiermede alle uitzicht op verbetering weggenomen, en dat, indanks den goeden wil m liet bestuur, ons Leesmuseum zijn kwijnend istaan zal rekken, totdat het sterft, tenzij zich ter, misschien onverwacht, eene gunstige gele- mheid tot verplaatsing en reorganisatie mocht .nbieden, waarop wij bijna niet meer hopen irven, daar alles reeds is beproefd. Het onderhoud er. de vernieuwingen, gedurende |ua vijf jaren, van de werken aan den Leid- tiendam, ten laste der gemeente Delft, is aan- nomen door den heer J. Van Tilburg, te Stomp- ijk, voor ƒ3700, en dat van de werken aan den ïidschendam en langs de Zuidvliet, ten laste ,n Delft en Leiden, door de heeren W. F. C. chaap en T. B. Huurman te Delft, voor 4075. In den avond van 3 October jl. werd aao een eisje op den openbaren weg onder de gemeente leterwoude met geweld ontnomen 1 rood kora- b halsketting met gouden slot en een gouden lofdplaatje. De beide daders waren ongeveer de n 60 jaren en de ander veel jonger. De officier justitie te Leiden verzoekt opsporing, aan- uding en bericht. eroepen bij de Herv. gemeente te Maassluis, W. Zegers, pred. te Alphen ajd. Rijnte armond, Ds. E. A. G. Van Hoogenhuyze, pred. |eHeino. "Door den heer commissaris des Konings in dit gewest zijn bij besluit van den 29 September jl. t zetters van Js Rijks directe belastingen voor gemeente Aarlanderveen benoemd de heeren: S. Ponsioen, L. Zeijerveld, A. Dam Sr. en J. an1 Dam Szn. Z. M. de Koning zal heden de stad Deventer ïzoeker. Ook te Doesburg en Arnhem wordt Z. M. ver acht, tot inspectie van het garnizoen. De stoomvaart van den Moerdijk op N.-Ame- rika, op de wenschelijkheid van welker daarstel- ling voor Nederl. rekening in het breede door de Dordrechtsche kamer van koophandel en fa brieken gewezen is, erlangt nu van Rotterdam! sche zijde een begin van uitvoering. Het Amerik. raderstoomschip St.-Jago de Cuba, van 1S00 ton nen, is te Dordrecht Vrijdag-middag aangekomen tot herstel van een defekt aan de machine, en zal, na herstelling, naar den Moerdijk vertrekken, om daar voor N.-Amerika beladen te worden. De oorspronkelijke bestemming was Rotterdam, doch die plaats was niet bereikbaar, weshalve men nu de lading in lichters van daar naar den Moerdijk zal overbrengen. [Dord. Cl.) De nicht van den ex-keizer Napoleon, prinses lathilde, Woensdag in de residentie aangekomen, Zaterdag vertrokken, heeft die dagen bij H. de koningin op het huis ten Bosch doorgebracht. Het tweede blad van de Kölnische Zeitung van he rn behelst deze telegram: 's-Gravekhage, 8 October. Prins Napoleon en rinses Mathilde zijn hier aangekomen, eerstge- oemde begeeft zich vervolgens naar Londen. Vrijdag-avond hield de Internationale Vredebond eene talrijke bezochte vergadering, die ook door dames werd bijgewoond, in het lokaal de Keiiers- kroon te Amsterdam, waarin het bestuur zijne functiën aanvaarde, een votum van dank aan de oprichters en de voorloopige commissie gebracht en vervolgens eene discussie werd gevoerd, die tot het volgende terug te brengen is. De vraag, vooral met het oog op den arbei denden stand, of men ook leden zonder contributie zou toelaten werd breedvoerig besproken en op gelost in dien zin, dat eene contributie, hoe ge ring dan ook zou geheven worden. Met buitenge meen genoegen werd ontwaard, dat een aantal werklieden in flinke en gezonde taal een woordje meespraken. De Bond zou, volgens beslissing bij meerder heid van stemmen geen officieel orgaan kiezen uit de opgerichte bladen aan den vrede gewijd. De wensch van een der sprekers om staande de vergaderidg een adres aan den Koning te ont werpen in den geest van dat van Goes, betref fende 's Konings prerogatief om oorlog te verkla ren en vrede te sluiten, werd op verzoek van den voorzitter tot nader aangehouden, daar dit punt een rijp en nauwgezet onderzoek ten volle waardig was. Ten slotte verdedigde de heer Zeeman in eenige algemeene stellingen der algemeene dienstplioht; hij deed dit in indrukwekkende taal, maar be streed dan ook tegelijkertijd 's Konings bevoegd heid om buiten de volksvertegenwoordiging oor log te verklaren. Zoo zeide spr. o. a.„Wil men oorlogen, dan moet een ieder zonder uitzonde ring en niet de mindere man alleen, zijn bloed storten. In dien algemeene dienstplicht lag, vol gens spreker, op den duur wel degelijk een waarborg tegen oorlogvoeren, mits bij het volk en niet bij den Koning alleen het recht bestond van oorlogverklaring. Men heeft ergens den prijs van een pond menschenvleesch berekend en is tot de slotsom gekomen, dat die in den nu ge- voerden oorlog op 400 franken het pond moet geschat worden. Dit is eene leugen, want eene moeder stelt voor het leven van haar kind deü prijs van haar leven, een vader heeft elke drop pel bloed daarvoor over." Met eene warme opwekking om alles aan te wenden tot bevordering van vrede in huis, kerk en staat, besloot spr. zijn rede, waarmede ook de vergadering beëindigd werd. Asnstaanden Dinsdag ten 2 ure zal er bij Mevr_ de douairière Van der Oudermeulen eene groote bijeenkomst plaats hebben van het bestuur van het Roode Kruis, waarbij ook genoodigd zijn alle personen, die tot de ambulance te Saarbrücken hebten behoord en die Donderdag jl. alhier te ruggekeerd zijn. De ambulance bestond uit het volgend perso neel: baron Hardenbroek van Bergambacht, als commissaris en gedelegeerde van het Hoofdcomité het Roode Kruis, Dr. F. C. A. Dumortier, baron U. N. C. Van Tuyll van Serooskerkenmijnheer ën mevrouw Merkus; doctoren, de heerenKramer, Wurfbein, La Cave, Sleeswijk en Leenman allen van Amsterdamzie kenverplegers: P. J. Boogmans, 3. F. Nieuwenhuizen, H. W. J. Hemmes, H. Van Calsteren, A. C. Keil, C. Puplickhuizen, L. Van der Toorn, Van Gastel, A. Baan en L. Fles; zie kenverpleegsters: M. Boogmans, G. G. Mulders, W. C. De Groot, E. De Groot, A. De Leeuw, Heijinans, A. Kruthoffer, C. Kruthoffer, A. E. Gö- bel, J. G. Stock alhier, Groen van Rotterdam, Karste van Amsterdam, Busser, De Haan, Van Zweden en Von Kolkob van Groningen. Door de jury der tentoonstelling te Londen van voorwerpen, uitsluitend door werklieden vervaar digd, zijn de volgende Nederlauders reeds be kroond: J. F. Stracké, van Amsterdam, vooreen marmeren statuette; de Gebr. A. K. P. v. d. Bnrg, van Rotterdam, voor hout- en marmersta- len, modellen voor huisschildering, ieder een tweede prijs; N. B. T. Voorst, van Utrecht, voor een ketting uit éen stuk hout gesneden; D. Wee gewijs, van Amsterdam, voor een wit marmeren doopfont; C. H. Schmidt, van Rotterdam, voor een raamhor in eikenhout, renaissance stijl; H. C. Thibout, van Zwolle, voor een ingelegde salon tafel; en J. Souman, van Zwolle, voor een kamer schut met 3 slagen, gekapitonneerd met spiegel- paneelen, ieder met een derde prijs. Wij lezen in het Vaderland: „Onze reeds groote eerbied voor de mannen van het cijfer is zeer toegenomen bij de lezing, - neen, laat ons eerlijk zijn bij de inzage der derde aflevering van de algemeene statistiek van Nederland, uitgegeven door de Vereeniging voor de statistiek. We wisten niet dat de wetenschap van den statisticus zoo veelomvattend was, dat een lijst van 1531 Inlandsche planten tot de grond stoffen der statistiek behoort en dat haar beoefenaar de verdeelingen en onderverdeelingen der vier voetige, kruipende, vliegende en zwemmende dieren van Nederland even goed in zijn hoofd moet hebben als de beste zoöloog; ja, dat om, zooals het titelblad zegt, een „beschrijving te kunnen leveren van den maatschappelijken toestand van het Nederlandsche volk in het midden der negentiende eeuw" het noodig is dat zelfs de „voortdurend nieuw uit andere werelddeelen aangevoerde soorten van ornamenteele vogels," papegaaien, kanarievogeltjes e tutti quanli syste matisch ingedeeld, met latijnsche namen voorzien, worden genummerd en opgenoemd. Wanneer de Vereeniging voor de statistiek op deze wijze met hare beschrijving van Nederland voortgaat, zal ze ongetwijfeld een zeer volledig werk leveren, maar helaas, het tegenwoordig geslacht zal even weinig genot hebben van dat wetenschappelijk samenstel als van die andere reusachtige onderneming, het Nederlandsch Woor" denhoek." Bij beschikking van den Minister van Marine van den 6den dezer, n°. 39/30, is aan den ópper- schipper in het vaste korps dek- en onderofficie ren J. Jongmans en den lsten zeilmaker S. H. Vreeze, respectivelijk dienende op Zr. Ms. wacht schepen te Amsterdam en te Hellevoetsluis, toe gekend de gouden medalje voor vijftig jaren eer lijke en trouwe militaire dienst. Volgens eene telegraphische médèdeeling van den directeur des Messagëries knaritimes te Mar seille aan de 'Nederlandsche agenten van die maatschappij te Rotterdam, zal het vertrek der pakkëtboot die den 16dén October uit Marseille moest vertrekke», geën Voortgang hfebben. Hoewel dit bericht dóór eene kénuisgevdng van de Fran- sche aan de Nederlandsche postadministratie tot dus ver niet officieel is bevestigd, bestaat er echter geene de minste aatileiding om aan de jiiisthèid daarvan te twijfelen. Op grond daarvan wordt 'het publiek dus verwittigd dat er op dën llden October aanstaande, zijnde den aangekbndigden Vërtrekdag van de eerstvolgende Indische post, geehe verzending van brieven enz. naar Neder landsch Indië zal plaats vinden. Volgens een bericht van Zr. Ms. gezant te BerlijD, is bij besluit van 3 dezer het verbod van uit- en doorvoer van haver en zemelen, over de grenzen van Memel tot Saarbrücken, opgeheven." Volgens een bericht van Zr. Ms. consul-generaal te Lissabon, hééft de PortngeesChe regeering de opening der havens van Bissau en Cacheu in Portugèèsch Guinea, die op 1 Januari 1371 zonde plaats hëbben, volgens een besluit van 9 December 1869 Staals-courdnt 21 Januari jl.), uitgesteld tot aan het einde van 1871. Door den Nederlandschen consul-generaal te Londen is de heer F. Hammond aangesteld tot zijnen vice-consul te Deal. Amsterdam, 10 Oc'tóbèr. Naar men verneemt zal hèt koloniale stoomvaartuig Argus, zijne be stemming naar Oost-Tn'die dóór het Suez kanaal opvolgen. In de gisteren alhier gehouden vergadering der opgeröepen crediteuren van de fabriek van Stoom- en andere werktuigen onder directie Van de heeren Paul v. Vlisèingén eb Dudók van Heel alhier, is niemand in oppositie gekomen tegen het verleenen van surséance dat dan ook door de rechtbank provisioneel is toegestaan. 9.» ST0RISCHE EPISODE UIT DEN DUITSCHEN BEVRIJ DINGSOORLOG 1812—1814. NAAR HET HOOQDUITSCH VAN GOLO RA1MUND. [Vervolg.) «Dat ik een arm, bedrogen man ben," ant- 'oordde hij bijna onhoorbaar, „dat zij mijne efde verraden, mijne eer bevlekt heeft, dat zij luehte om mijn toorn te ontgaan;" mevrouw on Meringen sloeg in stomme verbazing en krik de handen ineen, zij begon de samenhang ier treurige geschiedenis te raden. Zij raapte brief op, die Slelbach had laten vallen en U'l side; maar gij hebt den brief niet geheel ge- :!en Albert, misschien vindt gij er nog ietsver- tchtends in, of dat tot verschooning of verzoening "n leiden." Hij lachte bitter: „verzachtends,verschoonends 10 av. teil -Tt Rifci Lr. in bespotting en verraad, in echtbreuk en plicht- vergeten? Lees gij hem, ik kan het niet; maar ik wil luisteren, ik wil die schande, dien smaad hooren uitspreken, die zelfs de herinnering aan de vroegere liefde vernietigd." Mevrouw Von Meringen was diep geschokt; de lichtzinnige vrouw had tot nog toe slechts de vreugde gekend, nu zag zij de smart en de droef heid in zijne geweldigste gedaante en grootte voor zich en moest er het hoofd voor buigen. Zij nam den brief en las: „Mijn geliefde, mijn eenige geliefde! ik noem u nog éénmaal zoo, hoewel mijn schuldig hart siddert als of het u schande aanbrengt, dat ik u zoo durf noemen, het is voor het laatst. Gij kooit en en ik vlucht, verre, Verre van u. Ik ben uwe vrouw niét meer die gij zoo vurig be mind hebt ik ben eene diep gevallene, eene ongelukkige, schuldige vrouw. Ik heb geen woord gehouden, ik heb de trouw vergeten, o, dat ik de liefde ook konde vergeten en het genoten geluk dat mij bij ons weerzien wenkte! Ik waag het niet om uwe vergeving te smeeken.rk ben u niét waardig; maar ik waag het God te bidden, dat hij uwe smart verzachte, dat hij u een nieufv geluk schenke. God is zoo genadig, Hij verhoort het gebed ook van de zondares. Hij zal uhet geloof weergeven aan liefde en trouw; slechts weinige zondigen zooals ik. Ik ben namenloos ongelukkig eu ellendig, want u, over wien ik schande en vertwijfling heb gebracht, u alleen behoort mijn hart, en het weet niets van mijne overtreding en heeft er geen deel aan. O, wend u niet van mij af, omdat ik, de diep gevallene het waag, u nog van mijne liefde te spreken. Ik had den moed niet om mijn schuldig hoofd tot u op te heffen, en uw blik vol verachting te zien; maar ik aanschouw uwe beeltnis, die lieve oogen die mij even zachtzinnig aaDzien als vroeger, toen ik alleen op de wereld stond en gij mij aan uw hart naamt. Ik zal uwe stem nooit meer hooren, ik ben alleen o zoo een zaam en nooit kan ik weer aan uw hart rusten. Ik moet eenzaam eu verlaten de wereld in, slechts het berouw vergezeld mij. Sta mij om den wil van mijn ellende toe, dat ik u toeroep;" ik bemin u eeuwig, onuitsprekelijk, ik, de zondares, de meineedige vrouw Als ik verneem dat gij op nieuw het geluk gevonden hebt, dat gij eene andere vrouw aan uw hart drukt, die iD uwe liefde leeft, die beter is dan ik, o, mijn Albert, dan ben ik verlost, en op mijne kniën zal ik Göd danken en gelooven dat 'het een teekeu zijner vergeving is. Mijne brieven aan u Waren geen onwaarheid ik blééf rein en onschuldig tot voor weinige maanden.mijt hart behoorde u steeds toe. De man die ik mijne eer opofferde is graaf Biihl, hij was mijn vriend God is mijn getuige dat ik jaren lang geen ander gevoel voor hem koesterde dan vriendschap. Tóen kwam het medelijden, de deelneming, de macht van het oogenblik en de golven der zonde hadden mijn geluk en mijne eer met iich medegevoerd eer ik tot bezinning kwam. [Wordl vervolgd). Het Ui. Dagblad geeft de volgende geschiedkundige her innering „Toen in 't begin van 1790 de bisschop van Straatsburg aan 't Duitsche rijk bescherming vroeg tegen de Fransche revolutie, die de rechten van die stad schond, las men in N°. 53 van den Monileur: De gevraagde hulp zal niet worden ge weigerd en men zegt algemeen dat de vertoogen van den bisschop, in verband met de klachlen door andere rijksstenden ingediend, die goederen in den Elzas bezitten, aanleiding zullen geven tot eene hcreeniging ven die landstreek met het Duitsëhe rijk, van welke zij nu is afgescheurd door eerzucht en waaraan ze nu zal worden teruggegeven volgens de beginselen van het volken recht. Zoo sprak de Monileur van 1790, ih de da gen der eerste glorierijke revolutie 1"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1