Tot de toetreding aan die vereeniging wordt gelegenheid aangeboden in het lokaal op den Flu- weelen Burgwal, N°. 22, op Dinsdag 21) Septem ber, des avonds te 7 uren, wanneer het reglement vastgesteld en voorstellen zullen worden gedaan betreffende de middelen die aangewend kunnen worden, om de vereeniging in ruimeren kring vruchtbaar te doen werken. Uok te Goes werd eergisterenavond een mee ting gehouden tot stichting van een vredebond, op het voorbeeld der internationale vereenigingen van Genève en Parijs. Ruim honderd personen traden tot den vredebond toe en er werd besloten, om aan den Koning en de Staten-Generaal een adres te richten om grondwetsherziening in dien zin, dat art. 56 worde gewijzigd en het recht van oorlogsverklaring niet anders kan geschieden dan door den Kouing, in overleg met de Staten- Generaal. Naar men uit Utrecht verneemt hebben ,de compagnie-administratiën bereids verlofpassen voor de miliciens ontvangen om deze bij eene eventueele terugkeering naar hunne haardsteden hun uit te reiken. Eveneens worden de appel- lijsten voor vier lichtingen tot dat einde in ge reedheid gebracht. Datuui en plaats vanwaar zij zullen vertrekken zijn echter nog niet gedecideerd. Het Journal Offtciel behelst het volgende: De Minister van Buitenlandscbe Zaken heeft het verzoek om ODtslag van den heer BaudiD, gezant van Frankrijk te 's-Graveuhage, ontvan gen. Dit ontslag is aangenomen. nen om zoo mogelijk in de volgende vergadering J afbeeldingen der hoogst belangrijke muurschilde- 1 ringen van Bathmen aan de afdeeling ter bezich tiging te geven en daarop hare aandacht te ves tigen. Te Amsterdam is ook een Algemeene Vrede- vereeniging tot stand gekomen, die tot grondslag aanneemt, de beginselen welke reeds bestaande tractaten en convention beheerschen en wel hoofd zakelijk art 8 van het protocol N°. 23 dd. 14 April 1856 toegevoegd aan het Parijsche vredes- tractaat van 30 Maart 1856, betreffende de bemid deling der mogendheden ingeval van conflict, al vorens naar de wapenen worde gegrepen; de conventie van St.-Petersburg, regelende het ge bruik van oorlogswerktuigen en de conventie van Genève dd. 22 Aug. 1864 ten aanzien van het Iioode Kruis. Men kan eerstdaags nadere bijzon derheden aangaande die vereeniging verwachten. De heer J. J. Cremer zal nog in deze maand te 's-Gravenhage eene nieuwe Overbetuwsche vertelling voordragen, getiteld Bella Roel en de opbrengst daarvan doen toekomen aan het Hoofd comité van het Roode Kruis. Aan het examen in de letteren en wiskunde onder voorzitterschap van Prof. Donders, in het physiologische laboratorium te Utrecht gehouden, ter beslissing over het al of niet toelaten tot het eigenlijk natuurkundig exameu, dat dezer dagen in 't openbaar een aanvang neemt, hebben zich 29 kandidaten onderworpen, waarvan 17 geheel en 12 gedeeltelijk hebben voldaan. j streeks 11 uren brand ontstaan in de schuur onder 1 de gemeente Hoofdplaat; de schuur, de granen, landbouwgereedschappen, een stieren een veulen zijn een prooi der vlammen geworden des na middags te 5 uren brandde het graan nog en werkten de verschillende spuiten nog door. Men begroot de schade aan den inboedel op minstens f 10,000. De inboedel was verzekerd, de schuur niet. De oorzaak is nog onbekend. Maastricht, 15 September. Uit deze stad en omstreken zijn wederom 15 jongelieden naar Rome vertrokken om dieust te nemen bij het pauselijk leger. KOLONIËN. BATAVIA, 31 Juli. Met het getuigenverhoor in de zaak van den gewezen Assistent-Resident van Karang-Aujer werd heden voor den Raad van Justitie een aan vang gemaakt. De beklaagde wordt beschuldigd van mishandeling, opsluiting zonder wettige rede nen en falsiteit in authentieke stukken. 13 getui gen a charge en 3 a décharche ziju opgeroepen. (Loc.) Wij lezen in de „Gemengde Indische Berich ten" der Locomotief: „Toen onlangs te Samarang eeu advocaat pleitte zei hij dat het geven van geschenken aan amb tenaren door aannemers, zoo algemeen was, dat de Chineezen daarvoor een eigen woord hadden aangenomen dat volgens pleiters meening van Hollandschen oorsprong was. Dat woord was smeer. Even als eene machine die niet goed loopt, nu en dan gesmeerd moet worden, zoo was het ook met de ambtenaren die contractanten alles in den weg konden leggen; gebeurde dat, dan zei de Chinees „hoe loewan moesli di smeer." (Loc.) Erkenning van verdiensten. De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, te Soerabaija, heeft on zen stadgenoot, den heer B. Metselaar, bekroond met de gouden inedalje, waarop men aan de eene zijde leest: (Eereprijs der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen te Soerabaija). En aan de keerzijde (Toegekend aan B. Metselaar voor het verrichten van Loffelijke daden). Geven wij hieraan met genoegen publiciteit, wij betreuren het tevens dat men tot den huidi- gen dag, niettegenstaande voorgedane vacatures, in het welbegrepen belang der samenleving, niet voldaan heeft aan het zoo dikwerf door dien verdienstelijken burger uitgedrukt verlangen om in aanmerking te mogen komen voor eene plaat sing bij de politie. Zoo menigmaal te Soerabaija op de eene of andere plaats een inensehenleven in gevaar was, behoorde in den regel de heer B. Metselaar tot de eersten om hijstand te verleenen, en zoude hij in dienst der politie de emiuentste diensten kunnen bewijzen. (Soer. Cl.). Voor eenige maanden werd ons uit Samerang bericht, dat met primo Juli 1870 de redactie van het Balaviaasch Handelsblad uit de handeu van den tegenwoordigen hoofdredacteur, in die vau eene commissie van redacteuren, samengesteld uit de heereu Mrs. Tollens, Francis en Toewater zoude overgaan. In weerwil van onze tegenspraak verdedigde de Locomotief haren roem van altijd juist te zijn ingelicht. Nu weldra de maand Juli ten einde is, zonder dat de waarheid van het eerste gerucht zich heelt bevestigd, komt tot ons, uit dezelfde stad (Sama rang) het bericht over, dat de heer De Rochemont, eerste luitenant der infanterie, na verkregen ont slag uit 's lands dienst, eerlang als redacteur vau het Balaviaasch Handelsblad zal optreden. Evenals vroeger, worde ook nu herinnerd dat zoodra eene verwisseling van redactie den uitge ver van dit blad zal zijn noodig geworden, hij daarvan zijne geabonneerden niet onkundig zal laten. Mocht het laatste gerucht zijuen oorsprong vin den in den wensch dat het militair element rui- nier en- beter door de Indische pers worde ver tegenwoordig, zoo vergete men niet dat de heereu De Stuers en Elberg, de eene gepensioneerd ka pitein, de andere gepensioneerd luitenant der infanterie en schrijver der brochure „Weggejaagd" reeds door hunne medewerking aan den Java Bode en het Soerabuyasch Handelblad, voor de belangen van het Indisch leger, eenen krachtigen steun op leveren. Bat. libl. Met de slechting der vestingwerken zal, naar ons is medegedeeld, aanstaande Maandag, het begin van den aanvang of eeu begin van een begin worden gemaakt. Op die plaatsen namelijk w aar de aarden borstweringen worden geacht niet vol doende te zijn tot demping der grachten, zal door aanslibbing, te verkrijgen door beurtelings ledig en weder vol laten loopen dier grachten, de bo dem zooveel als noodig is worden verhoogd. Met het oog op mogelijk nadeel voor den gezondheids toestand door het ledig loopen, is de geneeskun dige dienst over deze manoeuvre geraadpleegd, en is van die zijde geadviseerd, dat daarvan geen nadeel is te vreezen (Soer. Hdbl.). De veldtocht van den Rajah van Serawak tegen de in opstand gekomen Dajakkers, welke onlaugs door de Javasche Courant als eene ophan den zijnde gebeurtenis werd aangekondigd, is at geloopen. De Serawaksche Government Gazette vai 27 Juni deeld daaromtrent het volgende mede „Een expeditie in het binnenland, samengestek uit 11,000 man Maleijers en Dajakkers, onde aanvoering van Z. H. den Rajah van Sarawaï is in het begin van Juni uitgetrokken met. ht, doel, een groot korps Dajakkers, gevestigd aa; de onaanzienlijke en gevaarlijke rivier Katibi en behoorende onder Serawaksch bestuur, aani; tasten. Deze rivier is alleen bevaarbaar voor klein, schuiten en de Dajakkers hebben een jaar lang t- gezag der regeering van Serawak getrotseerd u zijn voortgegaan, naar de onder hen heerschen. verderfelijke gewoonte, de hoofden af te slaa van Maleijers, van Chinezen, en van al degenei welke niet rechtstreeks tot hunne omgeving be hoorden. Zij ziju nauw verwant aan de Oajat kers der Pontïanak-rivier, onder bestuur van ht Nederlandsch gouvernement, en hebben, tot: onze expeditie in aantocht was, van die zijd krachtige hulp ontvangen. „Na gedurende verscheidene dagen met groot inspanning onze 300 schuiten stroomopwaarts hebben gevoerd en vier dagen in het hart vs 's vijands land te hebben doorgebracht, is 1 expeditie teruggekeerd. Het doel is bereikt, de huizen en eigendommen van den vijand zij in brand gestoken of vernield. „Aan de zijde van Serawak zijn 40 man sneuveld en vele andere gewond. De verlie van den vijand zijn niet nauwkeurig beken Daar hij echter al de keeren, dat wij hand ineen werden, het onderspit heeft gedolven, ma ten zij aanzienlijk geweest zijn. „Men verwacht, dat het gevolg dezer expedi. zijn zal de koppensnellende Dajakkers tot re te brengen, en voor handelaren de gelegen ht te openen om van de hulpbronnen dezer woe landen, waar gutta perclta, kamfer was, rotti en harde houtsoorten in overvloed voorhand zijn, partij te trekken. „Het district van den Rejang, waaraan de g tuchtigde Dajakkers schatplichtig zijn, telt eei bevolking van 70 80,000 zielen. Voor het me rendeel bestaat zij uit vrienden en welgezinde De handel heeft in de laatste jaren in dat gewt een snelle vlucht genomen, en is het land et maal van koppensnellers gezuiverd, dan zal Rejang-rivier een handelslijn zijn, welke red streeks tot in het hart van Borneo voert. De vier is bevaarbaar voor stoombooten over ee uitgestrektheid van nagenoeg 100 Eng. mij Daarna komen ondiepten, bij welke men ti van schuiten bedienen moet. De in het binnenli gevestigde stammen spreken vele verschillet talen. Twee malen 'sjaars doen zij handelsreit naar Sibu, een gouvernementsstatiou opongew 60 mijlen afstand van den mond der Rejang. Rajah werd op zijne expeditie vergezeld d( vijf officieren van Serawaksche grensvorsten, heeren Paul, Chapman, Skelton, Nelson en Lov (Java Bode) Sumatra's Westkust, Juni. Den 16den vertr de resident van Tapanoli per gouverneme: stoomer Hertog Bernard naar Nias tot het instell van een onderzoek, omtrent de onlangs uitgebi ken onlusten tusschen de kampongs Tadoro Orahili, met het doel om de geschillen door et vergadering van hoofden te doen beslechten. (Jav. Cl. Celebes en Onderhoorigheden. In den na: van 5 op 6 Juni jl. werd Balangnipa en omsli ken (Oosterdistricten) door eene hevige overstr: ming geteisterd. Ongeveer te 2 uren traden de Tangka- Sandjaijrivieren, ten gevolge van aanhouden zware regens, zoowel te Balangnipa als in I gebergte, tegelijk buiten hare oever6, en had I water te 3 uren reeds in alle landsgebouw die een Ned. el boven den beganen grond sta: eene hoogte van 35 duimen bereikt. Met het aanbreken van den dag begon I water langzaam te vallen en kon men toen geleden schade overzien. De Europesche wijk had het meest geleu'f Behalve, al de bamboezen bijgebouwen derhuis de paggers der erven en eenig ander houtnf waren nog de kruiwagens en de andere gttü schappen en materialen van het civiel boutri partement door het water medegevoerd. Van de 14 in de Tangka-rivier liggende bs delspraauwen werden acht op den wal getv. pen, terwijl zes van hunne landtrossen gen en naar zee gedreven werden. Van deze praauwen gingen er 4 geheel verloren. Het verlies vau èen menschenleven was betreuren. Overigens was de schade door deze overt: ming veroorzaakt betrekkelijk niet zeer bed dend, daar de meeste praauwen ledig en de? deren in de op palen gebouwde huizen opgebor; waren. Het vee had men nog bij tijds naar omliggende hoogten gebracht. De geldswaarde der geleden schade wordt schat op ruim ƒ3000. Daar de bevolking pas begonnen was niet In de vergadering van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, afdeeling letterkunde, van Maan dag 12 September waren tegenwoordig de heeren A. Rutgers, J. Hoffmann, C. Leemans, W. G. Brill, H. J. Koenen, G. De Vries Az., G. H. M. Del prat, J. A. C. Van Heusde, A. Kuenen, M. J. De Goeje, C. M. Francken, P. J. Veth, W. C. Mees, N. Beets, B. H. C. K. Van der Wijck, H. Van Herwerden en J. C. G. Boot, secretaris. Bij afwezigheid van den heer Opzoomer, die door ongesteldheid verhinderd is de vergadering bij te wonen, belast de heer Rutgers zich met het praesidium. Ingekomen is een brief van het bestuur van het Balaviaasch Genootschap van kunsten en we tenschappen van 25 Mei jl., ten geleide van een stel afdrukken van inscriptiën op koperen platen in de Kawi-taal, over wier inhoud de voorlichting der Akademie gevraagd wordt. Op voorstel van den Voorzitter zullen de stukken in handen worden gesteld eener commissie, bestaande uit de heereu H. Kern, T. Roorda en P. J. Veth, die zoo noodig de medewerking van den heer B. F. Matthes, correspondent der afdeeling, thans in Nederland verblijf houdend, kunnen inroepen. Vervolgens houdt de heer Brill eene voordragt over den grond der achterdocht tegen den hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel, die van 17S4 tot 1794 in dienst der Vereenigde Nederlanden ge weest is. Volgens zijne meening is die Diet te zoeken in het drijven der staatsgezinde partij, met het doel om WilleD den Vijfden van de hulp van een getrouwen dienaar te berooven, maar laat zich verklaren door de gehechtheid van den hertog aan de Oostenrijksche 6taatkuude, wier belang medebracht dat de prius met desouverei- niteit werd bekleed, waarin de hertog hem be hulpzaam was. Ooostenrijk wilde gaarne de Oos tenrijksche Nederlanden aan onze gewesten on der de souvereiniteit vau den prins afstaan, als het daarvoor eene schadeloosstelling in Duitsch- laud kon verkrijgen. Dat plan viel in den geest van den hertog, maar behaagde geenszins aan Amsterdam en de Uollandsche steden, die Vlaan deren en Antwerpen niet tot mededingers ver langden voor hun handel. Deze mededeeling, die niet voor de verslagen bestemd is, geeft aanleiding tot eenige bedenkin gen aan de heeren Delprat en Leemans. Bij de commissie voor de overblijfselen der vaderlaudsche kunst zijn ingekomen: berichten van den heer G. J. Rink, predikant te Bathmen, en van den heer L. L. Kleyn, te Gorssel, over nieuw ontdekte muuischilderiugen in de Her vormde kerk te Bathmenvan den heer J. A. Van Krieken, predikant te Rijswijk iu Gelder land, bericht over dergelijke kuntstvverken in de kerk aldaar; van den heer A. Aldenhuyzen, te Volkel, eene schets van een ouder Udel gevon den gouden munt; van den heer J. J. Smits, op gave van sporen van muurschilderingen ontdekt in de kerk te Nijkerk op de Veluwe; van den heer F. C. VV. Hopman, te Amsterdam, bericht over muurschilderingen ongeveer 20 jaren geleden in de kerk der Hervormde gemeente te Weesp ontdekt; van den heer Van der Veen, te Waal wijk,over de te Spraug ontdekte doopvont; van den burgemeester van Appeltern, over twee zil veren stempelsen een dito kettingje ouder Alphen opgebaggerd; van den heer ingenieur R. Hooge- boom, over een oud zwaard in de Dieze gevon den van den Minister van Binuenlandsche Za ken, een bestek van ontmantelingswerkeu te Breda en vier photogrammen van geslechte rijks gebouwen te Vlissingen. De heer Leemans geeft zijn voornemen te ken Aan J. Van der Meyden te Vlaardingen is bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van den 12den dezer, tot wederopzegging vergunning verleend voor een stoomsleepdienst in de provinciën Noord-BrabaDt, Gelderland, Zuid- Holland, Noord-Holland, Zeeland, Utrecht, Over ijssel en Limburg. De telegrafische gemeenschap met den Kerke- lijken Staat is tijdelijk opgeheven. Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw de heer W. Van Beu- ningen, predikant bij de Hervormde gemeente te Ameide en Tienhoven. Z. M. heeft goedgevonden te benoemen tot Hoogstdeszelfs adj. in buitengewonen dienst, den kapit. J. Roosmale Nepveu, van het reg. rijdende artillerie; te bepalen dat genoemde kapitein zal worden gedetacheerd bij den staf van Z. K. H. den Prins van Oranje. Z. M. heeft met ingang van 1 October 1870, benoemd tot kapit. bij de inf. van de landmacht in West-Indië, de 1ste luit. bij die inf. J. F. A. E. Van Lansberge. Arnhem, 14 September. In plaats van de ge wone bedevaart naar Kevelaar die door de tijds omstandigheden niet werd gehouden, wordt er thans in de R. K. kerken alhier een daarmede overeenkomstig feest gevierd, waaraan zeer velen deelnemen. Van aardappelziekte hoort mes in deze streken veel, maar zijn deze geruchten zeer over dreven. Wel verlangt men zeer naar droogte zelfs op hooggelegen gronden. Utrecht, 14 September. Hoewel de gezond heidstoestand van den veestapel in en om deze gemeente bevredigend is, komen er wel enkele gevallen van longziekte voor. Vele veehouders verkoopen de daaraan lijdende dieren voor de consumptie, zoodra die ziekte ontstaat, omdat het vleesch dan nog niet schadelijk voor de gezond heid geacht kan worden. (U. D.) Amersfoort, 14 September. Bij de gisteren alhier plaats gehad hebbende herstemming is tot lid van den gemeenteraad gekozen de heer Jhr. Mr. H. J. L. Van Sasse van IJsselt. Deventer, 14 September. Door den gemeente raad is afwijzend beschikt op een icrzoek tan den schuttersraad der dd. schutterij alhier, die daartoe schriftelijk aangezocht was door 42 schut ters, om geldelijke vergoeding voor tijdverlies wegens de oefeningen iu den wapenhandel, die zij gehouden zijn bij Ie wonen. Groningen, 14 September. Hoewel het tijdstip van de komst des konings nog onbekend is, werd toch bij een kabinetsschrijveu de kennisgeving ontvangen, dat de Groninger weerbaarheid als eerewacht zal fungeeren. Groningen, 15 September. Tot directeur van de landbouwschool te Groningen is benoemd de heer Hartogh. In het naburige Makkinga moet volgens deskundigen door den jongsten storm tusschen de 40 a 50 pet. van de veenboekvveit verloren zijn gegaan. Ommen, 15 September. Voor de verkiezing van éen lid der Prov. Staten en van den gemeente raad moet herstemming plaats hebben, namelijk als lid der Prov. StateD tusschen de heeren A. C. Bouwmeester, burgemeester van stad en ambt Ommen en H. N. Van RooyeD, burgemeester van ambt Hardeuberg, en voor den gemeenteraad tnsschen de heeren J. Weenink, F. W. N. Mu- lert en E. Woertink. Groedb, 13 September. Eergisteren nacht isoin-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2