publiek, hetwelk niet oordeelt, zal worden be schouwd, zoo niet als de moordenaar, dan toch als de onmiddellijke oorzaak van den dood van dien krijgsman. En om zulks zooveel mogelijk te keer te gaan, kwam het mij niet ongeschikt voor, van het bo venstaande een plaatsje in UEd®. dagblad te ver zoeken. K. Gemengde Berichten. De firma Blanus en Diter, staande met hunne tent op de kermis te 's-Gravenhage, liet zich jl. Zaterdag diets maken dat verscheidene leden der Koninklijke familie dien dag hun Nederlandsch paardenspel met een bezoek zouden vereeren. Dadelijk werden de noodige toebereidselen voor een waardige ontvangst gemaakt en de heuglijke gebeurtenis bij bazuingeschal den volke verkon digd, terwijl in voorbaat ons eene advertentie werd gezonden om het vorstelijk bezoek wereld kundig te maken. Niettegenstaande wij den heer Blanus opmerkzaam deden maken op het on waarschijnlijke der zaak en hem in overweging gaven de advertentie niet te plaatsen, moest ze in het nummer van dien avond worden opgeno men. Dit geschiedde, maar de komst der be geerde Hooge bezoekers bleef achterwege. Een oogenblik dacht de saamgestroomde massa dat niet vruchteloos werd gevlagd op en aan den Circus, want een hofrijtuig kwam in 't gezicht en politie-agenten veegden vóór de tent ruim baan, maar o wee! het rijtuig is ledig en rijdt't Valkenhof in. De een nu zegt dat de ondernemers van dit paardenspel de dupe zijn geworden van een ano niem schrijven, die komst als zeker meldende anderen (maar deze zijn zeker lastertongen en niets meer) daarentegen, achten den heer Blanus te slim om op een naamloozen brief zoo maar af te gaan en zien in de heele historie niets anders dan eene onkiesche reclame. (Dagblad.) Sedert eenige jaren wordt telkens in de dag bladen vermeld, dat een proefje nieuwe aardap pelen aan dezen of genen vorst, of aanzienlijk persoon ten geschenke is aangeboden, en dat op een tijdstip, dat er volgens den gewonen loop der natuur, nog in geen maanden aan den oogst dier smakelijke aardvrucht valt te denken. Men vervaardigt die nieuwe aardappelen kunstmatig, en op eene hoogst eenvoudige wijze, te Parijs, aan de oevers der Seine, waar dat bedrijf tot een tak van industrie is verheven. Onder den eersten boog van de brug Louis Philippe aldaar is de fabriek gevestigd. In het voorjaar, wanneer de aardappelen hunnen smaak hebben verloren, en niemand er meer naar omziet, koopen de fabri kanten van nieuwe aardappelen al het uitschot, onder voorwaarde dat het klein van stuk is, op, en bij tonnen en vaten komt de grondstof aan. Deze wordt naar de fabriek gebracht, en daar in groote bakken met water gevuld, uitgestort, waarop stevige mannen met bloote voeten uit al hunne macht er op gaan trappen. Deze operatie, die, zegt de Siècle, er niet zeer verlokkend uit ziet, duurt een kwartier, waarna de aardappelen hun oude zwarte huid hebben verloren. Dan zijn ze integendeel weer blank, glimmend, om kort te gaan, verjongd en wedergeboren, en hebben geene andere schil, dan een zeer dun vlies. Zoo dra die vernieuwing is verkregen, worden zij uit het water gehaald, gedroogd en in sierlijke mand jes gepakt, om naar alle oorden en hoeken dei- wereld als eene even kostbare, als fijne en keu rige lekkernij te worden verzonden. Zaterdag had te Hedel een kluchtig voorval plaats, hetwelk echter een groot ongeluk ten ge volge had kunnen hebben. Vier jonge kalveren waren uit de weide van den heer Haan den spoorweg gelegen, ont snapt en liepen achter elkander in de lengte over den spoorweg, juist toen de locomotief met het treinpersoneel uit Bommel kwam om den eersten trein van Hedel af te halen. Een der beambten dreef nog tijdig de vluchtelingen op zijde van den weg en de machinist bewaarde door langzaam te rij den den eigenaar voor anders gewisse schade. Vrijdag ontstond tegen den middag brand in de linnen- en katoenbleekerij bij sluis N®. 8 te Helmond. De stal en een gedeelte der bleekerij is door de vlammen verteerd, maar gelukkig is het daarbij gelegen woonhuis voor de vlammen bewaard gebleven. Vooral hebben de jongelui der rijks hoogere burgerschool aldaar door hunne kloeke houding zeer veel bijgedragen tot het spoedig meester worden van den brand. Een oude dame is als getuige voor een onzer rechtbanken gedaagd, en laat zich, oueerbiedig genoeg, ten opzichte van de verklaring der te genpartij, deze woorden ontvallen: „Het is alle maal humbug." De advocaat van deze, die scherp wil zijn, stuift op: „En wat verstaat gij onder humbug, mevrouw?" vraagt hij. „Wel," ant woordt de dame, „wanneer een vrouw ooit te gen u mocht zeggen, dat zij u aardig vindt, dan kunt ge dat gerust beschouwen als een staaltje van humbug." BUITENLAND. Frankrjjk. De wijzigingen in het ministerie, waarover in de laatste dagen zooveel gesproken is, zijn ge schied. De graaf De Grammont, gezant van Frankrijk bij het Oostenrijksche hof, heeft de portefeuille van Buitenlandsche Zaken bekomen. De heer Mège, afgevaardigde van het departement Puy-de-Dóme en een van de vice-presidenten van het Wetge vend Lichaam, is minister voor het onderwijs ge worden. De heer Plichon, afgevaardigde van het depar tement du Nord, bekend door zijn overdreven clericale beginselen, volgt den markies De Tal- houët op als Minister van openbare werken. Eindelijk ziet de heer Maurice Richard zich aan het hoofd van een nieuw departement van alge meen bestuur geplaatst, dat met den naam be stempeld is van ministerie voor de letterkunde, wetenschappen en schoone kunsten. Uit een politiek oogpunt beteekent o. i. deze kabinets-wijziging weinig of niets. De heer Emile OUivier blijft de eenige opmer kenswaardige persoon van dit kabinet. Ziehier een korte schets van de loopbaan, die de drie nieuwe ambtgenooten van den heer Ollivier reeds achter zich hebben. De heer C. J. Plichon is geboren den 28®,e" Juni 1814. Als advocaat een zeer ijverig deel nemer aan de St.-Simonistische beweging, was hij in de laatste jaren van de Juli-regeering af gevaardigde voor het district d' Hazebrouch. Toen hij in 1857 tot afgevaardigde van het eerste kiesdistrict van het departement du Nord werd gekozen, was hij een van de eerste onderteeke naars van het bekend amendement der 91 le den. In 1868 bestreed de regeering hardnekkig zijne verkiezing; ondanks het stelsel van offi- cieele candidaturen in al zijn omvang op hem toegepast werd, werd hij herkozen. In Mei 1869 weder herkozen, teekende hij ook het verzoek van de 116 leden, om een interpellatie tot de regeering te mogen richten over de binnenland- sche politiek van het keizerrijk en naar de oor zaken van de willekeurige schorsing van het wetgevend lichaam. Hij is voorts een protectionnist door merg en been. De heer Plichon is ook lid van den algemee- nen raad van het departement du Nord, voor het district de Bailleul. De heer J. P. Mège is den 15de» September 1817 te Riom geboren. Hij promoveerde te Parijs tot doctor in de rechten en liet zich als advocaat inschrijven te Clermont-Ferrand, waar zijn vader langen tijd rechterlijke betrekkingen had ver\ uld. De heer Mège werd achtereenvolgens, dank zij de vriendschap van zijn vriend Rouher, maire van Clermont in 1862, lid van den algemeenen raad en eindelijk afgevaardigde voor het eerste kiesdis trict van het departement Puy-de-Dóme. In 1869 opnieuw gekozen en benoemd tot vice- president van het Wetgevend Lichaam, teekende deze ex-officieele candidaat de bovenbedoelde iu- terpellatie van de 116 leden. De heer A. A. A. De Grammont, graaf van Grammont, is gesproten uit een oud adellijk ge slacht in het zuiden van Frankrijk, dat tot 1789 het vorstendom van Bidache met bijna Konink lijke leenrechten bezat, en dat verwant is aan de geslachten van Aragon, .Navarre en Orleans. Den 14d,n Augustus 1819 te Parijs geboren, waar hij de speelmakker van den hertog van Bor deaux was, bezocht hij in 1837 de polytechni sche school. In 1839 werd hij tot tweeden luite nant benoemd, maar nam nog hetzelfde jaar ont slag en begon zich van 18421848 als lid van den algemeenen raad van het departement des Hau- tes-Pyrénées in de staatszaken te mengen. Zijn eigenlijk staatkundige loopbaan dagtee- kent echter eerst van eenigen tijd vóór den staats greep; hij was achtereenvolgens gevolmachtigd minister te Kassei in 1850 (hij voerde toen den titel van hertog De Guiche, waarvan hij zich se dert den dood van zijn vader niet meer bediende), te Stuttgart in 1852, te Turijn in 1853, te Rome in 1857 en werd den 4d™ November 1861 gezant te Weenen. Rusland, Men meldt dat de graaf Orloff zal benoemd worden tot gezant van Rusland te Parijs, in de plaats van wijlen den generaal Stackelenberg. Italië. De. Gazelle Ojficielle van Zondag deelt mede, dat berichten uit de Toscaansche provinciën inhouden dat zich daar slechts éen bende ophoudt, te weten die, welke reeds vroeger aanwezig was. De troe pen vervolgen de roovurs, die zich allengs meer en meer verspreiden. Elf personen zijn weder naar hun haardsteden teruggekeerdvier zijn gevangen genomen. De te Calabrië verstoorde rust is weder hersteld. Alle sporen van pogingen om wauorde te stichten zijn verdwenen. De Kamer zal den 2.3s,*n Mei a. s. de be raadslagingen aanvangen over de voorstellen der Regeering tot herstel van het fiuantieele even wicht van den Staat. Spanje. In de zitting van de Cortes van gisteren heeft de minister van kolouiën Moret y Prendergast op een tot hem gerichte vraag geantwoord, dat van het voornemen tot afschaffing van de diffe- rentieele rechten op de schepen te Cuba en Porto- Rico, vooreerst is afgezieD, maar dat een wets ontwerp later zal ingediend worden. De heer Figuerola, minister van financiën, ant woordde op een vraag van den afgevaardigde Elduayen, dat de leening van een milliard realen stellig zal gesloten worden; binnen tien dagen zou hij de desbetreffende stukken overleggen. De heer Morret, minister van koloniën, ver klaarde in antwoord op den afgevaardigde Soler, dat de regeering spoedig een wetsontwerp zou indienen tot afschaffing van de slavernij in de Spaansche koloniën. Beieren, Een zeer gewichtige voordracht, die nog onder het beheer van vorst Von Hohenlohe voorbereid werd, betrof de rangschikking van de diplomatieke ambtenaren. Het geraakte allengs in het vergeet boek dat de benoeming van buitengewone gezanten, mïnister-resideuten of zaakgelastigden niet het op dragen van een staatsambt is, maar slechts een altijd te herroepen overdracht eeuer bediening, en door de Fransche uitdrukking „ministre pleni potentiaire" is het een gewoonte geworden, de gezanten voor een Minister aan te zien, zoodat men hen ook in het dagelijksch leven met den titel van „Excellentie"aanspreekt, die hen evenwel naar de bepalingen van het verdrag van Aken niet toekomt. Volgens het besluit evenwel van den 3den Maart II. bestaat de Beiersche diploma tie voortaan slechts uit legatie-secretarissen, raden van legatie, geheime legatieraden 2d« klasse, ge heime legatieraden l"te klasse, en in bijzondere gevallen zoo ook bij veeljarige dienstvervulling kunnen de diplomatieke ambtenaren ook den titel en rang van staatsraad bekomen. Thans is de rangverhouding van de Beiersche gezanten der wijze geregeldde rang van geheim legatieraad l,le klasse is toegekend aan den heer v. Dönniges te Florence, Dr. v. Sigismund te 's-Gravenhage, graaf Tauff'kirchen te Rouie, graaf Houipesch te Londen en vrijheer v. Riederer te Karlsruhe. Den titel en rang van geheim legatieraad 2de klasse hebben graaf Paumgarten te Dresden en vrijheer v. Bibra te Bern. Titel en rang van Staatsraad is verleend aan vrijheer v. Perglas te Berlijn. Tot dusver zijn nog niet onder deze nieuwe regeling begrepen de vertegenwoordigers van Beieren te Parijs, te Darmstadt, Stuttgart, Brussel en St.-Pe- tersburg. Deze nieuwe inrichting ging vergezeld van eene aaozieolijke vermindering van de uitgaven voor de diplomatie. TELEGRAMMEN. Londen, 16 Mei. Zaterdag jl. zijn hier eenige personen, die van Birmingham kwamen, gear resteerd; zij worden verdacht Fenians te zijn. In hunne koffers heeft men 5Ü revolvers gevonden. St.-Petersburg, 16 Mei. Het Journal de St.-Pe- tersbourg weerspreekt het gerucht dat de Russen naar Khiva zouden oprukken en dat zij van den Kkan provisiën en een contingent hebben geëischt. Weenen, 17 Mei. Graaf Potocki is naar Praag vertrokken, om de ouderhandelingen over een vergelijk met de Czechen voort te zetten. Berlijn, 16 Mei. Uit Bern wordt hier gemeld, dat er met de Zuid-Duitsche Staten over den Got- hard-Spoorweg onderhandeld zal wordenook wordt er op bijdragen van Nederland en België gerekend. In Zwitserland twijfelt men niet aan het tot stand komen van het werk. Athene, 17 Mei. De Fransche gezant heeft aan de Grieksche regeering te kennen gegeven, dat, zoo ooit Frausehe onderdanen in Griekenland door roovers gevangen genomen worden, Grie kenland het losgeld zal moeten betalen. B echt zaken. In de correctioneele zitting der rechtbank te Leiden van Dinsdag 17 Mei 1870, zijn veroordeeld J. v. L. te Leiden, wegens moedwillige mis handeling, tot eene boete van f 10 of subsid. gev. van 3 d. J. J. J. te Schiedam, wegens idem, tot eene cell. gev. van 8 m., geldb. van f 8 of subsid. gev. van ld. J. T. te Oegstgeest, wegens hoon, tot eene geldb. van 20 of subsid. gev. van 5 d. J. P. te Leiden, wegens beleediging, tot eene geldb. van f 8 of subsid. gev. van 2d. S. K., G. K., P. C. en H. v. T., allen të Leiden, wegens gewelddadigheid aan een bedienend be ambte, de beide eersten tot eene cell. gev. van 2 m. en de beide laatsten vrijgesproken. J. L. v. d. E., zonder vaste woonplaats, wegens bede larij, tot eene gev. van 8 d. STATEN-GE1VEKAA.L. TWEEDE KAMER. Zitting van heden. Aan de orde is de voortzetting der algemeene beraadslagingen over het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf. De heer v. Oldenhuis Gratama acht het een voor recht, dat hein nu te beurt valta en waarnaar bij lang gewenscht had, te kunnen medewerken tot afschaffing der doodstraf. Hij wil zijn gevoelen in 8 punten resumeeren. 1°. 't Henschelijke leven is onschendbaar. 2®. De feilbaarheid van den rechter. 3°. De ongeschikt heid der doodstraf, op grond harer ondeelbaarheid 4®. Het beroep op den Bijbel-, staat tegenover Gen. IX 6 niet, dat de eerste broedermourdci.uar met is ter dood gebracht? 6°. De doodstraf strijdt met de christelijke liefde. 6*. Het slechte voorbeeld van de maat schappij. 7°. Het onzedelijke der executie. 8®. Het gezag wordt verminderd door eene straf, die niet wordt uit gevoerd. Spr. eindigt met krachtig aan te dringen op de aanneming dezer wet, welke ons onder de beschaafde natiën eene waardige plaats zou doen innemen. De heer Van Loon bespreekt twee hoofdpunten: 1®. de staat mag den misdadiger ter dood brengen; 2®. de staat moet dat m sommige gevallen doen. Ad. 1®. De staat is geene vereeniging vau individuen, maar de staat heeit een gezag, ontleend aan God. De maatschappij, recht uitoefenende, moet dit ont- leenen aan goddelijk recht. Ad. 2". waar het recht door God gegeven wordt, aan de maatschappij, is het niet om het ongebruikt te laten liggen. De vraag is nu alleenheeft God dat recht aau de overheid gegeven? Dat is de vraag. En nu moet spr. zieh be roepen op de Heilige Schrift, 't Recht heeft ultijJ en overal gegolden. Bij de grondwet van het nieuwe menschdom (Noach) is de onschendbaarheid van het menschelijk leven als grondstelling aangenomen. Spr. on derzoekt die grondsteiling, verdedigt de gemeene uitleg ging van deu oorsproukehjkeu tokst tegenover de nieuwe z. i. vicieuze vertaling van Dr. Tinholt en leest een Hebreeuwschen tekst voor tot verklanug van een Hebreeuwsch voorzetsel. Hij, die een mensch ver moordt, zegt spr., vermoordt deu beelddrager Gods en hoont en schendt Gods majesteit in Gods beeld. Nog citeert spr. den 82sten psalm, en vooral Ro meinen XIII vers 14, over de plichten jegens de overheden. De heer Gratama heeft zich op Kaïn beroepen, maar spr. zegt, dat de wet van Noach en de Noa- chieteu toen nog niet was gepromogeerd. Ook in de wet op de 12 tafelen is do talio aangenomen. Charles Lucas zegt, dat de talio eene verlichte maatschappij onwaardig is. Maar de ervaring van alle landen heeft ook geleerd, dat de volksovertui ging eischt, dat de talio worde gehandhaald, niet uit wraakgevoel, maar uit een algemeen besef van recht vaardigheid. Men beweert dat 't Nieuwe Testament met die leer van talio heeft gebroken. Men beweert dat het Nieuwe Testament de leer bevat van liefde en vergevensgezindheid. Is dat waar? Die leer wordt ook in het Oude Testament gevonden. Maar wie moet, volgens het Nieuwe Testament, liefhebben? De staat? Neen, de beleedigde; de geest des Christendoms eischt van den beleedigde dat hij vergevo. Het „zwaard der gerechtigheid" is geen drietand van Neptunus; dat zij niet de boog en de pijlen van Arnor. Het „zwaard van gerechtigheid" ia geen symboolhet is een zwaard, dat gebruikt moet worden. Anders had de apostel Paulus van boeien en roeden gesproken; maar, men lette wel, hij heeft van het zwaard gesproken, en dan voegt de apostel er bijnzij is Gods dienares." Duidelijker kon de apostel toch niet spreken. Daarop refuteert spr. enkele argumenten voor de afschaffing aangevoerd. De heer Moens is een ijverig voorstander van ie afschaffing en staat voornamelijk stil bij de rede van den heer Van Loon, die hij op onderscheidene punten wederlegt. (Per telegraaf.) Daarna hebben nog de heeren Len- ting en Cornelis breedvoerig deu maatregel tot afschaf fing der doodstraf verdedigd. De laatste zal morgen zijn rede vervolgen. LAATSTE BERICHTEN. Wij meenen onzen lezera geen ondienst te doen met hen in kennis te stellen van hetgeen wij heden vernomen hebben omtrent de straten waar langs de gecostumeerde optocht op 7 Juni a. s. zoowel bij dag als des avonds zal trekken. Het zijn de volgende: Rapenburg, Varkenmarkt, Noordeinde, Breed- straat, Steenschuur, Hoogewoerd, Kraaierstraat, Nieuwe Rijn, Hartesteeg, Nieuwstraat, Hooi gracht, Bakkersteeg, Haarlemmerstraat, Bees tenmarkt, Oude Singel, Oude vest, Mare, Don- kersteeg, Hoogstraat, Vischmarkt, Maarsmans- steeg, Aalmarkt, Apothekersdijk, Kort Rapenburg, Rapenburg, Nieuwsteeg rondom het laborato rium, enz. Het uitvoerig programma, dat binnenkort ver schijnt, zal omtrent een en ander in meerdere bijzonderheden treden. Van de 25 adspiranten voor de betrekking van surnumerairs der registratie en domeinen, heb ben thans 20 het mondeling examen algelegd. Het mondeling onderzoek der 5 overigen heeft plaats op den 17den en 18den dezer maand. Het schriftelijk werk der adspiranten inoet geheel ge reed zijn op den 21sten a. s. Daarna vangt de taak der commissie aan, om een 4O0tal stukken vergelijkend te onderzoeken. 's-Gravenhage, 17 Mei. Bij koninklijk besluit van 14 Mei jl. n°. 25, is de heer A. Engelenburg, thans ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnzen teNoordwijkc a., benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te Maassluis c. a. -Bij koninklijk besluit van dezelfde dagtee- kening n®. 26 is de heer G. D. Thiereus, thans ontvanger der directe belastingen, in- en uit gaande rechten en accijnzen te Medeiriblik c. a., benoemd tot ontvanger derzelfde middelen le Hoorn. - THERMOMETER VAN FAHRENHEIT. loorg. morg. nam □am. Dam. avond avond 5 D. 8 u. 12 u. 4 O. 5 u 8 TJ 10 o. 59° 55° 62» 50® 56° 60° 62° WindMaandag midd. 5 uren N. W.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3