jaar zullen worden aangesteld hoogstens twintig
aspirant-verificateurs voor den actieven dienst der
directe belastingen, in- en uitgaande rechten en
accijnzen; dat in de maand Augustus 1870 op na
der vast te stellen plaats en dagen zal worden
afgenomen het vergelijkend examen, bedoeld bij art.
8 van het Koninklijk besluit van den 20Blon Mei
1869, n°. 30.
Z. M. heeft aan H. C. Jensch te Amsterdam
en M. Kroon te Zoeterwoude vergunning ver
leend tot het aannemen en dragen van het kruis
Fidei el Virtuli, en den eerstgenoemde bovendien
van de gouden medaille, hun door Z. H. den Paus
geschonken.
Z. M. heeft goedgevonden: 1°. den inspecteur
van administratie J. A. L. Den Ouden, op zijn
daartoe gedaan verzoek, ter zake van langdurigen
dienst, met den laatsteu dezer op pensioen testellen,
onder toekenning van een jaarlijksch pensioen van
f 1500; 2°. den officier van administratie der 1B,B kl.
11. S. Bosscbart, met ingang van den l,tBn Augus
tus aanstaande, te bevorderen tot inspecteur van
administratie.
Nieuwediep, 4 Juli. Hedenmorgen is hier, ko
mende van Londen, binnengestoomd het Ita-
Haansche stoomtransportschip Plebescito, komman-
dant G. Ralliero. Deze oorlogsbodem zal de
goederen innemen en naar Napels overbrengen,
die dezerzijds voor de te houden tentoonstelling
aldaar zullen worden ingezonden.
's-Gravenhage, 6 Juli. Gisterennamiddag werd
door de leden der Provinciale Staten van Zuid-
Holland aan hunnen voorzitter, den heer Com
missaris des Konings, Mr. J. Loudon, in het Ste
delijk Badhuis te Scheveningen, een groot diner
aangeboden. Behalve den heer griffier der Staten,
waren op dit diner ook genoodigd eenige hooge
burgerlijke en rechterlijke overheden der provin
cie. Het diner was zeer luisterrijk. Verschillende
feestdronken werden ingesteld en met geestdrift
gedronken, waaronder men opmerkte die op den
Koning, de leden der Koninklijke familie, den
commissaris des Konings, den bloei en de welvaart
van de provincie Zuid-Holland enz. Tot laat in
den avond bleef men zeer genoeglijk op het
terras van het Badhuis aan het Scheveningsche
strand bijeen, waar, bij gelegenheid van den ver
jaardag van II. K. II. prinses Maria, eene buiten
gewone uitvoering plaats had door het muziek
korps, onder leiding van den heer Fr. Botgorschek.
Rotterdam, 4 Juli. Naar men verneemt, hebben
zich enkele leden van de feestcommissie voor den
zangwedstrijd naar het Loo begeven, om Z. M.
den Koning, beschermheer der feestgevende lie
dertafel ;/Rottes Mannenkoor" alhier, uit te noo-
digen de festiviteiten met zijne tegenwoordigheid
te vereeren, doch zou het antwoord alsnog onbe
paald zijn.
Delft, 4 Juli. Zondag j.l. heeft de schietwed
strijd door de leden van de vereenigiug „Frederik
Hendrik", plaats gehad. De uitslag was als volgt:
Afstand 200 passen, waaraan werd deelgenomen
door 19 leden: 1ste prijs, korporaal J. Van der
Horst (-14); 2de prijs, korp. J. G. Rupp (42); 3de
prijs, adj.-onderoff. A. P. v. d. Sar (-39); 4de prijs,
C. F. Schelling (39); 5de prijs, C. J. N. Bierhoff
(39); Cde prijs, korp. J. Ahsman (38); 7de prijs,
serg. L. C. Welsinck (37); Sste prijs, 1ste luit,-
adj. H. L. Verschoor (.36); 9de prijs,adj.-onderoflf.
J. F. H. Klenq (34). Om den 3den, 4den en 5den prijs
is kamp geschoten, zoomede om den 9den prijs tus-
schen den adj.-onderoff. Kiene en K. Leeuwen-
stein.
Aan den strijd op 100 passen namen deel 12
leden. De uitslag was: 1ste prijs en rozenprijs,
M. Van Swieten (54); 2de prijs, serg. J. De Haan
(4S)3de prijs, N. D. Van Kralingen (46)4de prijs,
korp. J. F. Fezefür (46); 5de prijs, J. H.Van der Laan
te overdenken en Christus' geboorte ieder bij zijnen
haard te midden van zijn gezin te vieren.
Het was koud: bulderend liet de fijne noord
oostenwind zich in de schoorsleenen dier hutten
hooren. De fijne jachtsneeuw vloog door de reten
tot bij den turfhaard, waar zij haar loon ontving
en als waterdroppels verdween.
Of dit eene der redenen was, waarom de Her-
culoërs zich liever bij den haard hielden dan daar
buiten op goed geluk af te zoeken, is onbekend
geblevenzooveel is zeker,(dat zij zich dezen avond
koesterden, eerder dan het feest van den Christus te
vierenZijn naam ging niet over hunne lippen.
De gesprekken liepen over geheel andere zaken
de huisvaders verhaalden hunnen kinderen en
onderhoorigen voorvallen uit hunne tochten met
of tegen Karei van Gelder, waarbij de moeders
doorgaans nog eene of andere vertelling wisten
te voegen.
De jongeren verhaalden hunne heldendaden en
strooptochten: hunne verantwoording voor den
drost van Zuthmen Menige gewichte les ont
vingen zij dan van den in het rooven en plunde
ren grijs geworden vader.
Het vroegere versterkte kasteel Zuthmen, dat toen een drost
bad, behoort thans den baron van Haarsolte in eigendom. Het kastec
bestaat nog voor een gedeelte, doch de sterke muren en torens, als
mede de ophaalbruggen zijn langzamerhand weggenomen.
(42); 6de prijs, D. A. Wolhoff (42); 7de prijs, J. B.
Smink (41). Om den 3den en 4den en 5den en 6den
prijs is kamp geschoten. Gisteren avond werden de
prijzen, namens de commissie tot regeling van den
wedstrijd, door den lsten luit.-adj., onder eene ge
paste toespraak, aan de overwinnaars uitgereikt, in
het bovenlokaal van het Neêrlandsch koffiehuis, toe-
behoorende aan den heer Kiene, op de Groote
Markt, die genoemd lokaal tot dat einde smaak
vol had versierd, en alwaar men daarna nog
eenigen tijd in gezellige vreugde bij elkander bleef.
Dirksland, 4 Juli. De heer S. Admiraal, hoofd
onderwijzer te Nieuwe Tonge, vierde Maandag
zijn 25jarig jubilé als onderwijzer. Zoowel in de
woning als in 't schoolgebouw werd feest gevierd,
terwijl ook daarbuiten eene voor de gemeente
ongewone feestdrukte heerschte.
Stellendam, 3 Juli. De Hervormde Gemeente
alhier herdacht heden de stichting van haar
kerkgebouw, nu 50 jaren geleden, door de afstam
melingen van den eersten ambachtsheer Mr. Iman
Cau. Dit feest viel samen met de 25jarige ambts
bediening van haren tegenwoordigen leeraar,
Ds. H. Van Dorsser. De bij de godsdienstoefening
talrijk opgekomen schare, zoowel van ingezetenen
als van belangstellenden elders woonachtig, ge
tuigde van de deelneming in dezen voor de kerk
en den predikant zoo heuglijken dag. Vele
gemeenteleden boden den heer Van Dorsser een
keurig geschenk aan, waardoor zij den geachten
leeraar ook een stofl'elijk bewijs hunner sympa
thie gaven.
De tegenwoordige ambachtsvrouw deed ander
maal van hare belangstelling in de kerk en de
armen dezer gemeente op eene haar waardige
wijze blijken.
Arnhem, 5 Juli. Het personeel der Normaal-
Schietschool en de soldaten-scherpschutters der
verschillende korpsen, die in de legerplaats te Mil-
ligen onder bevel van den major Bun nik, direc
teur dier school, zijn gekampeerd, zullen den 15dBn
dezer het kamp verlaten en naar hunDe garni
zoenen terugkeeren. De officieren en onderofficieren,
die van de regimenten en het korps mariniers
bij de Normaal-Schietschool zijn gedetacheerd,
keeren naar 's-Gravenhage terug om den cursus
dier school tot den 30B,B" September a. s. aldaar
te vervolgen. De korporaals en soldaten bij ge
melde school gedetacheerd vertrekken uit het
kamp rechtstreeks naar hunne korpsen, zullende
den 17dt" dezer een tweede cursus van korporaals
en soldaten aanvangen, die weder van elk regi
ment infanterie door 2 korporaals en 4 soldaten
tot den 30"BI1 September a. s. zal worden bijge
woond.
Zevenhuizen, 4 Juli. De gemeenteraad heeft
besloten een nieuw raadhuis in do kom van het
dorp te doen bouwen.
Brieven uit Ooutla.
Mijnheer de Redacteur!
Op den lüden September aanstaande zal hier
plaats hebben de provinciale vergadering van
onderwijzers en voorstanders van het onderwijs
in Zuid-Holland.
Deze vergadering moet niet verward worden
met die van het Onderwijzersgenootschap, de ge
westelijke vereeniging van onderwijzers in Z.-H.,
noch met die van onderwijzersgezelschappen.
Deze provinciale vergadering onderscheidt zich
daardoor, dat hare leden niet uitsluitend onderwij
zers, maar ook voorstanders van het onderwijs zijn.
Op deze vergadering worden tevens dames toe
gelaten, hetgeen anders nooit plaats heeft. De eer
ste vergadering van dien aard had in 186S te
Schiedam, de 2de in 1S69 te Rotterdam plaats;
voor de 3de is Gouda gekozen. Het doel is den
onderwijzers in de provincie gelegenheid te geven,
persoonlijke kennismaking aan te knoopen of te
vernieuwen, den ambtsbroederlijken geest aan te
De moord, dien zij kort te voren in de voor
stad van Hattem hadden begaan, werd niet ver
geten, evenmin als het gevaar, dat zij daarbij
liepen, door de burgers dier stad, die hen ach
tervolgden, afgemaakt te zullen worden.
Dienstbaren en ondergeschikten, die niet dan
bij uitzondering tot de strooppartijen gebruikt wer
den, konden niet nalaten, dezen avond uit een
hoek der hut, waar hun eene plaats was aange
wezen, hunne stem eens te laten hooren was het
niet om heldendaden te vermelden, zij hadden
ondervinding in andere zaken.
Zij hadden drostendiensten te verrichten en
bij die gelegenheden hoorden en zagen zij veel
wat den Herculoërs dikwijls van nut was.
Bij voorkeur verhaalden zij echter, wanneer
zij eenmaal deel aan het gesprek genomen had
den, wat al zonderlings men zeide van een
vroegeren drost van Zuthmen.
Men verzekerde, dat deze door zijn vloeken, ra
zen en schelden zijne ziel aan den duivel had ver
kocht. In allerlei gedaanten zwierf hij nog op het
kasteel Zuthmen rond.
Nu was hij een veulen, die des nachts de men-
schen naliep en dan in eens iu de daar vlietende
De droiteD, ook de drost van Zuthmen, hadden aanspraak op de
hulp van dc omringende boeren, zonder dat hun daarvoor eene bo-
looniug gewerd, en die men drostendiensten noemde.
kweeken of levendig te houden, het. paedagogisch
bewustzijn door wisseling van gedachten te ver
sterken, de werking der school voor elkander toe
te lichten en alzoo nuttig voor elkander en de
maatschappij te zijn. Het laatste zal wel het voor
naamste zijn. Welke de punten van bespreking
zullen zijn is nog onbekend. Ieder heeft het recht,
datgeen wat hij wenscht besproken te zien, op
eene daartoe ingerichte agenda te doen plaatsen,
zullende uit die agenda door de regelingscommis
sie de punten van bespreking worden gekozen
Het spreekt van zelf, dat de agenda groot en het
getal punten, die in behandeling zullen kunnen
worden genomen, gering zal zijn. Er zal aan be
spreking 4 uren worden besteed en denkelijk
hoogstens 5 punten worden behandeld. Het zal
dus van het hoogste belang zijn, punten te kiezen
die van algemeenen invloed kunnen zijn, en zulk
een pimt wenschte ik langs dezen weg heeren
onderwijzers aan te toonen, opdat zij er over na
denken, en misschien door vereende krachten
eene gunstige verandering brengen in een toe
stand, die voor de meeste scholen schadelijk, voor
den onderwijzer lastig en voor de jeugd nood
lottig is.
Men heeft, tot vervelens toe getwist over het
parlementaire redmiddel, dat art. 23 genoemd
wordt, en dat art. is uit een paedagogisch oog
punt, van weinig belang. Men heeft echter door
op dat art. veel te letten, anderen vergeten, die
van veel grooler belang zijn, die ingrijpen op den
gang van 't onderwijs en daardoor op de vorming
en ontwikkeling der jeugd, op de toekomst der
maatschappij. Er wordt mijns inziens niet genoeg
gelet op den geest en de wijze van toepassing
der wet van 13 Augustus 1857. Ik geloof dat de
toepassing van art. 18 veel meer de aandacht
verdient dau van art. 23.
Art. 18 zegt: „Wanneer het getal leerlingen
op eene school meer dan 70 bedraagt, wordt de
hoofdonderwijzer bijgestaan door een kweekeling,
meer dan 100 door een hulponderwijzer en meer
dan 150 door een hulponderwijzer en een kwee
keling. Boven dit getal wordt hij telkens voor 50
leerlingen door een kweekeling en voor 100 leer
lingen door een hulponderwijzer bijgestaan." Be
zoek nu 100 scholen en gij zult ontwaren dat op
zeer weinigen het vereischte getal kweekelingen
wordt aangetroffen. Vraag den hoofdonderwijzer
naar de oorzaak en hij zal u zeggen: „Ik kan
zooveel kweekelingen niet bekomen, ze zijn niet
te vinden, ik doe mijn best, maar ik weet niet
waar vandaan ik ze halen moet." In de steden
gaat het nog al, maar op het platteland is er
volslagen gebrek aan kweekelingen. Dat antwoord
is nog een overblijfsel uit den goeden ouden tijd,
toen de meester zelf moest zorgen dat hij on
dermeesters en kweekelingen kreeg. Sedert de
invoering der tegenwoordige wet is de zorg daar
voor opgedragen aan de gemeentebesturendie
besturen en niet de hoofdonderwijzers zijn verplicht
te zorgen dat het noodige personeel aanwezig zij.
De hoofdonderwijzer kan, moet zelfs de aanvulling
van het ontbrekende eischen.
De geest van art. 18 verbiedt dat éen onder
wijzer meer dan 70 leerlingen onderwijs geve;
wanneer er meer leerlingen zijn moet een tweede
persoon hem helpen.
De wet wijst een kweekeling aan, dat wil,
dunkt mij, niet zeggen het moet een kweekeling zijn
en zoo die niet gevonden kan worden mag geen
onderwijzer behulpzaam zijn. Ik geloof dat het be-
teekentDe hoofdonderwijzer mag nitjt alleen
onderwijzen als het getal van 70 leerlingen is
overschreden; tot zijne hulp is een kweekeling
voldoende. Voor het geval dat geen kweekeling
gevonden kan worden, is niet gezorgd, dat is
waar. Maar wanneer men aan den spoorweg een
kaartje voor de 3d° klasse heeft genomen, en er
is in geen der waggons een plaatsje te bekomen,
dan zal het den beambten niet invallen u te laten
beek, de Wetering genaamd, met een geweld
sprong, dat de ruwste Herculoër van schrik en
angst het op een loopen zette.
Anderen hadden hem gezien als een grooten
zwarten hond met vurige oogen, die ieder aan
randde: des morgens, als het geregend had, toonde
men de sporen, waar hij geloopen had.
Op andere onstuimige avonden liep hij rond
in menschelijke gedaante, doch zonder hoofd.
Verwekken de verhalen der heldhaftige daden
bewondering, de vertelsels der dienstbaren wer
den met schrik en ontsteltenis aangehoord.
Men vreesde, als ware het, dat de geest van
dien drost hen zou overvallen, terwijl zij op deze
wijze van hem spraken. Bij elk nieuw verhaal,
dat van hem begonnen werd, maakte men het
teeken des kruises: voor de deur haalde men in
den grond twee strepen in den vorm van een
kruis, opdat hij de deur niet zou kunnen binnen
komen. Het minste geritsel, dat men in de hut
opmerkte, deed allen sidderen en van schrik
omkijken. Telkens als de wind met nieuwe woede
zich in den schoorsteen liet hooren, waren
aller oogen, waarin dan schrik en vrees stonden
te lezen, daarheen gewend.
Deie sprookjes hoort men in de streken van Zuthmen, Her
eulo, Windesheim en Ittersum nog dagelijks van eenen drost van
ZnthmcD.
staanintegendeel, men zal eene plaats in een
waggon 2de of lBlB klasse krijgen. Evenzoo geloof
ik, dat, wanneer eene school meer dan 70 leerlin
gen telt en men kan geen kweekeling bekomen,
dan een hulponderwijzer moet aangesteld wot
deD, want de hoofdonderwijzer mag niet meer
alleen werkener moet een hulp wezen.
De beoordeeling van dit punt is hoogst belang
rijk, want, hoe groot het gebrek aan kweekelin
gen is, het zal nog veel grooter worden, 1°. om'
dat de salarissen aan hulp- en hoofdonderwijzers
in de laatste 4 a 5 jaren in den regel verminderd
zijn, en 2°. omdat het den hoofdonderwijzers tot
plicht is gemaakt, den kweekelingen, die 14jaren
hebben bereikt en geen blijk van zeer goeden aan
leg geven, den raad te geven eene andere loop
baan te kiezen.
Ik geloof dus dat het van belang ware èn voor
het onderwijs èn voor de onderwijzers, dat inI
de aangekondigde vergadering art. IS der Wel
van 1857 wierde besproken en dat het besluit
wierde genomen den Minister te verzoeken, dat
artikel zoo te interpreteeren, dat ingeval eene
school meer dau 70, 150, 250 enz. leerlingen telt
en geene kweekelingen bestaan om de bij de
wet bepaalde hulp te verleenen, die hulp zal ver
schaft worden door 1, 2, 3 of meer hulponder
wijzers meer aan te stellen.
Gr e me ngde Berichten.
Verleden Zaterdag zaten in een koffiehuis op
het plein du square Montholon te Parijs verscheidene
jongelieden, die zeer luidruchtig spraken over
eene dame, bij hen allen onbekend. De heer S. liet
zich eenige. onvoorzichtige woorden ontvallen, die
door den heer C. werden gereleveerd. Een duel
volgde. Men kwam overeen, met den degen te
vechten, en de jongelieden begaven zich dadelijk
naar een wapensmid en schaften zich degens aan.
Den volgenden morgen te drie uren waren allen
op het plein St.-Queen tegenwoordig; bij den eersten
stoot kwetste de heer C. den jongen S., en stak
zijn degen langs den rechterarm in diens borst.
De heer S. werd naar zijn vader gebracht en
stierf eenige ureD daarna. De heer C. ging naar
het bureau van politie en gaf zich zeiven aan
de justitie over.
De maarschalk Le Boeuf, minister vaD oorlog
in Frankrijk heeft bij menige discussie in het
Wetgevend Lichaam blijk gegeven, niet vau gees
tigheid ontbloot te zijn.
Dezer dagen verdedigde de minister van finan
ciën, Louvet, de belangen van zijn departement
tegen die leden van de commissie van rappor
teurs over de begrooting, die op inkrimping van
sommige uitgaven aandrongen. Vergeet niet,
zeide hij, dat de behoeften van den landbouw
vóór die van het krijgswezen gaan
De minister van oorlog, die tegenwoordig was
om voor zijne begrooting op te treden, viel hem
hierop met de volgende opmerking in de rede:
Een oogenblikje, geachte collega; sedert wan
neer spant men den ploeg voor den os (Le Boeuf)?
Men schrijft uit Steenwijk van 2 Juli:
De naam onzer plaats heeft, zooals bekend is,
zijn ontstaan te danken aan de groote hoeveel
heid kei- of balsteenen, die hier in den omtrek
gedurende eene lange reeks van jaren gevonden
zijn en aan menig arbeidersgezin wintervoorraad
verschaft hebben. Onder die steenen bevonden er
zich dikwijls van duizenden ponden zwaarte. In den
laatsten tijd is van het opdelven dier steenen
minder werk gemaakt, omdat de opkoopers er
lagere prijzen voor wilden besteden.
Als eene bijzonderheid kunnen wij thans me-
dedeelen, dat, bij het graven van een kelder onder
eene woning hier ter stede, een dergelijke steen
is voor den dag gekomen, die van den bovenkant
genieten, niet minder dan éen en een halven vier-
De drost zat soms als eene spin in het hout
aan den haard. Zoo dikwijls de eiketakken aan
den haard knetterden, vloog alles achteruit en
in de grootste wanorde door elkander, vreezende,
dat de drost met dien slag er uit was gespron
gen. In elke hut zat men vol vrees en menig
Vader Onzer werd in stilte gepreveld.
In dezen toestand verkeerden meest alle Hercu
loërs gedurende dezen avond. Bij gebrek aan
roof- en moordlustige plannen, maakte de ver
schrikkelijke verschijning van den drost bijna
overal het onderwerp van het gesprek en van
de vrees uit.
Als wij nagaan in welke betrekking de Hercu
loërs stonden tot de drosten van Zuthmen, dan
komt hunne vrees ons geenszins onnatuurlijk voor.
De Herculoërs waren dieven en moordenaars en
de drost van Zuthem was in dezen omtrek de
dienaar van den landvoogd, de rechter, die over
het lot van ieder kon beschikken. Niet zelden
hadden Herculoërs voor zijne vierschaar terecht
gestaan en daar het verdiende loon voor hunne
euveldaden ontvangen de straffe des doods.
Eene der hutten van Herculo onderscheidde
zich naar het uiterlijke van de anderedeze was
op eene hoogte gebouwd, omringd door zware
aarden wallen.
Wordt vervolgd.)