buitenland.
klasse Dr. J. H. Van den Broek, die wijlen den
1"" officier van gezondheid 2d' klasse Dr. J. H. C.
Basting, aan het bureau van den Inspecteur-
Generaal van den geneeskundigen dienst van de
landmacht vervangt, is alhier aangekomen.
Rotterdam, 5 October. Aangaande den aanbouw
van de Staatsspoorwegbrug over de Maas alhier,
voor zoover betreft het werk aan het oosteinde
der Boompjes en bepaaldelijk bij de kade van
het Bolwerk, kan meu het volgende mededeelen.
Hetgeen thans daar wordt verricht, behoort
tot de plaatsing van de pijlers. Deze pijlers zijn
vier ïu getal. Twee daarvan worden door lucbt-
drukking daargesteld, zooals er drie voorde brug
aan den Moerdijk zijn geplaatst. Die bij deze stad
zijn evenwel eens zoo groot. Het tegenwoordige
werk bij de Boompjes, is een van die pijlers.
Meu moet met dat werk zoo goed vorderen, dat
waarschijnlijk reeds binnen weinige dagen die
pijler op de vereischte diepte zal zijn gebracht.
De toestel tot uivoering der te verwijderen grond
stof gebruikt, is van eenvoudiger constructie dan
die aan deu Moerdijk. Deze wijze van aanleg
van brugpijlers is voor ongeveer twaalf jaren het
eerst toegepast bij de Rijnbrug te Kehl, die men
onlangs gedeeltelijk in de lucht heeft doen sprin
gen, maar de wijze van werken in dien tijd is
veel verbeterd.
Bkielle, 4 October. Een adres, om meer garni
zoen te bekomen, is voorzien van 212 handtee-
keningen naar den Minister van oorlog verzonden.
Dordrecht, 4 October. In de zitting van deu
gemeenteraad van gisteren, is goedgekeurd den
aaukoop van een huis voor de som van 17,200,
bestemd om te worden ingericht tot eene school
van middelbaar onderwijs voor meisjes.
Schoonhoven, 3 October. Ten gevolge van den
gewijzigdeu dienst van deu Ned. Rijnspoorweg,
worden de brieven eu couranten uit Amsterdam,
die gedurende den zomers des avonds te 11 uren
per postwagen van Gouda alhier aankomen, eerst
den volgenden dag te 11 uren dus 12 uren later
bezorgd. Het is te wenschen, dat daarin spoedig
verandering kome.
Nijmegen, 5 October. Naar men verneemt, zal
het detacheineut pontonniers uit Westervoort,
benevens de schipbrug, voorloopig nog hier gesta
tioneerd blijven.
Deventer, 4 October. Eergisteren had alhier, in
tegenwoordigheid van het bestuur, het jaarlij ksche
prijsschieten plaats door de jongelingen derboogere
burgerschool, klasse A. der jongelingsvereeniging
tot vrijwillige oefening in den wapenhandel. Door
4 jongelingen werden prijzen behaald, terwijl
door den heer Bello, leeraar aan de hoogere bur
gerschool alhier, op het terrein nog een prijs werd
gegeven. Alles had met militaire orde plaats.
Na de uitreiking der prijzen hield de comman
dant eene aanspraak, een en ander werd met fau-
fares opgeluisterd. Men wenscbt dat deze vereeoi-
ging, de eenige in Nederland, spoedig navolging
vinde.
Groningen, 4 October. In de gemeenteraadszit
ting van den 1,M dezer is o. a. ingekomen een
voorstel van B. en W. om aan Z. M. den Koning
een adres te richten tot herstelling van de Zui-
der kazerne. Herhaaldelijk hebben B, en W. zich
te vergeefs met dat verzoek tot den minister ge
wend. Door het niet onderhouden van dit Rijks
gebouw is de gemeente verplicht geworden, door
de nalatigheid van het rijk, voor inkwartiering
te zorgen, waartoe zij bij het bestaan eener ka
zerne niet verplicht zou zijn.
Groningen, 5 October. Ouder de candidaten bij
de verkiezing voor een lid der prov. Staten schij
nen de heeren Mr. B. Van Roijen, prof. G. Diep-
liuys en Dr. Ali Cohen de overwinning te zullen
behalen. Prof. Diephuys heeft echter verzocht
buiten aanmerking te blijven.
Den 13d8° October zal de hoogleeraar Teilegen
als rector-maguiticus aftreden, en met eene rede
voering in het groot auditorium zijn rectoraat aan
zijn opvolger, prof. Rosensteiu overdragen.
Leeuwarden, 4 October. Door de arrondissemeDts
rechtbank zijn op de voordracht voor de betrek
king van rechter geplaatst de heeren Mrs. E.
Bergsma, Mr. J. A. Willinge Prins, rechters in
de arrond.-rechthauk te Sneek, en Jhr. O. Q. Van
Swinderen, subst.-griffier bij de arrond.-rechtbank
te Arnhem.
Oostellingwerf, 4 October. Dagelijks komen
hier een menigte wagens voorbij uit Friesland, die,
de naar de Drentsche heidevelden gebrachte bijen
terug komen halen. Men heriuDerl zich echter
niet, dat de bijen ooit in zoo treurigen toestand
van de heidevelden zijn teruggekomen. In plaats
van honing vindt men bijna niet anders dan doode
bijen, die van honger zijn gestorven.
G e me ngde Berichten.
Bij Veenhuizen is dezer dagen een zeer bouw
vallig huisje ingestort op 't oogeublik dat de
bewoners, vader, moeder en 3 kinderen van 4—8
jaren aau tafel zaten. De vader kreeg eene ga
pende wonde aan 't hoofd, terwijl een kind van
6 jaar op de plaats dood bleef. Te Dodewaard
ontstond dezer dagen brand bij een wagenmaker,
tevens houtkooper en landbouwer. Al de gebou
wen, houtmagazijnen en voorraadschuren werden
een prooi der vlammen. Vijfendertig varkens, éen
kalf en éen geit kwamen daarbij om. De oorzaak is
niet bekend en het meeste tegen brandschade
verzekerd. Te Zwolle is eergisteren in een uier
huis brand ontstaan in een gaspijp. Hoewel de
vlaui spoedig een belangrijke uitbreiding kreeg
is men er in geslaagd om met klei de opening
in de gaspijp te dekken. Door het broeien van
hooi zijn eergisteren te St.-Johanuesga bij Hee
renveen twee boerenwoningen afgebrand. Te
Uenkerk heeft men in éenen nacht in den tuin
van den predikant alle hoornen, 16 in getal,
van al hare vruchten ontroofd; daar het leiboo-
men waren, kon men ze gemakkelijk berei
ken. Te Autwerpen heeft op een Aineri-
kaansch schip verzet tegen den gezagvoerder plaats
gehad. De eerste stuurman die de bemanning to
zijn plicht wilde breugen werd ernstig gekwetst.
De zeepolitie had werk genoeg zich van de bel-
hamers meester te maken die hen met de mes
sen in de hand afwachtten. Volgens een be
richt uit Maastricht in eenige bladen verspreid
zou door een uit Reims aldaar aangekomen per
soon (eigenaar van een champagne fabriek) het
bericht bevestigd zijn van den dood van generaal
Von Moltke. Hij moet daarbij verklaard hebben,
dat ook den koning van Pruisen en velen die met
hem waren hetzelfde lot zouden hebben onder
gaan, zoo niet een geestelijke het plan der Fran-
schcn had verraden, (Curieus, maar niet zeer
geloofwaardig.) Te Tilburg is Zaterdagmorgen
eën geemploveerde in een fabriek, die verdacht
wordt valsche wissels afgegeven te hebben, met
den naam van zijn patroon ouderteekend, door
de marechaussees gevankelijk naar 's-Hertogen-
bosch overgebracht. Te Elburg is eergisteren-
nacht een brutale diefstal gepleegd. De opbrengst
der verschillende gewone collecten van den
vorigen dag, in een goedgesloten kast in de con-
sitoriekamer, is ontvreemd. Men vermoedt dat
hierin meerdere zijn bezig geweest en doet na
tuurlijk nasporingen. De tijd scheen met voor
dacht gekozen te zijn, daar de drukbezochte
kerkbeurten ter gelegenheid van de bevestiging
en intrede van Ds. Nonhebei een meer dan
gewoonlijk goed voorzienen geldbuidel deden
verwachten.
Brieven uit België.
Mijnheer de Redacteur!
Niettegenstaande talrijke patrouilles van lan-
ciers de omstreken van het kamp doorkruisen,
schijnen honderden Fransche krijgsgevangen uit
hetzelve te kunnen ontvluchten.
Gisterenavond zijn er hier minstens honderd
doorgetrokken in de richting van Hasselt; zij wa
ren bij kleine troepjes en meest vermomd onder
een boeren of werkmanspakje.
Het is onverklaarbaar dat de plaatselijke gens-
darmerie alhier, geene instructiën heeft om een
waakzaam oog op de vluchtelingen te houden, die
nu ongemoeid onze stad doortrekken.
De quaestie van het volkenrecht in verband
met Belgies onzijdigheid wil ik in deze buiten
spel laten, en geenszins ligt het in mijne bedoe
ling, om, bij de vele, al dan niet gegroude aan
merkingen, als zoude men in ons land partij voor
Frankrijk en tegen Duitschland kiezen, ook nog
deze te voegen dat de betrokken autoriteiten die
ontvluchten oogluikend laten gaan.
Sommige bladen hebben gemeld dat. onder de
krijgsgevangenen verscheidene Fransche en zelfs
Belgische vagebonden zouden zijn die de gelegen
heid hebben waargenomen om zich onder de
soldaten te vermengen ten einde daardoor de
Belgische gastvrijheid en goede verpleging deel
achtig te worden die zij in het kamp genieten.
Of het van deze laatste soort zijn die uit het
kamp verwijderd worden weet ik niet; ik heb ook
geen reden om het te gelooven, omdat men hier
mede dan toch op een anderen voet zoude te werk
dienen te gaan. Het ware immers onverantwoor
delijk om ledigloopers van die gehalte, zonder
eenig politie-toezicht, zich over het land te laten
verspreiden.
Hoe het ook zijn moge, zeker is het, dat de
bevolking ongaarne die zwervelingen ziet, die,
zonder middel van bestaan, ons land alloopen en
wanneer men dan bedenkt dat hun getal nog aan
groeit door vluchtelingen uit het kamp, soldaat
of quasie-soldaat, dan is het niet zonder redenen
dat men het naderend saizoen met eenige vrees
te geinoet gaat.
Wel heeft men nog geene beduidende misdrij
ven te signaleeren doch wat waarborgt ons dat
wij van strooptochten, vooral op de grenzen, zul
len, zullen bevrijd blijven, wanueer een zoo ge
vaarlijk element daartoe in ons midden is.
In Brussel heeft uien reeds de band gelegd op
verscheidene pick-pockets, die, onder de bouches
inutiles uit Parijs verwijderd, in onze hoofdstad
meer of min aanzienlijke appartementen betrok
ken hadden, eu de landelijke bevolking krijgt
een ander soort van „nutlelooze monden," als
waarvan hierboven gesproken is, te gast.
Wanneer van de ontvluchten uit het kamp, in
Frankrijk hunne betrekkingen zullen wederge-
vonden hebben, zullen zij zeker met lof spreken
over de ontvangst die hun en hunne landgenoo-
ten hier is te beurt gevallen. De soldaten toch,
op denzelfden voet behandeld als huDne Belgische
makkers worden bovendien ruimschoots voorzien
van boeken eu dagbladen, tabak en sigaren; eene
Commissie heeft zich in het kamp gevormd tot
verdeeling van al die artikelen welke van alle
zijden toegezonden worden.
Wanneer wij deze loffelijke gulheid naar waarde
schatten en alle middelen toejuichen die strek
ken om de Frauschen hun gedwongen verblijf
ouder ons zoo aangenaam mogelijk te maken en
hun leed te Terzachten, meeucn wij echter onze
afkeurende stem te mogen verheffen over de
miskenuiug onzer eigene soldaten.
Het is toch op meer dan eene plaats, aan de
grenzen, o. a. te Namen gebeurd, dat de Fran
sche soldateu die daar aaukwamen als echte troe
telkinderen met ververschingen werden overla
den terwijl de onzen die ook vele ontberingen
hadden geleden, hiervan getuige waren zonder
dat hun iets aangeboden werd. Zij ook, hadden
in de laatste dagen groot gebrek geleden en na
zware marchen, de nacht in het veld doorgebracht.
Bovendien kunnen zij getuigen van nog meer va-
derlandschlievende akten hier tegenover hen:
bivak b. v., 's morgens versteven van koude,
hout voor hunne vuren in het bosch van eei
rijken eigenaar gehaald hebbende, werd h|
hiervoor op diens vordering van hunne sok
gekort, de bescheiden" som van l'r. 1980; r.
noemt een kapitein die quitantie kan vertoon
van fr. 46, te Philippeville, betaald voor een
aardappelen. In de kantonnementen betaali
de detachementen van het Belgisch leger o.
een ei, 10 centimen; een postzegel van 1U c,|
timen, 30 centiemeneen blad papier, 5
tieuien; een enveloppe, 5 centiemen; een
stroo, 75 centiemen; een pond boter 5 frank
een zak aardappelen, 45 franken. Zoo als a
ziet, vind men overal brave lieden als hun
gelegenheid ontbreekt om misbruik te mal
van een toestand als waarin het Belgisch Ie:
aan de grenzen verkeert heeft, en het is i
daarom nog te aangenamer te kunnen besluit
met een hartelijk compliment aan ons leger vo
het waardig gedrag in de hoogst moeilijke
teedere zaak die het te vervullen heeft gehad
Beeringen, 2 October 1870.
Dt
lil
l'j
Greltl- en Tillectenmarkt.
Amsterdam, 27 September tot 3 October 187(
Onze taak is sedert eeuigen tijd vrij moeiel
om een tamelijk duidelijk overzicht te geven
de fluctuatiën der prijzen van de fondsen well
op onze beurs verhandeld worden, zou bijna «e
vergelijkende staat van dag tot dag, of minste
van week tot week gevorderd worden, wil
niet vervallen tot de bijna stereotype uilJrukkii
der gewone dagelijksehe beursberichteudit
dat fonds was iets williger, dat was iets lage
en toch al die dagelijksehe eu alledaagsche at
duidingen samen, wijzen uit, dat er in de laat:
acht dagen weer betrekkelijk veel verloren is.
Onze 2% pCt. blijven ten slotte V», de 3 pl
1 pCt., de 4 pCt. Handelmaatschappij 5t pi
terug. Met de Oostenrijkers ging het niet v
beter; de zilveren van Januari kwamen van
op 51 ïi, de papieren van Mei, vau 44.% op 45
ati
ev
tin
int
r c
d
rde
pCt., de Loten van I860 van f 446.50 op f i,
die van 1864 van f 105 op f 103. Turken 5 p(
vielen 1 pCt., Egyptenaren van 74}% op 73% p(
Met de Russen liep het over het geheel ie
gunstiger, alsook met Italië, dank zij de inuemii
van Rome! doch daar staat tegenover dat
Fransche rente van 53% tot 50% terug viel
ten slotte 51% pCt. blijft.
Zeker is het dat de afwisselende, nu ee
gunstige dan weer ongunstiger berichten ointre
wapeningen van Rusland eu het verrijzen
verwikkelingen, in verband met de Oosterst
quaestie, maar meer nog mag men het er yj
houden, dat eene zekere prikkelbaarheid de be
thans overgevoelig en zenuwachtig maakt,
elk gerucht ook al behoeft dat nog allez)
bevestiging. Voeg daarbij dat de zaken die
gedaan worden bijna uitsluitend over klei in
posten loopen en er zich geen krachtige speciil
tie ontwikkelt die steun zou kunnen geven
wij hebben reden genoeg om ons evenmin
verontrusten als ons aan optimistische verwaejms
tingen over te geven, naarmate de houding v »ste
de beurs van llauwer of van williger stemmi ;ier
getuigt. p0|
De Nederlandsche Bank heeft den 29'"" Se )e'
de prijs van disconto en rente nog pCt. v
laagt terwijl de prolongatie zeer dobberepde
4% op 4 terugliep toen weder op 5 pCt. kli
eu eindelijk op 4% pCt. sloot,
it
JOI
kei:
cht
bi
rig
zer
;en
r i
lie;
ne
t
'BS
ke
vi
ust,
n
'sch
Duitschland.
De Shatsanzeiger schrijft: Wij zijn in staat
steld, het volgend schrijven van deu heer Ju
Favre (zonder dagteekening) aan den kansel
ten
zi
:en
e
;eve
)e
gem
Séi
kt,
nig
bekennen het vaderland met mijne beste krach
ten gediend en zooveel in mijne macht stond.
Nu doet de liefde met onweerstaanbare macht
hare rechten gelden; ik moet u weerzien als ik
mijne opgeruimdheid en mijne rust wil behouden.
Mij kent daar niemand, en onder een vreemden
naam en met vreemde papieren zal ik eenige
dagen in stilte bij u doorbrengen, om mij te ster
ken en te verjongen in het zoo lang ontbeerde
geluk. Ik zou u wel medenemen naar Berlijn, maar
daardoor zou ik u opnieuw aan onzekerheid en
een positie zonder bescherming blootstellen, daar'
de oorlog mij wellicht verre van u voert. Maar
in dezen strijd wenkt ons een schoon doel, Eliza
beth, en is dat doel eenmaal bereikt, dan zult
gij nimmer, nimmer weer vau mij scheiden."
Hij had nooit in zijne brieven geklaagd, iiooit
haar hart bezwaard door de schildering zijner
beproevingen en ontberingen, nooit het innige
verlangen naar haar zoo uitgesprokenaltijd had
hij haar moed ingesproken, eu zijne oneindige
liefde had als het ware ieder woord omgeven.
Maar de vreugde, de zaligheid, die ditmaal in
zijn brief sprak, toonde haar duidelijk wat hij
zwijgend ontbeerd en geleden had, ontdekten
haar het ontstuimig harstochtelijk verlangen dat
hij koesterde om haar weer te zien.
Mevrouw v. Meriugen was voor eenige dagen
op reis, de geheimraad was voor niémand te
spreken, hoewel hij te huis was, en Elizabeth
was blijde toen des avonds graaf Biihl kwam
en zij hare vreugde iu een deelnemend hart kon
uitstorten. De graaf zag er droefgeestiger uit als
naar gewoonte en een oogenblik verstomde Eliza
beth's vreugde door de zorg over hem. Het was
eeu zeer warmen dag geweest, zij hoopte dat de
koelte van den avond hem zou verkwikken en
ging dus met hem naar den tuin die in al de
pracht der lente prijkte.
„Ik heb u een blijde tijding mede te deelen,
lieve graaf," zeide zij het zwijgen afbrekende,
toen hij aan hare zijde zat, mijn man komt terug.
Binnen weinige maanden treedt hij bij een pruis-
sisch cavalerie regement in dienst, maar komt hier
eerst heimelijk een paar dagen doorbrengen, om
mij dan zoodra de omstandigheden dit toelaten,
naar Berlijn te laten komen. Ik ben zoo verheugd,
zoo dankbaar, zoo gelukkig, ik zal eindelijk na
zoo langen tijd weer gevoelen hoe de liefde zorgt
en verkwikt, en zal dan weer aan de eenige
plaats rusten die ik de mijne op de wereld kan
noemen, aan het trouwe, teedere hart van mijn
echtgenoot." De graaf was opgesprongen, hij boog
zich voorover, zijne oogen hingen met angstige
uitdrukking aan hare lippen. „Neen," riep hij
driftig de handen afwerend uitstekend, „neen"
het is niet mogelijk, het mag, het zal niet gebeuren,
ik kan niet zoo onuitsprekelijk ongelukkig worden."
Zij zag hem verschrikt aan. „Maar liefste graal
wat scheelt u?" vroeg zij angstig, terwijl hare.
stem beefde, want haar hart fluisterde haar iets
toe van de kwelling die hij onderging. „Mijue
vriendschap blijft u bij, mijne deelneming, mijne
wenschen, en gij zult mij immers ook niet vergeten?"
„Vriendschap, deelneming, o, mijn Goden ik bemin
u," riep hij op hartstochtelijken toon uit. „Uwe
vriendschap heeft mijn hart vergiftigd, eu het
sterft als gij de kwellingen die gij mij bereid niet
wilt aanhooren. O, Elizabeth, wees goedertierend,
mijn moed zinkt en mijne hoop du mij mijn
laatste steun wordt ontroofd die ik in uwe nabij
heid vond. Ik bracht mijn leven door in teleur
stellingen en verloochening, zeg mij, dat gij me
delijden met mij hebt dat gij mijne smart gevoelt,
dat ik Diet alleen blijf in dien troosteloozen nacht,
die zich over mijn leven uitbreidt. Ik wilde die
liefde bestrijden, maar ik kan het niet. Vergeef
mij deze bekentenis om den wille van den strijd.
Zij stond onbeweeglijk, zij had een voorgevoel
zijner liefde gehad, maar niet van die hartstocht
die haar ontzachelijk leed deed.
„Elizabeth," riep hij, „zeg een woord, eeu en
kel woord, dat uit uw hart komt, dat ik u meer
ben dan een vriend,"
Hare oogen vulden zich met tranen, hare
dachten verwarden zich, zij gevoelde medelij'!
met den schoonen man, die, zooals zij mee»
haar jaren lang in stilte en zwijgend, zoui
eenige berekening bemind had, en die uu sle
door de omstandigheden een oogenblik werd
degesleept, haar hart klopte hoorbaar gedurer
de diepe stilte die haar omgaf en zij zeide
bevende stem; „gij weet het, graaf Bülil, gij
mij zeer, zeer dierbaar, en laat ons nu scheiA
ik gevoel dat het tijd wordt na hetgeen wij
sproken hebben." Maar hij hield haar lerug, zi
gloeiende blikken drongen diep in baar beu
weerstrevend hart, zij wilde hem ontvluchten
stond toch als vastgekluisterd, hij trok haar
aan zijne borst o „een oogenblik slechts;" t mtu
hij zacht, „éen oogenblik laat mij droomen,
gij de mijne zijt; in dit oogenblik ligt mijn
heel toekomstig leven!"
En Elizabeth liet het geschieden, zij duldde zij
kussen, bij trok baar mede in zijn droom en
droomden lang.
en
een
indi
voei
ee
talis
olg
gsg<
ene
na;
aan
iug
d
be
nde
Wordt vervolgii
niaa
va
gen
aster
ee
Dat
evei
n w
•gaai
iet