burg en Bremen moeten blokkeeren, indien men
den vijand allen toevoer wilde afsnijden."
De algemeene verkiezingen op den 2d"° Augus
tus in België hebben den clericalen een zegepraal
bezorgd, die zij stellig zoo groot niet verwacht
hadden.
De clericale partij heeft in de Kamer van af
gevaardigden gewonnen: een stem te Ni velles,
een te Gent, een te Brugge, een te Furnes, een
te Dixmuiden, twee te Yperen, twee te Charleroi,
een te Huy en drie in Luxemburg en wel te
Bastogne, Marche en Neufchateau.
De clericalen wonnen dus voor de Kamer dertien
stemuien, hetgeen eene verplaatsing van 26 stem
men vóór hen ten gevolge heeft.
De liberalen hadden den 2dcn Juni nog eene
meerderheid van 2 stemmen; die van de clerica
len is thans 24 stemmen.
In den Senaat zijn de clericale krachten thans
vermeerderd met 6 stemmen en wel een te
Brussel, drie te Gent en twee in de vereenigde
Luxemburgsche districten, Arlon, Bastogne en
'Marche.
De slotsom is dat de Kamer van afgevaardigden
thans is samengesteld uit 74 clericalen en 50
liberalen, en de senaat uit 34 clericalen en 28
liberalen.
De Kamers zijn tegen Maandag den S',(ID Au
gustus a. s. bijeengeroepen.
Te Antwerpen, Gent en Brussel heeft die
nederlaag tot ongeregeldheden aanleiding gegeven.
Te Antwerpen hebben duizenden personen on
geregeldheden begaan voor het huis van den
burgemeester en het instituut St.-Ignatius.
Te Gent ging het in den avond van 2 Augus
tus zeer bar toe. Oproerige benden trokken de
stad door. Men zong, tierde en raasde, sloeg ruiten
in en het klooster der Jezuïeten werd op een
regenbui van steenen onthaald. De troepen, be
staande uit karabiniers, gendarmen, schutterij en
pompiers, herstelden echter spoedig de orde.
Te Brussel hebben ongeregeldheden plaats ge
vonden, die volgens de Indépendance weinig te
beteekenen hadden. Vijf- of zeshonderd personen
verzamelden zich op de place de la Monnaie.
Eenige straatjongens, die een vaandel droegen,
gaven het sein tot vertrek. Men begaf zich naar
het Jezuïetencollege, verbrijzelde daar eenige rui
ten, doch de politie joeg de bende spoedig uiteen.
Eene andere en veel sterkere bende deed het
zelfde op eene andere plek der stad, waar even
eens een Jezuïetencollege is gevestigd.
Nadere berichten uit New-York bevestigen dat
de Fransche gezant, de heer Prevost Paradol,
zich in den nacht van den lld«n Juli van het
leven heeft beroofd en wel door middel van een
pistoolschot. Onder de stukken van overtuiging,
die bij een ingesteld gerechtelijk onderzoek wer
den overgelegd, behoorde ook eene enveloppe,
waarop de gezant eigenhandig had geschreven
„Ik heb mij zeiven gedood.
Prevost Paradol."
De echtheid van het schrift werd gestaafd
door de verklaringen van den markies De Charn-
brun, die tevens verklaarde dat het gedrag van
den gezant in de laatste dagen vóór zijn dood
zeer zonderling was. Zijn hersengestel scheen
door tropische hitte zeer te lijden.
HET TOONEEL VAN DEN OORLOG.
Van Dinsdag af is de veldtocht eindelijk voor
goed begonnen. Onder deze rubriek zullen wij
voortaan alle berichten en tijdingen verzamelen
die de krijgsoperatiën zoowel te land als ter zee
betreffen. Wij vangen aan met de telegrammen
over een eerste botsing tusschen het Fransch en
Pruisisch leger voor Saarbrücken. Uit die tele
grammen blijkt dat het Fransch leger een aan
vallende houding heeft aangenomen en er in
geslaagd is een hoogst uitmuntend strategisch
punt, dat door de Pruisen bezet werd, te vermees
teren.
Toen wij deze regelen schreven, waren ons
geen bijzonderheden bekend dan de inhoud van
de dépêches die hier volgen. Wellicht dat de
middagpost nadere tijdingen aanbrengt. Nog wen-
schen wij er op te wijzen dat de berichten om
trent dit gevecht uit Fransche bron afkomstig zijn
Parijs, 3 Augustus. De Pruisische voorposten
te Saarbrücken werden gisteren met de bajonet
verdreven; vervolgens bombardeerde de artillerie
de stad, die door 20,000 Pruisen was bezet.
I Men verzekert dat Prins Friedrich Karl heden
te Trier is aangekomen.
m De Liberie deelt het bericht mede omtrent een
zeegevecht, dat op de Oostzee zou plaats gehad
hebben; luidens dat bericht, wordt het nemen
van twee Pruisische kanon neerbooten bevestigd.
H Frankrijk heeft bevel gegeven om een mi
litair kordon langs de grenzeD van Luxemburg
te trekken, om eiken inval van soldaten in het
Groothertogelijk grondgebied te voorkomen.
Luidens eene dépêche van den maarschalk
Leboeuf, heeft de afdeeling van Frossard, ten ge-
lge van het gevecht op gisteren de hoogten
zet, die Saarbrücken en de débouché's van de
Saar bestrijken. De vijandelijke batterijen, die
links van Saarbrücken waren opgeslagen, zijn
genoodzaakt geworden haar vuur te staken. De
Fransche troepen kampeeren op de bestormde
hoogten.
Sletz, 3 Augustus. Gisteren, te Saarbrücken,
had de Keizer bevel gegeven, slechts wanneer het
noodig was de mitrailleuses te doen werkendit
geschiedde; op 1600 meters werd met de mitrail
leuses gevuurd op een vijandelijk peloton, dat
over den spoorweg defileerde, en waarvan de
rechter-linie onmiddellijk, met verlies van de helft
der manschappen, uiteengejaagd werd. Een ander
peloton onderging hetzelfde lot. Onze artillerie
officieren constateeren eenstemmig de vernielende
werking der mitrailleuses. Ook de Pruisische
gevangenen betuigen, dat het Fransche geweer
het naaldgeweer overtreft.
De afdeeling onder maarschalk Bazaine heeft
mede met vijandelijke tirailleurs een ontmoeting
gehad, waarbij verscheiden Pruisen sneuvelden;
geen enkel Franscbman werd gewond.
De Kölnische Zeitungdie hedenmiddag alhier
aankwam, behelsde niets omtrent het gevecht bij
Saarbrücken, waar de Franschen volgens officieele
berichten eene overwinning op drie divisiën van
het Pruisisch leger zouden hebben behaald. Zelfs
onder de rubriek telegrammen wordt met geen
enkel woord daarvan gewag gemaakt.
Men leest alleen uit Saarbrücken de volgende
correspondentie, die van 2 Augustus is gedag-
teekend „Er is niets anders meldenswaardigs van
onze voorposten, dan dat wij gisteren de eer had
den, den vijand een afdeeling huzaren voor te
stellen, die hij bij het verschijnen voortdurend
met saluutschoten begroette. De huzaren waren
zeer verrast, dat hen evenals bij het vertrek van
de exercitieplaats het lood om de ooren suisde
Onbegrijpelijk is het waarom de Franschen bij
iedere onbeduidende gelegenheid hun geknal doen
hooren. Gisterenmiddag schoten zij zoodanig van
de helling van de Spichererbergen, dat de kogels
in de landerijen in de onmiddellijke nabijheid
van de exertitieplaats terecht kwamen. Gisteren
heeft zich overigens de grrrroote natie door een
heldhaftig krijgsbedrijf onderscheiden, hetwelk ik
hier bekend maak, opdat de officieele correspon
denten van den keizer er aanteekening van
kunnen houdeD. Het keizerlijk Fransch leger
heeft een Duitsche meslkar glansrijk veroverd. Van
onzen kant bleven bij dit roemrijk wapenfeit in
het gevecht twee paarden en werd een koetsier
viermaal licht geraakt. De Franschen hadden
geen verliezen te betreuren. Men make zich een
denkbeeld van dit roemrijk feit: De heer E. Kar-
cher, een van de achtenswaardigste grondbezitters
van Saarbrücken, zendt tot het verrichten van een
boodschap zijn koetsier naar Blittersdorp, waar
hij een boerderij heeft. De koetsier verzoekt hem
te gelijker tijd een kar met mest daarheen te mogen
vervoeren. Rustig vervolgt de koetsier zijn weg.
Plotseling wordt, van de zijde van het kerkhof,
waarop de Franschen post hebben gevat, een
kogelregen op hem gericht. De koetsier tracht
zich onder de kar te verbergen en de streng
van de paarden af te snijden. De kogels houden
aaneen van de paarden wordt gewond. Onze
koetsier zet het op een loopen naar de boer
derij, waarvan hij nog 20 minuten verwijderd
was, keert vervolgens terug en ontwaart, dat
het den Frauschman inderdaad gelukt is, in een
tijdsverloop van 40 minuten zijn beide paarden
morsdood te schieten. Hij zelf had vier sghram-
schoten bekomen. Op dezelfde brutale wijze werd
gisteren door de Fransche voorposten een man
doodgeschoten, die rustig in zijn wijngaard ar
beidde. Wij weten dus wat wij van de bescha-
vers aller natiën te wachten hebben, die op naam
der beschaving reeds tegen mestkarren vechten
en in beestachtigeu moedwil de arbeiders op de
landerijen doodschieten.
Voorts lezen wij in eene correspondentie over
het Noorder-leger, van Hans vou Wachenhusen
en gedagteekend 1 Augustus (dus daags voor de
glansrijke overwinning die van Fransche zijde
wordt gemeld), dat er telkens voorposten-gevech
ten plaats vinden, maar dat men sedert de aan
komst van den keizer in het hoofdkwartier een
aanval op Saarbrücken verwachtte.
Dit nu verwezenlijkte zich voor eenige dagen,
toen de vijand van deSpicherer bergen „vis-a-vis"
de exercitieplaats vau de cavalerie, zijn granaten
in de stad wierp.
Deze hoewel kleine, doch des te gewichtiger
gebeurtenissen hielden ons steeds in de weer.
Gedurende dit tijdperk begaf ik mij tweemaal
naar de voorposten, ten noorden tot Trier en ten
zuiden tot den Rijn, en verkeerde in de over
tuiging dat de moedige bezetting van Saarbrücken
vóór mijn terugkeer uit hare stelling zou zijn ver
jaagd. Niets zou mij minder hebben kunnen ver
rassen dan het bericht, dat mij in het midden
der afgeloopen week, juist toen ik de voorposten
tot Rastadt bereikt had, ter ooren kwam, dat
Saarbrücken gebombardeerd was en in lichtelaaie
vlam stond.
Deze tijding is ook in Duitschland verspreid,
maar toen ik spoorslags naar Saarbrücken terug
keerde, was de moedige bezetting nog daar. De
vijand had ongeveer 20 granaten op de stad
geworpen, die wel goed gemeend en ook aan
gelegd waren, maar welker materialen oud en
onbruikbaar moeten zijn geworden, want slechts
een deel ontplofte.
Na nog eenige bijzonderheden hiervan mede
gedeeld te hebben, besluit hij zijn brief aldus:
Heden, Maandag-morgen, verneem ik, dat er
opnieuw veel beweging in het Fransche leger
is, en dat lange spoortreinen in de richting van
Forbach tot Drahtzuge vertrekken. Hetdoel hiervan
zal ons een an dc volgende dagen leeren waar
schijnlijk is 't evenwel tot dekking van de Fran
sche operatiën tegen ons centrum.
Overigens leest men nog in de K. Z. twee stuk
ken van Julius Von Wickede.
En wat brachten ons nu hedenmiddag de Fran
sche bladen?
Niets anders dan de bekende officieele Fransche
dépêches.
Alleen de Figaro, die er een specialeu dienst op
na houdt, ontviDg nog het volgende telegram
Forbach, 2 Augustus, 3 uren 40 minuten. Saar
brücken is genomen. Er had een groot artillerie-
gevecht plaats. De mitrailleuses hebbenn een onge-
loofelijke uitwerking gehad. De keizer voerde
het bevel. Morgen bijzonderheden.
Hetzelfde blad behelst nog het volgende bericht,
onder het opschrift de overwinning.
Het gewicht van het gisteren behaald succes
vereischt eenige verklaring.
Saarbrücken behoefde niet belegerd te worden,
want het is een open stad.
Het doel dat men zich voorstelde en volkomen
bereikt is, was om zich van de sterke stellingen
meester te maken, die de vallei van de Saar be
strijken.
Toen deze stellingen genomen waren, heeft
men Saarbrücken beschoten om er de Pruisen
uit te jagen, die de stad bezet hielden; zij wer
den gedwongen af te trekken.
De hoogte waarop thans de Fransche troepen
gekampeerd zijn, is als het ware de sleutel
van den spoorweg naar Trier.j Gisteren waren
zij een dreigend punt voor ons, zij dekken thans
onze grenzen.
Meerdere details ontbreken, tenzij de telegraaf
in den loop van den namiddag die mocht aan
brengen. Wij verwijzen onze lezers dus in ieder
geval naar de laatste telegrammen.
Uit Hamburg wordt van 30 Juli geschreven
De kusten van de Noord- en Oostzee zijn bezet
door een sterk leger. Te Hamburg ligt een ge
ducht garnizoen, dat gereed is op het eerste alarm
naar het bedreigde punt te snellen. Men beschouwt
iedere landing of operatie onuitvoerbaar.
Gisterenavond liep het gerucht dat het Fransch
eskader bestaande uit 9 schepen, dat denzelfden
dag door het Schagerak stoomde, de vesting Son-
derburg, op het eiland Alsen, bombardeerde. Dit
bericht is gelogenstraft gelijk vele anderen.
Gisteren bracht een Hollaudsch schip dat de
Elbe binnenkwam, het bericht dat drie Fransche
oorlogschepen bij Vogelzang, een zandbank aan
den ingang van de haven, verbrijzeld waren.
Pruisische oorlogschepen zijn dadelijk in die rich
ting vertrokken. De tijding is tot dusver niet be
vestigd.
De Kóln. Zeitung geeft in haar gisteren versche
nen nummer een overzicht van het gezamenlijke
Duitsche leger, hetwelk thans onder het opper
bevel des Konings vau Pruisen onder de wapenen
is gebracht.
De krijgsmacht van Noord-Duitschland is 550,000
man met 1200 stukken geschut en 53,000 man cava
lerie in het veld; de reserve is sterk 187,000 man
met 234 stukken geschut en 18,000 man cavalerie;
de landweer telt 205,000 man infanterie en be
zettingstroepen, met 10,000 man cavalerie, uitma
kende een totaal van 944,000 man Noord-Duitsche
troepen, met 1680 stukken geschut en 193,000
paarden.
Hierbij komt: het Beiersche leger sterk 69,000
man met 192 stukken geschut en 14,800 paarden,
reserve ter sterkte van 25,000 man met 2400
paarden en 22,000 man bezettingstroepen.
Het Wurtembergsche leger, sterk 22,000 man
met 54 stukken geschut en 6200 paarden, waarbij
nog moet gevoegd worden een reserve van 6800
man en 6000 man bezettingstroepen.
Het Badensche leger telt 16,000 man met 54
stukken geschut, 4000 man reserve en 9600 man
bezettingstroepen
Telt men alles te zamen, dan verkrijgt men
het ongehoorde aantal van 1,124,000 man van ver
schillende wapenen, welke thans ouder de vanen
zijn gebracht. Zoolang Duitschland bestaat, heeft
het nooit een dergelijk ontzagwekkende macht
onder het geweer gehad.
Van dit vroeger door Duitschland in de verste
verte nimmer bereikte aantal strijders, waren
voor ongeveer 4 weken ternauwernood 360,000
man onder de wapenen. De overige hielden zich,
in verschillende burgerlijke betrekkingen, met
werken des vredes onledig, arbeidden ijverig aan
de uitbreiding van beschaving en wetenschap,
aan de verhooging der moreele en materieele
welvaart van Duitschland en derhalve van Europa.
Eensklaps zijn zij uit den kring hunner betrek
kingen gerukt en thans staan 800,000 man in de
eerste kracht des levens, waarvan twee derde
vrouw en kinderen achterlaten, onder de wapenen.
Het Parijsche dagblad le Centre gauche bevat
schrikverwekkende mededeelingen over de ge
heime vernielingswerktuigen, waarover Frankrijk
beschikt. Chassepots, mitrailleuses en nitro-glyce-
rinebommen halen nog niet bij deChineeschestink-
potten uit de fabriek Petiu-Gaudet. Zij zijn zoo
groot als een schoorsteen van een stoomboot,
loopen kogelvormig toe en worden midden in
eeu regiment geworpen. „Waarschijnlijk komen
niet alle soldaten van dat regiment om" zegt
het blad „maar velen zal hel gaan als de schoone
slaapster in het bosch: zij zullen geruimen tijd
bewusteloos blijven."
Volgens eene correspondentie in de A'ö/n. Zei
tung van 30 Juli was de gewezen kroonprins
van Hanover heimelijk uit Hietzing naar Bruns-
wijk op reis gegaan, en had hij aldaar den ko
ning van Pruisen eene schriftelijke aanvraag
gezonden, om bij het regiment huzaren als luite
nant in dienst te mogen treden.
Het Journal de Paris bericht, dat de keizer in
het hoofdkwartier een besluit heeft geteekend,
waarbij de Marseillaise verklaard wordt het Fran
sche volkslied te zijn. Genoemd blad geeft zelfs
den tekst op van het besluit. Doch in officieele
kringen en elders weet men van dit bericht hoe
genaamd niets af, zoodat het als apocrief wordt
beschouwd.
TELEGRAMMEN.
Berlijn, 3 Augustus. (Officieele dépêche). Gisteren,
te 10 uren des voormiddags, is het kleine déta-
chement te Saarbrücken door drie vijandelijke
divisiën aangevallen, die de stad met 23 stukkeu
kanon beschoten. Te 12 uren werd de hoogte
van de exercitie-plaats, en te 2 uren de stad door
ons detachement geruimd; de onzen hebben zich
tot het naastbijgelegen steunpunt geretireerd.
Onze verliezen waren betrekkelijk gering. Luidens
de verklaring van een krijgsgevangene, was de
keizer te 11 uren te Saarbrücken aangekomen.
Beriyn, 4 Augustus. Officieele berichten in den
afgeloopen nacht uit het Duitsche hoofdkwartier
ontvangen, deelen de volgende bijzonderheden
mede van het gevecht bij Saarbrück:
In weerwil van het sterk artillerievuur hand
haafden onze voorposten zich in hunne positiën,
totdat de vijand at zijn krachten ontwikkelde.
Eerst toen deze drie divisiën had geformeerd en
daarmee oprukte, ontruimde de zwakke Pruisi
sche voorposten-afdeeling de stad en nam een
weinig noordwaarts een nieuwe stelling in.
Het verlies aan onze zijde in dit voorposten
gevecht bedraagt 2 officieren en 70 man, en dat
in weerwil van de chassepots, mitrailleuses en
het hevig artillerievuur. Aan de zijde van den
vijand schijnt men aanmerkelijke verliezen te
hebben.
Op denzelfden dag, waarop dit gevecht plaats
had, (2 Aug.) is de vijand bij Reiuheiin, ooste
lijk van Sarregueiuines met een sterke kolonne
over de grenzen getrokken en opende op de
kleine patrouilles van onze zijde een heftig tirail-
leurvuur met geheele compagniën, waarbij slechts
éen paard licht gekwetst werd; vóór hel aanbre
ken van den nacht trok de vijand weder teru".
Onze troepen hebben zich in al deze kleine
gevechten voortreffelijk gehouden.
Parijs, 4 Augustus. Niets nieuws van het oor-
logstooneel.
Het Journal Offi-del bevat een dépêche van den
hertog De Grammout, dd. 3 Aug., in antwoord
op de jongste circulaire van graaf Von Bismarck.
De Grammont haalt de woorden aan van Bismarck
die hij aan prins Napoleon gezegd heeft, dat het
voor Frankrijk onmogelijk was de Rijnprovincie
te nemen, wijl zij zuiver Duitsch was, en den
raad gaf België te nemen. De graaf Von Goltz
herhaalde dezelfde worden aan het Fransche Hof.
De Gramont tart Von Bismarck eenig feit te
noemen waardoor zijne insinuatiëu zouden ge
staafd worden. Hij verklaart geen enkele onder
handeling met Von Bismarck te hebben geopend
noch over België, noch over eenig ander onder
werp. Hij herinnert dat Frankrijk, in plaats van
den oorlog te zoeken, de ontwapening heeft ge-
wenscht en haalt de brieven van graaf Daru
van 1 en 3 Februari aan, betredende de ontwa
pening. De Gramont zegt dat, welke lasteringen
Von Bismarck moge verzinnen, de Fransche Re
geering onbevreesd is. Vou Bismarck heeft het
recht verloren om geloofd te worden.
De heer Von Bismarck, vervolgt de heer De
Grammont, sloeg het voorstel tot ontwapening af,
onder het voorwendsel dat hij bevreesd was voor
een eventueel verbond van Oostenrijk met de
Zuid-Duilsche Staten, en voor het herleven der
zucht naar vergrooting van Frankrijks grondgebied.
Maar vooral deed hij uitkomen dat de Pruisische
politiek hem bezorgd maakte. De heer Von Bis
marck trad ten dien aanzien in bijzondere be
schouwingen over het hof van St. Petersburg,
welke ik liever met stilzwijgen voorbij ga, daar
ik het niet over mij kan verkrijgen beleedigende
insinuatiën te herhalen.
Wanneer dus Europa gewapend blijft en een
millioen soldaten gereed staan zich met elkander