N°. 3228.
Zaterdag
A°. 4870.
20 Augustus.
Feuilleton van liet Leidsch.
Dagblad".
DE DING-DINGBANK VAN ITTKRSüM.
LEID
DAGBLAD
PRIJS DKZKR COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIKN.
Voor iederen regelj 0.15
Grootere letten naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 19 Augustas.
Gisteren is reeds, dank zij den lofwaardigen
ijver van den Minister van Koloniën, de heer
De Waal, aan de Tweede Katner der Staten-
Generaal kunnen ingediend worden de begroo
ting van Ned.-Indië voor 1871. Zij beloopt:
Middelen in Nederlandf 4-9,138,87-t
Indië70,558.700
te zamen I 119,09^,1174
Uitgaven in Nederlandf 19,085,881
Indië90,219,508
te zanten f 109,305,392
Geraamd batig slot 10,386,392
Uit de omvangrijke stukken welke deze be
grooting vergezellen, blijken hoogst gewichtige
plannen en maatregelen die de Regeering voor
stelt of zal voorstellen, welke èu de belangen van
ODze O.-I. bezittingen èu die vau het moeder
land raken.
In hoofdzaak komen de toelichtingen en feiten
die de stukken inhouden, hierop neder, dat eene
herziening der belastingen in bewerking is;
dat het reeds aangenomen beginsel van scheiding
..tusschen rechterlijke en administratieve macht
meer en meer wordt verwezenlijkt; dat de
comptabiliteits-verordeningen vereenvoudigd wor
den; dat het Preanger stelsel gewijzigd zal wor
den in dieu zin, dat opgeheven zal worden de
■bevoegdheid der regenten tot belastingheffing en
dat wijders het bestuur geregeld zal worden op
gelijken voet als in de overige gouvernements-
landen, terwijl de betaling der koffie aan de in
landers van 76,50 tot op /'10 per picol wordt ver-
ihoogd, met machtiging aan den gouv.-gen. om die
.betaling tot flS te doen klimmen in den tijd welke
hem het meest geschikt voorkomtdat voor onder
wijs aan Europeanen circa 730.000 en voor dat der
inlanders behalve de f 30.000 von verleden jaar
nog 7 15.000 uieer wordt aangevraagd; dat voor
de openbare werken 2 milhoeu meer dau in 1870
wordt geraamd (-7 tegen 5Ü), dat voor de
telegraphie f 140.500 meer wordt uitgetrokken
dan voor 1870, met het oog op de aansluiting
aan het Europesche lelegraafnet en het verkeer
•tusschen Australië eu Europa dat voor oorlog
ruim-1 miUioen en voor marine 1G0.000 minder
wordt geraamd en dat het stelsel van verdediging
tegen westersche vijanden in ijverige ovettweging
is, terwijl de vertegenwoordiging overeen hoofd
punt van dat vraagstuk uitspraak zal hebben
te doen bij de behandeling van het zoodra mo
gelijk in te dienen ontwerp van tariefs herzie-
..ning, omdat naar de overtuiging des Ministers
yeene vrijzinnige politiek jegens de koopvaart van
volkeren op onze bezittingen zeer wezenlijk
.tot het verdedigen van die bezittingen tegen een
-buitenlandsche vijand medewerken.
1. Wat nu de hoofdstukken der middelen betreft,
3foo blijkt o. a. dat de baten der koffij voor 1871
Kvordt geraamd op 731.923.000 tegen 731.055.000
in 1870, en dat met het oog op den stand der
-prijzen, de middeuprijs niet hooger is geraamd
j/lao 34 cents per half kilogram en wel over eene
Oorspronkelijke Geschiedkundige Novelle
dit de tuden van Kakel V.
negende hoofdstuk.
Vervolg.)
Tf
I
e Hoe liet zij, de gevangeoen werden door de van
alle zijde toegeloopen boeren en bekenden aan-
tgegrepen en zeer onzacht van hunne kleederen
j grootendeels ontdaan, om hun een koud bad te
i geven. Men deed hun een koord om den hals en
wierp hen in den nabijzijnden kolk. Terwijl men
j den mau en den jongeling op die wijze een paar
keeren in het water geworpen en weder door
het koord er uit getrokken had, was men bezig
ook Henoa iets dergelijks te doen ondergaan.
Toevallig was hierbij de bode tegenwoordig,
die een vijftiental jaren geleden door den abt van
te verkoopen hoeveelheid van 850,000 picols in
Nederland en 100,000 in Indië eu zulks tengevolge
van twee gunstige oogsten (of leveringen) dat
het bestuur in Indië zoowel als in Nederland de
aangelegenheden der koffij-cultures behartigt,
waarbij de wensch wordt uitgedrukt dat de uit
slag van het aanhangig onderzoek en het overleg
daarna met de vertegenwoordiging tot maatrege
len moge leiden; waardoor deze bron van'slands
inkomsten lij 't dan op andere wijze, rijkelijk kunne
blijven vloeien; dat de opbrengst der suikercul
tuur na de nieuwe regeling gaandeweg zal
verminderen, gelijk destijds voorspeld is; dat de
productie van het Banka-tin verminderende is,
doch dat tegenover een eu ander slaat eene toe
nemende opbrengst der landrente, en dat na bil
lijke herziening de vermindering over weinige ja
ren op 5 millioen'sjaars te stellen is; dat ook de
werking der agrarische wet vergoeding van in
komsten die uit anderen hooide den staat ontvallen
zal schenken; dat voor eene lundementele herzie
ning van de „persoonlijke diensten der Inlanders" de
bouwstoffen verzameld worden. Naar 's ministers
overtuiging moet, zoo maar immer mogelijk, het
grondbezit van deze daaraao nog klevende ver
plichting worden vrijgemaakt eu de verplichting
zelve, billijk verdeeld op regelmatigen voet afkoop-
baar worden gesteld. Ten slotte wordt gezegd dat
ofschoon ook nog andere bronnen van inkomst
als waarop hierboven is gewezen, eenigszins zul
len vermeerderen, de Regeering evenwel bijtijds
nog andere maatregelen wil nemen lot verzeke
ring van eene behoorlijke verhouding tusschen
middeleu en behoeften, eu dat daarom deu gou
verneur-generaal eeu crediet werd verleend tot
het ontwerpen van nieuwe verordeningen om
trent de belastingeu die herziening vereischen.
Nu het Vaderland mededeelt, dat de minister van
justitie de redactiën van eenige Nederlaudsche
dagbladen vermaand heelt, zich te onthouden van
heilige aanvallen tegen vreemde Buuvereiuen,
kunueu wij aan deze mededeeliug eenigzius de
algemeene strekking ontuemeu door te vermel
den, dat een van de eerste bladen wien dergelijke
vermaning trof washet hoofdorgaan der
Ultramouianen de Tijd. Een ieder lezer van dit
blad zal zich dau ook zeer goed het heilig artikel
tegen Napoleon 111 herinneren in het nommer
van Zaterdag den 13<Un dezer, dat in het nommer
van Zondag gevolgd werd door eene mededeeling,
dat er nota bena een zinsnede vau vijf a zes re
gels uit het artikel achterwege was gebleven, en
die zinsnede behelsde juist, dat het heftig'artikel
niet op den persoon van Napoleon, maar wel op
zijn regeeriugstëlsel eu de door hem geschepte
toestanden sloeg.
Au bon entendeur demi mot suffit.
De iV. R. Cl. ontving een schrijven van den
auteur der „Politieke Brieven uit de Hoofdstad",
waaiiu deze de waarheid zijner mededeeliugen
omtrent de redenen voor het ontslag van den heer
Gevers als Nederlaudsch gezant te LoDdeu vol
houdt, op grond van hernieuwde inlichtingen,
door hem ingewonnen.
Per telegraaf). Alkmaar, 19 Augustus. Bij de
heden alhier gehoudeD opening van de stembrief
jes voor de verkiezing van een lid van de Tweede
Kamer voor het hoofd kiesdistrict Alkmaar, bleek
dat waren uitgebracht 1771 stemmen. Het getal
geldige stemmen bedroeg. 1760.
Generaal Knoop bekwam S78 stemmen Jhr.
Eoreest ook 878. Er zal dus eene herstemming tus
schen beide heeren plaats hebbeu.
Wij kunnen met zekerheid berichten dat de
gisteren door ons genoemde heeren doctoren als
mede de heer Gallandat Huët, nied. docts. alhier,
heden naar Parijs vertrokken zijo, om zich ter
beschikking te stellen van het lioofd-comité vud
het Roode Kruis aldaar.
Naar wij vernemen is de daarstelliog van het
gebouw op het plautsoen voor de Vereeniging
Musis Sacrum alhier, gegund aan den laagsten
inschrijver J. Rutgers van Aarlanderveen, voor
de som van f 14,173.
Zoo spoedig mogelijk zal met de voorbereidende
werkzaamheden een aanvaog worden gemaakt,
daar, ingevolge de voorwaarden van aanbesteding,
het gebouw vóór of op 1 December e. k. onder
dak moet zijn gebracht.
Door het Ministerie van Koloniën is heden we
derom in de Slaals-Couranl openbaar gemaakt een
slaat vau ualuteuscliap, aikomstig van officieren,
oiiderotiiciereu en verdere manschappen, behoort
hebbende tot de landmacht iu Nederlandsch Indië,
welke gedurende het 2de quartaal 1869 onder het
beheer der Weeskamer te Batavia zijn gesteld,
en die bij liet Departement van Koloniën in Ne
derland Deliooieu te worden opgevorderd, onder
overlegging vau de uoodige bewijzen van erfrecht.
Daaronder kouieu voor: Daniel Hendricus
Ditjes, geb. deu 29sten Maart 1826 te Leiden, eu
laatste woonplaats te Leidenouders Jacobus
Ditjes en Wietsema Kiel geldelb. 715.25. Abraham
Wiguioed vau Lelyveld geb. deu 9deu Nov. 1838
te Noord wijk-Biuueii en laatste woonplaats Elburg,
ouders Theodore Bernard vail Lelyveld eu Wen-
deliua vau Lelyveld vau Cingelshoek, geldelb.
7 28.43. Julianues Vlinkevleugel, geb. den 15den
Oct. 1824 te Leiden en laatste woouplaats Lei-
deu, ouders Jesoesas Vhnkevleugel en Hendrika
Zandvliet, geldelb. 7 163.97. Hendrik Petrus Wil
denberg, geb. deu loden Juni 1835 te Leiden
en laatste woouplaats Aruliem, ouders Hendri
cus Wilhelmus Wildenberg en Digna Maria Van
Gooi, 7 7.63.
Zuid-Holland is vastgesteld op Zaterdag den
September a. s. met zonsopgang. 2°. van die c
ning is uitgezonderd de uitoefening van liet jat..
bedrijf, vermeld iu art. 15, lett, b. der aangehaalde
wet. 3°. de korte jacht dagelijks en de lange jacht
slechts drie malen 's weeks en wel des Woens
dags, Vrijdags en Zaterdags mag worden uitge
oefend.
Volgens berichten bij de regeeriDg ingekomen
heeft de admiraal van het Fransch eskader bij
Helgoland aan deo gouverneur van dat eiland
eeDe notificatie ter hand gesteld, volgens welke,
te rekenen van 15 Augustus, de kusteD van Pruisen
en van den Noord-Duitschen Bond, zich uitstrek
kende van bet eiland Ballrum, ten noorden vau
de Eider, met hare havens, stroomen, reeden eu
kreeken in den toestand van effective blokkade
worden gehouden door de scheepsmacht onder
zijne, bevelen geplaatst, en dat de neutrale sclie-
peD eeu uitstel van 10 dagen zullen hebben oui
hunne lading te voltooien en de geblokkeerde
plaatsen te verlaten.
Tegen de schepen, welke mochten trachten de
blokkade te schenden, zal gehandeld worden over
eenkomstig de begiDselen van het volkenrechten
de bestaande tractaten met de onzijdige mogend
heden.
Gedep. Staten hebben bij besluit van 17 dezer
ter kennis van belanghebbenden gebracht dat 1°.
de opening der jacht op klein wild in de 2de zin
snede vau art 17 der wet van den 13d°" Juni 1S57
[Staatsblad N°. 87), voor dit jaar in de provincie
De Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Schiedam heeft gisteren middag van den Nëder-
landschen gezant te Parijs, het navolgend tele
gram ontvangen„Exportation de grains par lerre vient
d'etre interdite aujourdbui méme. Par mer sera inter-
dile probablement demain. Importation libre."
(get.) van zuïlen.
„De uitvoer van granen over land is van heden
af verboden, waarschijnlijk zal morgen het ver
bod van den uitvoer over zee volgen. Invoer vrij."
Waar de gevolgen van den oorlog zich reeds
op verschillende wijzen doen gevoelen, is dit vooral
ook liet geval met betrekking tot het ophouden
der verzending van verschillenden aard Daar het
buitenland. Brengt dit velen vrij groote schade,
vele koopers worden daardoor toch ook weer
gebaat. Zoo werden o. a. de laatste 8 dagen te
Delft aan de vischmarkt groote massa's haring
aangevoerd die vooral des avonds, tot zeer lage
prijzen, aan den afslag verkocht worden. De qua-
liteit moet zeer goed zijn en de prijs meestal
beneden éen cent per stuk. De koopers ontbreken
dus niet. Ook zoutevisch moet den laatsten tijd op
dezelfde wijze tot zeer lage prijzen vaD de hand
zijn gezet.
Ingevolge de gedane oproeping, vereenigden zich
een groot aantal leden der 's-Gravenhaagsche
Scherpschutters-vereeniging gisterenavond in de
zaal de Vereeniging, om zich thans definitief te
verklaren op welke wijze zij desgevorderd hun
vaderland wenschen te dienen. Door het bestonr
werden eenige mededeelingen gedaan omtrent
beschikkingen door den Min. Van Oorlog ten op
zichte der weerbaarheid reeds genomen en voor-
Wiudesheiui werd uitgezonden, oin de helft eener
medalje naar deu Scnout van Ittersum te brengen.
Deze had toen die medalje van alle zijden zien
bekijken en vernomen, dat dit een gedeelte was
van de medalje, die deu jonggeborene van Itter
sum was omgehangen geweest. En wat zag hij
nu? om den hals der vrouw hiDg de helft eener
medalje: tersioud heriimerde hij zich de geschie
denis aan eeu dergelijk voorwerp verbonden.
Maar iienua kon toch met de ontroofde van Itter
sum zijn: het was wellicht een ander dergelijk
voorwerp.
Zich zeiven niet vertrouwende, grijpt hij het
en ijlt er mede naar de echtgenoote van den
Schout, die de bedroevende omstandigheden, aan
zulk een voorwerp verbondeD, zich ongetwijfeld
zal herinneren en weten te zeggen, of hierin ook
eeuig verband kan bestaan.
Op het gezicht daarvan ontwaakt zij uit den
half bewusteloozen toestand, waarin zij door de
gebeurtenissen der laatste dagen verkeerde: haas-
lig grijpt zij het voorwerp, drukt het aan haar
hart eu hare lippen, en valt onder hevige stuip
trekkingen in zwijm.
Al spoedig werd aan de bijstanders dit alles
medegedeeld: de medalje, die tijdens den roof
van het kind aan diens borst hing, was terug
gevonden bij de Herculoërs: zjj waren dus de
dieven en zouden inlichtingen kunnen geven be
treffende het kind.
Dravend komt hij bij dengenen, die zich met
de twee Herculoërs in den kolk vermaakten, en
beval op last van de familie van Ittersum daar
mede op te houden, aan welk bevel, omdat het
van dien kant kwam, onmiddellijk werd gevolg
gegeven.
Henna ondervraagd, hoe zij aan dat gedeelte
der medalje kwam, weigerde eerst daarop te
antwoorden.
Het voorwerp was bij haar gevondenzij kon
en zou dus mededeelingen doen.
Geslagen, mishandeld en gepijnigd, besloot zij
eindelijk aan het algemeen verlangen te voldoen.
Hare half geopende oogen zochten naar Engelbert,
doch deze was na het bad in een hok geworpen.
Eindelijk riep zij: „Engelbert 1" Hoezeer die
naam niet onbekend klouk, had men nog geen
zekerheid van hare bedoeling. Nieuwe mishan
delingen brachten haar er toe, te zeggen, dat die
medalje het eigendom was van den jongeling,
die een van het drietal gevangenen was.
Inmiddels was mevrouw van Ittersum van haar
bezwijming bekomen: nog altijd hield zij de me
dalje aan haar hart geklemd. Zij vermocht echter
nog niet te spreken, en zat half in gedachten voor
zich te staren.
Door de komst van een paar bedienden en een
job(»eling, een Herculoër, werd zij in deze over
denking gestoord. Een Herculoër, o! welk eene
onaangename herinnering was dat voor haar I
Hoewel anders zacht van aard, gaf zij op stel li -
gen toon bevel, dien jeugdigen boef uit hare tegert-
woordigheid te verwijderen.
Eerst toen men haar opmerkzaam mankte, dat
deze jongeling, volgens verklaring eener Her-
culosche vrouw de eigenaar der medalje was,
sloeg zij de oogen op en blikte den jongeling
aan. Zulk een fiere blik, zulk een edel voor
komen, neen dat was te veel voor haar. Het
was geen Herculoër, die voor haar stond. Die
goedige maar ferme oogopslag, die fijn besnijder
neus, die kleine mond, 't was haar, of de schoui
van Ittersum, op jeugdigen leeltijd, daar stond.
En dan die medalje! Bliksemsnel verdrong bij
haar de eene gedachte de andere) zou het moge
lijk kunnen zijn! Neen zij mocht, zij durfde er
niet aan denken, dat zij haren ontroofden zoon
voor zich zag. Onafgebroken richtte zij hare blik
ken nu op de halve medalje, die zij als de hare
herkende, dan op den jongeling, die zij als liaren
zoon durfde beschoowen.
Wordt vervolgd.)