geleden heeft, van eeuige kleiue behoeften te voorzien, zijn reeds aangekocht en uitgedeeld: 10 a 11000 sigaren, 25 kwart vaten bier, 5 a 600 ons tabak, en pijpeu. De uitdeeling geschiedde aan het 1de bat. van 't 7de regiment dat ruiin een maand op de forten gelegerd was. Tot nieuwe bijdragen wordt krachtig opgewekt, daar op de zes lorten om de stad 1100 man liggen, en men dus noodzakelijk nieuwe bijdragen behoeft om de manschappen van alle forten te voorzien. Harderwijk, 2 September. Gedurende de vorige maand zijn bij het koloniaal werfdepot o. a. aan- gekoineu: a. 16 personen, die zich op de gewone wijze voor den kolonialen militairen dienst heb ben verbonden, waaronder 1 vreemdelingen, ieder ouder genot van 120 totf 150 gratificatie ol'hand geld; b. 15 onderofficieren en manschappen, uit Oost-lndië teruggekeerd, waaronder 5 met aan spraak op voortdurend gagement en c. 29 onder- olliciereU en manschappen uit Suriname, waarvan 4 met aanspraak als voren. De sub c. bedoelde militairen waren 20 Mei 11. uit Paramaribo naar Nederland vertrokken met het schip Maximiliaan, dat in den ochtehd van 9 Augustus 11. op de hoogte van Dover door het Eugelsche schip Lady Lawrence overzeild werd en dientengevolge gezonkeu is; zijnde de militairen door tusscheukomst van den Nederlaudschen con sul-generaal te Londen van daar per stoomboot Ftjenoord naar Rotterdam overgebracht, alwaar zij in den avond van 12 Augustus aaukwauien. Met het oog op de omstandigheid, dat in de behoefte aan rekruten voor het koloniale leger voor het tegenwoordige zeer wel door het aan werven van Nederlanders alleen kauworden voorzien, heeft de Minister van Oorlog goedge vonden te bepalen, dat vreemdelingen van welken landaard ook tot nader order voor gezegd leger niet worden aangenomen. Vi.issiKGLN, 4 September. Door den ongewoon hoogen waterstand en sterke vloeden gedurende den laatsten storm zijn aan de alhier in aanleg zijnde sluiswerken vrij aanmerkelijke afspoelin gen veroorzaakt en steenbestortingen verdwenen. De beloopen schade zal zoo spoedig mogelijk wor den hersteld, bereids is met die herstelling aan gevangen. Groningen, X September. Ten aanzien van de verwachte komst des Konings alhier vernemen wij, dat die eerst na de openiug der nieuwe zit ting van de Kamer wordt te gemoet gezien. 's-Boscn, 4 September. De komst van Z. M.den Koning binnen onze stad blijft bepaald op Dins dag den 6d"n September a. s. Z. i\l. zal drie dagen verblijveu. De eerewachten zullen betrokken wor den den l,led dag door de dd. schutterij, den 2<ten dag door het korps sclierpschuttersgilde „Eendracht maakt MaclUen den 3du» dag door het 5de regeoieut infanterie. Z. M. de Koning wordt reeds in den vroegen morgen per spoor alhier verwacht; de dd. schut terij, de koninklijke scherpschutters en het gar nizoen moet des morgens om halfzes reeds op de esplanade geschaard staan. Heden zijn 18 paarden, de lakkeien en stalknechts van Z. M. den Koning alhier aangekomen. Bij Zijner Majesteits aankomst zullen konink lijke salutschoten gelost worden op Crèfecoeur, dé citadel en op het fort St.-Isabella. De ingezetenen zullen zeker niet nalaten door het uitsteken der vlaggen van hunue vreugde over de tegenwoordigheid des Konings in de grijze hertogstad te doen blijken. Door het korps koninklijke scherpschutters Eendracht maakt Macht" zal aan Z. M. den Koning worden aangeboden een diploom als bescherm heer van dat korps. KOLONIËN. BAT ATI A, 22 Juli. De Javasche Courant van gisteren bevat een een onschuldig slachtoffer was. Door de open vensters zag men bijua overal op stroo zwaar gekwetsten en dooden liggen. Op een open plaats zag uien een grooteu oploop! Wilde bedreigingen hoorde men. Slaat ze dood, de hondenzij ver dienen niet dat ze nog een oogenblik leven. Aan de lantaarns! Wij moesten stil staan. Ik drong mij door de menigte heen. De handen op den rug gebonden, zag ik de schepsels die de woede der soldaten gaande hadden gemaakt. Het waren lijkenberoovers die bij hunne verschrikke lijke plundering gegrepen waren en beschuldigd dat ze gewonden mishandeld en gedood hadden. Ze zagen er verdierlijkt genoeg toe uit. Op een kar lag ook de kerel, waarvan ik reeds verhaalde, dat hij een gekwetsten de oogeu uitgestoken had. Zijn voorhoofd was door een sabelhouw gespleten, en hij rochelde als een stervende, zijne oogen schoten echter nog giftige blikken. Men moet zich bij zulk een tooneel bijna schamen een niensch te zijn. Ter eere der Elzassers hoop ik, dat deze misdadigers slechts onder den dekmantel van 'tEransche patriotismus hunneschandaden dreven. In ieder geval doet men onrecht om hierna de bewoners van den Elzas te beoordeelen. Langzaam bewoog zich onze colonne voor waarts. Groote bloedplassen duiden den loop van 't gevecht aan. Ongeveer 5 minuten buiten de Gouvernementsbesluit, waarbij voorschriften wor den gearresteerd omtrent het verleenen van voor schotten op tractement en nopens het aangaan enz. van delegation naar het. moederland, bij het leger. De generaal Kroesen heeft gisteren een aan vang gemaakt met zijne inspectie-reis over Java. Z. Exc. is naar Buitenzorg vertrokken om aldaar di u militairen weg in oogenschouw te nemen en zal door de Preanger de reis voortzetten naar -Tjilatjap. De administrateuren der O.-I. Maatschappij van Administratie en Lijfrente, hebben hunne bij den Officier van Justitie te Batavia ingebrachte klacht, wegens hoon en laster tegen den heer Busken Huet, ingetrokken. De Locomotief geeft de volgende beschouwing: Poliliewekkcr. Op het erf van den resident en andere plaatsen van Bodjong zwerven dagelijks eenige kettinggangers rond, die des uamiddags te bekwamer uren langs den weg slenteren', om zoodoende hunne woning te' bereiken. Zeer dik wijls zijn zij dan beladen met een vracht hout, waarvan de herkomst argwaan wekt en dat zij op de passars te gelde uiaken, om zich met het reudement eenige versnaperingen te verschaffen. Toezicht van politiewezen schijut geheel te ont breken. Menige eerlijke Javaan heeft een harder lot dan die veroordeelden. Indien het voornemen was om een publiek schandaal te verwekken, indien men beoogde om de straf al haar schrik- wekkenden invloed te doen verliezen, zou men bezwaarlijk een doeltreffender methode kunnen kiezen, dan door de thans gevolgde practijkeu aangewezen wordt. Met de meeste vrijmoedig heid en den krachtigsten aandrang vragen wij, dat de regeering van dergelijke demoraliseerende adats het voorwerp harer ernstige bepeinzing maar ook van haar onverwijld handelen make. Men stelt voor, om de raden van Indië voortaan, éer zij zich in of buiten dienst naar de binnen landen begeven, een cursus in de etikette en het bij de inlandsche vofsten gebruikelijke ceremo nieel te doen volgen ter voorkoming van flaters, gelijk er onlangs eene werd begaan. Toen kort geleden een der raden van Indië zich te Solo bevond, werd ZEd. door Pangerang M. N. een bezoek ten residentie-huize gebracht. Bij het afscheid nemen, geleidde de bedoelde hoofdambtenaar den Pangerang, wieu hij den arui geboden had, tot beneden aan den trap en gaf hij zich nog veel moeite om den koetsier met den wagen van den Pangerang te doen voorkomen. Volgens den adat geleidt de resident dien Pan- geraug slechts tot boven aan den trap. Wat de Paugerang wel gedacht heeft, en hoe de talrijke aanwezigen en de inlandsche toe schouwers de zaak beoordeelden (Sam. Cl.) Soerabaija, 13 Juli. Hedenmorgen had alhier de laatste zitting plaats der 11. Vrijdag door den raad van justitie aangevangen terechtstelling in de zaak der kort na de optreding van den tegen- woordigen directeur der gevangenis alhier, door dezen aan het licht gebrachte onzuivere hande lingen. De drie beklaagden de heeren K., De G. en Van der S. zijn in de acte van beschuldiging aangeklaagd, de beide eersten wegens „oplichting van den lande" en de laatste wegens „medeplich tigheid daaraan." De door den officier van justitie in deze gedane eisch strekt om den eersten be klaagde te veroordeelen tot zes maanden gevan genisstraf en f'iGO boete; den tweeden insgelijks tot zes maauden gevangenisstraf en f 500 boete en den derdeu tot éen jaar gevangenisstraf en 300 boete. (Soer. Hbld.) stad kwamen wij aau het bivouac, ik ging verder over het slagveld, naar de hoogteus, waarvan de bestorming zoo menig Duitseh soldaat het leven gekost heelt Men had nog geen tijd gehad om aan de gesneuvelden te denken; eei i moesten de gek westen geholpen worden. De eene baar na de andere werd langs unj lieengedragen met zwaar gewouden, die men tusschen de lijken gevonden had, waaronder zij den geheelen nacht hadden gelegen. Die indrukken overweldigden mij, ik moest mijn tocht eenigen tijd staken en ging onder een boom zitten, waaronder wellicht meuig soldaat den adem uitblies. Ik dacht aan de duizenden, die heden voor de hunnen sidderden, als zij de tijdingen van den bloedigen veldslag vernamen. Hoe vele bittere tranen zal het moederoog storten. Hoe vele bange dagen zullen er nog verloopen eer die duizenden tijding ontvangen van hunne geliefden, die op vijandelijken bodem de eer van het vaderland verdedigen. Ze hebben die verdedigd, onze dap pere soldaten, met hun bloed en leven; maar wee hem, die deze verdediging noodzakelijk uiaakte. Zijn maat is eindelijk volgemeten! Ger- maniës zonen waren bestemd om de offers van den tweeden December,,de martelaren van Cayenne de slachtoffers van Solferino te wrekenI Door den gouvern.-gener. van Ned. Indië zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel DepartementBenoemd: Bij het resideutie- kant. te Sainarang, tot 2de komm. de 3de koimn. H. L. Klerks; tot 3de komm. A. J. B. Logeman; tot lid bij den raad van just, te Makassar Jhr. H. K F. A. V,vu Baders. Ontslagen: Op verz. eerv. de klerk op het resid.-bureau te Soerakarta A. Vogel; eerv. als lid bij den raad van just, te Makassar J. \V. Kroon, onder dankbetuiging. Departement van Oorlog. Op non-activ. gesteld de kapit. der genie en sapp W. J. Lei-rs, onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd. Departement der Marine. Benoemd: Tot 2de komm. de 3de komm. C. Specht; tot ode komm. C. Ylstra. Belast: Met de waarn. der betrekk. van 2de machinist bij den dienst der gouv. marine de inuckiu. 2de kl. W. Lus. BUITENLAND. Bij de vele gewichtige tijdingen die ons schier elk oogenblik van den dag toevloeien, is het on doenlijk daarover vooralsnog in bijzonderheden of beschouwingen te treden. Elk oogenblik kan wat anders, brengen. Wij bepalen ons dan ook met het oog op de ruime plaats die de telegram men vereischen, voor heden tot het constateeren dat de dynastie der Bonapartes, die van 1S52 Erankrijks lot in handen had, vervallen is ver klaard van den troon; dat de republiek is uit geroepen dat een voorloopig bewind is samen gesteld uit de mannen die siuts den coup-d'état niet opgehouden hebben de regeering van Napo leon lel te bestoken; dat dit bewind is gevormd uit onderscheidene partijen, als republikeinen en Orleanisten. Dit blijkt duidelijk uit de namen van Eavre, Creuiieux, Kochefort, Gainbetta, De Kératry; dat door dit bewind reeds een minis terie samengesteld en vast besloten is den oorlog voort te zetten. Voorts wordt verzekerd, dat de orde te Parijs niet verstoord is, maar er integendeel onder de bevolking, leger en nationale garde eene broeder lijke eensgezindheid heerscht. Keizerin Eugénie moet reeds Parijs verlaten hebben en de prince impériale op weg zijn om de krijgsgevangenschap met zijn vader tedeelen, die over Belgisch grondgebied naar Kassei, de verblijfplaats hem door den koning van Pruisen vóorlöopig aangewezen, is vertrokken. HET TOONEEL VAN DEN OORLOG. UE SLACi VA* ëEllM. Overgave van den Keizer. „De veldslag, die Donderdag te 4 uren in den morgen onder de muren van Sédan was aange vangen, werd te 2 uren gestaakt, om met ver nieuwde woede te 3 uren hervat te worden en voor goed te 5 uren te eindigen. Mac-Malioii werd met zijn leger in Sédan teruggeworpeu en door het Pruisich leger, 256,UÜ0 man sterk, om singeld, in welke onvoldoende versterkingen het niet mogelijk Was zelfs twee dagen weerstand te bieden. „Te 6 uren meldde zich een stafofficier als parlementair bij het Hoofdkwartier des Konings van Pruisen aan, om de voorwaarden vast te stellen eener capitulatie. Men bevond echter dat hij niet gemachtigd was om te onderhandelen over het lot van het gausche leger, dat in de vesting was opgesloten en daarom vroeg men in overleg te treilen met generaal O'Reilly, den kominandaul vaü Sédan. „Deze werd nu op zijne beurt afgezonden. „Hij ontving ten antwoord dat, daar eene ern stige verdediging van Sédan onmogelijk was, men het Fransche leger den eisch stelde, zich op ge nade of ongenade over te geven. „Op dat oogenblik", zegt de correspondent van de Pall Malt Gazetla„was er van den Keizer, van wien men niet wist dat hij in 't Fransche kamp tegenwoordig was, nog geen sprake, en later gispte men het zeer dat de parlementair Een zegevierend leger, daags na den veldslag, op het slagveld, dat zij na een strijd van 15 uien veroverd hebben te zien uitrusten, is een groolsch, indrukwekkend schouwspel, waarvan de herin nering nimmer uitgewischt wordt. Ik zal dan ook nimmer die indrukken vergeten. Ze zijn eigenaardig en met elkaar in tegenspraak, ze zijn verheffend, maar buigen tevens ter neer, ze verheffen het hart bij de gedachte dat die over winning ons land wellicht voor de verschrikkin gen van den oorlog bewaart, maar een blik op den onuitsprekelijken jammer en de ellende om 0113 heen, doet ons met beschaming vragenIs dat de hooggeroemde beschaving der 19d" eeuw, dat natiën elkander vermoorden, en welstand en ge luk verwoesten? En wat zal het gevolg van die bloedige overwinningen zijn? Zal niet nieuwe volkenhaat uit dat bloed ontstaan, en een diepe klove vormen tusscheu twee natiën die aangewe zen schenen om slechts tot een edelen wedstrijd ,op het gebied van handel, industrie en wetenschap pen te kampen. Het is niet genoeg om alle schuld op éen te werpen, aan dit onheil hebben mil- lioenen aan beide zijden van den Rijn schuld. .Medeplichtig zijn de Chauvinisten, de afgoden dienaars van roem en eer. Medeplichtig zijn die papieren zielen en wandelende koerslijsten, die den man van den 2den December steeds als den over een zoo belangrijk feit het stilzwijgen ||SUj bewaard. „Eenskaps weergalmde luide de kreet door '1 Pruisisch kamp.' der Kaiser ist da! „Als op hetzelfde oogenblik werd een eigeuhan. dige brief van Napoleon III aan den Koning van Pruisen overgebragt. In dien brief, waarvan uien natuurlijk de bewoordingen niet kan wedergeven moet de Keizer, volgens het zeggen van den Pruisischen staf, gezegd hebben, dat hij, „niet aan 't hoofd van zijn leger kunnende sterven, zijn degen in de handen van den Koning van Pruisen stelde." „De greestdrift in het Pruisische leger wasoni- zettend. De soldateu wierpen hunne wapenen neg, en omhelsden elkander, daar zij den oorlog #|s geëindigd beschouwden. Een kwartier uurs h,ier weergalmden de toonen van al de Pruisische muziekkorpsen door het kamp. Sommigen begon- non de aria's Partant pour la Syrië, ja zelfs de Marseillaise te. spelen, maar dadelijk werd hun verboden daarmede voort te gaan, opdat de Prui sen hun zegepraal niet zouden bezoedelen, duur den schijn aan te nemen alsof zij juichten in liet ongeluk der overwonnenen. „Graaf Von Bismarck werd omringd en geluk gewenscht. Hij antwoordde: Mijne heereu, ik heb niet 't minste aan deel in het succes van den oorlog. Vervoeg utot den Koning, tot Von Moltke. Ik heb niets ge daanOf liever, hernam hij plotseling, ik heb toch iets gedaan. Ik heb gemaakt dat de Zuid- Duitsche Staten ons met hun machtigen steun hebben bijgestaan en het is aan hen, 't is aan onze dappere Beieren en Wurtem bellers dat we de overwinning van dezeu laatsten grooten slag verschuldigd zijn." „Men weet dat het inderdaad vooral de Zuid- Duitsche legers waren, die Donderdag in het vuur zijn geweest. „De geheele bevolking van Sédan bevond zicli op de wallen sedert het vuur had opgehouden eD staarde zoo verhaalt de Engelsche reporter op de ontzaggelijke gelederen van het Pruisische leger, als ware 't een eenvoudig tooneel, dat zich voor hun oog ontknoopte. „Men had den keizer te Vendresse ontdekt. Deu volgenden (Vrijdag) morgen begaf Itij zich, veeleer als bezoeker, dan wel als gevangene, naar het hoofdkwartier van den koning van Pruisen. „Napoleon III reed in een calèche en was door verschillende generaals vergezeld, waaronder meu de generaals Lebrun en Felix Douay herkende. „Alleen twee uhlanen reden vóór het rijtuig, dat overigens door de Keizerlijke piqueurs in huu liverei (groen mat goud) gereden werd. Napoleon III was zeer kalm; hij rookte een sigarette." Omtrent de uitkomst van deu slag van Don derdag, deelt de correspondent uit Bouillon van de Indép. Beige, aan dat blad nog de volgende bijzonderheden mede (welke gedeeltelijk reeds per telegraaf zijn overgebracht) „De slag van Sédan is Donderdag 1 Sept. te vier uren in den morgen begonnen. Bij Douzy streden de Pruisen ten getale van 240,000 man, terwijl Mac Jlahon 110,000 man onder zijne be velen telde. De Franschen zijn wederom verrast geworden. Vooral van tien tot twee uren werd warm gevochten. „Te twee uren was de linkervleugel onder generaal de Failly afgesneden en het centrum en de rechtervleugel op Sédan geworpen. Het af gesneden korps sloeg in wanorde op de vlucht en Franschen van alle wapenen werden door onze (Belgische) troepen op Belgisch grondgebied teruggehouden en ontwapend. „Donderdag-avond heeft de Keizer zijn degen aan den Koning van Pruisen gezonden. „Aan het hoofd van mijn leger den dood niet hebbende kunnen vinden, zeide hij, geef ik mijn degen aau den Koning over." Er werd hem geantwoord, dat hij zich persoonlijk moest overgeven. En redder der maatschappij prezen. Diegenen, die nu het hardstè schreeuwen, die den derdeu Napoleon met zijne Turcos en'Zouaven in een kooi door Duitschland rond willen voeren hoe vol bewon dering hebben ze vroeger opgezien tot den nu zoo versmaden man, hoe hebben zij zijne ver krachting van recht en billijkheid als wijsheid, zijne misdadige handelingen als edele, groote daden gevierd! Zullen zij, die slaven vau liet gunstige gevolg, in de toekomst weder knielen voor ieder, die stromen bloeds en lijken, de heer schappij van 't geweld in de plaats van recht stelt? In ons vaderland zal geen ruimte meer zijn voor afgodendienst. De geest van 't Duitsche volk vertoont zich in al zijn grootheid. Duitsch land, dat uit de geschiedenis uitgewischt scheen, Duitschland is heden weer op aller lippen. Hoe lang maar neen, ik wil niet twijfelen. Bij de ontelbare, geopende graven wil ik hoopvol en vol vertrouwen de toekomst te gemoet zien. Tegen den middag ontstond rondom mij een eigenaardig en bont gewoel, rijk aan de grootste contrasten van allerlei aard. Duitsche soldaten zochten onder de lijken hunne vrienden en kama raden. Het begraven begon. Groote kuilen werden gegraven, dikwijls voor honderden en meer lijken bestemd. Tooneelen van smart en vreugde wis selden zich bij die geopende groeven'af. Maar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2