van deD Scheveningschen wachtpost werd er zod-
der dralen een estafette te paard naar den Haag
gezonden om het oordeel der regeering in te
winnen. En deze „gedachtig dat onze onzijdig
heid ons verbiedt dépêches aan oorlogvoerende
mogendheden gericht, te helpen overmaken, zag in,
dat dit ook tot telegrammen moest worden uit
gestrekt. Zij gaf dus bevel dat aan het verlangen
van den Franschen adelborst niet zou worden
voldaan. Derhalve zijn de vreemde bezoekers on
verrichter zake weer afgetrokken. Maar met het
terugkeeren |van de estafette, wiens spoorslags heen-
en weerrijden heel Scheveningen reeds in onrust
had gebracht, hield de opschudding nog niet op.
Nog dien eigen avond zond Z. M. twee kanonnen
naar het strand. (Noorden.)
gjAan het hoofdkwartier te Utrecht bood zich
dezer dagen iemand aan bij kolonel B., aan wien
hij bijzonder was aanbevolen. De ervaren strate
gist nam hem op van top tot teen, en vroeg hem
ernstig, of hij geen misbruik maakte van sterken
drank. „Neen, nooit, kolonel!" luidde 't aut-
woord. „Maar gij zult toch zeker als een
knap soldaat wel een enkelen borrel lusten, niet
waar?" „O! al was 't een emmer vol, kolo
nel!" antwoordde de veelbelovende zoon van
Mars.
Een militair student aan onze geneeskundige
school, die onlangs bij een examen was afgewe
zen, heeft dezer dagen dienst genomen in den
oorlog tegen Pruisen. „Zijne medische studiën
zullen hem goed te pas komen," zeide een zijner
vrienden bij het afscheid nemen. „Ik koester de
hoop, dat hij ons spoedig zal verrassen met een
werk over de besmettelijke mitrailleuse-koorts, ge
nezen door het Pruisische iund-nadel-lood."
Een schrijven van mevr. de wed. Storm-Van
der Chijs, in de Rotterdamsche Courant, behelst over
de leerplichtigheid in Zwitserland het volgende:
„Indien in Zwitserland een kind, van 6jari-
gen leeftijd niet onderwezen wordt, heeft de
politie onmiddellijk 't recht om de ouders te
6traffen, en hen te dwingen om niet willekeu
rig 't geluk hunner kinderen te verwaarloozen;
zulk een gezegende dwang tot bevordering van
't welvaren der natie heeft in 't vrije Zwitser
land plaats, 't land waar geen staand leger,
geen recruteering plaats vindt, maar waar ik
desniettegenstaande getuige was van een zelden
geëvenaarden geestdrift, om op de eerste oproe
ping te wapen te snellen. Door een tamboer,
met trommelslag op de openbare straal, werd
de 1ste divisie ontboden, en ofschoon allen zich
uit hun haardsteden, uit wei- en graanveld, uit
fabriek en trafiek, waar men tot op dat oogen-
blik in plaats van ten koste van anderen onder
houden te worden, zelf welvaren schiep, onmid
dellijk moesten verwijderen, waren 6 uren vol
doende, om een geheele divisie niet alleen onder
de wapenen te zien verschijnen, maar zelfs met
de uitstekendste militaire houding, discipline en
gang, gereed te doen zijn, te voet zich naar de
grenzen te begeven. Geen enkel soldaat, die daar
niet lezen en schrijven kan, wat zeg ik? geen
enkel kind van lOjarigen leeftijd in geheel Zwit
serland, dat 't zich niet tot schande zou rekenen,
daarin niet ervaren te zijn. Schreef men gedeel
telijk aan de algemeene kennis der Pruisen in
1866 het welslagen hunner wapens toe, tegen
over hun minder ontwikkelde tegenstanders,
Zwitserland dat thans grooter leger in het veld
heeft dan Nederland, is tot aan de tanden gewa
pend, om zijn vrij- en onafhankelijkheid, tegen
eiken indringer, moedig en krachtig te verdedigen.
Daarop leeren alle schoolknapen scherpschieten.
Te Lausanne woonde ik daarvan een wedstrijd
bij, en was het verwonderlijk om kinderen, die
men nauwelijks de kracht zou toeschrijven, om
leurstelling: zijn leerling, van wien hij zich zoo
veel goeds voorstelde, was verdwenen, en vergoe
ding koDde hij niet erlangen.
Het dagelijksche gezicht van den abt te Herculo
bracht de bewoners op het denkbeeld, dat, daar
de Helm nog weg was en evenwel die bejaarde
persoon gezien werd, hier niet aan verandering
van persoon, die men vroeger vermoed had, moest
gedacht worden.
Het werd nu waarschijnlijk, dat de grijsaard,
die overal naar den Helm ondervroeg, iemand
moest zijn, die zich met hem onderhield, mis
schien hem aanried, met hem te gaan en zijne
landgenooten te verlaten.
Dit stond bij Henna vast. Men vond het nu
raadzaam, den gevaarlijken grijsaard te verwijde
ren en den kleinen Helm terug te roepen.
Allerlei bespottingen en beschimpingen werden
nu den goeden abt aangedaan, die hij alle gedul
dig verdroeg, in de hoop, zijn lieveling terug te
vinden.
Toen dit niet hielp, werden de kettinghonden
losgelaten en op den braven abt afgezonden
met steenen wierp men hem na, honden scheur
den zijne kleederen aan flarden en beten hem
in de beenen.
De onbarmhartige Herculoërs waren ontmenscht
genoeg, hartelijk over deze dappere handelwijze
wapenen te hanteeren, met een juistheid te zien
treffen, die menig bejaard en ervaren schutter
verbaasde. Indien de onlangs uitgevonden pistolen
in Amerika, door persing van lucht, zonder ko
gels, zouden voldoen, ware de aanwending daar
van uitstekend nuttig voor onze scholen. In het
praktische Zwitserland denkt men er niet aan
om met kost-jongelui uit wandelen te laten gaan,
tenzij er teveDs bij de bevordering der gezond
heid een doel aan verbonden zij, dat in het lee
ren van militaire manoeuvers en in het scherp
schieten bestaat."
Z. M. heeft benoemd tot kommandeur der orde
van den Nederlandschen Leeuw den heer W. H.
Suringar, vice-president der commissie van admi
nistratie over de gevangenissen te Amsterdam en
lid van het hoofdbestuur van het Nederlandsch
genootschap tot zedelijke verbetering van gevan
genen.
Z. M. heeft op het daartoe door hem gedaan
verzoek, aan den majoor der genie en sappeurs
van het leger in Nederlandsch Indië, A. Stijman,
thans met verlof hier te lande, met ingang van
1 Augustus 1870, een eervol ontslag verleend uit
Zr. Ms. militairen dienst, met toekenning van pen
sioen.
's-Gravenhaqe, 4 Aug. Z. M. de Koning heeft
gisterennamiddag de exercitiën van de schutterij
in de Koekamp bijgewoond, daarna de hoofd
wacht geïnspecteerd, en hedenmorgen eene groote
revue over de troepen, uitmakende het garnizoen
van de residentie, op het Alexauderveld gehouden.
Een aantal gepensioneerde officieren hebben
ten gevolge der tijdsomstandigheden Z. M. hunne
diensten aangeboden.
Schoonhoven, 3 Augustus. Er hebben zich hier
drie verschillende com missiën gevormd ten doel
hebbende de verzorging der vrouwen en kinde
ren van hen die opgeroepen zijn. Bij onderzoek
bleek echter dat er slecht éene vrouw zonder
kinderen is die verzorgd moest worden.
Hellevoetsluis, 3 Aug. Alhier is gedetacheerd
de 2de luit. Bik van de genie van het O.-I. leger.
Zutfïn, 3 Augustus. Bij de stemming voor een
lid van de Provinciale Staten zijn uitgebracht
477 stemmen. Daarvan vereenigde de heer Staring
op zich 202, de heer Van Hamel 168 stemmen,
zoodat een herstemming moet plaats hebben. Op
den heer Brauts waren uitgebracht 58, op den
heer Sickesz 46 stemmen, terwijl 3 blanco bil
jetten in de bus werden gevonden.
Deventer, 3 Augustus. Toen onlangs de man
schappen van den eersten ban der schutterij werden
opgeroepen tot het houden van oefeningen in den
wapenhandel gedurende 4malen 'sweeks, verzet
ten zich hiertegen velen, en gaven zij per missieve
te kennen, dat zij niet dan tegen betaling aan die
oproeping gehoor zouden geven. Gisterenavond
was het weder de tijd, bepaald tot het houden
van die oefeningen. De kleinste helft der man
schappen was slechts opgekomende overigen
waren te huis gebleven. Hiervan werd door de
officieren nota genomen en met belangstelling ziet
men den afloop dezer zaak te gemoet. Zijn wij goed
geïnformeerd, dan eischen de weerspannige schut
ters 25 cents per avond, en geven zij tot reden der
nalatigheid op, dat, zoo zij viermalen's weeks een
paar uren van hun werk moeten verzuimen, zij
niet in staat ziju in hunne levensbehoeften te
voorzien. (N. R. Ct.)
Bkrgen-op-Zoom, 3 Aug. De 1ste luit. der inf.
op non-activiteit F. C. Callenfels is weder bij het
3de reg. inf. in activiteit gesteld.
BUITENLAND.
De bekende publicist John Lemoinne levert
in het Journal des Débats eenige beschouwingen
over den ontplofbaren bom, die te midden van
te lachen en den ouden man in het heengaan
nog eenige spotternijen om de ooren te werpen.
In de ziel bedroefd, zeer ter neergeslagen, be
reikte de oude abt het klooster Windesheim:
het was hem door hen verboden, die streek al
wandelende te bezoeken, de grootheid des Schep
pers, ook in die woeste natuur zichtbaar, te be
wonderen, en zoo mogelijk hen tot andere zeden
en eene betere levenswijze over te halen.
Moedwillig sneden de Herculoërs zich het pad
af, dat hen tot beschaafdheid had kunnen voeren
en tot brave menschen hervormen.
Liever wilden zij in onkunde hunne levens
dagen doorbrengen, zich met roof, moord en brand
bezig houden, dan de verhevene christelijke leer
te hooren verkondigen.
Als onze voorouders de Friezen, wilden zij liever
bij hunne landgenooten in het Walhalla zijn en
bloed drinken uit de schedels hunner verslagene
vijanden dan bij de weinige Christenen in den
Hemel een geluk smaken, dat geene pen in staat
is te beschrijven.
O, Herculoërs! uw loon zal volgen op uwe
daden I
zesde hoofdstuk.
Hoezeer wij zulleD zien, dat deze laatste voor-
het Engelsch publiek is geworpen onder den
vorm van een geheim tractaat, dat teu doel had
de inlijving van België bij Frankrijk.
Aan het slot vat de heer Lemoinne zijne be-
beschouwingen aldus samen
Vat ik alles te zamen, dan komt het mij voor,
dat er meer leven is gemaakt dan er ten opzichte
van dit geheim tractaat gevorderd werd. Het is
een les voor de diplomatie, waaruit zij kan lee
ren, zich in het vervolg voor de intrige te
wachten. De onderhandelingen waren bekend. De
openbaarmaking die thans geschiedde, was slechts
in éen enkel opzicht belangrijk, te weten of de be
wuste voorstellen werkelijk in den laatsten tijd
opnieuw waren gedaan. Daarin zat de knoop. Het
Engelsch blad, dat tot werktuig van deze rucht-
baarmaking heeft gestrekt, verzekerde dat de Fran-
sche regeering nog onlangs de onderhandelingen
daaromtrent wilde hervatten. De Fransche regee
ring heeft deze verzekering op zijn krachtigst
gelogenstraft.
Hoe het zij, de heer Von Bismarck zegt iets
hetgeen noch het onderzoek noch de discussie
beweert en dit wel in de dépêche door lord Gran
ville in het parlement voorgelezen. Daarin zegt
hij „allen grond te hebben om te gelooven, dat,
indien het ontwerp-tractaat niet openbaar was
gemaakt, Frankrijk, na de voltooiing van zijne
militaire toebereidselen en die van Pruisen,
aan dit land zou voorgesteld hebben het pro
gramma van Benedetti met geweld tegen het
ontwapend Europa uit te voeren aan het hoofd
van de twee legers, m. a. w., den vrede te
sluiten ten koste van Belgie". Dus zouden
meer dan twee millioen mannen op de been
zijn gebracht, landbouwers aan hun landerijen
en kinderen aan hun moeders zijn ontrukt, plech
tige beroepen zijn gedaan op de gespannen ge
voelens, die de natiën op hun grondvesten deden
trillen, en dat alles opdat twee groote natiën
eensklaps zoudeD blijven staan om elkander toe te
roepen „Laten wij elkander omhelzen, behoud
wat gij hebt en laat mij nemen wat ik wil." Het
denkbeeld van dergelijk spel, van dergelijke
tooneelverrassing kan slechts opkomen in onze
delijke of gekrenkte hersenen. Men heeft genoeg
daarvanmen heeft wind gezaaid, en men zal
storm maaien.
De zending van den heer Julian Klacko, meer
Franschman dan Oostenrijker, vanwege het Kabi
net van Weenen bij het Fransche Kabinet, trekt
zeer de aandacht.
De heer Klacko is de schrijver van een werk
over de preliminairen van Sadowa, waarin een
bondgenootschap tusschen Oostenrijk en Frank
rijk schier op elke bladzijde beschouwd wordt
als eene der eerste voorwaarden voor het behoud
van den vrede in Europa.
Ondanks de sterke beweging in Oostenrijk
voor de handhaving eener strikte onzijdigheid,
schijnt aan de zending van den heer Klacko een
politieke beteekenis van groot gewicht ten grond
slag te liggen. Althans, vvanneer men de Liberté
mag gelooven, zou de heer Klacko een last heb
ben, die geheel overeenstemt met zijn bekende
gevoelens.
„Ziehier," zegt de Liberté, „volgens inlichtingen,
die wij reden hebben voor nauwkeurig te hou
den, de hoofdzaak der mededeelingen, aan het
Kabinet der Tuileriën overgebracht:
„Oostenrijk zal allereerst eene strenge neutra
liteit in acht nemen; maar het zal zijne grenzen
dekken en zijn leger op zoodanigen voet brengen
dat het elke verrassing kan voorkomen.
„Zoolang de strijd beperkt blijft tusschen Frank
rijk en Pruisen, zal Oostenrijk zich onthouden.
„Het zou alleen in het geval dat zijne belan
gen werden bedreigd, op het oorlogsveld treden.
„De delicate zijde der zending van den Oosten-
rijkschen diplomaat is deze: welke zijn de ge.
spelling inderdaad bewaarheid werd, evenals
in het algemeen het kwaad zijnen meester loont,
bleven de Herculoërs nog eenige jaren de schrik
der omliggende streek niet alleenzij wendden
dikwijls hunne roofgierige blikken naar plaatsen,
die soms uren vèr verwijderd waren.
Niets was hun te veel, vvanneer zij konden
berekenen, dat zij zich konden verrijken met
het goed eens anderen. Geene moeite, geene op
offering was te groot, wanneer het gold eene
ontvangene verachting, een geledenen hoon te
wreken, bloedig betaald te zetten.
Roof was hunne leus, wraak hun wachtwoord.
De heer van lttersum, eenmaal door hen van
zijn kind beroofd, moest later gedurig hunne
wraakoefeningen ondervinden.
Alsof het eene straf der Voorzienigheid wa
ren, bleef geen enkele hond op het kasteel
in leven: onzichtbaar maar met zekere hand
wisten die booswichten hunne moordaardige
plannen zoodanig in te richten, dat geen hond
gespaard bleef.
Hiermede niet tevreden, sloegen zij de han
den aan de koeien en de schapen, het eigendom
van den president-schepen geheele scharen van
deze joegen zij des nachts in de met rijp koren
overdekte velden, zoodat de geheele oogst als
mislukt kon beschouwd worden.
vallen, waarin de belangen van Oostenrijk
den zijn bedreigd?
„Er zijn er naar het schijnt drie. Een diren,
aanval tegen Oostenrijk van de zijde van Prui^
of van zijne bondgenootende interventie e(lll
groote mogendheid ten gunste van Pruisen,^
te groote moeilijkheid voor Frankrijk oc.^
overwinnen, zonder eene machtige afleiding, «Ss,
neer Pruisen op zijne westelijke grenzen de t,
terieele hinderpalen mocht hebben opgehoopt
„Zoo eene dezer drie gebeurlijkheden zich voor.
doet, zal Oostenrijk vast besloten tusschen beidti
treden.
„Wat het tot geen prijs wil, is eene zegepr<
van Pruisen; het weet, dat het overwinnend
Pruisen voor Oostenrijk den dood zou zijn. D
overtuiging, bij de Oosten rij ksche staatslieden dis
ingeworteld, is de beste waarborg voor de o-
rechtheid der welwillende verklaringen, waarvs
de heer Juliaau Klacko de tolk is bij de keizer,
en bij den hertog De Grammont."
Er wordt in deze dagen veel getwist over
vraag of steenkool contre-bande is, daar dit b
geen tractaat is uitgemaakt en nogtans de Praji
sische regeering den uitvoer van steenkolen vt:
biedt, omdat zij dit als contre-bande beschouw
Een bekend Engelsch rechtsgeleerde Harcoui
beantwoordt in den Times die vraag aldus:
„Ik ontken geenszins dat steenkool als oorlog;
contre-bande beschouwd kan wordeD. Ik twijfels
niet aan, dat, indien een Prize-court een ladin;
steenkool, bestemd vooreen haven van den vijand
verbeurd verklaarde, dit vonnis rechtvaardig zo:
worden geacht. Doch hieruit volgt volstrekt Die:
dat, omdat steenkool geacht zou kunnen wordt;
oorlogs-contre-bande te zijn, het de plicht va:
Engeland, als een neutrale mogendheid, is, zul!
een handel aan zijn onderdanen te beletten. Hi
eenige middel, om handel in contre-bande te bei!
ten, is het recht van den oorlogvoerende om beslag
te leggen op artikelen, welke hij als zoodanig fc
schouwt. Zonder twijfel zal de oorlogvoerend:
mogendheid, wier marine het sterkst is, hierdot:
het best gebaat worden; doch dit is een natuurliji F
gevolg van het verschil in kracht, dat het nietd-
plicht is van neutrale mogendheden om te her
stellen.
„Frankrijk heeft verklaard steenkool niet alt
oorlogs-contre-bande te zullen beschouwen, tol
welke verklaring 't alle recht heeft; Pruisen wordl,
wel beschouwd, door dit besluit gebaat. Pruisen
is niet gebonden door Frankrijks verklaring. In
dien de Pruisen zich van een Engelsch schip
meester maakten, dat steenkool aanvoert naar
Cherbourg, dan mogen zij er beslag op legger
doch indien, hetgeen veel waarschijnlijker is, een
Fransch oorlogschip een Engelsch schip met steen
kolen, dat naar de Elbe koers zette, ontmoet,
mag de lading Diet aangerand wordeD, want de
Fransche Regeering vergunt den vervoer van
steenkool. Nu wordt wel, tegen elke autoriteit
eD tegen de bestaande gewoonten in, beweerd,
dat een onzijdige Regeering den uitvoer van elke
soort van contre-bande beletten moet;dochzulk een
bepaling zou even onstaatkundig als onpractisch
zijn. Men zou door het geheele land het stipste toe
zicht moeten houden op elke fabriek en winkel,
en het zou bovendien in dit geval niets helpen. Hel
recht om beslag te leggen op oorlogs-contre-bande
is beperkt tot artikelen, die over de zee vervoerd
worden. Op het land is deze handel aan geen be
perkende bepalingen onderhevig. Berlijn voor
zag Rusland in den Krim van oorlogsbehoeften,
Wij hadden noch het recht noch de macht dien
handel te beletten. België en Nederland grenzen
aan de oorlogvoerende landen; indien men dus
artikelen vaD contre-bande via België of Neder
land verzond, zou elk verbod van uitvoer ontdo
ken worden en men zou de havens van Rotter
dam en Antwerpen evenzeer als die van Ham-
Het vee dreveD zij in kolken, waar het moest
omkomen in den modder, of brachten het Daar
eene andere landstreek, waar het door den eige
naar niet teruggevonden werd.
Niet genoeg, dat zij eenige beesten doodden
en medenamen, om tot voedsel te dienen, stelden
zij er eene eer, een genoegen in, den heer vso
lttersum op alle mogelijke wijze te benadeelen
en te plagen.
Twee jaren achtereen hadden zij de voornaam
ste gebouwen van het kasteel in brand gestoken:
immers, wie anders dan de wraakgierige Hercu
loërs waren tot zooveel euveldaden in staat?
Voortdurend was lttersum het brandpunt van
de wraak der Herculoërs. Zij waren begonnen
met het ontvoeren van het pasgeboren kind, bij
welke gelegenheid zij duchtig afgeslagen waren.
Sedert dien tijd ging er geen jaar voorbij, waarin
zij niet dezer familie een geduchten slag toe
brachten.
En nog was hunne wraak niet gekoeld.
Wordt vervolgd).