bij de administratie der posterijen hunne functiën
zullen uitoefenen als volgt, te wetende commies
lste kl. J. A. Z. graaf Van Rechteren Limpurg
ten postkantore te Dordrecht; de comm. 2de kl.
H. F. L. Klippink ten postk. te Utrecht; de comm.
2de kl. Jhr. H. C. Sandberg ten postk. te Breda;
de comm. 2de kl. F. H. H. Doffignies ten postk.
te Haarlem; de comm. 3de kl. P. D. Cöster ten
postk. te Rotterdam; de. comm. 3de kl. H. A. Mon-
hetnius ten postk. te Haarlem; de comm. 3de kl.
A J. H. Bachiene ten postk. te 's-Gravenhage
de comm. 3de kl. P. J. Van Werkhoven ten postk.
te Amsterdam; de surnumerair A. Burkens ten
postk. te Gouda; de surnum. F. L. C. Plooster
ten postk. te Alphen; de surnum. M. J. Cambier
ten postk. te 's-Gravenhage; de surnum. C. C.
Xrendenberg in de bureaux van de afdeeling
posterijen hij het departement van financiën.
Helder, 3 Aug. Hedenmorgen hebben de geza
menlijke officieren der land-'en zeemacht hunne
opwachting bij Z. K. -H. Prins Hendrik<ler Neder
landen gemaakt. Des middags heeft de Prins de
zeemiliciens der in de haven liggende schepen
geïnspecteerd en eenige manoeuvres doen uitvoe
ren, en is hedenavond per spoortrein weer naar
;s-Hage vertrokken.
Hoogst lofwaardig is de orde en tucht, die hier
onder het groot aantal manschappen van verschil
lende wapens en die der marine heerschen, bij
de vele en vermoeiende diensten, die van hen in
deze dagen worden gevergd.
Harderwijk, 4 Aug. De 2de luits. der O.-I. art.
D. Moreau en H. F. L. Janssen zijn bij het 2de
reg. vesting-art, gedetacheerd.
's-Geavbjjhaob, 5 Aug. .Heden wordt alhier met
de gebruikelijke plechtigheden de 42ste verjaar
dag gevierd van H. II. de Koningin van Zweden
en Noorwegen (prinses Louise der Nederlanden),
oudste dochter van HH. KK, KH. Prins en Prin
ses. Frederik. Bij deze gelegenheid was er receptie
en familie-diner op het Huis de Pauw.
i Schiedam, 4 Augustus. Bij de vrijwillige wapen
oefening maakte gisterenavond de kommandant
Visser bekend, eene aanschrijving van den Koning
ontvangen te hebben,, om op te gev.en wie der
aanwezigen in. die afdeeling der Weerbaarheid
izich bereid verklaren wilden, zoo noodig, te velde
te trekken. Onmiddellijk traden er 14 personen
vooruit. Het verdient opmerking,, dat de twee
eersten gehuwd waren en als hun wensch te
kennen gaven, liever te veld dan in een vesting
te dienen.
Brielle, 3 Augustus. Toen het Fransche oor
logsschip, dat zooveel sensatie te Scheveningen
teweeggebracht heeft, Zondag 11. vóór zijn komst
te Scheveningen, voor den mond van de Maas,
in de nabijheid van den Hoek van Holland was,
gaf het door het hijsehen van de gewone vlag
het teeken, dat het een loods begeerde te hebben.
De schipper van den loodskotter, die in de buurt
was, zond een loods naar het schip, en deze,
aan boord gekomen zijnde, werd beleefd uitge-
noodigd om naar beneden .te gaan. in de kajuit
werden toen door den kommandant verschillende
vragen aan den loods gedaan, o. a. wat er voor
nieuws was? of er veel Pruisische schepen te
Rotterdam waren? enz. Ten laatste vroeg de
kommandant, of er een officier aan wal kon wor
den gezet. De loods, die op de eerste vragen ge
zegd had, dat hij van niets wist, gaf op de laat
ste vraag ten antwoord, dat hij aan den schipper
van den kotter moest vragen, of aan het verzoek
kon worden voldaan. Het laatste geschiedde en
na eenig overleg werd den kommandant te ken
nen gegeven, dat de kotter niet bestemd was om
passagiers te vervoeren. De zaak liep daarmede af.
Des Maandags daarop vertoonde zich ongeveer
op dezelfde hoogte een ander kleiner Fransch
oorlogsschip, dat evenzeer een loods begeerde te
hebben, om, gelijk het heette, naar Duinkerken
te worden gebracht. Wederom werd de hulp ge
weigerd; de loods, die aan boord gegaan was,
gaf, toen men er hem om gevraagd had, alleen
eenige inlichting omtrent het oorlogsschip, dat
zich des Zondags had laten zien. Zooals men hem
zeide, had men een brief aan boord, bestemd
voor dat schip, en wenschte men van dat schip
een brief te ontvangen.
Utrecht, 4 Aug. Tot adjudant van het 2de bat.
van het 7de reg. inf. is benoemd de lste luit-
A. C. Alma.
Oosterbeek, 3 Aug. Heden is alhier aan de Koe
weide een lijk opgevischt. Daar het geheel onge
kleed was, vermoedt men dat het de militair zal
zijn, die te Huisen den l»",n dezer bij het baden
verdronken is, en geboortig zou zijn uit Grimmel.
Groningen, 3 Augustus. Aan al de heeren bur
germeesters in dit gewest is door den commissa
ris des KoniDgs een schrijven gericht om op a. s.
Maandag te Groningen beschikbaar te stellen,
tegen de loopende hahdelsprijzen, een zeker aan
tal artillerie- en cavaleriepaarden.
Door Z. Exc. den minister vaD oorlog is naar
men verneemt afwijzend beschikt op hét verzoek
van den kommandant van het korps scherpschut
ters alhier, om een lOOtal achterladers voor het
korps.
's-Bosch, 5 Augustus. LI. Maandag is alhier met
een ordonnaDce-officier aangekomen de kolonel
Mansfeldt, particulier secretaris en adjudant van
Z. M. den Koning, en Dinsdag met deszelfs adj u-
dant de generaal-majoor Van der Hart-Beek, in
specteur-generaal der fortificatiënbeide hoofd
officieren zijn in het hotel de Gouden Leeuw van
mej. de wed. Chevalier afgestapt en zullen hier
eenige dagen vertoeven. Men wil dat ook Z. M.
de Koning en Z. K. H. de prins van Oranje, op
perbevelhebber van het leger, het voornemen
hebben eerstdaags de troepen in en nabij deze
stad te komen inspecteeren.
De luitenants H. en T, wier zaken voor
het hoog militaire gerechtshof in hooger beroep
hangende zijn, zijn ten gevolge van eene beschik
king van dat gerechtshof voorloopig in vrijheid
gesteld.
De plaats van een hunner is echter onmiddel
lijk ingenomen door den luitenant Le R., die in
1865 zijn korps eigendunkelijk hebbende verlaten
en niet op de indagingen zijnde verschenen, door
den krijgsraad van zijne militaire charge is ver
vallen verklaard en gebannen buiten het grond
gebied van den Staat.
Niettegenstaande deze veroordeeling heeft voor
noemde Le R. zich dezer dagen te Oudenbosch
vertoond, waar hij door de marechaussees als
deserteur is aangehouden, en Maandag naar hier
is getransporteerd.
Breda, 4 Aug. De lste luit. plaatsel. adj. K. H.
Bode alhier is naar 's-Hage gedetacheerd, om
tijdelijk aldaar in die betrekking werkzaam te
zijn.
Gemengde Berichten.
Een heer vroeg eergisteren te Amsterdam aan
een courantenjongen van het Nieuws van den Dag
om Het Noorden. „Dat verkoopen we niet," zei de
jongen, en toen hem werd gevraagd: „Waarom
niet?" was het antwoord: „Omdat de politic het
verboden heeft."
Of Het Noorden ook gevaarlijk wordt. {Noorden.)
De korporaal NieuwenhuizeD van het 7de reg.
inf., die op het fort Ruygenhoek nabij Uirecbt
gedetacheerd was, werd eergisteren zoo ongesteld,
dat hij onmiddellijk overleed; het lijk is naar
het hospitaal vervoerd, en na schouwing is be
vonden, dat de man aan eene beroerte is over
leden. De ongelukkige was kantine- en wbsch-
baas bij zijne komp., en laat eene vrouw met
7 kinderen na, die nu in hulpbehoevenden toe
stand achterblijven.
De politie-agent R. Vriesema te Dantumadeel
die dezer dagen eene som van 2101), door den
heer Van Sijtzama verloren, vond en aan den
eigenaar terugbracht, werd door dien heer begif
tigd met het vrij bewonen van een huis en't ge
bruik van een tuintje, thans bij hem in huur
gedurende zijn leven.
BÜ1TENLAND.
HET TOONEEL VAN DEN OOELOG.
De overwinning der Franschen op
Dinsdag 2 Augustus.
Pruisen ontkent officieel, dat de inneming van
Saarbrücken door de Franschen verkregen is ten
gevolge van een schitterend wapenfeit. De verove
ring wordt uit hetPruisisch hoofdkwartier nietont-
kend, maar de omstandigheden waarmede zij ver
gezeld ging worden zoo voorgesteld, dat men den
indruk moet verkrijgen dat hetgeen van Fransche
zijde wordt geconstateerd, bluf is.
Ziehier overigens de mededeeling, die de Fran
sche bladen te dier zake van het ministerie van
binnenlandsche zaken hebben ontvangen
Metz, 2 Aug. halfvijf. De particuliere Secretaris
van den Keiier aan Z. Exc. den minister van Bin
nenlandsche Zaken te Parijs.
De Keizer heeft gelast het volgend bericht in
het Journal Officiel onder het niet-officiëel gedeelte
te plaatsen en afschrift er van te geven aan alle
Parijsche bladen.
Heden, 2 Aug., te 11 uren des ochtends, hebben
de Fransche troepen eene ernstige ontmoeting
gehad met de Pruisische troepen.
Ons leger heeft eene aanvallende houding aan
genomen, is de grens overgetrokken en heeft het
Pruisisch grondgebied overmeesterd.
Ondanks de sterke vijandelijke stelling, waren
eenige onzer bataljons voldoende om de hoogten
in te nemen, die Saarbrücken bestrijken, en onze
artillerie heeft spoedig daarop den vijand uit de
stad verjaagd.
De snelle en krachtige beweging van onze troe
pen was zoo groot, dat onze verliezen gering zijn.
Het gevecht te elf uren begonnen, was te éen
uur geëindigd.
De keizer woonde de krijgsverrichtingen bij,
en de keizerlijke prins, die overal aan zijn zijde
is, heeft op het eerste slagveld den vuurdoop ont
vangen.
Zijne tegenwoordigheid van geest, zijne koel
bloedigheid in het gevaar, waren den naam dien
hij draagt waardig.
De keizer is te 4 urén te Metz teruggekeerd.
Later zijn aan de dagbladen de volgende bij
zonderheden omtrent het gevecht medegedeeld.
Men had geenszins het plan Saarbrücken te
bezetten, dat een open stad met 10000 zielen is.
De vijand heeft de stad verlaten en zich terug
getrokken op de hoogten, die zich aan gene zyde
der stad bevinden.
Het vuur werd geopend op een afsland van
400 meters. Onze eerste tirailleur zinkt ineen hij
is gesneuveld; een officier van gezondheid lste kl
rent op hem aan ën tilt hem op onder eeb dich
ten kogelregen; maar de man is dood en de
officier legt hem weder ter aarde. Onze tirailleurs
rukken steeds voorwaarts; die van den vijand
trekken terug.
Te 11 uren tien miuuten beklimmen de onzen
de hoogten aan welker voet de Saar stroomt.
Onze batterijen stellen zich in beweging en dalen
van het ravijn in de vlakte. Een Pruisische bat
terij opent Op onzen rechtervleugel haar vuur
van uit de bosschen van Arnewald. De kanon-
nade is hevig en wordt goed onderhouden; onze
infanterie, voorafgegaan door de jagers te paard,
schaart zich ter linkérzijde, aan den kant van
het bosch waar de Pruisische batterij is opge
steld. Het is kwartier over twaalven het bosch,
genaamd Ludwigswald staat in brand.
Eene zware proef moest de kleine, nu bijna
volwassen Helm nog doorstaau en dan zou hij
zich in zijne volle waarde doen gelden.
De proef zou hem zelfs tot op den rand des
verderfs brengenhij zou voor de vierschaar des
opvolgers van den schepen van Ittersum verschij
nen, omdathij den heer van Ittersum zou
vermoord, omdat hij'zich zou bezoedeld hebben
met het bloed van zijnen vaderDe waar
heid zegepraalde echter in dezen hachelijken toe
stand en Eugelbert werd teruggegeven aan zijne
bedroefde moeder, die hem voor dood hieldaan
zijne moeder, die niet te troosten was over het
zoo plotselinge, afgrijselijke, noodlottige sterven
van haren echtgenoot, den schepen van Ittersum.
Gelukkige, blijde dagen verschenen nu weder
voor de familie van Ittersum: een tijdperk, niet
te voorzien, niet te berekenen, verdreef de on
weerswolken en de stormen, die zich sedert on
derscheidene jaren boveD het kasteel Ittersum en
zijne bewoners samengepakt en alles met vernie
tiging en ondergang bedreigd haddeu.
Doch laat ons het verhaal niet te. ver vooruit-
loopenveel moest er nog geschieden, aleer die heil
zon kwam opdagen. Zware rampen, volksoploop,
moord, moesten de voorboden zijn van het geluk,
dat der familie van Ittersum beschoren werd.
zevende hooedstuk.
Het tooneel van ons tegenwoordige verhtal is
niet te llerculo, maar alweder het kasteel Itter
sum. Nauwelijks was dit herrezen uit de puin-
hoopen, waartoe het door den brandlus; der
Herculoërs was gebracht; nauwelijks wss de
toren, die bij deze gelegenheid met een gedeelte
van het kasteel onder een bulderend geraai was
ingestort, door een nieuwen, minder hoogen doch
zeer stevigen vervangen, of eene nieuwe lamp,
die alle andere in gruwzaamheid overtrof, »ioest
den heer van Ittersum persoonlijk treffen, hem
geheel doen dalen in de algemeene achting fijner
buren, die hij in ruime mate genoot, netn, er
moest meer geschieden: zijn leven, voor zij ie be
trekkingen zoo dierbaar, mocht niet gesjaard
worden. Nadat al zijne goederen en bezittingen
beurtelings vernield of weggevoerd waren, werd
een fijn doordachte aanslag op zijn geacht loofd
gesmeed.
Eene groote menigte volks, die er uiterlijktneer
als bedelaars dan als neringdoende lieden u.tzag,
verzamelde zich voor de groote poort val het
kasteel Ittersum.
Evenals altijd zich aanstonds menschet om
iemand been scharen, al ziet hij slechts natr een
fraaien boom of eenige andere bijzonderheid was
de tegenwoordigheid van een paar dezer lieden
voldoende, om de menigte tot een grooteu hoop
spoedig te doen aangroeien.
Het getal vermeerderde te spoediger, omdat
hier blijkbaar een verschil van meeningen op
zijn minst genomen, meer waarschijnlijk een twist
plaats vond.
In het eerst gold het hier de vraag, of ieder
naar willekeur over de brug mocht gaan, om
het kasteel te bereikeneenigen zeiden ja, er bij
voegende, dat de geheele aarde van onzen lieven
Heer zijnde, zij ook in haar geheel door de meu-
schen, die haar gezamenlijk in bezit hadden, mocht
betreden worden.
Met andere woorden, dezen voelden in zich eene
neiging, om het goed van den rijke zich toe te
eigenen en op gemeenschappelijke kosten te le
ven. Hadden deze lieden onzen tijd beleefd, wij
zouden hen Hernhutters genoemd hebben, en
mogelijk hadden zij dan meer aanhang vervvorveD.
Nieuwsgierigen, die zich bij de twistenden voeg
den, en die deels tot de buurtschap ouder Itter-
sums gebied behoorden, bestreden dit denkbeeld
en verdedigden hunne zienswijze, dat ieder mensch
door God tot rentmeester was aangesteld over
eenige goederen en dat het van den wil des
daarmede begiftigden afhing, anderen ook in de
genietingen en voordeelen daarvan te doen deelen.
De onzen, op 2 kilometers afstand van het ravijn
dat hen van het bosch scheidt waarin de Pruisisch
batterij is geschaard, maken eene voorwaartse!)
beweging. Twee gele rookwolken stijgen vooroo
centrum ophet is de rook van Saarbrücken
St.-Jean, die in brand staan. Men hoort,
oogenblik, het eerste dof gedonder van ottij
trailleuses. Het is kwartier voor éenen. Onzer^
vetroepen rukken voorwaarts.
Twee hevige ontploffingen, vergezeld van tfl
onafzienbare rookwolk, kondigen ons het i
gen van de bruggen, die over de Saar liggen,
maar wij zijn Saarbrücken meester.
De vijand heeft zich teruggetrokken, hij
6- a 7000 man sterk, beschut door bosschen end
opgestelde batterijen gedekt.
Keizer Napoleon zelf heeft aan Keizerin E I
génie aldus het succes van de Fransche wapee
geseind:
Onze Louis heeft den vuurdoop ontvangen;
was bewonderenswaardig in koelbloedigheid,
was volstrekt niet vreesachtig.
Een divisie van generaal Frossard heeft
hoogten genomen, die den linkeroever van
Saar bestrijken.
De Pruisen hebben een korten tegenstand;
boden.
Wij waren in het eerste gelid, maar dekt»;
vielen aan onze voeten.
Louis heeft een geweerkogel bewaard, diet
bij hem is gevallen.
Er waren soldaten die weenden, toen zij s;
zoo kalm zagen.
Aan onze zijde zijn slechts tien man p
Napolios
Wanneer wij nu een en ander in onder!
verband en samenhang beschouwen, dan t'
men tot geen andere gevolgtrekking komen di j
dat de Franschen eene aanzienlijke troepenma:
en veel artillerie in het vuur hebben geba
tegen een vijand die, het zijn de woorden r,
Napoleon, „een korten tegenstand heeft gebod;:
Dit wordt bevestigd door de slotwoorden
Napoleon „Aan onze zijde zijn slechts een
en tien man gedood."
Wanneer wij deze keizerlijke verzekering!
gelijken met de officieele dépêche uit het hoc|
kwartier van de Pruisen, dat de bezetting n
Saarbrücken zeer zwak was en eerst nadat
Franschen al hunne kracht ontwikkelden de si;
verliet, dan verliest de omvang van deovenv
ning door de Franschen veel van zij n ge wichtdat
er wel hevig gevuurd en zijn er veel kogels versp:
maar niet gevochten en weinig bloed verg-
Kan men anders denken van een gevecht was:;
een elftal Franschen zijn gesneuveld, terwijU
Pruisische zijde, ondanks chassepot en mita
leuse slechts 2 officieren en 70 man (officieel
richt, dat niet is tegengesproken) zijn gedooc
Geheel eens zijn wij het dan ook meMlfl
correspondent op het tooneel van den oorlog:: I
de Independence, die het volgende schrijft:
„Gij zult zeker wel het nieuws van het gen i
dat plaats heeft gehad, hebben vernomen; gij
zeker reeds het resultaatde bezetting van Sn I
brücken door de Fransche troepen; ik weed
wat men van deze verrichting in de officii.
bladen zal zeggenwat mij betreft, ik zie ertefi
grootsch, zelfs zeer weinig in, dat inderdaad
ondernomen is om aan het ongeduld van de
pen en de belangstelling van het publiek ie
moet te komen, dan uit een gewichtig stratei. I
oogpunt. Wat men gedaan heeft was even g I
mogelijk voor acht of veertien dagen, ja welt I
toen veel gemakkelijker."
Overigens schijnt in het oog van Keizer Si I
leon het gevecht ook niet veel te beduiden tec I
ben gehad, immers in zijne telegram aan zijnt
malin is zijne uitsluitende aandacht op denjs| I
De voorstanders van de eerste partij, dieslH
een even barbaarsch uiterlijk hadden, uc|
het talrijkst en begonnen hunne meening i A
bij te zetten. Zij wilden op Ittersum, bet n;
kosten wat het wilde.
Hiermede niet tevreden, dwongen zij de Wl
zame nieuwsgierige omstanders hen behulp®
te zijn.
Niet zonder geweld werden deze daartoe o;J.
gehaaldzij konden of wilden de handen
slaan aan het eigendom, het kasteel van dent
van Ittersum.
Weigeren en tegenspreken waren nutteltflB
bewegingen en woedend vat de woeste ptijH,
eenige andersgezinden bij den kraag en stood u.
met zulk een geweld tegen de dikke eiken J
der poort, dat de hengsels en duimen rammel»!
Deze klank was aangenaam in de ooren
woestelingen, en met meer drift en geweld
vatten zij deze oefening en tuchtiging op
groote schaal, zoodat het kraken van het nk-'
door het kasteel in de ooren van den
van Ittersum klonk.
Hij ziet de volksmenigte, hoort hun geschre i
en getier en besluit aan hun geweld een e-T
te maken, door de poort te openen en door-I
bedaard, maar standvastig uiterlijk de woestecf
nigte tot bedaren te brengen. (Wordt ven1,'