op de dames uit te brengen, en daardoor een
plicht te vervullen die door alle eeuwen heen als
eene der grootste ouderscheidingen werd aange
merkt. Maar ik beu trotsch op de uiij beuezen
eer, want ik houd veel van de sekse, ik bemin
alle vrouwen, onverschillig welke hare ouderdom
Of gelaatskleur moge zijn. Het is onmogelijk in
korte trekken op te sommen wat wij aan de
vrouw verschuldigd zijn. Zij naait onze knoopjes
aan de kuoopelooze hemden, zij verstelt onze
reparatiebehoeveude kleederen, vertrouwt ons en
verhaalt ons alles wat zij uiaar in de verste verte
over de kleine huishoudelijke aangelegenheden
van hare buren kan te weten komen. Zij geeft
ons raad en somtijds meer dan noodig, zij be
knort en bekijit ons dikwijls en meestal veel te
veel. Waar men ook de vrouw plaatsen moge,
overal is zij een sieraad voor de betrekking die
zij bekleedt, en een schat voor de wereld. Zie op
vrouwen als: Cleopatra, Desdemona, Storm van
der Chijs, Florence .Nightingale, Kenau Hasselaar,
Betsy Perk, Elizabeth Stantou, Lucrezia Borgia
of laat ik Lucrezia Borgia maar liever achterwege
laten, en moeder Eva! Ja, moeder Eva; was zij
niet een sieraad voor haar geslacht, voordat de
van oudsher wulpsche en onbestendige mode ver
anderde? ik herhaal het, overal waar de vrouw
zich op hare plaats bevindt, is zij een sieraad
voor de maatschappij, en een schat, een kostbare
schat voor de samenleving. Als een liefje, een
schatje, een hartedietje, in éen woord als een
meisje, wat ik dan onder meisje 'versta, een
vrijend meisje, heeft zij weinigen die haar even
aren, en hoegenaamd geenen die haar over het
hoofd wassen. Als eene nicht is zij zeer geschikt;
als eene rijke grootmoeder, met eene ongenees
lijke kwade bui, is zij onuitsprekelijk kostbaar.
Wat zouden alle volkereu der aarde zonder vrou
wen zijn? Schaarsch, zeer schaarsch, verschrik
kelijk ijzingwekkend schaarsch. Daarom laat ous
de vrouw betnintieo, beschermen, ondersteunen;
laten wij haar onze liefde, onze sympathie, ons
vertrouwen en, als er kans voor is, ons zeiven
schenken. De vrouw is liefhebbend, goedhartig,
elegant, schoon, eerbiedwaardig, en geen van al
len, hier tegenwoordig, zalig weigeren hare gezond
heid te drinken; waut ieder van ons heeft ge
kend, bemind eu geëerdzijne eigene moeder.
BUITKNLAJND.
Frankryk.
In het Wetgevend Lichaam heelt gisteren de
minister vau Buiteulandsche Zaken, de hertog
De Grainmout, in antwoord op de aangekondigde
interpellatie vau den heer Cochery, geconstateerd
dat Prim aan den Prius van Hoheuzollero de
Spaansche Kroon aangeboden en dat de Prins die
aangenomen heeft. De üpaausche natie was daar
over nog niet geraadpleegd, en het Erausche gou
vernement was nog niet bekend met de gevoerde
onderhandelingen. B.j gevolg wensclue de regee
ring de discussie hierover uit te stellen, daar zij
thans toch tot geen resultaat kon leiden. Iutus-
schen zou zij in hare neutrale houding volharden;
maar zij zou niet dulden dat eene vreemde mo
gendheid zich mengt in de keuze van den vorst
voor den Spaanschen troon en Frankrijks eer en
waardigheid in gevaar brengt. Langdurige loejui-
ging.) De regeering vertrouwt op de wijsheid der
Duitsche en op de vriendschap der Spaansche
natie; maar wanneer zij zich in hare hoop be
drogen vond, zou zij zonder aarzelen eu zonder
zwakheid haar plicht doen. (Nieuwe langdurige toe
juiching.)
De heer Picard verzocht daarop overlegging van
alle documenten tot inlichting. Hij wenschte dat
niets zou gedaan worden zonder goedkeuring van
de Vertegenwoordiging.
De minister van Binuenlandsche Zaken, de heer
Chevaudier, antwoordde, dat de tijd tot discussie
hierover nog niet gekomen was. Het gouverne
ment kon voor 't oogeublik geene andere verkla
ring afleggen.
De heer Cretnieux drong er op aan, dat aan
het verlangen van den heer Picard zou voldaan
worden. Zijns inziens moest de discussie over de
interpellatie, die het gouvernement nu wil uit
stellen, plaats hebben voor de behandeling van
het budget.
De heer Ollivier verklaarde zich hiertegen.
De heer Cretnieux zeide daarop, dat er in de
verklaring van den hertog De Grammant geen
onzekerheid lag omtrent de quaestie of het gou
vernement vrede ol oorlog wilde. Het wil vrede
het wil dien met alle kracht voorstaan, maar al
leen voor zoover dit met de eer des lands be
staanbaar is. Hij houdt zich overtuigd dat de
verklaring van den hertog De Grammout tot eene
vredelievende oplossing zal leiden; want zoo dik
wijls Europa gezien heeft dat Frankrijk zich
standvastig aan zijn wettigen plicht houdt, heelt
Europa ook nooit aan Frankrijks verlangen te
genstand geboden. Het betreft hier geen verbor
gen doel, en als een oorlog noodzakelijk is, zal
het gouvernement daartoe niet overgaan zonder
goedkeuring van het Wetgevend Lichaam. „Want,"
zoo vervolgde de spreker, „wij leven onder een
parlementair regime. Ik verklaar op mijn woord
van eer, dat er geene nevenbedoeling bestaat, als
wij zeggen dat ook wij vrede verlangen en als
wij de overtuiging te kennen geven dat, wanneer
wij alle verschil van partij doen wegvallen, het
ook vrede zijn zal."
De heer Barthelemy vroeg, in welke qualiteit
Priui de Spaansche kroon aan een Pruisischeu
prins had aaugeboden.
De heer Ollivier antwoordde, dat het gouver
nement dit niet wist, omdat het met de onderhan
delingen, die daarover hebben plaats gehad, niet
bekend was.
De beer Arago drong ook aan op nadere inlich
ting, doch de Kamer weigerde hem aan te hooren.
Toen" vervolgens de beraadslaging over het but-
get aan de orde was gesteld, verklaarde de heer
Magnin, die het eerst aan het woord was, dat hij
van het woord afzag, naar aanleiding der verkla
ring van den hertog De Grammont.
Al is de Spaansche troonquaestie thans aan de
orde, al grijpt een ieder met spanning naar
de dagbladen om de berichten over die quaestie
te verslinden, om eeti eigeu meeniug te vestigen
ol werkelijk de rust van Europa bedreigd is, of
het dan werkelijk tot dien verwoeden strijd lus-
schen Frankrijk en Pruisen zal komen die zoo
lang reeds gevreesd wordt, toch kunnen wij
onze oogeu nog niet afwenden vau die belang
rijke vertooning iu de Europeesche tooverlan-
taarn: de weigering aan de prinsen van Orleans
gedaan om in hun vaderland terug te keeren. Niet
dat wij ons zullen bezighouden met de bestrijding
of verdediging van dezen stap, waartoe de Kamer
is overgegaan op nadrukkelijk verlangen van kei
zer eu raadslieden. Dit is een fait accompli, wel
door 7/8 gedeelte van Europa afgekeurd, maar
waaraan vooreerst niets meer te veranderen is.
Waarop wij echter de aandacht wenschen te
vestigen, is de houding vau den heer Thiers. De
groote historicus, de minister van Louis Philippe,
moet het hard verduren dat hij gezwegen heeft,
tvaar uien van hem de vurigste apologie voor den
kleinzoon van zijn koning en de andere leden
van de dynastie der Orleans, wier latere wis
selvalligheden met hem vereenzelvigd waren, had
mogen verwachten.
Vooral de Figaro, het geestige blad, het blad ad
rein, het blad dat tot dusver, althaus naast on
dersteuning van het keizerrijk, uit het oogpunt
vau orde en rust, de strikste onafhankelijkheid
van iedere partij handhaafde, spaart den heer
Thiers niet. Al het vernuft zijner medewerkers
wordt in de pijlen vervormd, die Figaro op den
heer Thiers alsclnet. Geen dag gaat er voorbij of
met „le petit Thiers" wordt alrekenitig gehouden,
zoo zells dat men op het denkbeeld komt, out
Figaro, wieus richting tot dusver zelfstandigheid en
onpartijdigheid heette, onder de heiligste Orleanis-
teu te rekenen. Ha lang dralen komt dan toch ein
delijk de aap uit de mouw. Wij laten hier het
een en ander uit dit blad, tegen „le petit Thiers",
volgen
„Wij zouden wel eens willeu weten tot welke
politieke kleur de heer Thiers behoort.
Hij is geen republikeiu en wij wenschen
die partij daarmede hartelijk geluk.
Hij is geen imperialist, het keizerrijk kan
zich dit tot geluk rekenen.
Hij is geen orléanist, dit heeft hij bewezen
door zijne houding in de zitting van Zaterdag.
In waarheid vervult de heer Thiers in de po
litiek geen andere rol dan de kameleon in het
plantenrijk, met dit verschil nogtans, dat bij de
kameleons de overgang van de eene lot de an
dere kleur onmerkbaar is, terwijl zij bij den
heer Thiers de slotsom is van politieke kansbere
kening en beraamd overleg.
Up onze eerste onzachte beoordeeling, die in
het eerste oogeublik van wel te verklaren ver
ontwaardiging uit de pen vloeide, zou de heer
Thiers hebben geantwoord„Ik heb mijn plicht
gedaan.
De priusen van Orleans hebben het ounoodig
geacht om mijn raad in te roepen. Indien zij
mij die eer hadden aangedaan, had ik eenvou
dig dien stap afgekeurd, op grond dat hij niet
alleen onstaatkundig, maar ook niet in overeen
stemmig zou zijn met hun toestand en waardig
heid."
Na deze verklaring zijn wij van oordeel, dat
het stilzwijgen van den heer Thiers door eigenliefde
werd beheerscht, omdat de prinsen in verzuim
ziju gebleven, zijn raad in te winnen.
Alsof de zonen van Louis Philippe niet weten
hoeveel de raadgevingen vau den heer Thiers
waard zijnl
Zij herinneren zich nog zeer goed hoever deze
hunne ongelukkige dynastie hebben geleid.
Ook hij had zich dit moeten herinneren. De
eerste vereischte voor een staatsmau is een
geheugen, nog eerder een geheugen voor het
kwaad dat men berokkend heeft dan voorde be
wezen diensten. Nu had hij met dankbare vreugde
deze eenige gelegenheid moeten aangrijpen om
zich voor de publieke opinie en de prinsen die
hem hun noodlot wijden te rechtvaardigen.
Na nog enkele toespelingen op zijn houding
in de zitting zelve gemaakt te hebben, besluit de
heer De Villemesant, die dit artikel heeft geschre
ven, met de volgende vergelijking
Wie heeft niet menigmaal bij nat weder en
sueeuw ais de Parijsche straten modderig en glad
zijn, een zware kar zien omvallen waardoor
het paard medegesleept, op de zijde en met uitge
strekte pooien daar neerligt. Op de eerste roep
stem van den koetsier suellen alle voorbijgangers
toe om een handje te helpen, met die verwon
derlijke bereidvaardigheid, welke den Parijzeuaar
bij droevige voorvallen zoo eigen is. Mannen,
kindereu, ja vrouwen en grijsaards helpen mede
naarmate hunne krachten dit toelateu. Maar op het
trottoir ziet men een reusachtige gestalte met
breede schouders, kortom een athleüscbe gedaante,
die met de armeu over elkander geslagen en
onbeweegbaar oog, die hulpvaardigheid aauziet,
zonder mede te helpeu. Éen duw met zijn schou
ders, éen ruk met zijn krachtige gestalte, zou
wagen en paard overeind kunnen helpen.
Maar niets van dit al.
Hij blijft slechts staan luren. De menigte
wordt boos als zij ontwaart dat hij zich zoo ach
terwaarts houdt, waar zijn hulp zoo kostbaar
zou zijn.
Dit is nu juist de indruk, dien het zwijgen van
den heer Thiers iu de zitting vau Zaterdag op
mij heeft gemaakt.
Nu laten wij over deze quaestie eeu auder ar
tikel van eeu vau de vele schrijvers in den Figaro
volgen, waarin zij van een geheel ander standpunt
wordt bezien.
Het artikel voert tot opschrift: Twee dwalingen.
Daarvan hebben de priusen er een begaan -.
Wanneer men graaf van Parijs is, ui. a. w. zoon
van den hertog van Orleans, de kleinzoon van
LouisPhilippe, het hoofd van een vorstelijke, van
een koninklijke familie, de wettige erfgenaam
eener halve legitimiteit, de vertegenwoordiger
eener tusscheuregeeriug, de hoop van een geslacht
wanneer men hertog van Aumale is, of anders
gezegd, generaal en tevens pretendent, wanneer
men een Fransch leger ter zijner beschikking
heelt gehad dat dieu tijd niet vergeten is, wan
neer men erfgenaam is van eene Bourbonsche le
gende en eeu Bourbonsch fortuin, wanneer men
zich door Afrika en Chantilly de namen van
Aumale en Coudé heeft verworven, kortom wan
neer uien eeu degen en een naam heeft; wan
neer men prins van Joiuville heet, dat hetzelfde
uitdrukt als de populairste der prinsen en de
loyaalste der inetischen, wanneer men het bevel
over onze vloot heelt gevoerd en van zich hoort ver
kondigen, dat men de begaafdheden van Duperré
aan deu moed van Jean Bart paart, wanneer
men eeu vau die heldhaftige, nattouale, wegsle
pende gestalte, bezit, waaraan de Hendriks IV
voor het grootste gedeelte hun troon te danken
hadden; wanneer men hertog van Charlres is,
waarin ligt opgesloten eeu jongmensch, eeu sol
daat, die het betreurd heeft wel als bondgenoot,
maar niet in de gelederen van zijn vaderland te
hebben kunnen strijdeudan vraagt men
niets, dan blijft men waar men is, de oogen
met vertrouwen op de toekomst gevestigd eu men
wacht.
De keizer heeft de andere dwaling begaan
Wanneer men Napoleon III is, wanneer men
alvorens keizer te worden, balling was; wanneer
men den uioed heeft gehad zijn rechten met bet
zwaard in de vuist op te vorderen, wanneer
men Frankrijk van regeeringloosheid heeft be
vrijd, eeu tweede keizerrijk heeft gegrondvest;
wanneer men het koningschap bij de gratie Gods,
ondergeschikt heeft gemaakt aan de volksrechten;
wanneer men Kusland en Oostenrijk vernederd
heeft, de scheidsman van Europa is geweest;
wanneer zelfs in tijden van tegenspoed, de natie
getrouw is gebleven, wanneer men drie-eu vier
maal keizer is door deu wil van het volk; wan
neer men nooit voor iets teruggedeinsd is, wan
neer men, door die koelbloedigheid, de natie
heeft doen gelooven dat er niets te vreezen was,
wanneer men haar wellicht nog meer vertrou
wen heeft ingeboezemd, dan men zelf bezat, wan
neer men neef van Napoleon I is en vader van
Napoleon IVkortom, wanneer men na eene
twintigjarige regeering nog zevenmillioen aan
hangers telt: dan beantwoordt men zulk een
schitterend verlangen als dit van de prinsen, door
dit decreet, dat geheel Frankrijk zou onderschre
ven hebben
„Er zijn geen ballingen meer."
En op den koop toe zou de keizer het meeste
voordeeL uit deze gunst getrokken hebben; want
naar alle waarschijnlijkheid zouden de prinsen
zulk een besluit niet hebben aanvaard.
De debatten in het rechtsgeding tegen de
Internationale zijn eiudehjk gesloten. In de terecht
zitting van Dinsdag is aan alle redevoeringen,
pleidooien en politieke geloofsbelijdenissen, waar
toe dit proces aanleiding gaf, voorgoed een einde
gemaakt. De uitspraak is bepaald op a.s. Vrijdag.
VERSPREIDE BERICHTEN.
De beroemde Berlijusche oogarts prof. Von Griife
is zeer ernstig ongesteld.
In Gallicië hebben de protestantsche Duitschers
veel te lijden van de Polen, die hunne nationali
teit in het land uitsluitend gehandhaafd willen
zien. De protestanten, over het geheele land ver.
strooid, ongeveer 200,000 zielen sterk, hadden
sedert onheuglijke tijden zich in hun terkeer
met de autoriteiten van de Duitsche taal bediend
nu wordt van hen gevorderd, dat zij in hun ker-
keu, scholen en kerkelijke correspondentie de
Poolsche taal zullen gebruiken. En dit wordt
door dezelfde bladen toegejuicht, die de Russen
verfoeien, omdat zij aan de Polen het Russisch
opdringen.
Prins Napoleon heeft zich Maandag te Cher
bourg lawn inschepen, om zijne reis naar de Noord
pool te begiuneu.
De graaf vau Parijs heeft aan deu heer Estin-
celin een brief geschreven, om hem te bedanken
voor zijue in de Kamer uitgesproken redevoering
ter verdediging van den terugkeer van de fami
lie Orleans.
Een Parijsch bankier, met name A. Drye, heeft
zich uit de voeten gemaakt, een deficit van 2
millioen franken achterlatende.
Verleden Zaterdag heeft in sommige streken
van Engetaud een verschrikkelijke orkaan ge
woed. De stad Leeds heelt vooral veel geledeu.
Gedurende een uur viel er hagel en regeu, ter
wijl verschrikkelijke donderslagen elkander bijna
zonder tusschenpoozen opvolgden. Daily News meldt,
dat de huizen in het laaggelegen gedeelte der
stad ouder water werden gezet en de straten op
rivieren geleken. (Ook uit Spanje en Zwitserland
worden berichten medegedeeld betreffende een
ontzettend onweder, dat dieu dag boven sommige
steden is losgebarsten.)
Met welke ijzeren hardnekkigheid de Russische
regeering in de Oostzee-provinciëu de russificeeriug
voortzet, blijkt uit hare krachtige pogingen, om
allerwege aldaar het Russische ouderwijs te be
gunstigen ten nadeele van de Duitschers. Volgens
oliicieele mededeelingen bezitten die provinciën
reeds nu tien dier inrichtingen (weinige jaren ge
ledeu bestond er geen enkele), door 699 knapeu
en 209 meisjes bezocht. Natuurlijk wordt aldaar
uitsluiteud onderwijs gegeven iu het Russisch.
De Gaulois bevat het verhaal van zeer ernstige
ongeregeldheden, die Zoudag-avoud op een poli
tieke vergadering iu de avenue de Clioisy te
Parijs, waarop de republikeiusche gedelegeerden,
die de begraleuis van Barbès hadden bijgewoond,
verslag zoudeu uitbrengen, hebben plaats gegrepen.
De heer Pollet nl., de commissaris vau politie,
die de vergadering wilde outbnideu, is het voor
werp vau de gruwelijkste bejegeningen en mishan
delingen geweest, zoodat hij, niet woudeu bedekt,
oumiddellijk naar bed moest. De talrijk aauwe-
zige vrouwen hadden de mauueu het meest aan
gehitst en zouden, als zij haar zin hadden gehad,
den commissaris zelfs gedood hebüeu. Er is
eeu gerechtelijke vervolging ingesteld.
Het Engelsche kabinet bestaat thaus, na de
veranderingen, die het laatstelijk heeft ondergaan,
uit zestien leden. Men maakt de opmerking dat
er nooit talrijker kabinet geweest is. Put, Adding-
ton, Percival eu Liverpool hebben nooit meer dan
twaalf mannen vereeuigd 0111 ouder hunne lei
ding het bewind te voeren.
Gladstone heeft volgens het Court Journal met
eene overoude traditie gebroken. De eens zoo be
roemde vischmaaltijd bekend ouder den naaui
van Whitebait-dinner die steeds aau het einde
van het parlementaire zittingjaar door de minis
ters werd gehouden, zal niet meer plaats hebben.
TELiJEfcfKAAIMEliN
Weenen, 6 Juli. De aanneming der candida-
tuur voor den Spaanschen troon door prius Leopold
van Hohenzollern geeft aanleiding tot eene wis
seling van mededeelingen tusscheu de kabinetten.
Men verzekert dat de kabinetten te Londen, Flo
rence en Weenen geneigd zijn om, in vereent-
giog met Frankrijk, diplomatieke stappen le doen
ter vereffening der tegenwoordige moeilijkheden.
Madrid, li Juli. De Impartial meldt, dat de Mi
nisterraad in de zaak der candidattiur voor deu
troon eenstemmig is, eu dat de Regent de handelin
gen van Priin en al de Ministers heeft goedge
keurd. Het Ministerie was gemachtigd om diplo
matieke onderhandelingen te openen, zoodani"
als noodig zouden zijn om aan de Cortes een cau-
didaal voor deu troon te kunnen voorstellen, wiens
caudidatuur met de wenschen van de meerderheid
der afgevaardigden zou overeenstemmen.
De Cortes zullen den 22"en dezer bijeenkomen,
eu de verkiezing van een vorst 13 bepaald tegen
1 Augustus.
De ministerieelen vertrouwen dal op den candi-
daat 200 stemmen zullen worden uitgebracht. Hij
zou alsdan tegen 1 November aankomen. Tegen
dien datum zouden de afgevaardigden in de
hoofdstad terug zijn.
Ten slotte meldt de Impartial nog, dat de Prins
alsdan door een Spaausch eskader in een Duitsche
haven zou worden afgehaald en dat hem eene
civiele lijst van 20 millioen zou worden toegekend.
Londen, 7 Juli. De Post zegt, dat de moord
der Franschen zich tot Peking bepaald heeft.
Waarschijnlijk hebben de zendelingen er zelveo,