3232.
Donderdag
A°. 1870.
25 Augustus.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks met uitzondering van
Zon- en Feestdagen uitgegeven.
PRIJS nKR ADVKRTKNTIEN.
Voor iederen regelj 0.15.
Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 3d Augustus.
-De Tijd verklaart, geen vermanende circulaire
van den Minister van Justitie te hebben ontvan
gen. Wij hebben medegedeeld dat, als wij goed
ingelicht waren, dit de Tijd wel zou zijn te beurt
gevallen.
Het Dagblad van Zuid-Holland neemt dit démenti
Over, en verwacht dat het Leidsch Dagblad nu ook
een démenti van de Arnhemsche Courant zal krijgen.
Het Leidsch Dagblad heeft zijn berichtgever ter
stond ophelderingen verzocht. Onze berichtgever
houdt zijn mededeeliDg vol. En daar deze bericht
gever goed ingelicht kan zijn, blijft het Leidsch
Dagblad niets anders over dan te herhalen, dat
indien het goed ingelicht is, de Tijd eene waar
schuwing van den Minister van Justitie, gelijk in
het. Vaderland werd bedoeld, heeft ontvangen.
Dwaalt nu onze berichtgever, dan hopen wij
dat de Tijd hem dit niet euvel zal duiden. De
Tijd weet immers even goed als ieder ander dat de
mensch niet onfeilbaar is.
De correspondent te Utrecht van het Dagblad,
van wien het reeds meermalen interessante
mededeelingen heeft ontvangen, schrijft gisteren
het volgende aan dat blad
„Van een uitstapje van 8 dagen naar Duitschland
ruggekeerd, wil ik u een enkelen indruk die
ik mede terugbracht, niet verzwijgen, daar het in
het belang van ons land zoozeer noodig is, dat
men bij het opperbestuur eindelijk naar bezadig-
den raad luistere, vooral daar er geen eigen
belang en niets dan goeds mede beoogd wordt.
„Het is waar, dat de Franschen op de witte
vlag met het roode kruis schietenmaar hoe
komt dit?
In Duitschland ziet men overal de witte vlag
met het roode kruis en den armbandzelfs bij
vollen vrede is dat teeken daar in gebruik, maar
bij de Franschen wordt het, even als bij ons, in
plaats van bij de ollicieele autoriteiten geliefd te
zijn, geïgnoreerd. Van de duizend soldaten weten
er geen twee wat het beteekent, omdat van mi
litaire zijde niets officieels daaromtrent is bekend
gemaakt (juist als bij ons). Zien ze nu overal in
het Duitscbe leger dat teeken, daD denken ze dat
het een Duitsche vlag en een Duitsch teeken is
en schieten er op.
Bij ons zou dit juist zoo gaan, en de schuld
daarvan zou bij het hoofdbestuur te zoeken zijn,
dat niets daaromtrent regelt, het teeken en de
vlag zooveel mogelijk onderdrukt, en zelfs bij ons
onder deze omstandigheden aan de militairen
niets reglementair daaromtrent heeft medegedeeld."
Te Kessel is onder toezicht vanwege den direc-
Iteur van 's Rijks museum te Leiden tot het ver
voeren iugéladeD, een oud Romeinsch monument
in beeldhouwwerk, voorstellende Juno, Minerva
leu Hercules, dal door deskundigen voor een Ro-
luieinsch altaar uit de 1ste eeuw onzer jaartelling
[gehouden wordt. Het werd bij de slooping der
'katholieke kerk te Kessel gevonden. Op aanvrage
van den Commissaris des Konings, en door tus-
schenkomst van den heer van Wylick, lid der
Gedeputeerde Staten van Limburg te Kessel woon
achtig, hebben zich heeren kerkvoogden bereid
verklaard het monument aan den staat af te
staan.
Aan het Dagblad van Nederland wordt vau wel
ingelichte zijde verzekerd, dat de laatste belem
meringen in het vrije steenkolenvervoer tusschen
Nederland en Pruisen weldra zullen wegvallen,
daar onze Duitsche naburen de stellige overtui
ging hebben erlangd, dat de strikste neutraliteit
zoowel bij onze regeeriDg als bij ons volk ernstig
gemeend is.
Uit de Duitsche bladen verneemt men dat, Dr.
A. Pierson, in den halfjarigen wintercursus 1870/71,
aan de Heidelbergsche Universiteit voorlezingen
zal houden over di
het Katholicisme.
De heer P. G. Tresling, lithograaf te Amster
dam, is door Z. M. den Koning-Groothertog be
noemd tot ridder der orde van de Eikenkroon.
Naar men verneemt is de gezondheidstoestand
der troepen, in aanmerking genomen de ongun
stige weersgesteldheid, over het algemeen zeer
voldoende.
De Triersche Zl. bericht de aankomst aldaar van
eenige heeren uit 's-Hage, waaronder twee ge-
neesheeren en een officier, die de laatste expe
ditie in Indië heeft medegemaakt, benevens zusters
van liefde en verplegingsmaterieel, op weg naar
het oorlogstooneel. Volgens hetzelfde bericht pas
seerden een twintigtal Hollandsohe heeren en
dames, blijkbaar tot de hoogere standen behoo-
rende, gisteren Trier met hetzelfde doel.
De directeur der polytechnische school maakt
bekend, dat hij tot de inschrijving voor de lessen
van den op Maandag 5 September aanvangenden
cursus 1S70/71, zitting zal houden in het gebouw
der instelling, op Donderdag, Vrijdag en Zaterdag,
1, 2 en 3 September, van elf tot vier uren.
De Staats-Courant van heden behelst het verslag
der commissie belast met het afnemen van de
examens B, volgens art. 6165 der wet tot rege
ling van liet middelbaar onderwijs.
Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde van
den Nederlandschen Leeuw; J. C. De Leeuw,
dijkgraaf van den Anna-Polownapolderen J. Van
de Wall Bake, fabrikant te Utrecht.
Z. M. heeft aan Dr. H. B. Van Rhijn, op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als officier van
gezondheid 3de klasse, bij de dienstdoende schut
terij te Katwijk.
Z. M. heeft ten laste van den Staat pensioen
verleend aan F. Boogaard, gewezen kantonrech
ter te Weesp, ten bedrage van f833 'sjaars, en
aan J. W. De Waal, gewezen rijksveldwachter
der 3de klasse te Est, ten bedrage van 168 'sjaars.
Z. M. heeft goedgevonden bij het wapen der
cav. te benoementot 2den luit., bij het 1ste reg.
huaren, den wachtm.-titulair L. O. A. Van Toll,
vai het korps.
.oistkrdam, 23 Augustus. Uit het dezer dagen
ver.onden verslag der Maatschappij Arti en Amicilia
ove 1869 blijkt dat zij in voortdurenden bloeien-
derj toestand verkeert eti 117 honoraire leden, 58
gevtone, 169 buiten en 770 kunstlievende leden
teltDe uitgaven van het weduwen en weezenfonds
kotiien geregeld worden voldaan, tot een bedrag
val f 5959,36.
)e vereeniging tot bevordering van beeldende
kuisten plaatste circa 3800 loten, terwijl voor het
vetvolg op afdoende wijze gezorgd is vooreen spoe
diger en meer geregelde aflevering der premie-
plien.
- De dirigeerende officier van gezondheid Dr.
Van llattem heeft bericht gezonden van zijn ver-
tret met de Amsterdamsche expeditie van het
Rode Kruis uit Luxemburg naar Trier. Hij had
aldsar een hospitaal met duizend gekwetsten
ovu-genomen, zoodat men de handen vol heeft.
Ten einde aan de dringende behoefte van heel
kundige hulp tegemoet te komen, zal prof. J. W.
R. Tilanus met eenige adsistenten en het noodige
maeriaal mede spoedig derwaarts vertrekken.
Hti Amsterdamsche comité heeft op daartoe ge-
dain verzoek f 3000 ter beschikking van het
hcpfdcoinité gesteld, en daarbij tevens in overwe-
gi»g gegeven, der Regeering voor te stellen, om
de beschikbare officieren van gezondheid der zee-
en landmacht te zenden naar de beide oorlog
voerende legers, overeenkomstig de besluiten der
conferentie te Berlijn, het vorige jaar gehouden.
Hbl
Amsterdam, 24 Augustus. Een aantal genoeg
zaam herstelde militairen zijn heden uit hetgar-
nizcens-hospitaal alhier, naar de militaire zie-
keninrichting te Hoorn overgebracht.
's-Ghavenrage, 24 Augustus. Z. M. de Koning
heeft gisterennamiddag weder een bezoek aan
het garnizoens-hospitaal gebracht en gaf bij die
gelegenheid opnieuw een bewijs hoe Z. M. alles
wil aanwenden om het lijden zijner krijgslieden
te verzachten. Hij deelde namelijk den wacht
meester v. T. die daar reeds verscheidene maan
den verpleegd wordt en daardoor niet tot officier
benoemd kon worden mede, dat Hij hem be
noemd had tot 2den luit. bij de huzaren en over
handigde hem tevens een prachtige cavalerie
sabel. De tranen waarmede de ongelukkige
zieke bij gebrek aan woorden, aan zijn dankbaar
gevoel lucht gaf, overtuigden den edelen Gever,
hoezeer Hij zijn doel bereikt had.
Het eerste bulletin van het Hoofdcomité der
Nederl. Vereeniging van het Roode Kruis, die zoolang
de omstandigheden daartoe nopen uitgegeven zul
len worden, behelst o. a. het volgende De Johan-
niter-ridders waaraan zich het Pruisische comité
van het Roode Kruis heeft aangesloten ziet men
overal, daar aan hen een belangrijk deel der zieken
verpleging en hetziekenvervoer is opgedragen. Zoo
van de zijde der autoriteiten als van de zijde der
gekwetsten wordt aanhoudend innig dank gezegd
voor de verleende hulp. Er bestaat bepaald gebrek
aan deskundigen om de gekwetsten te verplegen.
De belangrijkheid der verwondingen is niet te
beschrijven, de zwaarst gewonden van de voort
durend passeerende transporten worden te Saar-
brücken achtergelaten. Aan de Nederl. Vereeni
ging zijn nagenoeg evenveel Franschen als Prui
sen toevertrouwd, de Franschen zijn vooral zeer
verheugd in hunne moedertaal toegesproken te
worden. De behoefte aan verplegingsmiddelen
en ververschingen doet zich voortdurend gevoelen
ook aan linnendraad-pluksel dat zeer gewild is.
Ten slotte wordt men opmerkzaam gemaakt
om toch de hulp die men wil verleenen, aan
het Hoofdcomité te 's Hage en in geen geval di
rect naar Luxemburg of Saarbrücken te zenden
ter vermijding van veel vrachtloon en langdurige
reis, ook mag de gedelegeerde niet met meer
verantwoordelijkheid belast worden als het Co
mité hem opdroeg.
Heekjansdam, 20 Augustus. Het bestuur dezer
gemeente heelt besloten dat, wegens de gewich
tige tijdsomstandigheden, de kermis dit jaar niet
zal plaats hebben.
Groningen, 22 Augustus. Naar wij vernemen
zullen de lessen aan de opnieuw georganiseerde
landbouwschool alhier niet den l"len September,
zooals het plan was, maar in October worden
geopend. De benoeming van een directeur en
verder personeel van leeraren zal eerstdaags
plaats vinden.
Kampen, 23 Aug. Terwijl men gisteren bezig
was met de doorgraving van deu Kattenwaard,
aan de werken tot verbetering van den waterweg
naar zee, zijn zeven zand wagens, door paarden
getrokken en loopende op losse rails, juist bij
den IJsel door instorting van den grond, naar
beneden gezakt. Bij verdere verzakking zouden zij
in den IJsel zijn geraakt. Onmiddelijk heeft men
met groote moeite de paarden opgehaald. De
personen die op de wagens zaten, zijn niet gedeerd
INGEZONDEN.
WelEd. Heer!
Maandag is er een meisje van mijn knecht,
door een jongen in de Oudevest nabij de Beesten
markt in het water geduwd, hetwelk terstond
naar het midden dreef; ofschoon er een aantal
menschen naar stonden te kijken was er niemand
die het waagde er bij te springen, eindelijk kwam
de Heer J. F. Esser uit hot Noordeinde aan,
die zonder zich te bedenken geheel gekleed over
de leuning der brug sprong en het genoegen had
het reeds zinkende kind te redden. Het zou
mijn knecht aangenaam zijn, hiervan in uw veel
gelezen dagblad melding te zien maken.
Waardoor UEd. zal verplichten.
UEd. Dw. Dienaar,
Leiden, 24 Aug. 1870. P. L. Paters.
(Wij verheugen ons deze juiste mededeeliug
in de plaats te kunnen stellen van een minder
nauwkeurig bericht betreffende dit voorval in
ons nommer van Dinsdag 1.1.
Tevens achten wij ons gelukkig hierdoor in staat
De Daai des doods, of de Krokodillen oetcr
naar llacklünder.
O! nooit zal ik den wilden blik vergeten, waar
mede hij mij aanstaarde en het akelige van zijn
blik, toen hij mij met een holle stem vroegZoo,
hebt gij nooit van de baai des doods en den kro
kodillen-oever gehoord? Daarop lachte hij kramp
achtig, maar het was een lachen, dat mij door
de ziel sneed, en toen ik zag, hoe hij in zijn
glas donkerrooden wijn staarde, eer hij met groote
teugen dronk, toen zou ik toch nog liever zijn
met bloed beloopen oog gezien hebben als de
onheilspellende beweging waarmede hij zijn beef
steak sneed en met gulzigheid opat, terwijl hij bij
zich zelve prevelde: „O Baai des doods, o Kroko
dillen-oever. Ha! ha! hahal"
Het was een vreeselijke nacht, ik zal ze nooit
vergeten; afgezien van mijn wonderlijken reis
gezel had de geheele omgeving iets akeligs.
Wij bevonden ons namelijk in een geïmprovi
seerde houten loods, vanwaar de ongeveer op een
halfuur afstand gelegen spoor naar Praag vertrok.
Derwaarts had mij des morgens tegen twee uur,
den tijd waarop de van Leipzig komende trein
verwacht werd, eene vigelante, gebracht in dien
tijd nog een onaangenaam heen en weer schud
dend voertuig, dat met de snelheid van honderd
schreden in een kwartier door de lange en breede
met sneeuw bedekte straten voortsukkelde.
Eindelijk was dan toch het station bereikt, en
ik werd naar een planken gebouwtje verwezen
dat schaarsch verlicht voor het grootste gedeelte
uit een zoogenaamd restauratielokaal bestond,
waar passagiers van de derde klasse, bier en jene
ver konden krijgen. Toen ik binnentrad, meende
ik alleen te zijn; maar spoedig bemerkte ik, dat
zich hier nog een ander passagier bevond, een
man, die met het hoofd tegen de ruiten geleand
naar buiten stond te kijken. Eigentlijk kon hij
daar buiten niets zien, want behalve de sche
mering verhief zich tegenover het venster een
houten schutting die de schemering tot duisternis
maakte.
De vreemdeling stond echter naar buiten te
staren, en zag niet eens om, toen ik binnentrad,
en mijn koffer tamelijk onzacht op de grond ge
zet werd. De bagagekamer was nog gesloten,
wij hadden dus tijd genoeg om te nachteD. Een
oogenblik later verscheen een keliner in een
in een kaal jasje, hij had een zeer smerig ser
vet onder den arm en wendde zich niet tot mij,
maar tot den vreemdeling die aanhoudend uit het
venster bleef staren. Het was opvallend, dat hij
zich niet eens omkeerde, toen de keliner met
heui sprak, terwijl zijne antwoorden luiddeD alsof
hij met de donkere nacht daarbuiten of de som
bere schutting sprak.
„Hebt gij gescheld?"
„Ja; een halve flesch rooden wijn, donkeren,
vurigen rooden wijn en een beefsteak, maar bloe
dig, zeer bloedig. Hahaha!" men kan zich
lichtelijk voorstellen dat ik op dat gezelschap
niet zeer gesteld was. Des morgens om 3 uren,
Id den winter slecht geslapen had ik ook,
want als men om twee uren op moet staan, dan
kan men zeker zijn dat, als men om tien ol' elf
uren naar bed gaat men geregeld ieder half
uur wakker wordt, men steekt een licht aan,
ziet op den klok, en gaat in Godsnaam weer
liggen om een half uur later weer dezelfde
manoeuvre, te herhalen. Was het maar dag
geweest dan had ik zeker veel liever voor het
stationsgebouw op en neer gewandeld, maar dit
was nu niet doenlijk. De wind huilde om de
hoeken van het gebouwtje; sneeuwvlokken
dwarrelden in de rondte, en daarbinnen was
het ten minste warm en was men van de tocht
bevrijd.
De wijn en de heefsteak kw amen en werden
op de eenige tafel, die in het vertrek was gezet,
aan het eene einde waarvan ik had plaats ge
nomen.
Bij het rammelen der borden en glazen keerde de
heer aan het raam zich om en kwam naar mij toe.
Hij was nog jong, even in de dertig dunkt me,
van middelmatige lengte en eenvoudig en fat
soenlijk gekleed. Hij zag zeer bleek, zijne scherpe
donkere oogen lagen diep in het hoofd, en om
den mond speelde een onaangenaam spotachtig
lachje, vooral in zulke oogenblik ken, als hij iets
aandachtig opnam, zooals nu bij voorbeeld, de wiju-
Qescb, het gebersten glas, de gebruikte servet, de
zwartgebrande biefsteak en eindelijk mijn persoon,
maar naar het scheen eerst nadat hij was gaan
zitten. Men behoefde juist geen groote physiono-
mie kenner te zijn, om te zien dat de man niet
vrolijk gestemd was.
Ik nam het besluit om hem aan te spreken,
en vroeg hem zoo beleefd mogelijk, of het hem
niet hinderde, dat ik mijn cigaar bleef rookeu,
terwijl hij soupeerde of ontbeet nadat men het
noemen wil.
Bij deze vraag legde hij vork en uies neer, zag
mij met donkere blikken aan, en weder speelde