W
geschool te Utrecht, den 22sten dezer door een
pistoolschot een einde aan zijn leven gemaakt.
Hij logeerde bij zijn stiefvader, werd te 12 uren
door eenige jongelieden te huis gebracht en eenige
oogenblikken later hoorde men het schot. Groote
schulden, die zijn stiefvader weigerde te betalen,
zijn naar men zegt, de oorzaak van dit wanho
pig besluit.
BUITENLAND.
Italië.
De verbazende gebeurtenissen die in Frankrijk
plaats hebben, beheerschen in hooge mate het
belang van voorvallen, waarvan andere deelen
ran Europa thans het tooneel zijn. Zoo trekt de
bezetting van het Romeinsche grondgebied door
de Italiaansche troepen niet die aandacht welke
zij verdient, terwijl dit feit ouder andere omstan
digheden en kalmer tijden de gespannen aandacht
der gansche wereld tot zich zou hebben getrok
ken. De val van de wereldlijke macht van den
Paus is daarom toch, wat er ook gebeure moge,
een der grootste en gewichtigste omwentelingen
van onze eeuw, zoo vruchtbaar, te vruchtbaar
misschien aan beroeringen.
Het Italiaansche leger, dat thans 350,000 man
sterk is, heeft al de provinciën van den Kerke-
lijken Staat bezet, van Civita-Vecchia, welke
stad zonder het lossen van een enkel geweerschot
is genomen, tot Viterbo, dat niet eens de komst
van de Italiaansche troepen afgewacht heeft om
de nationale vlag omhoog te heffen, en is van
daar naar Rome getrokken, welke stad na een
tegenstand van vier uren in handen van de Itali
aansche scharen was. En die tegenstand was het
werk van de garde van den paus, de zouaven,
die in strijd met de bevelen van Prins IX en de
wensohen van de bevolking, een vruchteloozen
strijd poogden te voeren.
Natuurlijk dat deze tijding in gansch Italië het
sein was tot groote vreugdemanifestatiën. Is zij
immers niet de vervulling van de vurige wen-
schen van een volk
De hoofdstad zal nu ongetwijfeld van Florence
naar Rome verplaatst worden.
België.
In de zitting van de Kamer van afgevaardigden
van Donderdag heeft bij de behandeling van
het wetsontwerp tot het verleenen van een kre
diet van 9,956,850 franken wegens de buitenge
wone uitgaven voor het leger, een incident plaats
gegrepen, dat bewijst hoe de clericale partij door
hare toevallige overwinning bij de jongste ver
kiezingen overmoedig wordt en hoe zij zich maar
niet kan onderwerpen aan de grondwettige be
palingen, waaruit voortvloeit dat in België geen
Staatskerk is.
Terwijl de heer Dumortier, een van de meest
dericale partijgangers, protesteerde tegen de wijze
waarop eenige buitenlandsehe bladen de gast
vrijheid van België tegenover de oorlogvoerende
partijen verdacht hadden gemaakt, sleepte hij
er onverhoeds de Romeinsche quaestie met de
haren bij.
Tevens, zeide hij aan het slot zijner rede, moet
ik uit kracht van mijn mandaat zeggen, dat
België pijnlijk is aangedaan wegens; den snooden
aanslag die op de Pauselijke macht is gedaan.
De afgevaardigde Guillery riep toen Daarmede
hebben wij niets te maken.
De heer Dumortier. De rechten van de kleine
nationaliteiteu moeten ons wel ter harte gaan.
De heer Guillery. Neen.
De heer Dumortier. Ik verklaar dat het katho
lieke België met diepe smart de overrompeling
aanschouwd heeft van een katholieken Staat,
wien de gansche wereld de grootste vereering
toedraagt.
De heer Muller. Ik ben ook va» meening dat
dit eene zaak is waarmede wij niets te doen
hebben.
De heer Guillery. Er is geen Staatskerk in
België.
De heer Dumortier. Wij hebben te meer reden
om op de algemeene erkentelijkheid in de tegen
woordige omstandigheden aanspraak te maken,
naarmate wij een aanslag zien plegen op de
nationaliteit van een land dat de basis is geweest
van de moderne beschaving.
De heer Muller maakte toen aan deze vruch-
telooze woordenwisseling een einde door tot het
ministerie eene pertinente vraag te richten, die
op het onderwerpelijke wetsontwerp sloeg.
Nadat daarover nog enkele discussiën hadden
plaats gehad, werd het wetsontwerp met 86 tegen
I stemmen aangenomen.
VAN HET OORLOGSTOONEEL.
Wij hebben in ons nominer van 17 September
uit de Indépendance Beige een protest overgenomen
van de adjudant-generaals van Napoleon III te
gen eeu artikel in de Parijsche Pair ie van 11 Sep
tember, over het gedrag van den ex-keizer in deu
slag van Sédan.
Thans beautwoordt de krijgsgevangen gene
raal Wimpffen dit protest in de Indépendance van
heden aldus
z/Een groot aantal dagbladen behelst een brief
van de adjudant-generaals van den keizer, die
de generaal Wimpffen tot zijn leedwezen ge
noopt is te beantwoorden.
Het briefje den keizer overhandigd door de
kapiteins van den staf: de Saiut-Haouen en de
Lanouville, was van den volgenden inhoud:
Sire
Ik heb aan generaal Lebrun bevel gegeven
zich door den vijand in de richting van Carig-
nan heen te slaan, en ik zal hem uuur alle be
schikbare troepen doen volgen.
Ik heb deu generaal Ducrot order gegeven deze
bewegingen te ondersteunen en den generaal
Douay om den terugtocht te dekken.
Als Uwe Majesteit zich te midden zijner troe
pen stelt, zullen zij het zich tot een eer rekenen
heni eeu doortocht te banen."
Met dit verzoek tot Z. M. te richten, stelde de
generaal zich ten doel hem de diepe smart van
eene gevangenneming te besparen en zijn zede
lijken invloed op het leger aau te weudeu om
een vereenigden aauval te beproeven; anders was
het banen van een doortocht onmogelijk.
De keizer willigde dit voorstel niet in en liet
buiteu den generaal Wimpffen om, de witte vlag
van de citadel hijschen, en zoud te gelijker tijd
eeu officier van zijn huis als parlementair.
De witte vlag werd gehandhaafd, ondanks de
bezwaren van den generaal en zijne weigering
om te onderhandelen; de vijandelijke parlemen
tairs werden in het keizerlijk kwartier ontvangen.
Deze handelingen, die zijn uitgegaan van den
opperbevelhebber, hebben de uitvoeringen van
de laatste aanvallende bewegingen afbreuk ge
daan.
De bewering is dus onjuist dat de generaal in
zijn denkbeelden en bevelen welke hij gemach
tigd was te geven, uiet is belemmerd. Een gevoel
van grootsche bescheidenheid weerhield hem in
zijn brief om ontslag, te bekennen dat dit de grond
was van zijne weigering ons over den wapenstil
stand te onderhandelen. Hij legde zich eerst bij
den rol van onderhandelaar neder, na het eer
volle antwoord van Z. M. te hebben gelezen.
De adjudant generaals verzekeren terecht dat
er tussehen den keizer en den generaal geen
woordenwisseling heeft plaats gehad, en met diepe
ontroering heeft de generaal de laatste omarming
van Z. M. ontvangen.
Het eenig document dat de generaal De
Wimpffen over de operatiën gesteld heeft is het
officieel rapport van den veldslag, dat aan den
minister van oorlog gericht en door de dagbla
den letterlijk overgenomen is.
De divisie-generaal
{gel.) De Wimpffen.
Canstatt, 19 September 1870.
TELEGRAMMEN.
Florence, 22 September. (Officieel). Het geheel
verlies van de Italiaansche troepen bij de bezet
ting van Rome bedraagt 21 dooden, waaronder
3 officieren en 117 gewonden. Het aantal gevan
genen bedraagt 4800 landgenooten en 4500 vreem
den. Voegt men hierbij de vroeger gemaakte ge
vangenen, dan bedraagt het gezamenlijk getal
10.700.
HUndolshelm, 22 September. [Olficieele dépêche).
De luuette N°. 52 is verineesterdzes twaalf
ponders zijn daarbij buit gemaakt. Op de lunette
N°. 53 is door de onzen een batterij van mortie
ren opgericht.
Rambonlllct, 22 September. Du Pruisen zijn
uit Dourdan en Arpajon verdwenen. Zij tnarchee-
ren op Limours aan. (Al de genoemde plaatsen
zijn gelegen in het dep. Seine et Oise, zuidelijk
en zuid-oostelijk van Parijs.)
Uit Mulhouse wordt gemeld dat de spoorweg-
gemeenschap vrij is lot Colmar. De heer Valen
tin, commissaris der Republiek, is er, naar men
zegt, in geslaagd binnen Staatsburg door te dringen.
Weenen, 23 September. De keizer is heden,
van een uitstapje naar Gratz, in deu besten wel
stand te Schönbrunn aangekomen. De heer Thiers
wordt heden alhier verwacht en zal slechts kor
ten tijd hier vertoeven. Hij is voornemens, na
zijne terugkomst uit St. Petersburg, zich hier lan
ger op te houden.
Beriyn, 23 September. De generaal Hauenfeld
heeft de oflicieele tijding ontvangen, dat de ves
ting Toni door de belegeraars, onder den kom-
mandant Krenski, genomen is.
Brussel, 23 September. De Indépendance bevat
een antwoord aan generaal Von Wimpffen op
den brief van de adjudanten van Napoleon; in
dit schrijven verhaalt generaal Wimpffen dat hij
op deu dag der overgave van Sédan onder andere
briefjes aan Napoleon ook eeu gezonden had,
waarin hij geschreven had: Ik geef aan generaal
Lebrun order om te trachten door te breken in
de richting van Carignan. Uwe Majesteit moge
zich in het midden van de troepen stellen. Zij
zullen het zich tot een eer rekenen U een door
tocht te banen."
Het doel van dit voorstel was om den keizer
het verdriet van gevangene te worden te bespa
ren en tegelijk gebruik te maken van zijn pres
tige om een krachtige gezamenlijke beweging te
doen plaats grijpen, zonder welke het onmogelijk
was zich door den vijand heen te slaan.
De keizer nam het voorstel niet aan, en liet
zonder dat Wimpffen daarvan iets wist, de witte
vlag hijschen, terwijl hij terzelfder tijd een parle
mentair uitzond.
De witte vlag werd ondauks het tegenbevel
van Von Wimpffen en ondanks zijn weigering
om te onderhandelen niet neergehaald.
Dat alles, zegt de generaal ten slotte, heeft grooi
nadeel gedaan aan de laatste offensieve bewegin
gen, waartoe bevel gegeven was.
Kopenhagen, 23 September. De Fransche vloot,
circa twintig schepen sterk, van het Zuiden ko
mende, heeft te halfvijf 's namiddags het anker
geworpen iu de bocht van Aalbeck (aan den noord
oostelijken uithoek van Jutland.)
Schwcrln, 23 September. Volgens telegrafisch
bericht van deu Groothertog heeft men aan onze
zijde bij de inneming van Toul bijna geen ge
kwetsten.
New-Tork, 23 September. De heer Morton
heeft de betrekking van gezant in Engeland aan-
genomeu.
La Fcrrlère, 23 September. Uit het hoofdkwar
tier van Koning Wilhelm.)
De bezetting van Toul is krijgsgevangen gemaakt
op dezelfde voorwaarden als waarop Sedan had
gecapituleerd.
La Ferrièrc, 23 September. Halfelf des avonds.
Eergisterenmorgen vernam men van de door
ons bezette hoogten voor Parijs, dat in de straten
der stad een levendig kanon- en geweervuur plaats
had. Wie de strijdende partijen of soldaten waren
is men tot heden niet te weten gekomen.
La Ferrlère, 23 September. Officieele berichten
uit het Duitsche hoofdkwartier.)
Van Parijs niets nieuws. De Parijsche dagbla
den van 22 dezer erkennen, dat aan den strijd
van 19 dezer deelgenomen is door vier Fransche
divisiën linietroepen, die in volle vlucht terug
gingen en tot binnen in de stad een panischen
schrik verspreiden. De bladen smalen op de linie-
troepen, maar prijzen de mobile garden.
Tours, 24 September, ('s avonds) via Londen-
Er is besloten tot de verdediging der Loire.
De Fransche bladen beschouwen de zending
van Jules Favre naar het hoofdkwartier als
mislukt.
Florence, 24 September. Daar de bevolking
van Rome de wapenschilden der buitenlandsehe
legatiën dreigde te vernielen, wijl zij met het
pauselijk wapenschild verbonden waren, en daar
zij het wapenschild van Portugal zelfs reeds had
afgerukt, heeft de generaal Cadorua voldoende
ophelderingen gegeven en maatregelen tegen de
herhaling van zulke handelingen genomen.
De junta te Viterbo heeft de bijeenroeping der
kiescolleges voor het plebiscit tegen den 2ü,t»n Oct.
aangekondigd.
Triest, 23 September. Op het bericht van het
binnenrukken der Italiaansche troepen te Rome
was het hotel van den Italiaanschen consul-gene
raal geïllumineerd, tiet volk liep te hoop, onder
het aanheffen der kreten: Leve de republiekI
De politie en de militaire macht werden met
steeneu geworpen. De consul-generaal heeft toen
de verlichting van zijn woning gestaakt. De stra
len werden door politie schoongeveegd.
STATEN-GrENKKAAL.
Rede van Z.Exc. den Minister v. Financien, bij
de indiening der Staatsbegrooling voor 1871.
De inhoud der rede laat zich samenvatten tot
het volgende en kan ouder vier hoofdpunten wor
den gebracht.
I. Uitkomsten van de dienstjaren 1868 en 1869.
Op de dienst van 1868 is een te kort van
fl, 116,851,43 op dat jaar, daarentegen wijst de
rekening over net jaar 1869 voorloopig een over
schot aau van 1,436,754,78. Er is dus onder
31 December 1869 eene bate van 313,903,35 be
schikbaar. Die uitkomst was het gevolg van de
aanzienlijke vermeerdering van de gewone staats
inkomsten welke de raming 3,915,536.05 over
troffen van het ongebruikt blijven van een deel
der toegestane kredieten tot een bedrau vau
ƒ2, 126,735,26. Zij is des te merkwaardiger, omdat
de mindere opbrengst van deu verkoop van ko
loniale producten het Departement van Koloniën
verhinderde de bijdragen uit de koloniale geld
middelen tot het geraamd bedrag uit te keeren
Die bijdrage bleel 4,962,731 beueden de raming
II. Bel loopende dienstjaar.
Het levert minder gunstige uitzichten op dan
de vroegere jaren.
Behalve met het buitengewoon crédiet van vier
millioen voor liet Depart, vau Oorlog, wordt het
bezwaard met alle de gevolgen van bet arrest van
deu lloogeu Raad teu aanzien van deOinmelan-
der kas.
Maar behalve de buitengewone uitgaven van
Oorlog is liet schier met te wachten dat de staats
inkomsten met eeuigermaie zullen lijden door de
indirecte gevolgen van deu oorlog.
Iu weerwil dat de opbrengst der gewone in
komsten anderhalve uiillioen hooger geraamd zijn
dan vour 1869, was de opbrengst over de eerste
acht maanden van 1876 wederom ruim dertien
ton hooger dan de reeds hoogere opbrengst van
1869 in Hetzelfde tijdperk, en ging zij de raming
over acht maandeu met ruim acht ton te boven.
Zal dit zoo in de laatste maandeu van dit jaar
voortduren?
't Zou ook vooral daarom gewenscht zijn, om
dat het nog onzeker is of ook in dit jaar de bij
drage uit de koloniale geldmiddelen wel tol het
volle geraamde bedrag beschikbaar zal zijn.
Op het papier is de stand van de begrooting
voor 1870 de volgende: het eindcijfer der uitga
ven is: 1 100,912,680.31'. Raming der middelen
f 88,526,832.00 of met het terugbetaalde voorschot
aan de Exploitatie-Maatschappij fél,026,832.00
Er is dus een geraamd tekort van 9,885,798.31',
daartegenover staat de creatie van schuld tot een
bedrag van 8 uiillioen; blijft dus ongedekt een
tekort van f 1,885,798.31'.
Nu de uitkomst van vorige dienstjaren met toe
reikende zekerheid bekend is, en de einduitkomst
van 1870 zich genoegzaam laat gisseu, vindt de
Regeering vrijheid om haar voorstel tot aanvul
ling der middelen voor 1S70 terug te nemen;
zij is nu genoegzaam zeker, dat in 1870 geene uit
gifte van schatkistbiljetten, zal behoeven plaats
te vinden.
III. De begrooting voor 1871.
Verschillende oorzaken werkten samen om ver
mindering van het eindcijfer der uitgaven te be
letten en vermeerdering noodzakelijk te maken.
Om het eindcijfer van 1871 met dat vau 1870
te vergelijken, moeten de uitgaveu vour de spoo -
wegen en voor de buitengewone oorlogskosten
van 1870 worden afgetrokken; liet blijkt dan dat
de verhooging f 1.513.793 bedraagt. Het kan voort.,
niet onopgemerkt blijven dat vele uitgaveu, op
deze begrooting gebracht, van buiteugevvouen aard
zijn, maar daarentegeu staan in de toekomst an
dere buitengewone uitgaven over.
De ramiug van de inkomsten voor 1871, eene
bijdrage van tien millioen uit de koloniale fon
sen daaronder begrepen, is ƒ86.764.193.50.
Er valt dus te voorzien iu een tekort vau
9.662.229.80'.
Hierin zal worden voorzien door eene Lecning
tot dat bedrag, dat voor de spoorwegen wordt uit
getrokken, te weten acht millioen, en in het overige
door Belasting.
Tot het voltooien van de spoorwegen alleen zal
eene leening van 30 a 35 millioen beuoodigd zijn.
Op dit oogenblik is omtrent die leening nog
geen bepaald voorstel noodiger is nog toerei
kende ruimte van kasgeld; het was zelfs uog niet
noodig tot de uitgifte van schatkistbiljetten over
te gaan. Men kan dus gerustelijk een gunstig
tijdstip afwachten; gunstiger dan het tegenwoor
dige en dan hetgeen iu de naaste toekomst ligt,
wanneer de gevolgen van den oorlog zich nader
zullen doen gevoelen.
IV. Ome onafhankelijkheid van de koloniale geld
middelen.
Deze onafhankelijkheid te vermindereu is
dubbel plicht na de uitkomst van de vorige en de
waarschijnlijke uitkomst van het loopeud kolo
niaal dienstjaar.
Onze financiën moeten worden gevrij waai d
voor de gevolgd der wisselvalligheid van de kolo
niale baten. In bet sluiten vau geldleeningen
zonder volstrekte noodzakelijkheid mag die waar
borg niet worden gezocht. Een geringe verhoo
ging van de algemeene lasteu verdientde voorkeur.
Nu gewichtige koloniale vragen door de wet
gevende macht zijn beslist, kan de belasting quaes
tie aau de orde worden gesteld; eeu daartoe
strekkend voorstel is opnieuw ingediend.
Twee gewichtige vragen zullen dus bij de vol
gende begrooting moeten worden beslist:
1°. Zal in het te kort op die begrooting (de
spoorwegen daargelaten) worden voorzien door
geldleening of door belasting?
2°. Indien belasting, het te kort moet aanvullen,
welke middelen zullen dan belmoren te worden
aangewend?
Om deze vragen het doeltreffendst te behande
len, is het ruadzaam voorgekomen bij voorraad
de wet op de middelen in twee ontwerpen te
splitsen. De Reg. weuscht al 't mogelijke te doen
om die gewichtige vragen tijdig te doen beslissen
De gekozen vorm biedt de gelegenheid daartoe aau.
De vraag wat gedaan kan worden om de al
gemeene lasten met meer billijkheid te verdeeleu
moet in de eerste plaats de aandacht bezig
houden.
Het door de Reg. gedane voorstel betreffende
de inkomsten-belasting is uiet eeu voorstel tot
bovenmatige krachtsinspanning; het heeft vooral
eene billijker verdeeling van den last ten duel;
het kan ten grondslag strekkeu voor veidere ver
beteringen ook iu het belastingstelsel der ge
meenten.
Voor 1871 zou de belasting op een bedrag vau
vier millioen moeten worden bepaald, te welen
ƒ2,184,000 ter vervanging van hel Patentrecht,
van welke belasting uog aan de middelen van
1871 te goed zou komen en ƒ1,662,229 tut dek
king van het geraamde te kort. Het percentage
der belasting zal vermoedelijk niet tot l°/0 be
hoeven te klimmen.
LAATSTE BERICHTEN.
PROGRAMMA VAN MUZIEKUITVOERINGEN
SOCIETEtTSTENT in HET BOSCH TE 's-QRAVENHAGE.
Zondag 25 Sept., des namiddags te 2 uren, door
het muziekkorps van het regiment grenadiers en
jagers, onder directie van den lieer F. Dunkier.
N'. 1. Marsch, über Kückens Liebeslied (Trab,
Trab), Hamm. 2. Ouverture zu Levitschuigg's
dramatisclien Gedicht: Her Tannenhauser, Suppé. 3.
Fantaisie sur l'opéra de Thomas: Le Songe d'une
Nuit d'été, Buyssens. 4. Tarantella, Vieuxtemps
5. Fest-Ouverture, B. Volkmaan. 6. Fantaisie sur
des motifs de l'opéral'Esclave du Cainoéns, de (J.
Van der Does, Dunkier. 7. Le Postillon d'Amour,
Polka, Strauss.
Comité van het ROODE KRUIS te Lolden
en omstreken.
Weder in dank ontvangen:
Van A. N. ƒ1; van deu Heer waarnemend
Burgemeester van Woubrugge van verschillende
ingezetenen aldaar (waaronder 9 leden /110.
Met de opgave van Donderdag ad 5228.53 te
zamen 5339.53.
Namens het Bestuur:
Leiden, J. A. F. Coebergh,
24 Sept. 1870, Penningmeester