N°. 3166. Donderdag A°. 1870. 9 Juni. LEI I) SC II DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden...73.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTKNTIEN. Voor iederen regel, .vf 0.15. Grootere letten naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 8 Jonl. HET 59ste LUSTRUM DER LEEDSCHE HOOGESCHOOL. 1575—1870. De groote dag der feestviering is vervlogen, en met haar verdwijnen die duizenden en duizenden, welke onze bevolking tot een zielengetal doen aangroeien, dat met welgevallen in het jaarver slag der gemeente begroet zou worden. Onwe- derstaanbaar is haar aantrekkingskracht, en met recht mag men zeggen, dat geen Nederlandsohe stad bij welke gelegenheid dan ook, ooit zoovele vreemdelingen op een dag binnen hare muren ziet. Dat stond niet stil van den vroegen ochtend [tot laat in den nacht met het komen en gaan an treinen; en was 't recht genoeglijk om zich aDgs de straten te bewegen, waar de opge- uimdste stemming heerschte, niet minder gezellig n aanlokkelijk was de drukte buiten de Rijns- urgsche poort en aan het station van de Hol- andsche IJzeren-Spoorwegmaatsch., welker chef Ihier zich ontegenzeglijk van zijn uiterst moeilijke n zwaarwichtige taak met goed overleg en goed evolg kweet. Was onze stad dus gisteren het doel van hen, ie uitspanning en vermaak zochten, de festivi- eiten hebben daaraan ten volle beantwoord. Verlustigde men zich des voormiddags in haar aanlokkelijk uiterlijk, 's namiddags en 's avonds as het genot volmaakt en rijk aan afwisseling, e samenwerking van de burgerij en de zorgen an het gemeentebestuur hadden eene algemeene illuminatie ten gevolge, die betooverend was en die in luister won, juist door de eenvormigheid waarmede zij door de gansche stad was aange bracht. Die guirlandesgewijze verlichting met Chineesche lampions is zeer geschikt om een heerlijk effect op te leveren, en vooral langs uit gestrekte grachten en breede straten. Zoo hadden het Rapenburg, de Oude Vest, Rijn enz., vooral toen de duisternis zijn rechten deed gelden, iets fantastisch. Het schouwspel was pit— toresk en in hooge mate in harmonie met het overschoone natuurgezicht, dat de avond over die lange rijen van breedgekruinde boomen en donkere wateren verspreidt. Maar ook de bijzondere illuminatiën waren ;lansrijk. De gas-illuminatiën met de bekende wenschenFloreat Academia, Vivat Academia, Acad. Lugd.-Bat., en Virtus Concordia Fides, waren vooral zeer algemeen in de hoofdstraten en deden te midden der straks bedoelde verlichtingen eene erblindende uitwerking. Geen wonder dat dit de versieringen aan de ge- lOuwen - en daaronder waren er tal die door smaak- olle rangschikking uitblonken - heerlijk deed uit- omeu en vooral waar dit heldere licht heester- ;ewassen en ander groen bescheen. Het geheel werd nog opgeluisterd door de lrijke illuminatiën, die onderscheidene ingeze- nen van de laagste tot de hoogste verdieping hunner woningen hadden doen aanbrengen. En nu wat betreft den gecostumeerden optocht, ie te vier uren aan het Academiegebouw werd mengesteld en zich tegen 5 uren in beweging Itelde, hij strekte een ieder die tot het welslagen eeft bijgedragen of medegewerkt tot eer. De rijk- om en weelde van de costumes, welker kleuren pracht en snit aller oogen tot zich trokken, deden |ien dat aan de getrouwe navolging van de geschied kundige personen die voorgesteld werden veel, zeer veel ten koste was gelegd. Ongetwijfeld schrij ven wij in een ieders geest, als wij verzekeren dat de optocht onuitsprekelijk genoegen en genot Beeft verschaft en aan de verwachting, die terecht hoog gespannen was, waar de commissie voor de maskerade hem uit acht andere ontwerpen pos, ten volle heeft beantwoord. Het effect be. ield hij overigens tot laat in den avond, want ocht het daglicht voor het uitkomen der kost- re stoffen van de costumes zeer bevorderlijk fijn geweest, het Egyptisch vuur en electrisch licht, dat meest overal waar de optocht na de pkuze voorbijtrok ontstoken werd, en de onbe krompen illuminatie vervingen dit op even verras- tónde als voor het oog bekoorlijke wijze, i, Jammer dat hij die de beid van den avond had moeten zijn, de Graaf van Leicester, door een ongeval, dat zeer betreurd werd, in de on mogelijkheid was, zijn bezoek aan Leiden geheel uit te voeren. Het paard van Robert)Dudley werd door een ons onbekende oorzaak op het Steen- SChuur schichtig, begon te steigeren, viel in het water en wierp den beroemden Leicester uit bet zadel op de straatsteenen. De doorluchtige Graaf werd eenigszins aan het hoofd bezeerd en deed nu zijn intocht ten huize van professor Goudsmit, dat hij verliet na van den eersten schrik te zijn bekomen, doch niet om zich opnieuw bij den optocht te voegen. Wij kunnen den Graaf de verzekering geven, dat de deelneming maar ook de teleurstelling alge meen was, want een ieder was zeer benieuwd Graaf Leicester te zien en er waren er ook velen die er hartelijk naar verlangden. De optocht ging overigens zijn geregelden gang ofschoon op de Oude Vest door het breken der 6trengen van een der wagens een langdurig op onthoud plaats had. Onder de glansrijkste mo menten mocht de optocht zeker tellen de voor laatste maal dat hij over de Breestraat, trok, waar vanwege het gemeentebestuur voor het raadhuis op een steiger boven het bordes met een mechani- schen monster-reflecteur electrisch licht werd afge stoken, dat een effect teweegbracht alsof de dageraad aanbrak. De [luide toejuichingen die uit duizenden monden opgingen en het enthou siasme hetwelk dit onder de heeren studenten teweegbracht, moge het dagelijksch bestuur doen zien, dat de penningen der burgerij hier met hare volle goedkeuring besteed werden. De leden van do vorstelijke familie die het feest kwamen bijwonen, waren Z. K. H. de Prins van Oranje en HD. doorluchtige broeder, Prins Alexander, die, zoo men verneemt, 11. Zaterdag als student aan de Hoogeschool is ingeschreven. De Prins van Oranje was vergezeld van de heeren Bentinck en Van Haersolte, HD. adju danten, Rochussen, attaché bij het ministerie van Buitenlandsche Zaken, en Van der Es, lste luite nant bij het reg. gren. en jag. De Prins ver toefde op de appartementen van Jhr. Van Rijcke- vorsel op de Breedestraat. De heer Wethouder Hubrecht genoot de eer, Prins Alexander bij zich te mogen ontvangen. Deze en de lieer Burge meester deden met den Prins een rijtoer door de stad om de illuminatie in oogenschouw te neinen. Voorts zagen wij de meeste Ministers, de Com missaris des Konings en andere hooggeplaatste personen, waarvan velen des 's middags aan een diner bij den heer Burgemeester, auderen aan een diner bij den afgevaardigde, den heer Sloet van de Beele vereenigd waren. Tegen halftwee nam allengs de volksmenigte langs de straten door het vertrekken van de meeste buitenlieden af, hoewel tot diep in den nacht nog voortdurend spoortreinen vertrokken. Een ieder was zichtbaar onder den indruk van den heerlijken Juni-dag in Leiden doorgebracht en de gesprekken die men hoorde, waar men zich bewoog, getuigden dat men hoogst voldaan huiswaarts keerde, waar de Leidsche pret nog dikwijls het onderwerp veler gesprekken zal zijn. Als Leiden iets doet doet het 't goed," hoor den wij meermalen opmerken; dit strekke onze ingezetenen ten bewijze dat zij zich door hun ruime en loffelijke deelneming aan het feest ver dienstelijk hebben gemaakt. Maar wat ons zeer opviel, was de stipte orde die bij al dat gewoel en gejoel, bij die onbeschrijflijke drukte gehand haafd werd. Een ieder die daartoe medewerkte mag aanspraak op lof en erkentelijkheid maken, en wij meenen dat de politie zich daarvan een groot deel mag toeëigenen. Hare doeltreffende maatregelen zijn met gunstigen uitslag bekroond. Hare taak werd wel is waar verlicht door den ordelievenden geest, die overal heerschte, maar men zal toegeven dat toch juist in deze veel afhangt van hare houding, die, men heeft er in andere steden menig voorbeeld van gehad, meermalen aanstoot geeft. Te midden der feestvreugde werden ook de ongelukkigen niet vergeten; gedurende den op tocht hielden eenige der gecostumeerden een col lecte voor Bodegraven, wier opbrengst nog [niet bekend is. Terwijl wij ons heden met het opstellen van deze regelen bezighouden, heeft op de Ruïne de receptie plaats van Robert lord Dudley, wiens val van het paard op gisterenavond, naar wij met genoegen vernemen, hem hoegenaamd geen letsel heeft veroorzaakt. De matiuée inusicale van het muziekkorps van het regiment veld-artillerie werd zeer druk bezocht en door het schoonste weder begunstigd. De meeste leden van het Stu dentenkorps waren gecostumeerd aanwezig. De tweede en derde dag van de feesten ter gelegen heid van het 59"° lustrum zijn dus zoo genoeg lijk mogelijk voorbijgegaan, zoodat de wenschen, door den heer Thorbecke eergisteren namens do réunisten geuit, ruimschoots vervuld worden. De contra-partij, door de burgerij aan de stu denten te geven, zal plaats hebben op Donderdag 16 Juni a. s. Z. K. H. prins Alexander, voor eenige dagen als student hier ingeschreven, zal, hoewel geen lid van het studentenkorps zijnde, evenwel geïnviteerd worden. Hedenmorgen werd uit den Singel bij het plant soen, nabij het kruithuis, het lijk opgehaald van V. L., een oppassend jongeling. De man, die in de nabijheid van de plaats woonde waar hij den dood vond, is ongetwijfeld door de duisternis misleid in het water geraakt. Ook op den Singel bij de Vlietbrug is het lijk opgevischt van een schippersknecht, die nog gis terenavond aan de feestvreugde deelnam. Morgen zal door ons gemeentebestuur eene collecte met open schalen worden gehouden ten behoeve van de noodlijdenden door den brand te Bodegraven. De liefdadigheidszin van onze slad- genooten is te dikwijls reed3 op de meest onbe krompen wijze gebleken, dan dat wij, door het gevoel van medelijden voor de slachtoffers van tiet vernielend element, dat te Bodegraven zoo vreeselijk gewoed heeft, nader op te wekken, dien zin behoeven aan te prikkelen of levendig te houden. Maar ons is ter oore gekomen, dat vele inwoners wanen, dat bedoelde collecte door die van de heeren studenten is vervangen. Dit is eene dwaling. En wij zouden het betreuren dat giften die reeds afgezonderd waren, door omstan digheden onafhankelijk van den wil van schen kers of schenksters, de gewenschte bestemming zouden missen. Daarin ligt de grond dat wij op deze collecte terugkomen en nu wij toch eenmaal daarvoor de pen hebben opgenomen, kunnen wij niet nalaten haar dringend aan te bevelen aan allen. Ieder geve naar zijn vermogen, maar geeft allen wat, want al moge van alle zijden hulp en leniging verschaft worden, de nood en behoefte is groot. Zij, die Bodegraven bezocht hebben, kunnen dit beseffen. "Wij vestigen hierbij ook de aandacht op de Matinée Musicale, die op morgen te 1 uur op het hotel den Burg ten voordeele van den brand te Bodegraven zal gegeven worden. De entreeprijs is zeer laag gesteld. Dr. Winneke te Carlsruhe, heeft in den nacht van 29 op 39 Mei in, het sterrenbeeld de Pegasus, een nieuwe komeet ontdekt. Deze komeet is ook op het observatorium alhier den 3d0" Juni met den telescoop gevonden en sinds dien tijd meer malen waargenomen. Een voorloopige berekening heeft doen blijken, dat de komeet eerst in Juli haar grootste nabijheid bij de zon zal hebben be reikt, en daar zij gelijktijdig ook de aarde meer nabij komt, zoo zal haar licht toenemen. Voor het noordelijk halfrond zal zij intusschen spoedig on zichtbaar worden, daar zij snel naar het zui den gaat. Door de heerenMr. T. M. C. Asser, Dr. H. P. Berlage, H. Binger, R. Koopmans van Boekeren, Dr. J. A. Boogaard, Mr. J. T. Buys, Mr. J.I.Dei Baere, Dr. D. Doyer, Dr. R. P. A. Dozy, Prof. J. C. G. Evers, Dr. M. J. De Goeje, S. Gorter, Mr. J. E Goudsmit, Dr. A. A. G. Guye, Dr. D. Bie- rens de Haan, Dr. J. P. Heije, Dr. A. Heynsius, Prof. S. Hoekstra Bz., P. H. Hugenholtz Jr., A. C. Joosten, Prof. Tlieod. Jorissen, J. Knappert, W. G. De Bruyn Kops, Dr. A. Kuenen, A. C. Leembruggen, Mr. F. B. Coninck Liefsting, Prof. A. D. Loman, Dr. D. De Loos, J. A. Meellioom Jr., Dr. T. Modderman Az., Mr. A E J. Modderman, Dr. W, Moll, P. N. Muller, Mr. W. C. D. Olivier, F. C. A. Pantekoek, Mr. Aug. Philips, W. Pleijte, Dr. M. Polano, Dr. J. J. Prins, Dr. L. W. E. Rau- wenhoff, Dr. P. L. Rijke, H. C. Rogge, J. G. Sala, Dr. J. G. De Hoop Scheffer, H. J. Schimmel, Dr. J. H. Stuffken, Dr. W. F. R. Suringar, B. W. Wttewaal, Dr. P. J. Veth, VV. J. De Voogt, Dr. H. Boursse Wils, J. Wiiste, Dr. T. Zaaijer en Joh. C. Zimmerman is aan de Tweede Kamer het vol gende adres gericht: Aan de Tweede Kamer der Stalen-Generaal "Wij ondergeteekeuden, belangstellende inden bloei van wetenschap en letterkunde, maar vóór alles bezield met den wenscb, dat de algemeene kennis, die tot heden alleen de fijne schotel van den beschaafde was, het dagelijksch brood worde van het volk, nemen de vrijheid met bescheiden eer bied de Tweede Kamer der Staten-Generaal te naderen. „Met groote voldoening hebben wij kennisge nomen van het ontwerp van wet op de posterijen, dat eerstdaags (heden) aan U we beraadslagingen zal worden onderworpen. Het dunkt ons onmogelijk daarin te miskennen den goeden geest, die niet zorgvuldige belangstelling op de steeds voortgaande behoeften der maatschappij let, en wij voor ons zijn het allerminst tot die miskenning geneigd. „Intusschen hebben wij éen gewichtig bezwaar. In een opzicht mag dit wetsontwerp geen stap voorwaarts heeten in de goede richting, mede ten vorigen jare, door de zegel-afschaffing, inge slagen. Wij hebben het oog op de houding, die het aanneemt tegenover de dagbladpers. Wij mee nen, dat het een deel der bladen nieuwe banden aanlegt, een ander zekere zware banden laat be houden, die het goed, billijk en tijdig ware ge weest thans te slaken, en daar elke noodeluoze druk op de dagbladpers geoefend, ten slotte neer komt op de vrije ontwikkeling des volks, hebben wij reden in haar belang, Uwe hooge bescher ming in te roepen. De groote bladen toch, tot heden, hoe uitge breid ook, aan een onveranderlijk port van leent onderworpen, zullen voortaan, voor elke 25 gram men boven de 50, 1 cent port betalen, 't Gevolg zal zijn, dat het geven van bijvoegsels met ad- vertentiën en kamerverslagen eene duure weelde wordt, dat alle stof ia éen nummer samengeperst en, 't geen vooral het publiek tot voorlichting dienen moet, in een hoek teruggedrongen zal worden. „Wij hebben intusschen vooral het oog op de kleine dagblad-literatuur, die in ons Vaderland eene zoo groote, in het wetsontwerp geene plaals inneemt. Het stelt voor .{ie dagbladen een tarief vast, berekend naar hun gewicht, maar alsof er geen dagbladen in ons Vaderland heneden het gewicht van 35 a 40 grammen bestonden, vangt het zijn minimum van port eerst aan bij eene zwaarte van 50 grammen; vraagt voor het ver voer van 13 kilo van het eene blad evenveel als voor dat van 38 kilo van het andere, en eischt van blaadjes die, niet dan tegen geringen prijs verschijnende, over geen ruim budget kunnen beschikken, evenveel als van groote dagbladen mei hun hoogen abonnementsprijs en hun tal van advertentiën. „Intusschen, die kleine per3 verdient niet, dat hare geringheid eerst over het hoold gezien en dan onder den voet geloopen wordt. Riet alleen zijn er in onze provinciën uitgebreide streken, waar de eenige courant die er doordringt, is hel kleine dag- of weekblad uit de naburige stad, maar wij durven verzekeren, dat ons geheele volk aan kleine bladen behoefte gevoelt en hoe langer hoe meer zal gevoelen. „Oin verschillende redenen leest onze kleine burgerstand de groote dagbladen weinig: nog minder de ambachtsman. Zijne politieke ontwik keling, om iets te noemen, houdt dan ook gelij ken tred met zijne politieke onkunde. In lal van zaken, die hem als burger, als lid der beschaafde maatschappij raken, is hij onmondig. „Welnu, wij gelooven, dat der kleine pers de schoone taak is weggelegd, om licht en goede gedachten, kennis van en belangstelling in pu blieke zaken en honderden levensbetrekkingen, de gewoonte om dagelijks te lezen en na te den ken, en zich lid der groote nienschen-maatschappij te voelen, daar te brengen waar die tot heden te zeer ontbraken. „Zoo zij die taak begrijpt, goedkoop, beknopt, verstaanbaar, waardig is, dan gelooven wij dat zij eens het echte kind van 't jaar '69, jaar der zegelafschaffing, zal heeten. jgii Maar dan ook geve men haar zooveel moge lijk vrijheid van beweging. Vrijgevigheid tot schade van de schatkist desnoods zou in geen geval, zoodra zij aan volksontwikkeling besteed werd, op schade kunnen uilloopen: hoeveel te minder bezwaar is er, nu in het jaar der zegel- afschaffing de zuivere winst op de posterij met f 146,000 vermeerderd is en in zes maanden tijds het meerdere vervoer van dagbladen en gedrukte stukken 34,000 winst heelt opgebracht. „Wij ondergeteekenden vragen derhalve de Tweede Kamer niet eerbiedigen aandrang, dat zij de gelegenheid niet late voorbijgaan om het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1