No. 3169. Maandag A°. 1870. 13 Juni. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nomjne^s0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DKR ADVERTKNTIEN. Voor iederen regel.J 0.15. Grootere letters naar de plaatsruimte die zy beslaan. Lelden, 11 Juni, Den 14d"" Juni zal te Bonn door verschillende eigepaars,, van industrieele ondernemingen in Duitschland een vergadering gehouden worden om te beraa4slagpn over hetgeen zij k,unnen doen, ten einde aan de ontevredenheid der arbeidende klasse, die zich op zoovele plaatsen openbaart, te gempet te komen. Zij, die deze vergadering hebben belegd, heb ben een poort van programma uitgevaardigd, waarin zij in de eerste plaats constateeren,, dat er tegenwoordig een misverstand tusschen de meesters en de arbeiders beslaat, vporal blijkende uit de velerlei coalitiëo en werkstakingen, die, evenzoovele eeonpmische verwarringen te weeg brengen. VaD waar dit misyerstand? De werklieden be klagen zictp en meenen recht te hebben om te klagep. llunne e.ischen zijp zeker niet alle ge grond, maar er zijn er ook waartoe wel reden, bestaat. Wat moet men nu doen om daaraan te geuioet te komen De oplossing van dit probleem is vooral in handen van de hoofden der industrie: zij hangt vooral -af van de betrekkingen tusschen hen en hunne arbeiders. Een plicht hebben de patroons in de eerste plaats: dat is om den materieelen en moreelen toestand van de personen, waarvan zij de dien sten hebben gehuurd, te verbeteren. Welke maatregelen nu daarvoor moeten geno men worden, willen zij in de vergadering te Bonn bespreken, terwijl zij tevens hopen dat de vereeniging die door hen gevormd zal worden niet binnen de grenzen van Duitschland zal be paald blijven, maar een internationaal karakter zal verkrijgen. Het feest door de sociëteit Amicitia aan het stu- dentenkorps gisterenavoud gegeven, was naar ieders genoegen. De commissarissen hadden dan ook blijkbaar niets gespaard om dit doel te be reiken. De tuin en singel waren op eene wijze geïllumineerd, die afwisseling aanbood na het geen inen reeds eenige avonden achtereen had aanschouwd. Ook nu weder was, het 't gunstig bekende muziekkorps van den heer Stumpff, dat den avond, die, onder gunstig weder voorbijging, in den, tuin veraangenaamde. Eenigen tijd nadat de muziekuitvoering, een aanvang had genomen, verscheen Gfaaf Leicester, vergezeld van een veerr tigtal ridders, edelen, professoren epz. die naar de Sociëteit geleid waren door een tiental rijtui gen. Zij werden, door de commissie ontvangen. Het bal, waarop zich orde en uitstekend genoegen paarden, werd tot laat in den nacht voortgezet. Ingewonnen berichten stellen ons in staat tot de volgende mededeelingOver de geheele lijn van de Hollandsche IJzeren-Spoorweg-Maatschappij zijn gedurende den lsten Pinksterdag 23,572 en op den 2den Pinksterdag 36,647 personen ver voerd: in het geheel dus 60,219 passagiers. Op den dag der Maskerade te Leiden, bedroeg het getal reizigers langs de geheele lijn 39,387. Daaronder waren voor Leiden begrepen 29,525 personen Bij <jit cijfer mag mep nog veilig 11000 personen voegen, die den tweeden Pinksterdag te Leiden zijn afgestapt. Als zeker mag men echter aannemen dat het getal vreemdelingen bij de Maskerade tegenwoor dig, deze opgave nog verre heeft overtroffen, maar de berekeniDg daarvan is zoo niet onmogelijk dan toch hoogst moeilijk, omdat men zou moe ten nagaan hoeveel reizigers, die aan, andere sta tions geen retourbiljetten voor Leiden namen, toch gebruik maakten van de vrijheid die heD gelaten werd om met dit biljet, dat voor twee dagen strekte, naar Leiden te, gaan. De stad wier bevolking het meest tegenwoor dig was,, is de residentie. Niet minder dan 8064 i Hagenaars kwamen alhier, aan. Art. 2. Zij tracht haar doel te bereiken door znlke middelen, welke evenzeer op het bijzonder als op het openbaar onderwijs van toepassing zijn. Art. 3. Deze middelen zijn 1°. huisbezoek aan de woningen der minver mogenden 2°. belooningen uit te reiken aan kinderen voor geregeld schoolbezoek 3*. geldelijke ondersteuning aan de ouders, doch alleen in buitengewone gevallen: Art. 4. Ieder ingezeten der gemeente Leiden, den leeftijd van achttien jaren bereikt hebbende; kan tegen betaling eener jaarlijkscbe contributie van minstens vijftig cents het lidmaatschap ver werven. Art. 5. Het hoofdbestuur bestaat uit twaalf leden en wordt op de algemeene vergadering gekozen. Te beginnen met 1873 treden jaarlijks vier leden af, die niet dadelijk herkiesbaar zijn. Het hoofdbestuur kiest uit zijn midden een j voorzitter* een vice-voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Art. 6. Jaarlijks in de maand Januari wordt eene algemeene vergadering van de leden der vereeniging gehouden, waarin verslag wordt ge daan van de werkzaamheden der vereeniging.en de rekening van het geldelijk beheer aan de goed keuring van eene commissie uit de leden wordt onderworpen. In den afgeloopen nacht omstreeks kwartier voor twaalven is een persoon aan het Rapenburg nabij de Ruïne in het water gesprongen, doch spoedig gered; hij is naar het bureau van politie overgebracht, van waar men hem naar hetCaecilia- gasthuis heeft vervoerd (vermoedelijk leed die persoon aan vlagen van krankzinnigheid). De Staats-Courant behelst het Koninklijk besluit van 24 Mei 1870, waarbij goedgekeurd, is het Reglement van de Leidsclie Vereeniging tot bevordering van het geregeld schoolbezoekbestaande uit de vol gende artikelen Art. 1. Er bestaat eene vereeniging onder den naam van Leidsehe Vereeniging lot bevordering van geregeld schoolbezoek. Deze vereeniging is gevestigd te Leiden en aan gegaan voor den tijd van negenentwintig jaren en elf maanden. Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis alhier opgenomen van 105 tot 120 vol wassen personen en van 43 tot 58 kinderen. Uit Voorschoten schrijft men ons; Alhier heeft de collecte voor Bodegraven opgebracht f 147,50. Uit Boskoop wordt ons gemeld1 Eergisteren is hiervan wege het gemeentebestuur een collecte gehouden voor Bodegraven. Deze collecte heeft opgebracht de som van f141.72. Z. K. H. prins Hendrik viert aanstaanden Maan dag zijn 50sten verjaardag, op zijn geboorteplaats Soestdijk. In de kerk te Baarn zal Zondag aan Z. K. H. een prachtbijbel worden aangeboden. Engeland beeft zijn Dickens verloren, ook in het buitenland een van de ineestgelief koosde ro manciers. De [geestige, de vernuftige schilder van de hedendaagsche maatschappij is niet meer. Plot seling wordt hij aan zijn talrijke vereerders in ieder beschaafd land ontrukt. De populaire Die kens dood.teryvijl.het eerste, gedeelte van zijn jongste pennevrucht Edwin Droodals het ware verslonden wordt.. Dickens doodter wijl hij nog voor ettelijke weken zijn voorlezin gen voorgoed staakte, om zich uitsluitend te wij den aan het, schrijven, van nieuwe romans. Ge voelig is die slag, te meer daar zijn levensdraad zoo onverwacht door een beroerte is afgesneden. In gansch Europa zal de deelneming groot zijn en vooral, in ons land waar de werken van Dic kens een even eervolle plaats in huiskamer en bibliotheek innemen als die van onzen, onverge- telijken Van, Lennep. Charles Dickens, vroeger onder, het pseudoniem Boz bekend, de eerste van de thans levende hu moristische novellisten van Engeland, werd den 7den Februari, 1§12 te Portsmouth,geboren. Te Lon den ep Chatham opgevoed, waar zijn, vader eene betrekking bij de marine bekleedde,deed Dickens zich als ,een leergierigknaap, en als ijverig lezer van de nationale novellisten en dramatis- ten kennen. Onbemiddeld, moest hij reeds vroeg op zijn onderhoud bedacht zijn en trad daarom bij een advocaat in dienst, waar hij gelegenheid had het volksleven te bestudeeren, Na een meer verheven stand verlangende, hield hij zich twee jaren met literarische oefeningen in het Britsch museum bezig en begon zijn letterkundige loop baan als verslaggever (reporter),, maar trad reeds spoedig als mederedacteur van de Parlemenls-spiegel op en werd later als vast medevyerker aan de Morning Chronicle" verbonden. Daarin schreef hij het eerst de korte schetsen, waarin het leven der hoofdstad in scherpe en meesterlijke trekken werd weergegeven, en die later als afzonderlijk werk Sketches of Londen (183637) met teekeningen ran Cruikshank werden uitgegeven. Spoedig hierop ver schenen in wekelijksche afleveringen zijn Pickwick papers, waardoor hij zich een plaats onder de toongevende novellisten van Engeland verwierf, en dit voornamelijk wegens de oorspronkelijkheid die hij in de schilderingen uit het volksleven lag, de oordeelvellingen op ondervinding gegrond, en de lessen daarin aan tijdgenooten gegeven. Zijn roem was met dit werk gevestigd en zijn volgende romans: Oliver Twist, Nicholas Nickleby, Master Humphrey's Clock (1840.) Barnaby Rudge (1841) en Martin Cliuzzleuiit, (184344) allen hoogst ver dienstelijke en heerlijke verhalen, maakten hem, tot een populaire persoonlijkheid. In 1843 wijdde, Diekens zijn geest aan een nieuw genre.de KersU mis-yertellingen, Christmas-tales, waarin hij zijn ver beelding yrij spelliet, maar de moraal niet uit het oog verloor. De voornaamste vruchten in dit genre waren Christmas Carol, Chimes (1844), Cricket on the hearth (1845) en Battle of life (1846). In 1848 zag zijn beroemd en omvangrijk werk Dombey and. Son het licht. Aan zijne Notes on America (1842),, vruchten eener kunstreis naar dat werelddeel, en schetsen, tintelende van geestige en vernuftige indrukken, viel evenwel een niet zoo gunstig onthaal te beurt als zijn romans, daar het onder werp den schrijver geen aanleiding gaf om dien humor ten toon te spreiden, waarmede hij zijn. lezers als 't ware verwend had. Ook in zijn Pictures from Italy (1846) moet, men minder een reisbeschrijving dan wel eene verzameling schil deringen zien, waarin de persoonlijkheid van den schrijver op belangwekkende wijze uitkomt. Zij werden het eerst opgenomen in de kolommen van Daily News, een staatkundig blad dat door Die kens gesticht werden waarin hij met andere be kwame personen de liberale beginselen verdedigde. Diekens was echter niet voor journalist in de \yieg gelegd, en zijn tekortkomingen bleken hem goedig, want in 1850 legde hij deze betrekking neder om zich opnieuw niet het, schrijven van romans,,en novellen bezig te houden. In 1850 zag zijn weekblad Household Words het licht, waarmede hij zich ten doel stelde uitspanning aan het verspreiden van kennis en wetenschap te verbinden. Dit weekblad maakte grooten opgang en werd tot 1859 voortgezet, toen hij het. verving door het thans nog bestaande All Ihe year round. Te midden daarvan leverde zijn rustelooze geest een uitstekend kinderwerkje; A Child's History of England (18521853) en schonk hij ook vele letterkundige en dramatische bijdragen ten voordeele van het in 1851 gestichte fonds, ten voordeele van gebrekkige letterkun digen en artisten. Nu volgde een tijd dat de talent volle Diekens weder een menigte romans aan zijn grooten lezerskring verschafte. In 18491850 verscheen David Copperfield, in 1853 Bleak House en Liltle Dorrit in 1856, werken die hoe boeiend ook zijn, eerste werken niet op zijde streef den. In het in 1859 uitgegeven werk Tale of two cities, waartoe de FraDsche revolutie de stof had j geleverd, lag daarentegen weder die oorspronke lijkheid en dat talent waardoor hij zich zoo een grooten naam verworven heeft. Daarop volgen de romans Great expectations en Our mutual friend. Van zijn nog jaarlijks voortgezet wordende Kerstmis-verlellingen, werd Mr. Lirriper's legacy, dat in 1864 verscheen, zeer geprezen. Ziehier een vluchtige schets van het werkzaam leven van dien nestor der letterkundigen van onzen tijd, die met Bulwer, Engelands letterkunde zoozeer in aanzien deed stijgen. Bulwer en Diekens, nooit zag men scherper contrast. Diekens wars van breedvoerige beschou wingen of diepzinnige vertoogen, gaf zijn denk beelden, zijn pbantasie terug in personen en ka rakters. Daarin legde hij geheel zijn gedachten, gevoel en geestige grappen. Al zijn stof is aan het dagelijksch leven ont leend en geput uit het doen en laten van het volk. Zijn romans, met recht volksromans ge noemd, die vóór hem in Engeland onbekend wa ren, hebben een grooten moreelen invloed op alle standen uitgeoefend. Met de karakteristieke teekeningen van Cruikshank en Phiz, zijn zij in ontelbare uitgaven in Engeland en Amerika ver spreid en in bijna gansch Europa nagedrukt en vertaald. Diekens werd nog onlangs bij gelegenheid van de reis van H. M. onze Koningin naar Engeland aan HD. voorgesteld en zat met zijn schoonzoon Wilkie Collins met H. M. aan den disch. Ter vergadering van de letterkundige afdeeling dor Koninkl. Academie van Wetenschappen, op Maandag e. k. te Amsterdam te houden, zijn o. a. aan de orde gesteldBijdrage van den heer Boot, tot verklaring en critiek van Latijnscbe schrijvers (Cic. Ep. ad Att. III, 4 en Geil. N.A. XX, 1) en van den heer Lintelo de Geer, over het onderwijs door de Romeiosche rechtsgeleer den gegeven. De minister van binnenlandsche zaken heeft in de zitting van de Tweede Kamer van 4 dezer, in antwoord op de vraag van den heer Haffmans omtrent de in omloop zijnde 'geruchten nopens de spoorwegbrug over den Moerdijk, het volgende gezegd: Ik kan in zooverre geruststel lende berichten mededeelen, dat bij de verande ring,. die zich in het rivierbed heeft voorgedaan, terstond maatregelen zijn genomen om daarin to voorzien. In April jl. en nu onlangs den lsten Juni zijn in de as der overbrugging peilingen ge daan, en het verschil tusschen, de resultaten, van die beide peilingen is aanmerkelijk, voornamelijk aan den kant van Zuid-Holland. Er bestond daar eene groote idiepte, welke ten gevolge van den spoorwegdam zich verplaatst heeft tusschen het noordelijk landhoofd en pijler XII. Zooveel dit mogelijk was zijn de veranderingen steeds ge volgd. Waar de veranderde toestand tot beden king aanleiding kon geven, zijn zoo spoedig mo gelijk maatregelen van voorzorg genomen. Men is begonnen met zinkstukken neder te laten, het geen men verder moet, blijveD doen., Tusschen het Doordelijk landhoofd en pijler XII is een stuk doorgezonken; ook is bij pijler III een stuk gezonken. Men had wel verwacht dat er meerdere diepte zou komen, maar niet dat in eens zulke groote veranderingen in het rivierbed zouden ontstaan. Deze zijn het gevolg van het ruwe weder en de gierstroomen die wij in het laatst der vorige maand, gehad hebben. Door het aanbrengen van zinkstukken, waarmede krach tig zal worden voortgegaan, zullen, hoop ik, de bezwaren ophouden te bestaan. Onder dagteekening van gisteren schrijft men ons hieromtrent uit Moerdijk het volgende Zoodra mogelijk, na ontvangst van betook door ons medegedeelde bericht omtrent veranderingen in den rivierbodem, die voor de werken nadeelig zouden kunnen worden, is de commissie voor de overbrugging van het Hollandsch Diep alhier bijeengekomen, Reeds op 4 dezer is vergadering gehouden en hebben onderzoekingen in loco plaats gehad, een bew.ijs-dat de.overtuiging bestond dat hier spoedig uioest worden gehandeld. Naar wij vernemen zijn in die vergadering ter sprake ge bracht de middelen, die aan te wenden zijn ter voorkoming van herhaling van dergelijke veran deringen en verdiepingen in het rivierbed, waai - door de mogelijkheid van gevaar voor de werken wel degelijk, in het leven zou treden, vooral wan neer dergelijke wijzigingen zich in zulk kort tijdsverloop voordoen, zooals thans is gebleken dat geschieden kan, waarom dan ook dadelijk de beheiiningen zijn gestaakt geworden. Bij het on derzoek in loco is gebleken dat door lievige draai- stroomen waardoor kolken gevormd werden, o. a bij pijler 13 de bodein zeer was verdiept (onge veer 13 M), terwijl aan de westzijde van dien pijler een put van 9 M. aanwezig was. Het geheele rivierbed was verder aanmerkelijk gewijzigd wat diepte betreft. Onmiddellijk zijn op deze punten de noodige voorzieningen aangebracht om dadelijk gevaar te vermijden, de vleugeldammen langer gemaakt en flinke grondstukken op den bodem geplaatst. Als maatregelen tegen herhaling van dergelijken toestand zullen verhooging van dam men, steenbezetting, diepere beheiing en beton neering, beievens algemeene plaatsing van zink stukken in aanmerking komen. Bereids is met een deel van deze werkzaam heden aangevangen en wordt daaraan met .kracht doorgewerkt. Het zomerseizoen zal daarmede wel voor een groot deel voorbijgaan. Wat nu ,de bewering aangaat, als zouden wij ons aan over drijving hebben schuldig gemaakt, het boven staande toont aan wat daarvan is. Dat de werken gevaar geloopen hebben is* ten minste bij technici, boven allen twijfel verheven, maar dat thans oijmiddellyk gevaar is geweken en zal worden gekeerd, staat evenzeer vast. Reeds heeft men van zekere zijde voorspiegelingen gedaan van gevaar voor menschenlevens, bij exploitatie der Voltooide kunstwerken enz., maar die zijn van allen grond ontbloot. De werken toch zijn bij lang niet voltooid en veel zal nog noodig zijn eer dit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1