i I V inaals met de regeering tot een vergelijk te komen. Haar tijdens hij de vergadering daarvan kennis gaf, verscheen een besluit van de keizerin waarbij tot medeleden van het comité werden benoemd, jeheeren Thiers, De Talhouëten Dupuy de Lome, afgevaardigden, generaal Mellinet en Behic, sena toren. Welk eene wankelmoedigheid komt weder in deze zaak uit. Het is dan ook nog zeer twij felachtig dat deze oplossing den heer De Kératry en zijn vrienden van de linkerzijde zal bevredi gen, en vooral dat zij het noodige stemmenaantal 3an den generaal Trochu zal geven, die hem onmisbaar is om weerstand te bieden aan de invloeden van de hofkliek, die reeds in te groot aantal is vertegenwoordigd en die ook den minis ter van oorlog op haar hand heeft. Frankrü Ir. Schetsen uit het Wetgevend Lichaam van Dinsdag 1.1. De heer Schneider bekleedt niet de voorzitters- stoel. De heer de Talhouët vervangt hem de zitting was zoo stormachtig mogelijk; het debat zeer heftig, terwijl het einde der zitting zich door een betreurenswaardig incident heeft ge kenmerkt. Een en ander blijkt uit het overzicht dati wij van deze bijeenkomst laten volgen Bij het begin der zitting, vraagt de heer Simon aan de regeering, of zij, bij het treurig vooruitzicht op een beleg, krachtige maatregelen heeft genomen voor de levensbehoeften van Parijs. De Minister Duvernois antwoordt dat daarvoor uitgebreide maatregelen zijn genomen en dat men ook middelen beraamd om zoo dit noodig is, de overtollige monden de hoofdstad te doen ver laten. De afgevaardigde Lefebure behaalt een groot succes en wordt levendig toegejuicht, toen hij zich borg stelde voor de vaderlandsliefde van de ongelukkige bewoners van den Elzas; hij ver zoekt dat men de steden die niet door den vijand bezet zijn alle vervoermiddelen voor hunne koop waren en reizigers beschikbaar stelle. De Minister Duvernois verklaart dat de regee- ring alle krachten inspant om in dien geest werkzaam te zijn. Jawel, roept de afgevaardigde Tachard uit, gij doet aan mijne collegas telkens beloften dat gij goederentreinen naar de fabrieksteden van den Elzas zult zenden, maar intusschen beantwoorden uwe daden geenszins aan uwe woorden de maire van Mulhouse schrijft mij dat de Maatschappij van den Oosterpoorweg bepaalt weigert treinen af te zenden; wij verkeeren in een betreurens- waardigen toestand. Bij de klachten van dezen afgevaardigde voegt de afgev. Keiler de zijne. Aan onze gemeenten, zegt hij, en onze dorpen wordt geen hulp ver leend, zij krijgen geen wapenen, niettemin drin gen zij er krachtig op aan, omdat zij tot geen prijs het droevig voorbeeld van Nancy willen volgen. Protest van den afgevaardigde van deze stad: «mijn medeburgers hebben zich niet verweerd omdat zij geen wapenen hadden." „Waarom, roept men hem van de linkerzijde toe, hebt gij onze stem gesmoord, toen wij wapenen voor het land vroegen.... dit is uw straf.... men had voor de natie niet bevreesd moeten zijn." De minister voor het onderwijs, de. heer Brame, antwoordt dat de Regeering onder de tegenwoordige omstandigheden alle maatregelen heeft genomen die in haar bereik lagen. „Wij hebben Keizerlijke Commissarissen gezon den (hevige teekenen van misnoegen aan de linkerzijde) Algemeene Commissarissen hervatte de minister, en „Men verlangt geen Commis sarissen, zegt de heer Jules Favre, men vraagt geweren; gij denkt slechts aan de dynastie." „En wat nog meer is, roept de heer Tachard, gij hebt Belfort van troepen ontbloot; er was daar een korps van 30,U00 man, die gij ontnomen hebt," Op dit oogenblik, vreezende dat de heer Tachard ter goede trouw de militaire bewegingen zou gaan blootleggen, verdooft de meerderheid zijn stem door een onbeschrijfelijk tumult. De minister Brame bestijgt de tribune; wij waren overeengekomen, zeide hij, eiken dag te ergaderen om de mededeelingen van de Regee- ing te vernemen; in plaats daarvan voert de amer discussiën die tot niets anders leiden dan ;ot nadeel van het land en de ministers slechts ,ijd roovenik smeek de kamer de discussiën sluiten. De kamer schijnt geneigd zich naar en wensch van den minister te voegen, maar ensklaps beklimt de heer Gambetta de tribune n uiet zijn forsche stem zegt hij te midden eener diepe stilte: „Er is een tijd van spreken, ook een tijd van zwijgen; vermeent gij dat het sluiten der beraadslagingen onze ongerustheid en die van de natie tempert? (Hevig tumult). Jal gij kent geen vrees, gij die den vreemdeling op ons grondge bied hebt gelokt. (Geestdriftige toejuichingen aan de linkerzijde; stormachtige teekenen van afkeu ring ter rechterzijde). De voorzitter tracht te vergeefs het debat kal mer te stemmen. „Dit is een aanzetting tot den burgerkrijg," roept de rechterzijde den heer Gambetta toe. „Een ophitsing vau mij tot den burgeroorloog, ik die hier altijd de onwettige daden gelaakt j heb, ik die alle knoeierijen den bodem heb trach ten in te slaan; ik tart u om aan te toonen wan neer ik den burgeroorlog verdedigd heb." Het tumult wordt erger, „gij beleedig ons, dit is geen waardige discussie," zegt een afge vaardigde. Met over elkander geslagen armen en met een houding vol van verontwaardiging, verplicht dfi heer Gambetta de Kamer hem te laten voort gaan. „Ja, gij zijt zwak genoeg geweest om ministers toe te juichen die u openlijk bedrogen; en thans wilt gij u zelve en het volk met illusiën verblij den; welnu, ik zeg u dat het meer dan tijd is om de natie op mannelijke wijze te behandelen; gij moet haar voorbereiden om den vijand te ver pletteren of met het vaderland ten onder te gaan. (Tumult) Komaan, wij hebben genoeg gezwegen en thans nu wij aan den rand van den afgrond staan (Opnieuw een hevig gedruisch, het regent van alle kanten bedreigingen, beleedigingen en protesten. Leden van de rechterzijde schreeuwen uit dat er onder hen zijn die vier zonen in de gelederen hebben staan.) Van alle zijden dringt de rechterzijde aan op de sluiting der discussie. De heer Gambetta protesteert in de snijdenste bewoordingen; het helpt hem niet, hij verlaat de tribune. Intusschen beklimt de heer Thiers de tribune en brengt rapport uit over het voorstel De Ké ratry (zie ons stuk onder het buitenland). De voorzitter wilde nu de zitting opheffen. Maar, zegt de heer Gambetta, welke mededee lingen heeft de regeering nu aan het Wetgevend Lichaam gedaanheeft zij niets ontvangen oin ons kalmer te stemmen (Rumoer aan de rechter zijde. Sluiting! sluiting!) „Hoe! mijne heeren, zijt gij niet bezorgd? Waarlijk! indien gij het niet zijt, dan beklaag ik u en zal u aar. het vaderland bekend maken." Tumult, interpellation, beleedigingen. De heer Gambetta keert naar zijn zetel terug. De heer Jules Favre verzoekt het kabinet te zeggen hoe de stand van zaken is. De heer Chevreau, minister van binnenl. zaken. Het kabinet heeft sedert gisteren geen enkele of- ücieele dépêche ontvangen en bij gebrek daaraan, kan het ook niets mededeelen. Na deze woorden poogt de voorzitter de be raadslagingen te sluiten. De meerderheid verlaat hare zetels. „NeenNeen 1 roept als een man de linkerzijde, wij protesteeren, de zitting is niet opgeheven!" En ongeveer zestig afgevaardigden blijven op hun plaats om een protest tegen de willekeurige sluiting op te maken. TELEGRAMMEN. Bombay, 23 Augustus. Blijkens berichten uit Tientsin is door den heer Rochechouart, wegens de gepleegde moorden op Europeanen, de onmid- delijke executie geëischt van drie mandarins en tevens dat talrijke Christenen in vrijheid zouden worden gesteld. De Chiueesche autoriteit heeft hierin toegestemd mits éen mandarin zou worden gespaard. Indien de eisch niet wordt nageleefd, zal onmiddelijk worden overgegaan tot het bom bardeeren van Tientsin. Het resultaat der tran sactiën is niet bekend. Arlon, 23 Augustus. Men zegt dat de grenzen aanhoudend overschreden worden; nu eens val len de Pruisische soldaten Belgische Carabiniers aan en rukken België en Luxemburg biunen, dan weder wordt proviand, bestemd voor het Prui sische leger, over het onzijdige grondgebied ver voerd, alsmede transporten van geblesseerden, Die handelingen verontrusten ons land en men vreest dat het Belgisch gouvernement de neutra liteit van zijn grondgebied zal geschonden achten. Parijs, 24 Augustus. In de zitting van het Wetgevend Lichaam heeft het Gouvernement een wetsontwerp ingediend, waarbij alle oud-militai ren van 25 tot 35 jaren, gehuwd of niet, onder de wapenen worden geroepen, alsmede de oud officieren tot 60 jaren, en de nog voor den dienst geschikte generaals, die den ouderdom van 70 jaren hebben bereikt.. De urgentie van dit ont werp werd aangenomen. De daartoe benoemde Commissie om rapport uit te brengen over het voorstel des heeren Ferry, tot het buiten werking stellen van de wet, waarbij het aan particulieren verboden wordt, wapenen en ammunitie te vervaardigen, heeft geadviseerd het voorstel te verwerpen. De Minister van Oorlog Palikao deelde mede dat het Gouvernement gisteren in Engeland 40,000 geweren heeft gekocht om binnen acht dagen in Frankrijk te leveren. De heer Pelletan stelt voor om de jagers, voor zien van eene jacht-akte, te veroorlooven zich als vrijkorps te organiseeren. In antwoord op de vraag van den heer Estan- celin verklaarde de minister van binnenlandsche zaken dat de vrijkorpsen zich kunnen vormen over de geheele uitgestrektheid van het grond gebied; tevens verklaarde de minister dat de vrijkorpsen, die door het ministerie van oorlog erkend zijn, als soldaten moeten behandeld worden. De heer Thiers constateerde uit naam van de commissie tot onderzoek van het voorstel des heeren Kératry, strekkende om 9 leden van het Wetgevend Lichaam zitting te doen nemen in het Comité van defensie, dat zij het wenschelijk achtte dat dit voorstel werd verworpen, aange zien het onmogelijk was om ten deze met het Gouvernement eens te worden. Hierop verklaarde de Minister van Oorlog dat, ten bewijze dat het kabinet bezield werd door een concilianten geest, hij besloten had om uit. eigen beweging 3 afgevaardigden te benoemen tot leden van het Comité van defensie, waardoor hij het bewijs gaf dat de Regeering vertrouwen stelde in het Wetgevend Lichaam. De Patrie zegt: Pruisen, België en Luxem burg schenden het traktaat van onzijdigheid dat onlangs te Londen werd geteekend, door toe té staan dat Pruisische verwonden over neutraal gebied worden vervoerd, Pruisen handelt in deze niet uit een beginsel van humaniteit, maar om zijne spoorwegen vrij te houden voor het vervoe ren van provisiën en versterkingen. Het Fransche Gouvernement zal zich krachtig verzetten tegen zulke handelingen. Een detachement uhlaneu, dat den 22sten Chau- mont was binnengedrongen, is ingesloten gewor den door vrijwilligers-seherpschutters; zij hebben de uhlanen op de vlucht gejaagd, nadat velen hunner op het slagveld achter bleven. De dagbladen verklaren categorisch dat de Pruisische dépêche, meldende dat Fransche sol daten op een parlementair geschoten hebben, onjuist is. Bar-le-Buc, 24 Aug. 9 uur 'savonds. Officieele berichten uit hel Pruisisch hoofdkwartier. Chalons is door den vijand ontruimd. Onze voorhoede is reeds daar voorbij. Het leger zet zijn voorwaart- sche beweging voort. Parijs, 25 Aug. Het Journal officiel zegt dat uit het geheel der berichten, welke de regeering heeft ontvangen, blijkt dat de Pruisen hun ver kenningen tot iu het departement Haute Marne en tot de stad Chalons hebben uitgestrekt. De prefect van de Haute Marne bericht Jat het Noordelijk gedeelte van het arrondissement Vassy door Pruisische troepen bezet is. Er zijn bevelen gegeven om zich met alle moge lijke middelen tegen het vooruitrukken^des vijands te verzetten. De vaderlandsliefde der ingezetenen werkt samen met de maatregelen, die verordend zijn en onder de leiding van officieren van de genie en van ingenieurs zullen uitgevoerd worden. Berlijn, 25 Aug. Do Staats-Anzeiger, terugko mende op de volstrekte verwaarloozing der con ventie van Genève door de Franscheu, zpowel als op de met het volkenrecht strijdige behandeling van een parlementair, besluit zijn artikel aldus; „Ter wille van de eer der Duitsche legers en van het Duitsche volk, nemen wij Europa ten getuige van deze barbaarsche wijze van oorlogvoeren. Onze vijanden hebben in Algerië, China en Mexico de kennis en inachtneming der eischeu van meer beschaafde volken verloren." Parijs, 25 Aug. Het Journal Officiel deelt mede dat de leening van 750 tnillioen geheel volteekend is. De inschrijving is gesloten. Vervolg der zitting van het Wetg. Lichaam van gisteren.) De heer De Kératry verdedigt zijn voorstel. Hij wordt door den heer Clément Duvernois be antwoord. De heer Jules Favre betoogt dat de rampen, die het vaderland getroffen hebben, het gevolg zijn van een slecht bestuur. De Kamer moet ver klaren of het leger moet strijden voor het behoud der dynastie. (Rumoer en tegenwerpingen.) De heer Buffet zegt dat er thans slechts éen quaestie is, namelijk hoe den vreemdeling van onzen grond te verdrijven. Met 210 tegen 55 stemmen wordt besloten de discussie te sluiten. Het voorstel van De Kératry wordt met 206 tegen 41 stemmen verworpen. De heer Gambetta vraagt naar berichten van het oorlogstooneelomtrent het geveclit van den lSden en de positie der Pruisische legers. De heer Chevreau, minister van binnenlandsche zaken, antwoordt, dat de maarschalk Bazaine te zeer met bezigheden overladen is en geen rapport heeft gezonden. Er is, vervolgde hij, he den geen enkel telegram ontvangen, waaruit blijkt dat er gestreden is. De Pruisische éclaireurs zijn werkelijk iu de departementen van de Marne en de Aube gezieu, maar hij kan daaromtrent geen inlichtingen geven. De Fransche troepen, voegde hij er bij, hebben Chalons alleen verlaten om de algemeene verdediging des lands te ver zekeren. De zitting wordt daarna gesloten. Londen, 25 Augustus. De maarschalk Mac- Mahon heeft Reims Maandag-avond verlaten, naar men zegt, om den maarschalk Bazaine te hulp te komen. De keizer is te Reims en heeft een bezoek van afgevaardigden der rechterzijde ont vangen. De algemeene raad van bestuur der Interna tionale Arbeiders-vereeniging heeft besloten de congressen, die dit jaar zouden gehouden worden, uit te stellen. Brussel, 25 Aug. [Part. telegramVolgens de Independence bevindt keizer Napoleon zich nog te Courcéllès. Te Chfflons heeft men het kamp in brand ge stoken de boomen omgehouwen, ten einde daar mede den weg te versperrenen het oprukken des vijands te bemoeielijken. Volgens een correspon dentie uit Parijs, moeten de beweringen deroffi- cieuse dagbladen, betreffende het zoogenaamd séhenden der onzijdigheid van België, door het vervoeren van gekwetsten over Belgisch grond gebied te veroorloven, uitsluitend strekken om de onzijdige mogendheden gunstig te stemmen voor Frankrijk en aan dezen staat vrijheid van handelen te verschaffen, Brussel, 25 Augustus. (Part. tel.) De bewerin gen van de Fransche dagbladen, betreffende het vervoer van gekwetsten over het Belgisch grond gebied, zijn ten eenenmale van grond ontbloot. Even onwaar is hetgeen dezelfde bladen melden, nopens een schending van België's grondgebied door de Pruisische troepen. STATEN-GENEBAAL. UERzmme der census. Volgens het wetsontwerp tot herziening der tabel bedoeld iu artikel 1 der wet van den 4don Juli 1850 (St.bl. N". 37) (Kieswet) zal de census o. a. iu de na volgende Hoofd-kiesdistricten en hoofdplaatsen aldus bepaald worden, als iu het hoofd-kiesdistrict: Haar lem (24 behalve in Haarlem (38; Zaandam (30 en Wijk aan Zee, Zandvoort en Spaarndara (20; in Haarlemmermeer (24; in Amsterdam (50; in Leiden (24 behalve in Leiden (36; in Gouda (20 behalve in Gouda (36; in Delft. (24 behalve in Delft eu Schiedam (36 en Vlaai-dingen 38; in Rotterdam (24 behalve in Rotterdam (50; in Brielle (24 be halve in Brielle (30; in 's-Gravenhage (24 behalve in 's-Gravenhage (50; in Dordrecht (24 behalve in Dordrecht (36; in Gorinchem f24 behalve in Gorin- chem (30; in Schalkwijk, IJselstein, Vreeswijk, Tiel en 't Waal, Jaarsveld, Willige, Langerak, Polsbroek, Hoeukoop, Lopik, Benschop, Haaften, Herwijnen, Vuren, Beest, Duasen, Munster en Muilkerk, Meeu wen, Hill en Babiloniënbroek, Drongelen, Haagoort, Gansoijen eu Daveren, Capelle, Beaoyen, Heeabeen, Eethen en Gendereu, Alinkerk en Uitwijk, Euimik- hoven en Waardhuizen, Werkendam, Woudrichem, de Werken en Sleewijk, Gieasen, Rijswijk, Op- en Neer-Andel, Veen, Wijk en Aalburg, Heusden, Herpt, Hedikhuizen en Oudheusden, (20; in Middelburg (24 behalve in Middelburg (30; in Goea (24; in Zierikzee (24; in Breda (20 behalve in Breda (24; in Tilburg (20; in Eindhoven (20; in Maastricht 20; in Roermond f20; in Boxmeer (20; in'a Bosch (20; behalve in 's Bosch (30. In de Memorie v. Toelichting wordt nog het vol gende gezegd: Met hef oog op de sedert 1850 toegenomen ont wikkeling kan, naar het oordeel der regeering, de cenaua voor de districten waar thans eene som van (32 en (30 gevorderd wordt op (24, en voor de ove rige op (20 gesteld worden. In verband hiermede zijn de sommen, bij de kieswet voor de uitgezonderde gemeenten vastgesteld, tot zoodanig cijfer verminderd als door de plaatselijke gesteldheid schijnt gevorderd te worden. Hoewel deze voordracht kan behandeld worden geheel afgescheiden vau de door de regeering Voorgestelde Wijziging van 's Rijks-belastingen zoo zal iedere wijziging, die daarin later mocht gebracht wor den, noodzakelijke wijzigingen vorderen van dit onder werp van wetgeving, LAATSTE BERICHTEN. 's-Gravenhage, '25 Augustus. Hedenmiddag te halfdrie ure is per Rijnspoor van Utrecht alhier aangekomen, Z. K. H. prins Alexander vergezeld van IID. Gouvenueur, den majoor Hooft en HD. adjudant den kapitein Beijermans. Z. K. II. komt heden bij zijne ouders zijn geboortedag alhier vieren. IIH. MM. de Koning en Koningin bevon den zich reeds voor de aankomst van den prins op het terrein, ten einde Z. K. II. te verwelkom men. U. M. de Koningin begaf zich met hem naar het Huis ten Bosch, waar heden familiediner wordt gehouden. De parade, op heden bepaald bij gelegenheid van den geboortedag van Z. K. H. prins Alexan der, heeft geen voortgang. Wel waren de troepen reeds in de Maliebaan vereenigd, maar de parade werd waarschijnlijk om het ongunstig weder afgekommandeerd en de krijgslieden keerden naar hunne kazernen terug. Treffend was heden de inzameling onder de leiding van den heer d'A blaing van Giessen- burg, geschied ten behoeve van de gewonden en zieken der beide oorlogvoerenden. Verscheidene rijtuigen doorkruisten daartoe de geheele stad en men merkte daaronder ook eenige van Z. M. den Koning en Z. K. H. prins Frederik der Neder landen. Huis aan huis werd door weesjongens met bussen rondgegaan. De deelneming was algemeen, eu niet alleen zullen de geldelijke bijdragen aanzienlijk zijn uiaar ook de oogst van liefdegiften in linnen, pluksel, ververschin- gen enz. De menschlievende geest der Ne derlanders verloochende zich niet in de zucht om het lijden van zoovele slachtoffers van den bloedigen krijg te lenigen. De vruchten van deze inzameling zijn ter beschikking gesteld van het Hoofdcomité van het Roodc Kruis. Voor het prov. Gerechtshof in Zuid-Holland, vacantiekamer, zou heden onder voorzitterschap van den heer Mr. J. A. Philipse behandeld wor den eene zaak betreffende bedriegelijke bank breuk en medeplichtigheid daaraan, begaan door een goud- en zilversmid van Leiden en een koop man van Delft; doch daar de eerste beschuldigde voortvluchtig is, heeft het Hof, op requisitoir van den adv. gen. Terpstra, andermaal eene oproe ping van den voortvluchtige bevolen tegen den 15den September aanstaande en de behandeling der zaak voor zooveel den 2°. besch. betreft, tot dien dag uitgesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3