rekent tegen het einde van Juni gereed te zijn'
De Commissie der redactie van de Utr. Stu
denten-Almanak voor 1871 heeft zich geconstitueerd
zij bestaat uit de heeren W. L. Wetter, praeses;
I. C. Costerus, ab-actis; J. Bouvin, vice-praeses;
N. De Ridder en B. J. Goedhart.
Arnhem, 21 Mei. Door de op gisteren alhier,
ingevolge art. 24, van het besluit der voorloopige
organisatie, onder leiding van het provinciaal
College van Toezicht op het beheer der goederen
van de Hervormde gemeenten in Gelderland, ge
houden provinciale kiesvergadering, is tot afge
vaardigde naar het dubbele Algemeen College
van Toezicht benoemd de heer D. Bas Backer,
lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland en
president-kerkvoogd te Apeldoorn. Genoemd dub
bel College zal vermoedelijk den f)11811 Juni a. s.
te 's-Hage bijeenkomen tot definitieve vaststelling
van een algemeen reglement op het beheer der
kerkelijke goederen en het toezicht daarop.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De Keizer ontving Zaterdag-middag te 1 uur
in de groote zaal van de Louvre de deputatiën
van de beide takken der wetgevende macht,
met de presidenten aan het hoofd, die den offi-
cieelen uitslag van de algemeene volksstemming
van 8 Mei nopens het plebisciet overbrachten.
De president van het Wetgevend Lichaam, de
heer Schneider, sprak bij deze gelegenheid de
volgende rede uit:
i/Sire
„Het Wetgevend Lichaam acht zich gelukkig
Uwe Majesteit het plechtig antwoord te over
handigen, dat de natie door 7,350,000 stemmen
heeft gegeven op het door U aan hare goedkeu
ring onderworpen plebisciet.
„In gedachten, geheel overeenstemmende met
deze luisterrijke manifestation, bieden wij den
keizer, der keizerin en den kroonprins onze
hulde en gelukwenschen aan.
„Vóór achttien jaren, toen Frankrijk, de om
wentelingen moede en naar rust verlangende,
vertrouwen had in de Napoleontische dynastie
en haar genie, stelde het de keizerlijke kroon in
Uwe handen en tevens het gezag en de macht
die de openbare belangen dringend eischten.
„De natie is in hare verwachting niet teleur
gesteld geworden.
„De maatschappelijke orde werd weldra her
steld en groote zaken kwamen tot stand; alle
klassen der maatschappij zagen hare welvaart
toenemen; de landbouw, de handel en de nij
verheid hebben een tot dusver ongekende vlucht
genomen, en Frankrijk zag bij die vermeerdering
van 's lands voorspoed, ook zijn invloed naar
buiten toenemen.
„Maar van het oogenblik af, dat deze buiten
gewone macht niet langer in den wensch lag
van het gerustgestelde en tot kalmte gekomen
land, was LTwe Majesteit op middelen bedacht
om daarin verandering te brengen, en de voor
uitgaande beweging van onzen nieuweren tijd
verhaastende, verklaardet gij openlijk, dat het
gebouw door de vrijheid moest gekroond worden.
„Ja, wat u toelachtte, was een edele onderne
ming, welke Uwe regeering tot eeuwigen roem
zal strekken; immers hebt gij vast besloten Frank
rijk een eerste plaats te doen innemen in de rij
der vrije volken.
„De 24ste November 1860 en 19de Januari
1867 getuigen van uw edelmoedig initiatief en
van uwe vaderlandlievende oogmerken.
„Later, toen de natie bij algemeen stemrecht
het bewijs had gegeven van hare vrijzinnige
richting, en het Wetgevend Lichaam daarvan de
tolk was, heeft Uwe Majesteit, van onze mede
werking verzekerd, met eene zelfverloochening
die zonder voorbeeld is in de geschiedenis, be
reidwillig de grondslagen gelegd van de parle
mentaire Staatsregeling van het keizerrijk.
Maar trouw aan het groote beginsel, waarop
deze regeering rust, hebt gij niet gewild dat
zulk een diep ingrijpende hervorming gebracht
werd in het bestuur, hetwelk gij van den vrijen
wil der natie hebt ontvangen, zonder het volk
daarin te kennen.
„Na eene twintigjarige regeering heeft het volk
als kiezers opgeroepen, in volledige onafhanke
lijkheid en onder omstandigheden, die voor den
vooruitgang en de kracht der openbare zeden
pleiten, zijne goedkeuring aan uw werk geschon
ken met eene eenheid, wier gewicht door nie
mand kan geloochend worden.
„Het land, in zijn instinctmatig besef van zijne
ware belangen en van zijne grootheid, heeft den
nieuwen regeeringsvorm van het Keizerrijk met
meer dan zeven millioen stemmen aangenomen
en zegt U daardoor: „Sire, Frankrijk is met U, ga
vertrouwend voort, elke hervorming, die voor
verwezenlijking vatbaar is, tot stand te brengen
en grondvest de vrijheid op den eerbied voorde
wetten en de constitutie.
„Frankrijk stelt de zaak der vrijheid onder de
hoede Uwer dynastie en der groote Staatsli
chamen."
Hierop heeft de keizer het volgende antwoord
gegeven
i,Mijne heeren'.
„Bij het ontvangen uit Uwe handen van het
verslag der stemming van 8 Mei jl. is mijne eerste
gedachte, mijne dankbaarheid te kennen te geven
aan het volk, dat mij, voor de vierde maal sinds
tweeëntwintig jaren, een schitterend blijk heeft
gegeven van zijn vertrouwen.
„Het algemeen stemrecht, welks elementen on
ophoudelijk vernieuwd worden, behoudt niette
min in zijn gedurige afwisseling een blijvenden
wil. Het bezit als leiddraad zijn traditie, de juist
heid zijner ingeving, de getrouwheid zijner sym
pathieën.
„Het volksbesluit had slechts ten doel de be
krachtiging eener coustitutioneele hervorming
door het volk, maar te midden van de botsing
der meeningen en in de hitte van den strijd, is
het debat hooger opgevoerd. Laat ons dat niet
betreuren. Zij, die onze instellingen vijandig zijn,
hebben de quaestie aldus gesteld: de revolutie of
het Keizerrijk.
„Het land heeft de quaestie beslist ten gunste
van het stelsel dat de orde en de vrijheid waar
borgt. Het Keizerrijk is thans bevestigd op zijn
grondslag. Het zal zijn kracht toonen door zijDe
gematigdheid. Mijne regeering zal de wetten ten
uitvoer doen leggen zonder partijdigheid, maar
ook zonder zwakheid. Zij zal niet afwijken van
de vrijzinnige richting, welke zij zich heeft afge
bakend en alle rechten eerbiedigen.
„Zij zal aller belangen beschermen zonder zich
de stemmen der tegenstanders en de vijandige
manoeuvres te herinneren; maar ook zal zij den
zoo krachtig uitgesproken nationalen wil weten
te doen eerbiedigen en dien voortaan boven allen
strijd weten te handhaven. Bevrijd van constitu-
tioneele quaestiën, die de beste gemoederen ver
deeld houden, moeten wij slechts éen doel hebben
rondom de constitutie, welke het land heeft be
krachtigd, de eerlijke lieden van alle partijen te
vereenigen, de veiligheid te verzekeren, de harts
tochten tot kalmte te brengen de maatschappe
lijke belaugen te beveiligen tegen de besmetting
der valsche leeringenmet behulp van al wat
denkt de middelen te zoeken ter vermeerdering
van Frankrijks grootheid en welvaart; overal het
onderwijs te verspreiden het raderwerk der admi
nistratie te vereenvoudigen; de bedrijvigheid van
het middelpunt, waar zij in", overvloed is, naar
de uiteinden over te brengen, waar zij ontbreekt;
in onze wetten, die gedenkstukken zijn, de ver
beteringen aan te brengen, welke de tijd recht
vaardigt; de algemeene drijfveeren der voortbren
gende krachten des rijkdoms te begunstigenden
landbouw en de ontwikkeling der openbare
werken te beschermen; eindelijk onze krach
ten te wijden aan dat altoos opgeloste en altoos
zich vernieuwende problema: de beste verdeeling
der lasten over de belastingschuldigen.
„Ziedaar ons programma. Bij de verwezenlijking
daarvan, zal ons volk door de vrije aanwending
zijner krachten den vooruitgang der beschaving
steeds meer bevorderen.
„Ik dank U, mijne Heeren, voor de hulp, welke
gij mij in deze plechtige omstandigheid hebt ver
leend. De bevestigende stemmen, waardoor die
van 1848, 1851 en 1852 bevestigd worden, beves
tigen ook Uwe macht en geven aan U, evenals
aan mij, een nieuwe kracht om te arbeiden aan
het welzijn des lands.
„Wij moeten meer dan ooit, thans op de toe
komst zonder vrees het oog gevestigd houden.
„Wie zou inderdaad zich kunnen verzetten
tegen den vooruitgang van een stelsel, hetwelk
door een groot volk is gegrondvest, te midden
der politieke stormen, en dat het, te midden van
den vrede en de vrijheid, heeft versterkt."
Het centraal comité voor het plebisciet van 8
Mei heeft besloten zijne organisatie in stand
te houden en zich définitief te vestigen als
liberale vereeniging ter verdediging der dynas
tieke en parlementaire belangen, waaraan de natie
door de aanneming van het plebisciet haar goed
keuring heeft gehecht. De commissie die benoemd
is om een reglement in dien geest te ontwerpen
bestaat uit de heeren d'Albuféra en Josseau, le
den van het Wetgevend Lichaam Bouvilliers, De
Lagué-ronniere, leden van den Senaat en de Girar-
din, liberaal dagbladschrijver.
De instructie omtrent het onlangsondektkom-
plot tegen het het leven van den keizer wordt
steeds voortgezet. Zij schijnt gaandeweg omslach
tiger te worden, naarmate men telkens van nieuwe
arrestatiën hoort. Zoo bericht de Patrie dat er
weder drie werklieden zouden zijn gearresteerd,
waaronder zekere Renard die de ontplofbare bom
men bij de ijzergieterij van de firma Lepet zou
besteld hebben.
Engeland.
Het Hoogerhuis heeft na langdurige discussie
met 77 tegen 73 stemmen verworpen de door
het Lagerhuis aangenomen voordracht tot wetti
ging van het huwelijk eens weduwenaars met
zijne schoonzuster.
Oostenrjjk-Hong. Monarchie.
De Wiener Zeitung deelt een circulaire mede van
graaf Von Beust aan de Oostenrijksche gezanten
in het buitenland. Daarin wordt gezegd dat het -
programma van het ministerie Potozki ten doel I
heeft de oprichting van een volksparlement, sa-
mengesteld door rechtstreeksche verkiezingen;
voorts voldoening aan de nationale wenschen,
1 binnen de grenzen der bestaande Constitutie ein
delijk, beroep op de kiezers na de ontbinding van
Rijksraad en Landdagen. Na goedkeuring door
den Rijksraad zal aan de Landdagen een ont
werp worden voorgelegd tot uitbreiding van de
autonomie der verschillende landen; de recht
streeksche verkiezingen zullen op liberalen grond
slag zijn gebazeerd. Het aantal leden van het Hee
renhuis zal vermeerderd wordendoor toevoeging
van vertegenwoordigers uit de Landdagen. In ge
val een Landdag weigert over te gaan tot verkie
zing van leden voor den Rijksraad, zal de regeering
zich de bevoegdheid voorbehouden rechtstreeksche
verkiezingen te verordenen. De regeering is niet
voornemens eene vergadering van notabelen bijeen
te roependoch zij zal rechtstreeks met de lei
ders der verschillende nationaliteiten en partijen
in overleg treden om te trachten tot eene alge
meene overeenstemming te komen.
Bij Keizerlijk patent zijn de Kamer van af
gevaardigden van den Rijksraad en alle Land
dagen, met uitzondering van die van Bohemen,
ontbonden verklaard en nieuwe verkiezingen uit
geschreven.
Portugal.
Volgens een gerucht, dat in de politieke kringen
te Parijs de rondte maakt, zou het niet onmogelijk
zijn, dat het geheim van 't militaire oproer, dat
onder leiding van den ouden maarschalk Saldanha
plaats vond, in verband stond met de candidatuur
voor den Spaanschen troon.
De maarschalk Saldanha liet zich in den laat-
sten tijd zeer veel gelegen liggen aan het denk
beeld van de Iberische eenheid. De verwezenlij
king van dit denkbeeld heeft schipbreuk geleden
op de herhaalde weigeringen van dom Fer
nando, vader van den koning van Portugal, en
diens zoon dom Luiz, om dien troon te be
stijgen.
Men gist dat de maarschalk Saldanha met de
overmeestering van het bewind slechts ten doel
heeft, invloed uit te oefenen op den wil van
beide vorsten, met dien verstande dat hij een van
beiden zal trachten over te halen Spanje en Por
tugal onder éen kroon te vereenigen. Men zegt
ook dat Prim aan deze even onverwachte als
van inwendige verrotting getuigende gebeurte
nis niet vreemd is.
De telegrammen uit Lissabon en Madrid hel
deren overigens dezen verwarden toestand wei
nig op.
Ziehier eenige bijzonderheden omtrent den
maarschalk Saldanha, den man, die zich met be
hulp van 5 bataljons soldaten een weg tot het be
wind heeft gebaand.
Joao Carlos, hertog van Saldanha, is niettegen
staande zijn negentigjarigen ouderdom nogmaals
op het tooneel verschenen, waarop hij een zoo
groote rol heeft gespeeld, beurtelings als verdediger
of bestrijder der regeering. Gesproten uit een
.aanzienlijk geslacht, van moederszijde kleinzoon
van den beroemden Pombal, werd hij reeds op
jeugdigen leeftijd raad van het bestuur der kolo
niën. Hij onderwierp zich aan de Fransche heer
schappij toen het land door Napoleon werd bezet,
doch geraakte in 1810 in Engelsche gevangenschap,
van waar hij naar Brazilië toog, het bevel over
een leger-afdeeling aanvaardde en zich meermalen
onderscheidde.
Na de herstelling van het Portugeesche rijk
werd Saldanha in 1825 door koning Johan VI
tot minister van buitenlandsche zaken aange
steld, en na diens dood trad hij onder het re
gentschap van Isabella als stadhouder van Oporto
op, in welke hoedanigheid hij de eerste pogingen
tot opstand der Miquellisten onderdrukte. Na de
invoering der nieuwe staatsinstelling als minister
van oorlog opgetreden, nam hij in 1827 zijn ont
slag, omdat hij niet kon verkrijgen dat twee ge
heime aanhangers van don Miquel uit het
regentschap werden verwijderd, en toog naar
Engeland.
In 1833, toen don Miquel Oporto blokkeerde,
drong Saldanha binnen die stad en vereenigde
zich met don Pedro, wiens vertrouwden raadge
ver hij werd en die hem met den titel van ge
neralissimus aan het hoofd van het leger plaatste.
Met den hertog van Texeira leidde hij den veld
tocht naar de beide Algarviën, die na eenige
gelukkige gevechten met de inname van Lissa
bon eindigde, vervolgens belegerde hij Santarem
in Estramadura en sloot in 1834 met don Miquel
de bekende capitulatie van Evora.
Saldanha, die aan zijn groote militaire bekwaam
heden eene met zijne eerzucht overeenkomende
veranderlijkheid van politieke gevoelens verbond,
ging in 1835 weder tot de oppositie over en werd
als minister van oorlog, president van den mi
nisterraad. Daar het hem echter in de Kamer en
bij zijn collega's aan den noodigen steun ontbrak,
trad hij nog in hetzelfde jaar weder af,
In de zitting van 1836 zag men Saldanha
in de rijen der oppositie plaats nemen
in de Cortes, en werd hij aldaar tot de liberalen
gerekend, doch nauwelijks brak de revolutie uit
of hij ging tot de conservatieven over en protes
teerde met een aantal pairs tegen de afschaffing
der privilegiën van dezen stand. Hij stelde zich
aan het hoofd van een door de koningin Maria
da Gloria heimelijk ondersteunden opstand tot
herstel der constitutie van don Pedro, die echter
door den graaf Das Antas werd onderdrukt.
Door den haat der zegevierende Semptembris-
ten vervolgd, ging Saldanha in ballingschap en
vertoefde tien jaren in Engeland en Frankrijk,
tot hem de koningin in 1846 weder terugriep,
nadat Cabral geuoodzaakt was te vluchten, en
hem in 1848 weder aan het hoofd van het mi
nisterie plaatste. Saldanha, die bij de kunst van
intrigeeren den tact om te regeeren mist, moest
weder spoedig zijn ontslag nemen, doch verklaarde
openlijk de politiek van zijn opvolger, den graaf
Van Thomar, te zullen steunen, omdat hij meende
in zijne hoedanigheid van opperhofmeester vol
doenden invloed te kunnen uitoefenen. Toen hij
echter dit doel niet bereikte en bemerkte dat de
koningin naar zijne raadgevingen niet luisterde,
en toen deze hem weldra zijn hofambt ontnam,
ging hij in 1851 tot een openlijken opstand over,
die door den bijval van Oporto en Coimbra een
zoodanigen omvang nam, dat de koningin moest
toegeven. Thoinar ging in ballingschap en Sal
danha trad weder aan het hoofd van het ministerie
Door zijn behendig slingeren tusschen de partijen
en het toegeven aan hun egoistische eischen
bleef hij aan het bewind en oefende een inder
daad dictatoriale macht uit, tot de nieuwe ko
ning don Pedro II, aan de meerderheid der Cor
tes toegevende, hem in Juni 1856 ontsloeg. In
zijn toorn daarover legde de oude maarschalk
het opperbevel over het leger neder en trad we
der in de rijen der oppositie. Sedert heeft men
weinig van hem vernomen, tot hij in de laatste
oppositie tegen het ministerie Loulé weder aan
leiding heeft gevonden opnieuw op te treden en
zich met geweld een portefeuille te veroveren.
TELEftRAMMEN.
Berlijn, 21 Mei. Heden is in den Rijksdag een
aanvang gemaakt met de derde lezing van het
ontwerp-strafwetboek voor den Noord-Duitschen
Bond. De heer Leon hard, bonds-commissaris, heeft
aan het Huis medegedeeld, dat de bondsregeerin-
gen zich zooveel doenlijk hebben vereenigd met
de besluiten door den Rijksdag genomen. De dood
straf blijft nu slechts gesteld op moord en poging
tol moord, gepleegd op het hoofd van den Noord-
Duitschen Bond en regeerende vorsten. Maandag
zullen de beraadslagingen over dit gewijzigd voor
stel aanvangen.
Madrid-, 22 Mei. Espartero blijft voor de hem
aangeboden candidatuur bedanken.
Lissabon, 22 Mei. Maarschalk Saldanha is ad
interim met de portefeuille van Buitenlandsche
Zaken belast.
Slew-York, 21 Mei. Volgens tijdingen uit Bue-
nos-Ayres heeft de nationale vergadering zekeren
Jordan schuldig verklaard aan den moord van Ur-
quiza, president der Argentijnsche Confederatie.
Londen, 22 Mei. Ingevolge de tiende officieele
correspondentie uit Athene, heeft lord Clarendon
medegedeeld, dat de Engelsche gezant te Konstan-
tinopel, de heer Elliot, Athene heeft bezocht. De
koning der Helleenen moet den ambassadeur zijn
diepe smart over het gebeurde betuigd hebben.
Op hooger bevel heeft de heer Erskine er op
aangedrongen, dat de Britsche advocaat Cookson
tot het verhoor der medeplichtigen zal worden
toegelaten.
Augsburg, 22 Mei. De Allg. Ztg. deelt het ver
blijdende bericht mede, dat in Acarnanië de ge
vreesde Albaneesche rooverbende dooreen afdee-
ling soldaten is uitgeroeid. Deze bandieten waren
dezelfde, die in 1867 twee Engelsche reizigers
gevangen natnen en niet dan tegen een losgeld
van 3000 pd. st. vrijlieten.
Munchen, 21 Mei. De Kamer van afgevaardig
den heeft het voorstel van Stauffen berg tot afschaf
fing der doodstraf met 76 tegen 67 stemmen ver
worpen.
HANDEL.
Rotterdam, 23 Mei. Granen: kleine aanvoer,
tot onderstaande verlaging langzaam opgeruimd.
Tarwe 20 ets. per mud lager; rogge 10 ets. per
mud lager; kanariezaad 25 ets. hooger; Bruine
Boonen 50 ets. hooger; Boekweit fb per last
hooger.
LAATSTE Hl-IIt I< I 11'liiN.
Maastricht, 21 Mei. Gisterenavond is een goe
derentrein te Eysden gederailleerd; op het oogen
blik van vertrek brak een as van een der wag
gons. Eenige oogenblikken later moest een andere
trein aankomenmen heeft gelukkig deu tijd ge
had dezen in tijds te seinen, waardoor men een
vreeselijk ongeluk heeft voorkomen.
's-Gravenhage, 23 Mei. Bij Kon. besluit van
20 dezer n° 10 is de heer W. Slichtenbree op
zijn verzoek, eervol ontslagen uit zijne betrek
king van commies der posterijen van de eerste
klasse, met vergunning om zijne aanspraak op
pensioen, ter zake van lichaamsgebreken te doen
gelden.
Adv.-Gen. Rijmer heeft in de heden gehou
den zitting van den Hoogen Raad (kamer van
strafzaken) conclusie genomen in de zaak van
C. Koornneef tegen een arrest van het Hof in
Zuid-Holland, waarbij hij is schuldig verklaard