I 's-Hage, 17 Juni. In de residentie is aangeko men Z. Exc. Mr. J. P. J. A. graaf Van Zuylen van Nyevelt, Zr. Ms. buitengewoon gezant en ge volmachtigd minister bij het Russische llof. Omstreeks negen uren werd aan H. M. de Koningin op 't Huis ten Bosch, eene serenade met fakkellicht gebracht door den heer Botgor- schek en de onder zijne leiding staande artisten. Onder anderen werd het Slahal Maler en een stuk van de Traviala uitgevoerd. Na den afloop van de serenade, behaagde het H. M. zich voor de geopende deuren van het perron te vertoonen en werd H. D. door het gejuich der talrijk verzamelde menigte begroet. De Koningin ontving den heer Botgorschek en een ander der artisten en bedankte den leider der muziek op de vleiendste wijze voor dit hulde- bewijs. De Hooge Raad der Nederlanden (Bur gerlijke Kamer) heeft heden uitspraak gedaan in de reeds vroeger vermelde zaak van Sech Abdul lah Ben Awal Ben Mohamed Boepzaid, appellant, tegen de Regeering van Ned. Indië, geïntimeerde. Het betreft ten deze eene vordering van den ap pellant tegen den geïntimeerde tot terugbetaling eener som van ƒ61,120.94 met de renten en kosten door hem onverschuldigd betaald, ter vol doening van een in hooger beroep gewezen arrest van het Hooggerechtshof in Nederl. Indië van den 28sten April 1868. De Raad heeft het arrest van het Hooggerechtshof in Ned. Indië bevestigd. 's-Hage, 18 Juni. Heden wordt op de gebruike lijke wijze, door het uitsteken der Nederlandsche driekleur, de 55ste verjaardag van den slag van Waterloo in deze residentie herdacht. Rotterdam, 17 Juni. Gisteren hielden eenige vrijzinnnige leden der Hervormde Kerk alhier een samenkomst, om zich te beraden over de hou ding, tegenover de quaestie der Doopsformule aan te nemen. Er is besloten tot het opstellen en indienen van een adres aan de Synode, houdende verzoek, dat ook op dit stuk het beginsel van het protestantisme: de vrijheid des gewetens in de Ned. Herv. Kerk, moge worden bewaard. Het adres is, voor wie het wenscht te onderteekenen, gedeponeerd bij den boekhandelaar Storm Lotz. Ridderkerk, 16 Juni. Heden werd deze ge meente met een bezoek van Z. Exc. den Com missaris des Konings vereerd. Nadat Z. Exc. aan eenige heeren audiëntie verleend had, bracht hij een bezoek aan de vlas- en stoomwerktuigfabriek van den lieer Bakker. Heerjansdam, 16 Juni. Heden had deze gemeente het voorrecht een bezoek te ontvangen van den Commissaris des Konings dezer provincie. Na het schoolgebouw, de kerk met haar nieuw orgel en het raadhuis der gemeente bezocht te hebben, vertrok Z. Exc. te 2 uren naar 's-Gravenhage. Utrecht, 16 Juni. Heden is alhier de jaarlijk- sche réunie der Waalsche kerken geopend. De voorbereidende godsdienstoefening werd geleid door den heer Segers, pred. te Groningen. Tegen woordig zijn de volgende ledenDr. Kronenberg, pred. te Arnhem, president; Gerlach, pred. te Middelburg, secretarisRéville, pred. te Rotterdam De Graaff, pred. te MaastrichtStoop, pred. te Nijmegen; Plate, ouderl. te Rotterdam, en Prof. Buys Ballot, ouderl. te Utrecht; leden der Waal sche commissie. Verder de volgende afgevaardig den: van Utrecht, Dr. Trenité, ouderl. De Witt en diaken Van Goudoever; van Middelburg, pred. Luti en ouderl. Engelberts; van Zwolle, pred. Fairi; van Groningen, pred. Tegers en ouderl. Van der Hoopvan Amsterdam, pred. Gagnebin en ouderl. Van der Voort; van Leiden, pred. Van Goensen diaken Lezwijn; van Breda, pred. Perk en ouderl. Chappuis; van Dordrecht, pred. Bosch Maanry; van Nijmegen, pred. Stoop; van Leeuwarden, pred. Van Hauiel en ouderl. Mangers Cats; van Arnhem, pred. Kronenberg en ouderl. Hanegraaff van Delft, pred. Bost en ouderl. Milders; van Rot terdam, pred. Collin en ouderl. Baelde; van's-Her- togenbosch, pred. Vroulet; van Maastricht, pred. De Greeff en ouderl. Mullervan 's-Gravenhage, pred. Blaauw en ouderl. Gefken. Groningen, 16 Juni. De aandeelhouders der Maatschappij ie Landhuishoudkundige school alhier hebben heden besloten1°. dadelijk uit te voeren het door Gedeputeerde Staten van deze provincie goedgekeurde plan voor eene Landbouwschool alhier, en de daarbij noodige leeraren op te roe pen (wat reeds heden geschiedt)2°. het gebouw der school in deze stad aanzienlijk te vergrooten en naar de behoeften in te richten; 3°. inge volge de nieuwe regeling de statuten der Maat schappij te wijzigen, en 4°. verslag en rekening over het laatste jaar (Mei 1869 tot Mei 1870) tot in de vergadering van September e. k. uit te stellen, en het dividend ad 4 pCt. inmiddels uit te betalen. Winschoten, 16 Juni. Ons weerbaarheidskorps is, dank zij de krachtige medewerking van den heer Jhr. Van Spengler en de belangelooze assisten tie van eenige hier wonende verlofgangers der nationale militie, in weinige weken zoozeer ge vorderd, dat het de schutters, die in den afge- loopen winter wekelijks les ontvingen van een militairen instructeur, weldra in geoefendheid zal overtreffen. Geen wonder, daar de kommandant der schutterij met onwil bij zijne manschappen schijnt te worstelen te hebben, zoodat hij zelfs genoodzaakt is geweest, de stedelijke regeering te verzoeken om een gebouw of vertrek dat tot provoost zou kunnen dienen. Dat ons gemeente bestuur dit verzoek zou afwijzen, was te verwach ten. Men is hier, te Veendam, Wildervank, O.-en N.-Pekela te weinig ingenomen met de veran dering der rustende in dienstdoende schutterijen, om vóór dat deze zaak bij eene nieuwe wet zal zijn geregeld, op veel medewerking te kunnen rekenen. (IV.) Zwartsluis, 17 Juni. De kermis-quaestie houdt bij voortduring de gemoederen alhier in bewe ging. Vooral de neringdoenden, bakkers, manu- facturiers, winkeliers in galanterieën, alsook de logementhouders en tappers, beijveren zich om den raad te overreden, op het eenmaal en bij verrassing genomen besluit terug te komen. Zij vleien zich, dat bij eene voltallige vergadering de balans in het voordeel der voorstanders van de kermis of jaarmarkt zal overslaan. INGEZONDEN. Aan de Redakcie van het Leidsche Dagblad. Veroorlooft mij, mijne Heeron, een kleine on nauwkeurigheid te herstellen in de ferme artike len over de uitvinding van de boekdrukkunst, in uw Dommer van 14 en 15 Juni geplaatst. Er wordt daarin bericht, dat ik mijn artikels in den Nederlandschen Spectator geschreven heb „onder de leiding van den kundigen bibliothecaris der Kon. Bibliotheek te 's Gravenhage." Deze mee- deeling zal denkelijk steunen op een al te vluch tige lezing van het artikel, waarin ik den over leden bibliograaf herdacht en onze samenspreking over het belangrijk vraagstuk besproken heb. De heer Holtrop heeft 1". mijn eigen Costerianisme aan 't wankelen gebracht, 2°. door de uitgaaf van de Monuments typographiques een einde gemaakt aan het onwetenschappelijk gemors met het Spe culum, 3°. mij herhaalde maleu aangespoord tot een geheel nieuwe behandeling van de Coster- kwestie uit de bronnen, omdat, naar zijn bevoegd oordeel, al het vroeger geschrevene aan onzen kant niets waard was. Overigens was mijn werk, de redakcie van den Spectator kan u dit met volle wetenschap bevestigen, geheel zelfstandig. Ter wille van mogelijk later misbruik door an deren, verzoek ik u beleefd deze kleine verbetering op te willen nemen. Met hoogachting heb ik de eer te zijn, Mijne Heeren, Den Haag, Uw Dienstw. Dienaar 17 Juni '70. VAN DER LINDE. Brieven uit Gouda. Mijnheer de Redacteur! Bij de puinhoopen van Bodegraven vroeg ik mij af, wat zou er van dit dorp geworden zijn indien het zulk een ramp voor eene eeuw getroffen had en wat zal er nu van worden? Voor eene eeuw zouden meer dan 100 gezinnen hulp- en broode loos geworden zijn. Hetgeen de vlammen ver teerde ware onherstelbaar geweest. De verarmde bewoners zouden voor een deel naar andere plaat sen zijn getrokken, of zij zouden zich "hutten op de puinhoopen van hunne vroegere woningen hebben gebouwd; men zoude na 50 jaren nog de gevolgen der ramp hebben kunnen bemerken, want. verarmde familiën verheffen zich in den regel niet spoedig. En nuf wat zullen nu de gevolgen zijn? Er zal een nieuw Bodegraven verrijzen, prachtiger en heerlijker dan het oude was, en de oorzaak van die gunstige uitwerking ligt alleen in de inrichting der brand-assurantiën. Deuk niet dat ik voor die inrichtingen schrijf met doel om ze meer te recommandeeren dan zij zich zelve doen; ik ben zoo onpartijdig in de zaak dat ik, ofschoon 30 jaren gehuwd, mijn inboedel eerst voor 8 maanden heb laten verzekeren'; ik deed dat niet omdat bij branden de eerste vraag is: „Is de boel verzekerd?" antw.: Ja. wederantwoord: O - Dat Oheeft mij 29 jaren weerhouden, omdat ik oordeelde dat het beter is zijn inboedel dan zijn goeden naam te verliezen, en ik heb mij later alleen daarom laten verzekeren, omdat ik sedert eenigen tijd goederen van anderen in huis heb; dan ter zake: lk moet bij de puinhoo pen gezeten mijn vooroordeel geheel afwerpen en zeggende assurantiën zijn een waar ge luk voor de maatschappij. Het is aan die inrich tingen te danken dat Bodegraven, ofschoon een puinhoop, niet alleen niet reddeloos is maar zelfs een betere toekomst reeds is ingetreden, 't Is waar, velen hebben alles verloren, maar de assurantiën zijn daar en vergoeden het verlies. Nog rookt de puinhoop, nog smeult de brand, en reeds zijn honderden nijvere handen bezig om de schade te herstellen. De afgebrande manufactuurwinkel is in een opgeslagen loods geïnstalleerd, de be. noodigde goederen zijn als door een tooverstaf daarheen gevoerd, de handel heeft vertrouwen in de assurantie-maatschappijen en zendt zijne producten op; de apotheker is in een soort van schuur geïnstalleerd, maar verricht daarin zijne heilzame diensten. De handenarbeider heeft zijne bezittingen verloren en is niet geassureerd, dat is zeker waar, maar het is ook waar dat hij die spoedig zal terugbekomenvan alle kanten vloeien belangrijke sommen toe, die strekken zullen om hem te helpen. Hij heeft echter, bij al zijn ver lies, een kostbaar goed behouden, zijne goede ge zonde armen, en die kunnen hem voeden, beter zelfs dan in gewone tijden, want wat handen heeft kan werk vinden; er komen immers handen te kort om het puin weg te ruimen of om andere bezigheden te verrichten, ten einde den herbouw te bespoedigen. Er kan, er zal, er moet herbouwd worden, want de assurantie-maatschappijen stor ten met hare hoornen van overvloed het goud uit en roepen: „herbouwt! herstelt! gij behoeft u niet te bekrimpen!" Er is zeker hulp noodig, veel hulp zelfs, maar die hulp komt, de Neder landsche weldadigheid en zijne welvaart waar borgen dit. Bij zulke overdenkingen moet men zeggen, de brandwaarborg-maatschappijen behoo- ren tot de nuttigste inrichtingen van den lateren tijd; zij zijn een ware zegen. Intusschen zijn er toch maatschappijen, die in deze omstandigheid niet zoo handelen als ik het gaarne gezien had. Ik zal u een paar voor beelden opgeven, die mij hebben doen vragen: beantwoordt die maatschappij wel aan hare roeping? Een aanzienlijk burger heeft door den brand bijna alles verloren en vraagt natuurlijk ver goeding. Wat verlangt men echter van hem? Dat hij een lijst opgeve der goederen, die hij verloren heeft, en de waarde bepale. Vindt gij dat niet grappig? De goederen opgeven die ver brand zijn! Wie dat kan moet wel een uitmun tend geheugen hebben, dunkt mij. Ik zou in der gelijk geval daartoe niet in staat zijn; ik weet echter niet of in de statuten dier maatschappij staat, dat ieder verzekerde verplicht is de inven taris zijner goederen uit het hoofd te kunnen opmaken. Een ander zag dat het huis van zijn naasten buurman begon te branden en bracht een deel zijner goederen naar het huis van een bloed verwant, aan den anderen kant van den Rijn, in een huis dat volstrekt buiten gevaar scheen. De wind neemt eene andere richting, zijn huis blijft, als door een wonder, ongedeerd, en dat van den bloedverwant brandt geheel af met alles wat er zich in bevindt, ook de pas daarin gebrachte goederen. Welnu, men maakt zwarig heid om die goederen te vergoeden. Ze zijn niet in het verzekerde huis verbrand. Dat is waar, maar waarom zijn ze thans verbrand? Indiende man zijne goederen op den openbaren weg had gezet en ze waren daar verbrand of ontvreemd, zouden zij dan niet moeten vergoed worden? In wiens belang was het bergen van het goed? Een ander heeft het een en ander uit zijn brandend huis gered en, natuurlijk, daarvan aangifte gedaan; deze goederen zijn geschat om in mindering der verzekerde som te komen Maar hoe zijn ze geschat? alles exorbitant hoog, b.v. het zilveren horloge dat de man op zak droeg en dat hij, 20 jaren geleden, voor ƒ12 heeft gekocht, is nu geschat opƒ18. Ik heb den mollenvanger bezocht, maar mij zei ven na dat bezoek, hartelijk uitgelachen; wat is er bijzonders aan dien man en dat huisje? Er zijn er meer die wonderlijk gered zijn waarom wordt hij zoo mildelijk door ieder bedacht? omdat hij niets verloren heeft. Met pijnlijke verwondering heb ik daarentegen nieniaud hooren spreken over het gezin van den bij dien brand omgekomen Van der Hoorn, van den man die als held is gesneuveld toen hij den eigendom van zijne me deburgers heeft willen redden. Ik gun den mollen vanger den voorspoed dien hij geniet, maar ik ge loof dat het gezin, dat zijn verzorger op zulk eene ongelukkige wijze heeft verloren, meer aanspraak heeft op het medelijden, de medewerking en de dankbaarheid zijner medeburgers. De V. Gemengde Berichten. Onder Heemstede hebben drie twistende mi liciens, pas in Mei bij het regiment, huzaren te Haarlem ingedeeld, den gemeente-veldwachter, die hen aanspoorde rustig huns weegs te gaan, met hunne sabels zoodanig gewond, dat men voor het behoud van zijn leven vreest. Wien een zwaard wordt toevertrouwd, die moet er toch ook wat mee doen. „De overheid draagt het zwaard niet tevergeefs." Welnu, een huzaar evenmin. Kaartjes, heeren!En u jufvrouw? was de uitroep van den knippenden conducteur, toen hij gekomen was bij eene Franfaise met hoede- doozen. Laye. Wat Laye, en op uw kaartje staat den Haag; u moet bijpassen, jufvrouw! En het kibbelend misverstand duurt voort tot den Haag, waar de volumineuze inodiste den waggon verlaat, overtuigd van de plaats harer bestemming (la Haye) bereikt te hebben. De conducteur begrijpt er niets van. Een jeugdige dienstmaagd uit Amsterdam wasi bij het schoone zomerweder, eenige dagen gelo geerd bij een boer in Nieuwer-Amstel. Na het goede aldaar genoten te hebben, vertrok zij we der naar de hoofdstad, doch nam in 't voorbij gaan, uit de woning van den gastvrijen boer, een portefeuille met zich, waarin ruim ƒ100 aan bant ien zi papier. Kort na het vertrek van zijn lieve gai ontdekte de boer den diefstal, dien hij Donile dag-middag te 4 uren aan de politie te Amsle dam aangaf. Nauwelijks een uur later waren meid en het geld in handen der politie. De rei lustige dienstmaagd had reeds verschillende to bereidselen gemaakt om naar den Haag te ve trekken, ten einde zich daar in een nieuwe l> 'eeds ;edeel ipper' laat Deter. ieke dp di ;erk trekking te vestigen. Vrijdag-ochtend had aan het station van dc Grant Central Belgo te Moerdijk een treurig ong luk plaats. Een der beambten van dien spoorw geraakte namelijk tusschen de buffers van tvvi wagens en werd zoodanig in- en uitwendig kwetst, dat aan het behoud van zijn leven woi gewanhoopt. Men meldt uit Genderen van 15 Juni: Eenige dagen geleden bracht een arbeidst haar kindje van 3 jaren ter bewaring bij eei oude buurvrouw. Toen zij eenige uren later t rugkeerde, vond zij het drijvende in eene sloo Het kindje was al spelende daarin gevallen verdronken. Eene les voor moeders die haar kroojf aan vreemde oude vrouwen toevertrouwen! Uit Arnhem schrijft men van 17 dezer Gisterenavond, ongeveer te zeven uren, is lie 2%jarig zoontje van den sergeant-trompetter Grentzius, van het regiment veld-artillerie, alhie in garnizoen, al spelende nabij de garnizoeo infirmerie, in de Lauriergracht gevallen. De rijks-commies J. Van Dorp, aldaar passei rende, sprong geheel gekleed te water en moei na eenige inspanning, niet zonder gevaar, ht genoegen smaken, het kind van een wissen doe te redden en aan de dankbare ouders terug geven. Uit Hoorn wordt dd. 16 Juni geschreven Gisterennamiddag had hier een deerlijk onge luk plaats, dat aan twee inenschen het leve; kostte. Een verver, K. genaamd, had aan de grool kerk een klein werkje aangenomen, en wenscht dit met zijn knecht spoedig af te maken, doe had het ongeluk, dat de ladder, waarop beide; stonden te werken, uitgleed en beiden op de; grond verpletterd neder kwamen. K. was gehuiv en laat eene weduwe met vier nog jonge kindi ren na. De knecht was nog jong gezel. De on; stelteuis in onze stad hierover is algemeen. Beide waren brave oppassende menschen. Gisterenavond zijn te Hurwenen onder Bos mei de eerste Geldersche kersen naar Engelar verscheept. Te 's-Bosch is Donderdag-namiddag een huzaa van het 2de regiment, bij het zwemmen in di rivier den Dommel, verdronken. Vrijdag-voormiddag, omstreeks 11 uren, is t Meppol een ongeluk aan het station gebeurd. D heer v. d. W. uit 's-Hage, thans van Leeuwaï] den komende, ruim 70 jaren oud, te Meppel we der in den waggon, dien hij even verlaten had| willende stappen, stond op de loopplank en were gesteund door een hem vergezellend hëer, toef door het aansluiten van een paar waggons di trein een schok kreeg, waardoor de heer v. d. IV het evenwicht verloor en daardoor het linker dijbeen brak. Op zijn verlangen is hij naar Zwollu vervoerd, waar hij in het hotel Scheuer word. verpleegd door de heeren Dr. Kros en Van Raaltel Bij de voorloopige veiling van den eigendom der Prov. Friesche Ct. is ƒ100 geboden door dei! tegenvvoordigen uitgever, den heer L. SchierbeekJ Het was het eenige bod. De Goudschc Courant ontving den volgeudetl brief uit Bodegraven Mijnheer de Redacteur 1 Volgens afspraak een kort overzicht overBodel graven. Nog altijd komen een tal van rijtuigen! ons een bezoek brengen; mooie en leelijke, bel spannen met mooie en leelijke paarden, beladeol met... menschen van allerlei ouderdom, standen! en rangen, doch alle belangstellenden of nieuws l gierigen de. een zijn dood, de ander zijn brood! zegt het spreekwoordheeft het de aannemerl der straatwegen slecht, de tolpachtersprofi teeren staat de handel van sommigen stil, anderen de-F biteeren met grooter winst. Wat al vreemdelin gen zijn er toch. in ons dorp werkzaam, wat verschillende gewaarwordingen ontvangt men on l willekeurig, wanneer men over de vroeger zoel aangename dorpstraat loopt. Hier een tal vail werklieden ijverig bezig om de aangenomen I taak te volbrengen tot voordeel van hun gezin I en hun meester; ginds anderen lui en liederlijkI op de puinhoopen nedergezeten of beschonken loopende laugs de straat om anderen te hinderen en, ware het mogelijk, hen hun slecht voorbeeld te doen volgen. Men moet onwillekeurig vragen, waar laat het de een en waar haalt het de ander? De oude mollenvanger heeft zijne klanten beloofd, niette genstaande de vele bezoeken zelfs van hooggel plaatste personen, hen te zullen blijven ontlasten van dat alles omwroetende beest. De gevederde bewoners in de volière van den heer Van Reenen bevinden zich alle nog op de eerste, tweede en derde étage. Wanneer nog eenige dagen verloo- was irand iet g ;ijn s 'uldis rots jlaat: Dal noge deele He deld hede genu king geno Glad an der zich nog wijz D: doeli 175 In en 1 vige aan than zooi zijn aan gezt heic nog toes ope zak en is 1 tan ter De sta rij 1 bla me lee cie Je: wc De wi ne: va vr: W Dc scl tri er Jo bi ec g£ Y\ hc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2