den Noord-Duitschen Bond en het daarop «even antwoord van graaf Von Bismarck van September jl. mede te deelen lijuheer de Graaf, het corps diplomatique, op oogenblik te Parijs aanwezig heeft mij opge ien aan uwe Excellentie te vragen, het in uis te stellen van den aanvang van het bom- Idement en het in de gelegenheid te stellen tlilk stad te verlaten. 3. i Het wenschte ook eenmaal 's weeks een uit- tj Itend diplomatiek koerrier te doen vertrekken, c- ider toe-Stemming van alle voorzorgmaatregelen j tlke Uwe Excellentie te dien einde meent te ïk^Bten nemen. Terwijl ik uwe Excellentie dezen i: 'dut '-len wensch overbreng, verzoek ik haar de ui loelens van hoogachting wel te willen aan- ial Irden, waarmede ik de eer heb te zijn, haar le Ir onderdanigeu en zeer gehoorzamen dienaar g i jules favre. uit lierop antwoordde de heer Von Bismarck. - I Ferrières 26 September 1S70. ie llijuheer de Minister 1 In antwoord op uw schrij- iad I, dat ik heden van uwe Excellentie de eer had botvangen, betreur ik dat militaire oorzaken mij tten nopens den tijd en den aard van den istaanden aanval op de vesting Parijs mede- lingen te doeri. Het toestaan van brievenwis- uit en naar eenebelegerde vesting ligt liet algemeen niet in de oorlogsgebruiken en wij desniettegenstaande de verzending van brieven van diplomatieke agenten, in zoo- hun inhoud uit een militair oogpunt tot n bezwaren aanleiding geeft, gaarne zullen aten, zoo kan ik toch niet de meening deelen evenmiu er naar handelen, van hen, die de tingwerken van Parijs gedurende hun bele- ng als het geschikte middelpunt beschouwen diplomatiek verkeer. Deze opvatting schijnt door die onzijdige mogendheden gedeeld te rden, welker vertegenwoordigers hun zetel r Tours verplaatst hebben. Intvang Excellentie de hernieuwde verzekering de uitstekende hoogachting waarmede ik de heb te zijn van Uwe Excellentie den gehoor- ïen dienaar. v. Bismarck. it Wilhelmshöhe wordt geschreven„Het joone weder dat wij thans hebben, stelt den eizer in de gelegenheid, uitstapjes te ma te voet, te paard of per rijtuig in onze ichtige omstreken. Keizer Napoleon ziet er best en krachtigst uit, als hij te paard zit. rigens schijnt het weder en de rust die de Izer geniet, ook op zijn gezondheid een gun- ;en invloed uit te oefenen. is op dit oogenblik een batterij rijdende lerie van het 11de artillerie-regiment gesta- uieerd, en de keizer heeft den wensch uitge- Rkt die in oogenschouw te mogen nemen. De erueur Graaf Monts stond dit toe, en beval bspectie. Dientengevolge was be batterij, zes ken geschut sterk, den 30stcn September op voorplein van de kazerne opgesteld en uit- ust, en de rijders achter het geschut. Ten 10 des morgens, stipt op het bepaalde uur, scheen de keizer, vergezeld vau den graaf ts, de kommandant van Wilhelmshöhe, rid- ister v. Gruiler, en zijn staf bestaande uit de ;ierenPrins Murat, Ney, Castelnau, Reille Douai, allen in burger kleeding. Se: )e keizer werd door den kommandant van de ter ijde majoor v. Spangenberg ontvangen en zich door hem tot in de minste bijzonder- len omtrent het geschut inlichten en vervol- excercitiën uitvoeren. De inspectie duurde ;eveer een halfuur. )e Norddeutsche Allgemeine Zeitung bevat het gende officieuse artikel„De generaal Ducrot, Sédan in Duitsche krijgsgevangenschap ge kt, had de gunst erlangd om in zijn eigen uig en zonder escorte een deel van den weg r Duitschland te mogen afleggen. Hij had tot einde zijn woord van eer gegeven dat hij zich een bepaald tijdstip te Pont a Mousson zou inden, om van daar verder naar Duitschland roerd te worden. Hij is, terwijl hij zijn woord eer vermoedelijk met eene jesuitische reservalio talis gaf, wel naar Pont a Mousson gereisd, maar volgens inplaats van naar zijne gelofte zich als de i gsgevangene aan te melden, naar Parijs gegaan, mneer nu daar, gelijk wij hooren, andere officie- naast en onder dezen eerlooze dienen, wanneer mand in het Parijsche leger zich om deze ver ing van het woord van eer schijnt te bekreu- dan geeft dit geen gunstig denkbeeld van begrip dat bij het Fransche leger aan- ude de eer heerscht en niemand zal het latuurlijk vinden, wanneer de Duitschers 'haan ten aanzien van hunne gevangenen, van diegenen welke de officiers-épauletten "gen, de voorzichtigheid raadplegen en geene bsten meer tegen verpanding van het woord eer toestaan. Dat voor het overige de tegen zijne plechtig leven belofte ontsnapte generaal, indien wij d weder mochten vangen, den kogel niet zal gaan, spreekt van zelf." Engeland, 'et Bonapartistisch dagblad dat te Londen Ier den titel van La Situation verschijnt behelst .871 lelij n vi veil eei iste: mi kkii djt lag, i ai sak- is. t pl t Vt 5! I 45 f 41 i p( p( il ie ernii lat iel ee ntri n v ersi r vi bei it, llezi die ei nd ieci ren nin w ig VI nmi de i kl, ia! r Ju! nseli ire Mijdi leem zouc slee! urer gy g.z'j bev bten aar Si" en, lijn le zij i en olgdi letterlijk het volgend vreemd manifest van Napo leon. De denkbeelden van den Keizer. Dadelijk na het afbreken van de onderhande lingen met den heer Jules Favie, zou de graaf Von Bismarck van deze onderhandelingen naar Wilhelmshöhe een nauwkeurig verslag gezonden hebben. De keizer zou zich vervolgens in zijn kabinet opgesloten hebben en denzelfden avond moet de heer De Castelnau naar het Pruisisch hoofdkwartier vertrokken zijn met de volgende nota, eigenhandig door den keizer geschreven: „Door mij dagelijks op de hoogte te houden van de gebeurtenissen, sedert den dag waai op de voorzienigheid mij noodzaakte mijn degen in des konings handen te stellen, schijnt de koning zich op zijn gevangene te beroepen omtrent de beproevin gen, welke de Pruisische legers aau Frankrijk doen ondervinden, krachtens een belang dat hij vermeent dat van Duitschland te zijn. „De mededeeling van den graaf versterkt inij in deze meening. Maar is de tijd voor mij wel reeds gekomen om op deze dubbele attentie te antwoorden door de uitdrukking van mijn geest? Tot den 4den Septem ber berustte de terughouding die ik sedert Sédan in acht nam op mijn vast besluit, aan de keizerin de volle v rijheid te laten om te handelen in den geest van het vaderland. Na den 4den September, kon ik mij niet ont houden den vurigen wensch te uiten, dat het Frankrijk, zelfs door mijne dynastie op te offe ren, uiocht gelukken de veroveraars buiten de natuurlijke grenzen terug te doen trekken. Door bij den graaf de stap te doen, waarvan het resultaat gemakkelijk te voorzien was, heeft men aan den oorlog zijn waar karakter ontnomen, meenende alzoo de verantwoordelijkheid van zich te werpen, van eene beweging welke mijn gouver nement juist vau oordeel was op zich te moeten laden. Dit was het met voeten treden van de beweeg redenen die men heeft om de aangeboden voor waarden niet aan te nemen, dit was vooral ver lamming van de nationale verdediging op het oogenblik dat zij een omvang, Frankrijk waar dig verkreeg. De graaf schijnt niet te begrijpen dat men de wapenstilstand heeft geweigerd, die noodig was voor de wederinstelling van een regelmatig gouver. nement; en hij is verbaasd dat geen enkel der machten die wettig bestaan, zich hebben doen hooren over hetgeen hij beschouwt als een be wijs van de gematigheid des konings. Niemand zal het een Fransc-hman euvel duiden, als hij een onvoorzichtigheid hersteld, door het weigeren van voorstellen die zoo weinig in ver houding staan met ons roemrijk verleden. Een tweegevecht als dat hetwelk tusschen Frankrijk en Duitschland wordt gevoerd kan slechts uitloopen op volkomen ondergang van een der beide tegenstanders of hunne nieuwe en op rechte verzoening. De graaf moet zich dan, voor alles afvragen of Duitschland meer belang heeft bij deu ondergang, dan bij eene alliantie met Frankrijk, en of, aan genomen de eerste stelling, Duitschland Frank rijk niet in staat acht om zijn redding in zijn wan hoop te zoeken, zelfs als Europa blijft volharden de onverschillige toeschouwer te zijn van een inval wier grenzen onbepaald zijn. Mijn onderhoud met den Koning geeft mij gegronde reden om te gelooven dat hij aan een bondgenootschap boven den ondergang van Frank rijk de voorkeur geeft; dat hij niet zeer gerust is over den uitslag van een tot het uiterste gedre ven worsteling en dat hij met juiste waarde de rechten schat, welke de volkomen kennis van de gevoelens door de verschillende Europeesche natiën gedurende den oorlog aan den dag gelegd, aan de beide nauw verbonden volken zouden geven. Indien dit werkelijk de bedoeling van den koning is, blijft er niets anders over dan de middelen aan te toonen om daartoe te geraken; maar behoort het wel tot de bevoegdheid van den overwonnene de verplichtingen te bepa len, die de overwinnaar kan in acht nemen opdat zijn edelmoedigheid niet zwaarder valle dan zijne eischen. Ik mag slechts den graaf in herinnering bren gen, dat men zich met heldhaftige handelingen nooit te vergeefs tot het Fransche volk wendt, maar dat men zeker kan zijn daarvan niets te verkrijgen indien men beproeft in zijn hart de snaren van het eigenbelang en der vrees te döen trillen, hartstochten waarvoor het in den grootsten tegenspoed welke de Voorzienigheid ons zendt, niet vatbaar is. „Geneigd eene nauwe en loyaale alliantie met Duitschland aan te gaan, zou Frankrijk de eerste zijn om te erkennen, dat eene linie van defensie tusschen de beide keizerrijken, beheerscht door vestingen geen reden van bestaan meer heeft. „Wat de opofferingen betreft die Frankrijk zich buitendien zou moeten getroosten, zij zou niet aarzelen zich daaraan te onderwerpen, van af het oogenblik dat men het zou toegeven de groote voordeelen die voor twee volken zouden voortspruiten uit een vrede waarin hun wil voor taan de eenige scheidsman zou zijn. „Op dezen grondslag, zouden de mogendheden, genoodzaakt zijn eene strikte reservé in acht te nemen zoolang Frankrijk de hoop op de over winning behoudt, een ernstige reden hebben om tusschen beide te komen. De oprechte en beknopte blootlegging van de waarheid heeft tusschen Fraukrijk en mij al tijd een sympathieken band gevestigd, die niets kan losrukken. Ik kan naar het mij voorkomt, voortaan de verzekering geven dat om den vrede mo gelijk te maken, onze eer onaangetast blijft door eene verzoening gegrond op de ontmanteling van de vestingen die daardoor van zelf overbodig zijn geworden, en op eene oorlogschatting. „Deze voorwaarden kunnen Frankrijk weer houden tot uitersten over te gaan, welke door een gril van het lot. aan de sociale orde van Europa den doodsteek zouden kunnen geven." „Door de ondervinding kennis verkregen heb bende van de verdeeldheden die Frankrijk ver scheuren, en bevrijdt van den geesel des oorlogs, zou Frankrijk niet aarzelen te erkennen, dat daar zijn rampspoed is toe te schrijven aan gebrek van poli tieke eensgezindheid, Fraukrijk voortaan zijn wel vaart moei verwachten van de strikte onschend baarheid zijner instellingen. „Deze overwegingen verliezen eiken dag van hun gewicht, vooral indien de koning aarzelt die in overweging te nemen, vóór den aanval op Parijs. De verschrikkelijke schok welke de voor zienigheid tusschen Duitschland eu Frankrijk ge doogde, kan eene flikkering hebben doen ontstaan die de vooruitgang zal aanwenden ten bate van het moreele eu materieele heil van Europamaar indien men er op blijft staan om eene oplossing te verwachten van de kracht, zal die schok on vermijdelijk rampzalig voor Duitschlani} en Frank rijk zijn. „napoleon." Wilhelmshöhe, 26 September 1870. Italië. Uit Florence wordt geschreven dat het bevel tot oproeping van het tweede gedeelte der in 1848 geboren dienstplichtigen in het begin der vorige week ingetrokken is, en dat misschien eerstdaags twee van de oudste lichtingen weder van de wer kelijke dienst ontslagen zouden worden. „Het schijnt dus zoo wordt verder uit die stad geschreven dat de krijgsmacht van 350,000 man, in Italië sedert twee maanden onder de wapenen gebracht, enkel bestemd was om tus- schenkomst vau het buitenland in onze inwen dige aangelegenheden des noods met geweld af te weren. Wel had ons gouvernement de on derscheiden mogendheden geraadpleegd en van haar de belofte van volkome onzijdigheid ver kregen alvorens het zijne troepen in den kerke- lijken staat zond; doch voorzichtigheidshalve moest het krachtige maatregelen nemen ten einde aan alle gebeurlijkheden het 'hoofd te kunnen bieden. Volgens l'Italie is de generaal De la Marmora gekozen om als commissaris des Konings het bewind in de laastelijk bezette provinciën van het pauselijk grondgebied te gaan voeren. Die keuze mishaagt aan de bewegingspartijzij wan trouwt den genoemden staatsman dewijl hij conservatief en kerkelijk gezind is. Intusschen heeft de heer Rattazzi, de leider der linkerzijde in het ltaliaansch parlement, zich reeds naar Rome begeven. TEEEGRAAIAIEIV. Fontatncblcan, 4 October. De vijand is hier heden met gezien. Men spreekt van een tamelijk ernstig gevecht, geleverd in het bosch \%n Foh- tainebieau. Houderdtiviutig uhlanen hebben Bei- legarde geplunderd. Te Boyne, Nibelle en Cham- bon is gevoelden. Bern, 4 October. Men acht 't waarschijnlijk, dat de Duitschers op Belfort aaurukken. De Bonds raad heeft bevel gegeven, dat de negende brigade van het bondsleger onmiddellijk de grenzen zou bezetten. Ferrières, 3 October. (Officieel Duitsch bericht.) Voor Parijs niets nieuws. Bij Metz heeft gisteren een groot voorpostengevecht plaats gehad, waar aan de divisie Kuuimer deelnam. De vijand is met groot verlies teruggeslagen. Koningsbergen, 4 October. Volgens telegra fisch bericht van graaf Bismarck uit Ferrières van gisteren is het uitvoerverboud van haver op geheven. Tours, 4 October. Uit Epernon (Eure-emLoire) wordt gemeld, dat in den ochtend een levendig geweervuur op de nabijgelegen hoogten, naar de zijden van Ra.ubouillet, heeft plaats gehad en dat later met geschut op de stad is geschoten. Het resultaat is uog niet bekend. De mobiele en de nationale garde, die op verscheidene plaatsen in hinderlaag lagen, hielden zich goed. Men meldt uit Malesherbes, dat 400 Pruisen Laerté bezet hebben eu in de omstreken dier plauts plunderen. In deri afgeloopen nacht is een spoortrein, die militairen vervoerde, bij Cretat, op den weg van Amiens naar Rouaau gederailleerd. Bij dat onge luk ziju 15 menscheu om het leven gekomen, 15 doodelijk en 100 meer of minder zwaar gekwetst. Berlijn, 4 October. De krijgsgevangenen uit Straaisuurg zijn reeds aangekomen in de oostelijke vestingen. Het gemeentebestuur van Berlijn heeft een uitnoodiging openbaar gemaakt tot het houden van collecten voor Straatsburg; de gemeenteraad heeft daarvoor 20,000 Thl. beschikbaar gesteld, en de koningin heeft voor 1000 Thl. geteekeud. Volgens berichten uit Petersburg trachtte Thiers een zoo gunstig mogelijke voorstelling van het Voorloopig Bewind ingang te doen vinden, en op de gevaren te wijzen, welke voor Rusland uit eene vergrooting van Pruisen zouden voort vloeien. Bepaalde voorstellen werden door hem niet gedaan. Brussil, 4 October. Het Journal de Bruxelles maakt eene nota van kardinaal Antonelli open baar, gericht aan het corps diplomatique te Rome en waarin hij uit naam van den paus protesteert tegen de volbrachte gebeurtenissen. Konden, 5 October. De Pruisische autoriteiten hebben aan generaal Bourbaki veroorloofd om weder in Metz terug te keeren, waaruit men hem met een voorgewende boodschap van de keizerin gelokt had. Aan het Russische ministerie van oorlog is bevel ontvangen de inlijving van oude soldaten en van hen, die met verlof zijn te bespoedigen. Eene sterke kolonne kozakken is naar de wes telijke provinciën gezonden. JVew-Tork, 4 Oct. Dé Stoomboot la Ville- de-Paris vertrekt heden naar Frankrijk met eene lading geperfectioneerde wapenen eu amunitie. Florence, 4 Oct. Uitslag der stemming, in de provincie Viterbo: 24,207 ja, 228 neen; in de provincie Frosinone: 25,536 ja, 271 neen. Velgens gerucht is de heer Thiers hier aange komen. Lissabon, 4 October. De heer Sa da Bandeira heeft zijn verzoek om ontslag ingetrokken. Het ministerie blijft incompleet tot de bijeenkomst der Cortes op 17 October. De Uiario zegt, dat de onderhandelingen, om dom Fernando te doen besluiten de kroon van Spanje aan te nemen, weder beginnen. Brussel, 5 Oct. De Moniteur beige neemt uit de augsburgsche Alg. Zeit. de verklaringen over be treffende de behandeling van Duitsche gekwetsten te Bouillon, en laat er op volgen een rapport van den procureur des konings over de nauwkeurige instructie in deze zaak. Uit dit rapport blijkt dat Bouillon noch een andere gemeente van het ar rondissement de aantijgingen van de Duitsche bladen verdient. De Moniteur voegt er bij dat de Bëiersche regeering reeds heeft doen kennen dat zij geen klacht tegen België had. De Beiersche geueesheeren ziju onuitputtelijk in den lof over de zorg aan de gekwetsten besteed. LAATSTE BERICHTEN. 's-Graveneagk, 5 October. Z. M. de Koning is heden in den vroegen ochtend per Rijnspoorweg met een extratrein uit deze residentie naar het Loo vertrokken. Tot dusverre zijn wg niet in de gelegenheid geweest melding te maken van een feit dat de zer dagen op de reede van Texel heeft plaats ge had. De luitenant ter zee S. v. d, B., dienende aan boord van Zr. Ms. Monitor Krokodil, als officier alléén op dek zijude, was door een of ander toeval over boord geraakt en door den sterken stroom een eind ver weggedreven, toen een der opvarende manschappen het état-major, dat zich tusschendeks bevond van dat ongeval kennis gaf. Een toegeworpen lijn mocht niet ha ten ter redding van den officier, en daar deze al meer en meer in levensgevaar verkeerde, aarzelde de mede op gemelde bodem dienende officier van administratie Seelking geen oogenblik, gekleed van boord te springen en ondanks het gevaarvolle aan dat zeegat eigen, naar den over boord geslagene te zwemmen. Gelukkig dat deze, toen de heer Seel king in zijne nabijheid was gekomen, dé lijn vastgreep; beiden kwamen daarna door eene inmiddels uitgezette sloep, weder behouden aan boord. Wij maken met te meer genoegen van deze menschlievende daad melding, omdat de heer Seelking reeds meermalen ook in andere op zichten, zoo hier te lande, als in de Oost-Indien en in de Middellandscbe zee, blijken van groote tegenwoordigheid van geest en moed heeft gege ven, zoodat aan zijne edele zelfopoffering meer dere personen hun levensbehoud te danken hebben. Utrecht, 6 October. Naar men verneemt, zullen de nadere werkzaamheden betreffende de rich ting van den Oosterspoorweg door deze gemeente, spoedig weder aangevangen worden. Gisterenmorgen vond een persoon, van hier gaande om veldarbeid te verrichten, op den Am- sterdamschen straatweg, onder de gemeente Zuilen, een hem onbekend man zieltogende; luj spoedde zich naar den burgemeester eu kwam oogenblik- kelijk met een wagen terug, waarmede ineu deu ongelukkige dacht te vervoeren, die in dien tus- schentijd reeds den laatsteu adem uitgeblazen had. Het lijk is in een schuur nedergelegd. Uit een zakboekje, bij hem gevonden, bleek, dat hij eerst kort geleden uit een der Rijksgeslichten ontslagen was. Amsterdam, 5 October. Rogge stemming onver anderd. Petersburg 176, US c. z./k.; (iaiatz iss c. z./k; Levering stemming genoegzaam onver anderd; October 177, 178; Maart 189, 19U. Boek weit, stemming prijshoudend. Raapolie vliegend 43*; najaar 43*; Mei -±2 a 42Lijnolie vlie- geud 32H; najaar 32*voorjaar 33. Koolzaad Oct. 97 ft; April 8014. HUWELIJKEN, G£H0UH'f£fl £01 STLHFliL'/ALLt'fi. Burgerlijke Stand van Leiden van deu 29sten September, tot en met den 5denOcto0er. fichuvvda. C. Schepper jm. co' F. Scrrurier jd. j. S., Sleobteuhorat wedr. en C. J. 'i'bumos jd. J11. Eichmau wedr. en Ji. Ji. Janasu wede. Uevalieii; G>. Veerman, geb. Van Leeuwen, Z. C A Sampimou, geb. Vau den Ende, O. S. Pma, geb. Uoalvceu, U. A. Sierat, geb. kuiper, Z. P. Vau Eygeu, geb. Harlevelt, Z. - S. E. De Muuck, geb. Poet, Z. j. O. Vuurpijl, geb. Oe Alan, Z. M. VaD Polancn, geb. Mulder, D. AU Van Zou nevoid, geb. Oc l'Kclusvc, O. M. e. Itobijn, geb. Frank- buiren, D. C. E. Boom, gob. Blijhic, Z. V. F. IJcgou, geb. BaUille, H. Cbaudron, geb. Aloone, O. G. Houpj,' geb. Slooo, U. leveul. C. Van Massing!, geb. Van Buren Z. levenl. Overleden C. J. Ëpskamp O. 15 m. J. Ene,oman 78 j. M. J. G. Aalbcrao S m. C. Van 't Hoff, wede. IJ Vollebregl, 6S j. J. Verbiest z. IC m. H. Hartevelt O 13 m. S. J. Bonte, geb. Welvaars, 38 j. C. P. Siikkelman Z. 2 m, A. Puebs Z. 1 m. H. Weaterveld Z. 3 i. V. Lare. Z 4 m. M H. Mc(jer U. 2 j. J. Bliknan U. 9 m. j. Sersel z. 4 j. j. J. Arbouw 41 j. C. Al. Ulrich U. 1 n.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3