9 Mei. N°. 3140 Maandag x\°. 1870. DAGBLAD PRT.TS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTENTIEN. Voor iedere» regel.J 0.15. Groolere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 7 Mei. Miehelet noemt ergens ons volk ce pelit peuple qui faisail tant de grandes choses saus grandeur. Dit oordeel herinnerden wij ons weder, toen bij het doorbladeren van de laatste aflevering van de Economist ods oog viel op het vijfde Verslag van de commissie van Redactie voor de bewerking eener Algemeene Statistiek van Nederland.' Er zijn en er worden zeker grootere dingen in Ne derland gedaan. Men schatte echter het werk niet te gering, waarvan dit verslag de voortgang mee deelt. Dooreene particuliere vereeniging, door eene vereéniging van mannen, die hunnen tijd en moeite geheel vrijwillig voor dezen arbeid ten dienste stellen, wordt in stilte een werk vervaardigd.dat ons in éen geheel bekend zal maken met den toe stand van ons land in de laatste 20 jaren. De natuurlijke en politieke gesteldheid van het land, nijverheid en landbouw, handel en scheepvaart, finantieele en philantropische inrichtingen, over dat alles wordt door daartoe uitgezochte leden der Vereeniging voor Statistiek, onder de leiding van eene commissie van redactie, een onderzoek ingesteld, en de gevonden resultaten tot éen ge heel verzameld. Is het niet belangrijk Een overzicht over een zeker tijdvak, van de materieele en moreele ont wikkeling der bevolking, van hare welvaart en hare middelen van bestaan, van wat zij gewerkt en tot stand gebracht heeft, van wat voortgebracht en ook weder vernietigd is, van geheel den maat- schappelijken toestand van Nederland over een twintigtal jaren moet het belang van zulk een werk aangetoond worden? Er zijn wel vele gege vens, zoo in de statistieke jaarboeken van het Rijk, en in de verschillende officieele verslagen, als in de 20 jaargangen van de genoemde Ver eeniging voor de statistiek, maar wij missen een volledig werk, en dit is het wat thans door de zorgen der vereeniging wordt uitgegeven. Het verslag maakt melding van teleurstellingen, waardoor de uitgaTe eerst vertraagd is, zoodat in Februari eerst 13 bladen druks gereed waren, doch daarnaast van betere verwachtingen voor de toekomst. Veel copie licht reeds gereed, en de regeering heeft de commissie in staat gesteld om trent een belangrijk deel, de statistiek der hypothe ken, de juiste gegevens te verkrijgen. Moge de commissie niet beschaamd worden, en moge zij het werk waarvan thans twee afleveringen ver schenen zijn, spoedig aan onze landgenooten kun nen aanbieden! De redactie van het Haagsche Dagblad heeft éen verdienste. Zij geeft, zelfs bij hare felste tegen standers den moed op bekeering niet op, dan in de laatste ure. Zoo begint de redactie heden eerst te wanhopen aan Prof. Buys. In een lang hoofdartikel toont zij dit aan, natuurlijk op hare gekuischte manier. Eerst nu, na het laatste artikel in de Gids over het koloniaal debat ziet zij in, dat er voor hare partij van Prof. Buys niets meer te verwachten is, en eerst nu neemt zij afscheid van hem. Hoewel zij eerst verklaart dat Prof. Buys van de wezenlijke toestanden evenveel begrip heeft als een kind van de hanen, die de hemellichamen beschrijven (I), werkt dit afscheid zoozeer op het gemoed van de redactie, dat zij ten slotte toch de verklaring aflegt, dat Prof. Buys een man van talent is, van wien zij het betreurt, dat hij niet tot hare partij behoort. Dit laatste laat zich begrijpen. Niet onjuist is het wat de Belgische correspon dent van hel Noorden naar aanleiding van een Belgisch schandaal schrijft: Het is waar, ambtenaren zijn een noodzakelijk kwaad. Men kan hen niet geheel en al missen. Maar men kan toch het kwaad temperen, door hen zoo weinig mogelijk in tweestrijd te bren gen tusschen traktement en overtuiging. Met iede- ren President in Noord-Amerika treden negentig duizend ambtenaren af. Vergelijk daarmede de buigzaamheid van een secretaris-generaal bij een Nederlandsch ministerie, bijvoorbeeld dat van koloniën. In 1862 schrijft hij een memorie van toelichting om de heerendiensten op Java te brandmerken; in 1863 bepleit hij hunne voor- loopige handhaving en beveelt het geldelijk be heer van de kolonie door het parlement aan; hij geeselt de gedwongen indigo-cultuur; hij wordt verontwaardigd als hij denkt aan rottingslagen; in 1866 schetst hij den Oosterling als een excep tioneel wezen, dat gaarne genegerd wordt bepleit het batig slot als een rechtbetreurt de rotting slagen, maar dringt toch aan op onderwijs; in 186S vindt hij het batig slot oneerlijk en onzede lijk, en in 1S69 stelt hij voor uit Indië meer dan het dubbel te nemen van wat eerlijk en zedelijk is. Van onderwijs en bemoeiing der Kamers met de Indische begrooting verwacht hij geen heil meer. In de middeleeuwen droeg ieder de kleur van zijn' ineesler of baas. In Algerië verwisselt een Zouaaf, die zijn Roomsch geloof aflegt tegen het Mohaminedaansch, tevens zijn képi of politiemuts tegen een tulband. Als die gewoonte ook in Neder land bestond, wat kakelbont geheel, wat rommel- zoö zou de kleerenkast van menig ambtenaar vormen Zelfs in Frankrijk toont men meer zelfgevoel. Toen Pinard, de overwinnaar zonder vijand in den tweeden slag bij Clichy, zijne ministerieele loopbaan roemloos eindigde, verliet ook de secre taris-generaal de Saint-Paul zijn kabinet. Zoo gaat het daar altijd; eveneens in Engeland. Naar men verneemt, zijn door Z. M. den Ko ning-Groothertog benoemdtot kommandeur der orde van de Eikenkroon, Jhr. Opperdoes Ale- wijn, te Hoorn, en tot officier dier orde, de HH. C. H. Wehlburg, kapit. bij de d.d. schutterij, en G. A. Ouwens, entreposeur en directeur van 's Rijks entrepotdok te Amsterdam. Z. M. de Koning van Pruisen heeft aan Dr. Jacques Cohen, directeur-ingenieur der Ned. Kool- teerstokerij te Amsterdam, de Kon. Kroonorde 4de kl. verleend. De senaat der Leidsche Hoogeschool heeft in eene deze week gehouden vergadering het adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal be treffende liet wetsontwerp op het hooger onder wijs vastgesteld. Het zal eerstdaags aan de Kamer opgezonden worden. Te Bonn is eenige weken geleden een tele- graafbureel ingericht aan de sterrenwacht aldaar, dat rechtstreeks in verhand zal staan met het observatorium te Leiden, ten einde uit gelijktij dige waarnemingen de ligging van beide plaatsen met meer zekerheid te kunnen bepalen. Tot het zelfde doel hebben reeds onderlinge waarnemin gen met andere sterrenwachten plaats gehad, gelijk reeds in 1864 tusschen Bonn-Berlijn en Bonn- Greenwich is geschied. Een reeds beschonken sjouwer wilde heden middag in een herberg op den Witten Singel nog eens een afzakkertje nemen. De tapper weigerde hem te schenken, waarop de sjouwer onder ellen dige dronkenmanspraat den boel kort en klein dreig den te slaan. Een politie-agent die hem dit trachtte te beletten en naar het politiebureau wilde me devoeren om zijn roes te doen uitslapen, kreeg er duchtig langs; wij zagen zelfs bloed, of dit van den agent of van den woesteling was, wil len wij niet uitmaken. Met behulp van een ander politiebeambte en een burger werd hij eindelijk naar het politiebureau gedragen. Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis alhier opgenomen van 118 tot 132 vol wassen personen en van 47 tot 58 kinderen. Z. M. heeft bij besluiten van 2 Maart jl., eenige bepalingen vastgesteld betrekkelijk het bezetten van forten in de Nieuwe Hollandsche Waterlinie en het houden van practische oefeningen in de legerplaatsen bij Zeist en bij Teteringen. Daarbij wordt o. a. bepaald: 1°. Gedurende de maanden Augustus en September worden de forten, behoo- rende tot de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, zoo tot de oefening der troepen als tot het ver richten van sommige werkzaamheden van blij- venden aard, door infanterie en vesting-artillerie bezet, op de wijze als door den minister van oorlog zal worden aangegeven. 2°. In de maan den Augustus en September worden tot het hou den van practische oefeningen eenige kompagnieën vesfing-artillerie, eene kompagnie van het batal jon mineurs en sappeurs, en de onderofficieren, die bij het wapen der artillerie het wetenschap pelijk onderwijs bijwonen in de legerplaats bij Zeist, en eenige kompagnieën vesting-artillerie in de legerplaats bij Teteringen, vereenigd. 3°. Voor den dienst bij de troepen, in de vorige bepalingen bedoeld, zullen, boven en behalve de daarbij ingedeelde officieren het vereischte aantal hoofd en verdere officieren van de verschillende korp sen, staven en diensten worden aangewezen. 4". De milicien-verlofgangers der lichting van 18G6, van het regiment grenadiers en jagers, de ove rige regimenten infanterie en het korps ponton niers worden tegen den 16dcn Augustus aan staande onder de wapenen geroepen. De opge komen manschappen worden vóór of op den 14Jwl September daaraanvolgende weder met groot verlof gezonden. De milicien-verlofgangers der lichting van 1866 van de drie regimenten ves ting-artillerie worden voor eeu gedeelte opeerst- gemelden datum, de overigen zooveel later in Augustus als de minister zal noodig achten, on der de wapenen geroepen, en hoogstens gedu rende vier weken gehouden. De manschappen van bovengemelde lichting, die vóór den 1"™ Augustus dezes jaars gehuwd zijn, worden ditmaal buiten op roeping gelaten. 5°. De officieren en officieren van gezondheid, behoorende tot of dienstdoende bij de troepen, welke de forten, behoorende tot de nieuwe Hollandsche Waterlinie, zullen be zetten, geuieten tijdens hun verblijf aldaar, eene bijlage op hun traktement, te weten voor een kapitein van ƒ1.50 en voor een eersten of tweeden luitenant l.SÜ per dag. De onderoffi cieren en mindere militairen, die de bezetting der vermelde forten zullen uitmaken, genieten, voor zooverre het munitiebrood hun niet in natura wordt verstrekt, eeüe toelage van 10 cents per dag tot het aankoopen van brood. 6°. Op de officieren, onderofficieren en mindere militai ren welke volgens de artt. 2 en 3, bovengemeld, tot het doen van practische oefeningen op de leger plaatsen bij Zeist en bij Teteringen worden gekam peerd, zijn de bepalingen van toepassing, vervat in de artt. 4, 5, 6 en 7 van Zr. Ms. besluit van 19 April 1863 d°. 31, betrekkelijk de in dat jaar gehou den practische oefeningen. 7'. Voor schadeloos stelling voor bureaukosten wordt aan de hoofd officieren, belast met het bevel, en aan de officie ren belast met den adininistratieven dienst, in de legerplaatsen bij Zeist en bij Teteringen, voor ieder hunner toegekend ƒ25 per maand. Ter uitvoering van dat besluit heeft de minister van oorlog den 27,ten April jl. o. bepaaldvan 1 Aug. tot den laatsteu September zullen de na volgende forten worden bezet: Weesp, Uitermeer, Hinderdam, Nieuwersluis, TienhoveD, de Klop, de Gagel, Bildstraat, Vossegat, de Lunetten op de Houtensche vlakte, Jutphaas, Honswijk, Ever- dingen, AspereD, Vuren, Altena. De infanterie zal slechts gedurende de eerste maand der bezet ting de artillerie kunnen behulpzaam zijn bij het uitvoeren van de werkzaamheden van blijvenden aard aan de forten. De infanterie-bezettingen op forten de Klop, de Gagel, aan de Bildstraat, het Vossegat en Vuren blijven tijdens haar verblijf aldaar, aan de schietoefeningen te Utrecht en te Gorcum deelnemen. De overige infanterie-be zettingen moeten van een ruimen voorraad Flo bert-patronen worden voorzien. In de legerplaats bij Zeist zullen kampeeren van 19 Aug. tot 1 Sept., de 2de, 4de, 5de, 9de, 10de en 12de komp. van het 1ste reg. vest.-art. van 2 tot en met 15 Sept. de 3de, 5de, 6de, 9de, 12 en 13de komp. van het 3de reg. vest.-art. van 1 Aug. tot 15 Sept., de 3de komp. van het bat. mineurs en sappeurs. In de legerplaats bij Teteringen zullen kampeerenvan 19 Aug. tot 1 Sept., de 1ste, 3de en 6de komp. van het 2de reg. vest.-art., en van 2 tot 15 Sept. de 7de, Sste en 13de komp. van het laatstgenoemd regiment. Het bevel over het kamp van Zeist, van 19 Aug. tot 15 Sept., wordt opgedragen aan den kolonel Delprat van het 1ste reg. vest.-art., en liet bevel over het kamp te Teteringen, gedurende denzelf den tijd aan den luitenant-kolonel Knoop, van het 2de reg. vest.-art. Aan beide bevelvoerende officieren moet een kapitein als adjudant worden toegevoegd. Het speciale bevel overde kompagnieën artillerie te Zeist, van 19 Aug. tot 1 Sept. wordt opgedragen aan den majoor Mommers van het lste reg. vest.-art., en van den 2den tot den 15den Sept. aan den majoor Beijen van het 3de reg. vest.- art. Met den adininistratieven dienst in het kamp bij Zeist wordt belast de onder-intendant der 2de kl. Thomas, toegevoegd aan den intendant in de lste militaire afdeeling. Door den kommandee- renden officier van het 5de reg. inf. wordt, in overleg met den intendant in de 2de militaire afdeeling, een der luitenants-kwartiermeester van dat korps bestemd, om, onder toezicht van gezeg den intendant, den administratieven dienst in het kamp bij Teteringen te verrichten. Met den geneeskundigen dienst in het kamp bij Zeist en bij de troepen, die aldaar reeds den l,ten Augustus aankomen, wordt belast de officier van gezondheid der 2de kl. C. Van Wicheren van het 3de reg. vesting-artillerie te Groningen, en met den geneeskundigen dienst in het kamp te Tete ringen, van den l»,tn Augustus tot den 15den Sep tember, de officier van gezondheid der 2de kl. G. A. J. Baum van het 2de reg. vesting-artillerie te 's-Bosch. De minister van oorlog heeft den 30,t,n April jl., aan de lieeren bevelhebbers in de militaire afdeelingen de volgende missieve gericht: z/Ter aanmoediging van de vrijwillige oefening- in den wapenhandel, zijn bij mijne aanschrijving van den 24»t,n Februari 1869 eenige bepalingen gemaakt ten aanzien van miliciens, die, vóór hunne inlijving bij de infanterie, reeds zekeren graad van geoefendheid hebben verkregen. Het is nuttig dat eveneens de miliciens bij de vesting artillerie ingelijfd, die bij hun in dienst treden blijken geven vqn reeds eenigermate met den ar- tilleriedienst bekend te zijn, vroeger dan anderen in het genot van verlof worden gesteld. «Op mijn daartoe aan den Koning gedaan voorstel, heeft Zijne Majesteit bij kabinetsrescript van den 29"°'' dezer n°. 7, mij dan ook gelieven te machtigen, voor miliciens bij de vesting-artillerie, die aan de na te melden eisclien voldoen, den eersten oefeningstijd van acht maanden tot op zes maanden te verkorten. In verband hiermede heb ik goedgevonden te bepalen: 1°. dat de lotelingen bij de vesting-art. inge lijfd, die, na éene maand onderricht bij het korps te hebben genoten, blijken voldoende geoefend te zijn in de recruteuschool en de bediening van het gesehut om tot de exercitiën met de kraelit- werktuigen over te gaan, en die overigens na een verblijf van drie maanden onder de wapenen, aan alle dienstverrichtingen van geoefende kanon niers deelnemen, op dat tijdstip met verlof zul len worden gezonden tot den ]»,tn April van het volgende jaar; 2'. dat, bijaldien de miliciens in punt 1 bedoeld, door de loting, vermeld in art. 24 der inilitiewet, voor het blijvend gedeelte worden aangewezen, zij aanspraak op het hun toegekend voorrecht behouden, mits zij het door hen getrokken nummer verwisselen met een nummer, dat op verlof recht geeft; maken zij van deze bevoegdheid geen gebruik, dan kan hun niettemin een gewoon verlof van twee maanden verleend worden; 8°. dat, ook in plaatsen waar niet, zooals te Helder, een artillerie-vrijkorps be staat, aan jongelingen van 18 tot 29 jaren zoo veel mogelijk gelegenheid moet worden verschaft om den dienst der artillerie te leeren, zoodat zij bij limine eventueele inlijving als milicien bij de artillerie, waaraan zij bij voorkeur behooren te worden toegewezen, genot kunnen hebben van voorschreven gunstige bepalingen; en 4°. dat de kommandeerende officieren der korpsen en deta chementen vesting-art. jongelingen, die zich tot het bekomen van dat onderricht aanmelden, in de gelegenheid zullen stellen om, door daartoe aan te wijzen instructeurs, kosteloos in de re- crutenschool en de bediening van het geschut onderwezen te worden. De Külnisclie Zeitung, een uittreksel gevende van de dezer dagen door den minister van oorlog bij de Tweede Kamer ingediende vestingwet, laat daarop volgen „Men ziet, onze Hollandsche naburen wapenen zich tot aan de tanden, om hunne nationale onafhankelijkheid te.verdedigen, die tot dusver van geen enkele zijde bedreigd wordt. De Koninklijke Academie van Wetenschappen, afdeeling voor Taal-, Letter-, Geschiedkundigeen Wijsgeerige Wetenschappen, zal eene gewone vergadering houden op Maandag den 9d,° Mei e. k., des middags te twaalf uren, in het gebouw der Academie Trippenhuiste Amsterdam. De commissie belast met het afnemen van het geneeskundig staatsexamen heeft in hare zitting van gisteren de bevoegdheid van arts toegekend aan de heer'en A. G. Degenaar, med. doet. geb. te Borculo, C. 11. M. Fock, geb. te Utrecht, en C. M. Voerman, geb. te Deventer. In Y ucatan (Mexico) is de doodstraf afgeschaft

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1