ff
groote, dan noodig zijn om den arbeid te helpen
verrichten. De heer Van Bleeck van Rijsevvijk
uit Harderwijk verklaarde zich tegen een vacantie
van 3, 4 weken, vooral omdat de ouders er be
zwaar tegen hebben, de kinderen zoo lang thuis
te hebben. De heer Kollewijn uit Amersfoort
voerde hiertegen aan, dat de heer Lalleman juist
locale behoeften in het oog wilde gehouden heb
ben, en wees op liet bezwaar, dat er zooveel
groote scholen zijn. Als nu op de school de meer
derheid der kinderen 3, 4 weken vacantie noodig
heeft, blijft er een aanzienlijke minderheid die
dit niet noodig heeft. Er is dus behoefde aan meer
scholen.
De heer Prins van Waterland oordeelde dat
het Schoolverbond zich zijn taak wel wat heel
gemakkelijk maakte, als het de oorzaken van
schoolverzuim weg wilde nemen door maar een
voudig vacantie te geven. Het Schoolverbond moet
juist strijden tegen het onttrekken der kinderen
aan de school, ten einde ze voor arbeid te gebrui
ken. De heer Lalleman verduidelijkte daarna
zijne bedoeling; waar van 330 kinderen 30 de
school verzuimden, zou hij niet zoo groote vacan-
ties willen geven, maar waar, zooals hij te Flakkee
ondervonden had, van 190 kinderen in den oogst
tijd een 20tal op school kwamen, daar zou hij
gerust adviseerensluit daar voor 4, des uoods
voor 5 weken de school; met die 20, 30 kinde
ren is toch niets uit te voeren. De heer Menalda
van Schouwenburg vroeg, zoo vacanties noodig
zijn, voor wie ze dat dan zijn Dat de onderwijzers
ze noodig hebben zal, meende hij, wel niemand
tegenspreken, maar ook de kinderen hebben er
behoefte aan. Na de vacantie komen ze veel fris-
scher weer ter school, leeren beter en hebben
wat hun vorderingen betreft, den vacantietijd
spoedig ingehaald. De heer Van Milligen van
Groningen stemde dit toe, maar betoogde dat de
vacantie toch hoofdzakelijk voor den onderwijzer
noodig is. Meer bepaald kwam hij met kracht op
tegen het dwaalbegrip, dat men de vacantie be
perken moest, omdat de ouders het kwalijk ne
men dat zij de kinderen thuis krijgen. De on
derwijzer is geen bewaarder van kinderen. Men
moet alleen vragen naar de resultaten van het
onderwijs en die zullen beter zijn als de ouder
wijzer van tijd tot tijd ziju geest kan verfrisschen,
dan wanneer hij maar altijd door school houdt.
Hiermee zou hij de ouders bedriegen.
De voorzitter stelde daarop de volgende con
clusie voor: „de vergadering acht het van be
lang, dat de aandacht der afdeelingen gevestigd
worde op de wenschelijkheid dat tijd en duur
der vacanties zooveel mogetijk geregeld worden
in verband met de plaatselijke omstandigheden,
die op het tijdelijk schoolverzuim invloed kunnen
uitoefenen."
De heer Van Rijsewijk stelde als amend, voor,
den aanhef der conclusie aldus te doen luiden
„De verg., overtuigd dat de vacanties nuttig
zijn, zoowel voor de leerlingen als voor de on
derwijzers, spreekt als haar gevoelen uit, dat de
aandacht der afdeelingen gevestigd worde" enz.,
gelijk het voorstel van den voorzitter luidde.
De heer Kroon uit Arnhem haalde tot aanbe
veling van dit voorstel, het gezegde aan van een
uitstekend geneesheer, indertijd aan een krank
zinnigengesticht verbonden„Schaf de vacanties
af en onze krankzinnigengestichten hebben over
bevolking."
Daarna werd de voorgestelde conclusie, met
het door den voorzitter overgenomen amend., bij
acclamatie aangenomen.
Het 2de punt der behandeling was: Het onder
richt in vrouwelijke handwerken.
De heer Lalleman, die ook op dit punt het
debat opende, begon met er op te wijzen, dat
het schoolverzuim bij de meisjes grooter is dan
bij de jongens. Volgens het regeeringsverslag over
1867 was op 229,000 jongens het verzuim 51,000,
op 222,000 meisjes daarentegen 62,000. Een der
redenen hiervan ligt in het onderwijs in vrouwe
lijke handwerken. Nadat de meisjes de middel
ste klasse doorloopen hebben, gaan zij eerst des
middags naar de breischool, weldra verdwijnen
zij geheel, om naar de naaischool te gaan. Na,
met het oog op hetgeen in den laatsten tijd ge
daan en beraamd wordt voor de ontwikkeling
van de vrouw uit de meer gegoede klasse, den
wensch uitgesproken te hebben, dat ook deintel-
lectueele en moreele ontwikkeling van de vrouw
uit liet volk meer ter harte mocht worden ge
nomen, waarbij spr. zeide niet alleen op de man
nen maar vooral op de meer ontwikkelde vrou
wen te rekenen, betoogde hij, dat het schoolver
zuim der meisjes zou kunnen worden tegengegaan,
door onderwijs in de vrouwelijke handwerken
onder de op de lagere school onderwezen vakken
op te nemen. Hij betreurde het, dat het bij de
wet van 1857 niet ouder het gewoon, maar onder
het uitgebreid lager onderwijs was gebracht.
Toch kou het ook nu onder de vakken eener
gewone lagere school worden opgenomen, wat
spr. ook uit een moreel oogpunt wenschelijk
achtte, omdat hij, zonder over alle naai- en brei-
scholen den staf te willen breken, toch vele er
vau beschouwde als kweekplaatsen van veel
kwaads. Voor dat onderwijs zou vrouwelijk hulp
personeel noodig wezen, en dat zou er weer toe
leiden, dat ook in de laagste klasse der lagere
school meer vrouwelijk hulppersoneel voor het
onderwijs zou optreden, waarvan spr. de wen
schelijkheid betoogde. De heer Mulder deelde
mede, dat in de stad Utrecht, waar het schoolver
zuim mede zeer gering is, ook op alle scholen
onderwijs in vrouwelijke handwerken gegeven
wordt. Spr. is bezig met eene statistiek van het
schoolverzuim in de prov. Utrecht; onder de oor
zaken voor schoolverzuim wordt hem uit vele
plaatsen het bezoek van naai- en breischolen
opgegeven. De heer Nahuys verklaarde zich er
tegen om als algemeen beginsel uit te spreken,
dat het onderwijs in vrouwelijke handwerken
op de lagere school behoortte Zeist bestaat éen
uitnemende en éen zeer goede naai- en breischool,
en daaraan mocht, waar zij bestaan, z. i. geen
afbreuk gedaan worden. Na eenige discussie stelde
de heer Roëll de volgende conclusie voor:
„De Vergadering, overwegende dat uit de ge
boerde discussiën gebleken is, dat omtrent dit
„punt geen algemeen gevestigd gevoelen bestaat,
„drukt den wensch uit dat de verschillende af-
„deelingen het tot een onderwerp van hare bij-,
„zondere bemoeiingen mogen maken, te onder-
boeken of in hare woonplaats behoorlijk onder-
„wijs in vrouwelijke handwerken wordt gegeven,
„en welken invloed de verschillende wijzen waarop
„dit geregeld is, op het getrouw schoolbezoek uit-
„oefenen."
Na eenige gedachtenwisseling werd dit door
de meerderheid aangenomen.
De heer Vaillant stelde daarop voor, dat de ver
gadering zou besluiten, de afdeelingen uit te noo-
digen iu Jan. 1871 daarop te rapporteeren, opdat
het hoofdbestuur in de eerstvolgende algemeene
vergadering eeu eindrapport en zoo mogelijk een
praeadvies kon uitbrengen.
Dit voorstel werd verworpen.
Het derde punt van bespreking wasDe rege
ling der Schooltijden.
Over dit punt roerde de heer Nahuys het eerst
het woord. Hier moest hetzelfde beginsel gelden
dat reeds bij punt 1 was aangenomen: regeling
naar plaatselijke omstandigheden, 't Was daarom
zoo goed, dat de schoolplichtigheid nog niet was
ingevoerd, omdat men nu eerst eens kon be
proeven op welke wijze het aan de ouders ge
makkelijk was te maken, om de kinderen naar
school te sturen. Twee zaken kwamen hierbij in
aanmerking: in drukke tijden de schooltijden te
verkorten, of ze te vervroegen. In fabrieksteden
zou men al zeer blij zijn als men de kinderen
2 of S uur in de School kon krijgen; in land
bouwende streken zou men den schooltijd van
6—8 en van 912 uren kunnen stellen. Hiertegen
zijn twee bezwaren, 's WiDters kan men voor
eerst zoo vroeg niet beginnendan echter is dat
ook niet noodig. Ten tweede kunnen kleine
kindereD zoo vroeg niet ter school komen.
Daarin kan men voorzien door de grooten 's mor
gens vroeg te laten komen en de kleinen later
op den dag. Daarmee wint men, dat men de
grooten beter frisch en wakker houdt, en dat men
midden op den dag de school zoo vol niet heeft
en het daar dus minder benauwd zal zijn. In
Bern is dat stelsel reeds ingevoerd. In ons land,
te Velp, is men ook begonnen het toe te passen.
De heer Prins uit Waterland meende, dat de toe-
passiug van het denkbeeld van den heer Nahuys
groote uitbreiding van personeel zou noodig maken
en dit om de kosten voor de gemeente te bezwa
rend zou zijn.
De heer Van Bolhuis betoogt dat hij tusschen
den schooltijd zoo die van 712 uren werd gesteld
ook 1% uur speeltijd noodig achtte, en voorts de
wenschelijkheid, om onder den schooltijd de kin
deren eens 10 of 15 minuten in de lucht te jagen
en onder toezicht te laten spelen.
De heer Van der Horst stelde daarop als con
clusie voor: „De Vergadering spreekt de wen
schelijkheid uit, dat de afdeeliogen zeer letten
zullen op de schooluren in hare gemeenten, in
verband met fabrieks- en veldarbeid, en er bij de
bevoegde autoriteiten op aandringen dat zij zoo
worden ingericht, om het bezoek der school ge
makkelijk te maken."
De heer Mulder releveerde nog als een zaak
van het hoogste gewicht, die uit de discussies
duidelijk gebleken was, dat de vergadering het
noodig achtte, om tusschen den schooltijd de jeugd
eens voor 10 of 15 minuten naar buiten te sturen
om te spelen. Spr. toonde met een voorbeeld aan,
hoe noodig het was dit denkbeeld meer te ver
spreiden. Bij het bespreken der plannen voor eene
nieuwe school, waarbij spr. op het gemis van
een speelplaats wees, had hij dat denkbeeld uit
gesproken en was het met een homerisch gelach
begroet.
Daarna werd de voorgestelde conclusie, zonder
stemming, aangenomen, en werd de reeds zeer
gedunde vergadering door den voorzitter gesloten.
Opgaven betreffende de sterfte en de geboorten
in eenige groote gemeenten, over de maand
April 1870.
Bij arrest van het hoog militair gerechtshof is
de kanonnier A. v. O., wegens diefstal van een
koperen ketel, op de openbare straat te Delft,
vervallea verklaard van den militairen stand en
veroordeeld, onder aanneming van verzachtende
omstandigheden, tot zes maanden correctioneele
gevangenisstraf.
's-Graven hage
Groningen
Haarlem
'a-Hertogenbosch
Rotterdam
GEMEENTEN.
1—1 to
OtOWtMOMMWOtOC5-J
O-OJOtntitO-INWM^
iwo-aootococooHitsto
tOtOS'NCO^ICOOtOa-iM
05-40tDOWCOW-H(OH
Werkelijke bevolking op
1 Januari 1870.
t-itf». i-> to *-> ca
tOMÖCRCO-jHtSÖCOOM
-ICOO'-'Oti.-ltDHOtHtO
Geboren,
(met levenloos naDgegevenen.)
to tf- to to O»
tOOOOvO-O-Ok—tf^COO*.
tswco tatAOoocodcij.
Overleden,
(met levenloos aai gcgevcnen.)
W W to OJ to to to to M to W
-JWcowui-liptoojcnow
bo'tobr CO "o> O» -to co o; if".
Overlnden op 10,000 inwoners.
t-> to Vf".
H-lHCOM-J©tOO>C»fKO)
Levenloos aangegevenen.
WOHf"h"HI-'tO-Jt6He>
tOtf"Od)HC»COif"ClM«nO
Beneden 1 jaar.
(zonder levenl. aangeg.)
O-J H W M MHM o
tocooootfr-otooo-a©
15 jaren.
O
1—to 1—to
•3H'tO~4iP"i—'tOtf"0»ento^-
514 jaren.
o
«si CU
WCOHtOCOfsMHOXOCOW
1420 jaren.
O
b
të-OMtCHtOtOUOltOtOO
to ta oi-j co -3 m totooo
20 65 jaren.
B
OS©!—"tOI—'1—'t—'tOif^tO"—'t—
OtOCOtO©tf*-tOO»CO|f».CUtt-
65 j. cn daarboven.
1 1 kf"-COi4*.CUif*.0>lt".^0
Typhus en febris
typhoïdea.
«1 111 iiii i i i
Pokken.
oil IIII1 1 II 1
Roodvonk.
11
5
1
125
24
30
Mazelen.
cn to to i—1 1 I total co£
Croup.
c»| I I |-M< 1
Keelziekte
(angina diphlherina).
1 t->| t-i| HHHCO
Kinkhoest.
O
to 1 -o tol -aHoiH to
Diarrboe en cholera
nostras.
Oi
>—■01 t—1 co i—i ai
0)©t0t00»»ta00ica«"0
Levenszwakte en uitte
ring, 0— 14 jaren.
b
lool.l I 1 II I to 1
Uittering, 14—65 jaren.
O
o_
crT
t-1 to s-8 co
to HIHBMC4 10C1H1 to CO ts
Marasmus senilis,
boven 65 jaren.
CS
a
to y-e 1—OS o
tO —3 CJ* —J «-3 —-3 tO CO O CO CO
Acute ziekten der
adembalingswerktuigen.
tOO)HMMSJHK)fktOI->H
OO-Jtfk 0l|f"CDlt"-3C0Oi-'O
Chronische ziekten der
ademh. waaronder longt.
H-l 1 to t—to J 1
Ziekten van het
kraambed.
1 -3 1 I—1—1 W M 11 v-j-o
Geweldadige
invloeden.
CO to M If. to M to to CD H - a!
Mi^COtRMCttRCOtDtOCOffl
Andere ziekten.
'©tOCOtO©l£«>—"to—3
Onbekende oorzaken.
1 1 to 1 1 O) 1 1 I 1
Zonder geneesk. behandeling
(bogrspon in do vorige lcolom).
3 <5 Jr g-
3- 3- >3 t-« r*»- fc-
3 r §3 If I ©3
S g-
M i S3
SB" S-bn®»1-"..
aL ~r CR
rs n D H" H
g-® F g"
<2.5 °"B«5„:'5
B5- g- S K 5" 2-
°s.- "S-» s"""' B
a 2 3 p
n h i b i
AANMERKINGEN.
Utrecht: de aterfte, schoon geringer dan in Maart, was nog ver
boren do gewono aterfte, rooral door mazelen. Pokken breidden
zich weinig uit; reel meer gratis gevaccineerd dan in Maart. In
twee huisjes in wijk C kregen alle bewoners typhui. De gevallen
van aDgina atonden alle op zich zalf.
(Overgedrukt uit het Nederlandsch Tijdschrift voor
Geneeskunde. Jaargang 1870.)
Met ingang van den lsten Juli aanstaande wordt
het telegraafkantoor op het station der Rijn
spoorweg-Maatschappij te Harmeien voor het alge
meen verkeer geopend, met een dagelij ksohen
dienst van 8 uren 's voor- tot 9 uren 's namiddags.
Op het verkeer van Harmeien met alle overige
telegraafkantoren in Nederland wordt het uniforme
tarief van 0.30 per enkelvoudig telegram toe
gepast.
Voor de bezorging der berichten van het station
naar de gemeente is een vast bestelgeld van ƒ0.25
per telegram verschuldigd.
Bij Kon. besluit is als blijk van goedkeuring
en tevredenheid verleendaan J. H. Borck, kap.
van de Noord Duitsche brik Harie van Lubeck,
de zilv. med. en een loff. get.; aan J. F. Müller,
matr. op hetzelfde schip, de br. med., ben. eene
geldel. bel. en een loff. get., en aan H. J. H. Fre-
tau, stuurm. J. H. Stolle, timmerm., A. T. H. Hil-
debrandt en C. C. H. Dreger, matr., en C. G. A.
Danker, A. A. H. Bollmaun en L. F. A. Vots,
licht.matr., allen van hetzelfde schip, ieder eene
geldel. bel. alsmede een loff. get., wegens de red
ding der bemanning van het verongelukt Nederl.
schip Twee Gezusters, bij den ingang van de rivier
Gironde op de kust van Frankrijk op 5 Febr. 1870.
Bij Kon. besluit is de benoeming van H. C.
Schuyt van Castricum, burgemeester van Lissa,
tot secretaris dier gemeente, goedgekeurd.
Bij Kon. besluit is aan W. L. Kind, te Rotter
dam, als blijk van goedk. en tevredenh. toegek.
de br. med., alsmede een loff. get., wegens de
redding van een meisje uit de rivier den Usel
nabij Ouderkerk, op 30 Mei 1869.
Bij Kon. besluit van den 7den Juni is aan den
Oost-Ind. ambt. A. J. P. Saaymans Vader, laatstl.
adsp.-ing. bij den waterstaat en de burg. openb.
werken in Ned. Indië, thans met verlof hier te
lande, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
uit 's lands dienst.
Katwijk, 10 Juni. Men is aihicr uiterst tevre-Bjen
den over de directie en de bemanning van de
stoomboot Katwijk. Honderden zijn Dinsdag j. 1 haar
door die boot vervoerd, en door de goede zorgei deel
van de directie J. Van Rhijn en 0°. en door deUong
flinke houding van het dienstdoend personeel,[sluis
heeft men zelfs den schijn van eenig gevaar kun-Ivverc
nen vermijden.
Zeven reizen heeft de boot gemaakt en alleen
in de drie laatste reizen van Leiden heeft men
circa 400 personen vervoerd, een getal dat zeer
hoog is, vooral als men daarbij in aanmerking
neemt, dat de spoorbrug bij de Vink, door het den
aantal van Leiden naar 's-Hage en elders ver
trekkende treinen, niet geopend mocht worden
en dat niemand boven op het dek kou plaats j
nemen.
Amsterdam, 9 Juni. Alhier is heden op een aan let
tal plaatsen een biljet aangeplakt, waarin de1
burgers uitgenoodigd worden om zich tot de kap:
Eerste Kamer der Staten-Generaal te wendenIder
met hun bezwaren tegen de afschaffing der dood- land
straf; de namen der boekhandelaars welke aaiI's
het slot voorkomen, wettigen het vermoeden dat geat
de oproeping uitgaat van de kerkelijk-rechtzin-
nige partij.
gan
fees
's-Gratknhage, 10 Juni. De Vrijmetselaarsloge Iwoi
alhier heeft gisterenavond, ter vervanging van
wijlen den heer Mensing, tot haren voorzittendeu
meester benoemd den heer Mr. J. P. Vaillant.
Met belangstelling verneemt men, dat de
onder-officieren der troepen alhier in garnizoen,
het edel voornemen hebben opgevat om Zaterdag,
den 18den Juni e.k., in den Koninklijken Schouw
burg eene tooneelvoorstelling te geven, afgewis
seld door scherm- en gymnastische oefeningen ten
voordeele van het too zwaar geteisterde Bodegraven.
Rotterdam, 9 Juni. In de heden alhier gehou
den zitting van den gemeeneraad was aan de
orde de voortzetting der beraadslagingen over
de verordening op de beurzen, hallen en markten.
De bepalingen op de boter-, kaas-, kleine koren-,
groenten-, aardappel-, fruit-, boom-, bloem- en poe-
liersmarkten werden achtereenvolgens bij accla
matie onveranderd aangenomen.
Bij de behandeling van het hoofdstuk Algemeene I'
weekmarkten was tevens aan de orde het adres
van een aantal Israëlieten, om de markt te stel
len op Dinsdag en Vrijdag, in plaats van op
Dinsdag en Zaterdag. De heer Van der Hoop
stelde voor tot deze verandering te besluiten. Dit
voorstel werd door de heeren Pincoffs, Pols en
den Voorzitter bestreden, eensdeels op grond van
de algemeene en bijzondere belangen, anderdeels
uit aanmerking dat de Israëlieten juist op Za
terdag-avond, en dus juist als het aantal koopers
het grootst is, hun handel en bedrijf kunnen
voortzetten, terwijl zij dit bovendien des Vrijdags
alleen over dag, en dus op minder geschikten
tijd, zouden kunnen doen. Toen vervolgens bleek
dat het voorstel van den heer Van der Hoop
geene ondersteuning vond, werd het artikel, vol
gens hetwelk de markt op Dinsdag en Zaterdag
behouden blijft, met algemeene stemmen op éene
na onveranderd vastgesteld.
Voorts werd langdurig beraadslaagd over de
paragraaf, betreffende de kermis, en wel eerste
alinea van art. 121, luidende:
„Ten ware de Raad bepalen mocht dat er geen
kermis zal gehouden worden, begint deze op den
derden Maandag in de maand Juni en eindigt
zij op Woensdag der daaraanvolgende week."
Uit deze discussie resulteerden twee amende
menten.
Het eene was van den heer Hoynck van Pa-
pendrecht en strekte om de bepaling te doen
vervallen en het artikel der thans bestaande ver
ordening daarvoor in de plaats te stellen en dus te
lezen: „De jaarmarkt of kermis vangt aan op
Maandag, volgende op den tweeden Zondag in
de maand Augustus en loopt af op Woensdag der
daaraanvolgende week." Dit werd met 16 tegen
12 stemmen verworpen.
Het andere amendement was van den heer De
Bruyn en strekte om de bepaling aldus te wijzi
gen
„Ten ware de Raad bepalen mocht dat er geen
kermis zal gehouden worden, begint deze op den
Maandag, volgende op den tweeden Zondag in de
maand Augustus en eindigt zij op Woensdag der
daaraanvolgende week." Dit werd met 22 tegen
6 stemmen aangenomen, nadat in den loop der
discussie hierover de opmerking was gemaakt,
dat een Raadsbesluit om de kermis niet te laten
doorgaan slechts in zeer esceptioneele gevallen
te verwachten is.
Daarna werden alle artikelen der verordening
aangenomen en ten slotte bepaald dat zij den l8""
Januari 1871 in werking zal treden.
Gouda, 9 Juni. De gisteren door het gemeente
bestuur gehouden collecte, ten behoeve der nood
lijdenden te Bodegraven, heeft opgebracht f 810.99'-
Groningen, 7 Juni. Eene commissie van rijf
oud-studenten, in 1851 benoemd tot voorloopige
regeling van eene rénnie van oud-studenten, heeft
de academie-burgers, van 1845 tot 1850 ingeschre
ven geweest, opgeroepen tot deelneming. Het feest
zal in September e. k. gehouden worden.
Middelburg, 9 Juni. De Juni-vergadering van
het Koninklijk instituut van ingenieurs werd be;