N°. 3207. Woensdag A°. 1870. 27 Juli. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIHN. Voor iederen regelJ 0.15. Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan. Een Comité van het ItOODE KRUIS te Leiden, Wanneer de oorlog zijne verwoesting van men- schenlevens aanrichtte, dan was de liefdadigheid ODzer ingezetenen van zelf gereed om hulp te verleenen. De geschiedenis levert ons daarvan menig bewijs. Wij lezen in de brochure van den heer Bos scha over het Roode Kruis, dat het jaar 1799 daarvan getuigde, toen Noord-Holland, door de landing der Engelschen en Russen, plotseling een moorddadig oorlogstooneel geworden was en bin nen Leiden alleen 4000 zwaar gekwetsten bijeen waren. Door de vereende pogingen van auto riteiten e:i ingezetenen vonden niet alleen de lijders hulp en verzorging, maar ook is het gelukt een geesel af te weren, die toen overal waar hospi talen waren, de slachtoffers van den oorlog uiecr dan verdubbelde: de hospitaalYersterving. De man, die in deze tijden een voorbeeld gaf van gezegende samenwerking van vrijwillige hulp eener burgerij met geneeskundigen legerdienst,was de Leidsche professor Sebald Juslinus Brugmans. Met deze herinneringen voor den geest, doet het ons een waar genoegen, te vernemen, dat thans door eenige geachte ingezetenen van Lei den pogingen aangewend worden tot de vorming van eene afdeeling van de vereeniging het Roode Kruis. Wij waren steed i ingenomen met de gevoelens van menschelijkheid, die aan de bemoeiing van den vreedzamen burger met het lot van den ge kwetsten soldaat ten grondslag liggen. Eu daarom begroeten wij met welgevallen de bovenbedoelde mededeeling, dat ook Leidsche in gezetenen, in navolging van hetgeen thans in vele andere steden geschiedt, in de bres springen voor eene vereeniging, die zich de behartiging van het lot der strijders op de tooneelen van den oorlog aantrekt. Dit is een denkbeeld, uit het edelst instinct der menschelijke natuur voortgekomen en dat in geheel Europa in volksvereenigingen eene toepas sing heeft gevonden. De Nederlandsche Regeering heeft begrepen, dat wij bij alle andere natiën niet achterlijk moes ten blijven op den weg van meDSchelijkheid en philanlhropie, en toen het Nederlandsche volk op de roepstem van geachte mannen en deskun digen den tijd niet gekomen achtte om vrijwillig mede te werken tot uitvoering van de conventie te Génève, die de menschlievendheid op de oor logsvelden beoogde, toen op de wereldtentoon stelling te Parijs onder de vereenigingen van het Roode Kruis van alle natiën, die voorwerpen tot hulp, verpleging, vervoer en verblijf van zieken en gewonden ten toon stelden, geene Nederl. ver eeniging opgemerkt was, toen is het Kon. besluit verschenen, van 19 Juli 1867. Daarin is ods Ne derlanders te verstaan gegeven, dat wij niet langer behoeven te aarzelen een plicht te vervullen, dien wij verschuldigd zijn aan onzen goeden naam, aan het vaderland en aan de menschheid. Door dit besluit, zegt Dr. Bosscha in zijn uit muntend geschrift, is ons de weg gebaand: er moet eene Nederlandsche Vereeniging wezen tot hulp aan gekwetste en zieke krijgslieden in tijd van oorlog; er is een Hoofdbestuur door den Ko ning benoemd; overal in het land moeten groe pen van mannen en vrouwen zich bereid ver klaren van die Nederlandsche Vereeniging af- deelingen te worden, die Comité's zullen heeten. Deze Comité's kiezen hunne Besturen en regelen de wijze waarop zij werkzaam willen zijn; zij maken zich bekend met de behoeften van den genees- en heelkundigen dienst bij de legers en vloten; zij zoeken het aantal personen, onderwe zen en vaardig in het verplegen van gekwetsten en zieken, te vermeerderen en van bekwame verplegers en verpleegsters toezeggingen te ver krijgen om ter hulp te komen in tijd van oorlog; in vredestijd overleggen zij, hoe zij, zoodra eenig oorlogsgevaar daar is, gereed zullen zijn met geldelijke bijdragen, met allerlei benoodigdlieden voor zieken en gekwetsten, met middelen om hen te vervoeren, met verblijfplaatsen om hen te ver plegen en in het beschikken over dat alles vol gen zij de aanwijzing van het Iloofd-Comité, door zijne aanraking met de Departementen van Oorlog en Marine en door zijne betrekkingen met het Buitenland, in staat te zorgen dat niets verloren ga of nutteloos worde verspild. Wij meenen hiermede voorloopig te kunnen volstaan, ter aanbeveliug van het loffelijk streven om ook binnen Leiden eene vereeniging te stich ten, die zal kunnen medewerken tot het ver leenen van heelkundige zorgen, toereikend voor de beslissende dagen van den oorlog. Lcideu, 2G dull. Dat de Minister van Financiën eene verbetering van ons belastingstelsel voorbereidde, wist men reeds lang. Zijne verdediging van de begrooting voor het tegenwoordig dienstjaar en de drang die bij deze gelegenheid van de Kamer uiigiug liet niet anders verwachten. Van vele zijden werd toen ook aangedrongen op eene inkomsten-belasting. Daar door zou het lang UeslreJen stelsel onzer afhan kelijkheid van de kolouiale baten verlaten, de onrechtvaardig werkende patentbelasting afge schaft kunnen worden, kortom een gelijkmutig drukkend belastingstelsel verkregeu worden, waar door ook zonder onze koloniale balen, het even wicht op onze begrouliug zou kunnen beslaan. Eene zoo gewichtige hervorming, die het vigee- rend fiuantieel stelsel omkeert, werd dan ook in de bladen aangekondigd en was dus te ver wachten. Wij zageu ecluer dieu maatregel nog niet zoo spoedig te gernoet. Wij verkeerden in de meening dat de regeering vau de liuanlieele quaestie het shibbolet voor de verkiezingen van 1871 zou gemaakt hebben. Een gunstige uitspraak der natie, dachten wij, zou aau eeue zoo gewichtige hervorming des te meer kracht bijzetten. Wat zien wij echter nu? Dat de Minister van Financiën meent, „reeds voor 1870 de heffing eener inkomsten-belasting van den wetgever te moeten vrageD," niet om een lang geweuscliten greep in ons belastingstelsel te doen, niet om enkel het „recht van patent" te vervangen, maar „ter voorziening in buitengewone uitgaven; om tot dekking van uitgaven die te wachten zijn, terstond de noodige voorziening van den wet gever te vragen." Dus een maatregel van urgentie. Een maatregel om geld te verkrijgen, en dit wel zoo spoedig mogelijk, ten koste eener her vorming, die wel vele voorstanders telt, maar die door de publieke opiuie nog niet grondig on derzocht is. Wij kunnen ons met zulk een coup de main niet vereenigen. Er zijn nog andere wegen open om in buitengewone uitgaven te voorzien. Noch de vertegenwoordiging, noch de publieke opiuie zal tot een grondig onderzoek in de ge geven omstandigheden kunnen overgaan. Onze bezwaren tegen zulk eene overijlde en gejaagde handelwijze spruiten niet voort uit ai- keer tegen de inkomsten-belasting zelve, maar uit de overtuiging dat eene iokomsten-belasling, juist omdat zij in ons oog noodig en nuttig is, zonder overhaasting moet behandeld worden. De natie moet in eene zoo teedere aangelegen heid, waar het haar beurs raakt, goed iugelicht worden. Belasting-maatregelen, die reeds van zelf impopulair zijn, moeten niet bij overrompeling ingevoerd worden. Wij verblijden ons dus over het wijs besluit van de afdeelingen der Tweede Kamer. Bet Parijsche dagblad Le Conslilulionnel verze kert dat de Deensche regeering gereed zou ziju Frankrijk bjj den oorlog tegen Pruisen te onder steunen en dat alle maatregelen genomen zouden zijn om in de Noordzee gemeenschappelijk te ageeren. Het blad zegt dat die verzekering zou berusten op eene mededeeling van den Nederlandschen ge zant te Kopenhagen. Het Dagblad van Zuid-Holland laat hierop volgen Daar het ons zeer onwaarschijnlijk voorkomt dat eene mededeeling van dezen aard van de genoemde zijde zou zijn gedaan, mag het bericht zelf wel met het meeste voorbehoud worden op genomen. Wij willen hieraan alleen toevoegen: 1". Dat het Dagblad van Zuid-Holland het eerste Nederlandsche blad is geweest dat bewust be richt, en nog wel onder het residentie-nieuws, in de wereld heeft gezonden; 2°. dat wij dit bericht van het Dagblad over namen, omdat het blad zeer goed op de hoogte kou zijn. Immers de Nedeilandsche gezant te Denemarken is de heer W. F. Rochussen, zoon van den Oud-Minister Rochussen, wiens intieme relatiëu met het Dagblad van algemeene bekend heid zijn. Hedenmorgen had op de begraafplaats aan de Gioenesteeg eeue aandoenlijke plechtigheid plaats. Het stoffelijk overschot van deu heer M. Japikse werd aau den schoot der aarde toevertrouwd. Een twaalftal diakenen droeg het lijk van hutiueu gcachteu voorzitter gralwaarts. Behalve diens zoon, behuwdzoou eu broeders haddeu zich vele vrien den en belangstellenden om de geopende groeve vereenigd. Dr. Hagen sprak een woord vau dank bare waardeering van den man, die gewerkt had zoo lang het dag was voor zijn gezin, voor de maatschappij, voor de belaugeu der armen, en wekte alle aanwezigen op lot een leven als het zijne, dat zoo rijk was aan vruchten en door deu dood niet kou te niet gedaan worden. Daarna ge tuigde de heer W. Werst uit naam van diakenen, hetgeen zij in huuneu onvergelelijken voorzitter haddeu bezeten eu verloren, eu eindigde zijne toe spraak met Gezang 64: 5, dat door de vergaderde menigte plechtig werd gezongen en blijkbaar een diepen indruk maakte. De zoon van den overle dene, die van aandoening haast niet kon spreken, bedankte in warme bewoordingen al de aanwe zigen voor de belangstelling, aau zijn vader be loond, terwijl ten slotte de heer A. Tieleman gewaagde van zijne langdurige, oprechte vriend schap voor den man, wiens verlies hij diep be treurde, en hoopte, dal zoowel zijn leven als zijn sterven allen tot zegen mocht zijn I Vau de direcliën, die met tooueelgezelschappen de kermis bezoekeu, zijn gisterenavond de heeren Stoete en Jacqui met het geven van voorstellin gen begonnen. Het opgevoerd stuk, de Dood van Rolla of de Spanjaarden in Peru, was zeer goed ge kozen, ook uit het oogpunt om het publiek al dadelijk in kennis te stellen met de goede ele menten van dames eu heeren altisten. Daaronder rangschikken wij al dadelijk de heeren Jacqui, trouwens een oude bekeude Pareira, en de da mes Elert-Lohaus eu Stoete-Gijswijt, die hunne res pectieve en omvangrijke rollen zeer tot genoegen van het voor een eersten avond niet ontalrijk publiek speelden. Wij kunnen dan ook onze tooneeiminnaren gerust aanbevelen, ook een avond in dezen schouw burg te gaan doorbrengen, die, wij twijfelen er geen oogenblik aau, voor ben zeer genoeglijk zal zijn. Brabant benoemd tot zijn adjudant in buitenge- wouen dienst. Aan het stationsgebouw der Holl. Spoorweg maatschappij te Amsterdam werd gisteren publiek aanbesteed het bouwen van twee loodsen, het verbreeden der honten losplaats in de bestaande loods, het verlengen en verhoogen van de be staande steigers, het ophoogen van de aarden haan en het leggen van sporen en verdere in richtingen op hetgoedereustation te Helder. Aanne mer de heer J. Van der Kamp, alhier, voor de som van 82,630. Naar wij vernemen, wordt Z. M. de Koning in den loop dezer week stellig te Utrecht verwacht. {U. D.) Naar men verneemt, heeft de Minister van Oorlog het Grootkruis van de orde van de Eiken kroon gekregenis de majoor C. L. Loder van het reg. grenadiers en jagers benoemd tot officier van de Eikenkroon en heeft Z. M. deu kolonel De Gisterenavond is rondgedeeld het verslag van het verhandelde in de afdeelingen der Tweede Kamer en het besluit der centrale afdeeling om trent de inkomsten-belasting. Daaruit blijkt dat wanneer men het beginsel ter zijde stelt, dat tegenover buitengewone behoeften buitengewone middelen te pas komen, het tegenwoordig tijd stip ongeschikt is om dergelijken maatregel in overweging te nemen. De groote meerderheid was verrast, thans een voorstel tot algemeene belastinghervorming te ontvangendit onderwerp, in beraadslaging gebracht, ^zou op een oogenblik, waarin ongestoorde samenwerking met de Regee ring wenschelijk is, een twistappel kuuuen worden. De centrale afdeeling heeft besloten geen tijd stip voor de overweging van dit ontwerp te bepalen. De samenstelling van de etats-majors van de navolgende oorlogschepen is deze: Het ramlorenschip Prins Hendrik der Nederlanden, kommandant kapitein ter zee: S. A. Van Rees; lste officier luitenant ter zee 1ste klasse J. H. P. E. Kuiphorst; luitenants ter zee lste klasse Jhr. C. C. Six, L. J. E. Hajenius, A. baron Collot d'Escury; officier van gezondheid lste klasse J. Lamie; officier van administratie lste klasse P. A. Le Mahieu, eerste luitenant der mariniers J. P. Smith, De drijvende batterij De Rugier, kommandant kapitein ter zee J. F. Koopman; lste officier de kapitein luitenant ter zee lste klasse F. M. Parker Verboom; luitenants ter zee 2de klasse H. Van Broekhuyzen, J. P. Mcrcier; officier van adminis tratie 2de klasse A. Lagaay, officier van gezondheid 2de klasse L. F. Praeger;lste luitenant der mariniers A. H. W. De Gelder. Het ramlorenschip de Slier, kommandant de kapitein luitenant ter zee K. W. Van Gennep; lste officier de luitenant ter zee lste klasse H.P. König; de luitenants ter zee 2de klasse J. C. A. Wissel, J. VV. F. ridder Huyssen van Kattendijke, A. W. Vinkhuyzen; officier van gezondheid J. J. Borst; officier van administratie W. HanegraafE De monitor de Krokodil, kommandant de kapitein- luitenant ter zee J. A. H. Hugenholtz; lste officier de luit. ter zee lste klasse H. D. Guyot; luitenant ter zee 2de klasse K. A. Stakman Bosse; 11. A. De Smit van den Broecke; officier van ge zondheid 2de klasse B. H. Thomson; officier van administratie 2de klasse L. F. C. Seelking. Men meldt uit Arnhem, dat de Noord-Duitsche bondspost, die voor het goederenvervoer van Duitschland naar Nederland en omgekeerd in verbinding staat met de onderneneming Van Gend en Loos, aan deze heeft doen weten, dat, wegens het groote troepenvervoer, de verzendingen in beide richtingen voor eenige dagen moeten ge staakt worden. Van de hervatting, welke, wij hopen het, in het belang van den handel, niet lang inoge uitblijven, zal de bondspost aan die onderneming onmiddellijk kennis geven. Belanghebbenden worden opmerkzaam gemaakt op de in het Geseliund Verordnungsblatt van het Groothertogdom Baden openbaar gemaakte be kendmaking, volgens welke al de uit Frankrijk komende vreemdelingen voorzien behooren te zijn van een regelmatig buitenlandsch paspoort, door eene Duitsche overheid afgegeven of door een Duitsch gezantschap geviseerd, op straffe van naar de grenzen te worden teruggewezen. In het algemeen wordt aan de Nederlanders, die zich naar buitenslands begeven, aanbevolen zich van een regelmatig paspoort te voorzien, ten einde zich te kunnen legitimeeren en onaange naamheden te voorkomen. Ten behoeve der militaire autoriteit zijn tele- graafposlen gevestigd en in dienst gesteld te Heus- den, Numansdorp en Willemstad. Deze posteu zijn voortdurend open, doch, op andere uren dan die van den gewonen beperkten dagdienst, alleou op den voet van hulp-nachtdienst bezet. De dienst van het telegraafkantoor te Utrecht is gewijzigd in dien zin dat het opeu is van des morgens 7 uren tot middernacht. Het hulpkantoor aldaar wordt voorloopig ge sloten. De telegraafpost aan het hoofdkwartier van den opperbevelhebber van het leger is alleen ten gebruike van het hoofdkwartier, en voor het pu bliek niet toegankelijk. Nogtans neemt die post de regeeringsberichten van elders, voor Utrecht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1