non-act. J. W. Van Hopbergen, van het wapen der inf., de twee eerstgenoemden op hunne aanvrage, en laat-tgemelde krachtens art. 42, 2 c, der wet van den 28sten Augustus 1851 Staatsblad n°. 128), op pensioen te stellen, en het bedrag van dat pensioen voor de luit.-kol. G. A. De Gelder en K. M. Ver niers van der Loeff, voor ieder hunner tfe bepalen op 1500 en voor den majoor J. W. Van Hopbergen, op f 1196 'sjaars; den rang te verleeuen van kol. aan de luit.-kol. G. A. De Gelder en R. M. Verniers van der Loeff, en dien van luit.-kol. aan den majoor J W. Van Hopbergen. Z. M. heeft goedgevonden aan den kapit. H. Bei- jerman, van het reg. veld-art., toegevoegd aan HD. be minden tweeden zoon prins Alexander der Neder landen, vergunning te verleenen tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder 3de kl. (offi cier) der orde van Nischan Iftihar, hem door Z. H. den Bey van Tunis geschonken. Hoorn, 4 Mei. De longziekte blijft in onzen omtrek nog voortduren; sedert 1 Januari heeft een slachter hier ter stede meer dan honderd aangetaste beesten, waarbij de ziekte ontdekt werd, opgekocht en terstond als nog bruikbaar vleesch afgemaakt. 'b-Gravenhage, 5 Mei. In het jongste nummer van de Wekker komt onder de ingezonden stuk ken een artikel voor van den heer H. Hemkes Kzn., onder het opschrift Schoolstatistiek. „De tijd is nu daar, zegt schrijver, dat de jeugd vooreen groot deel de scholen van het gewoon lager on derwijs begint te verlaten, in steden zoowel als in dorpen. Nu meent hij, dat het met feiten zou te bewijzen zijn, dat een groot deel der kinde ren onvoorbereid, onbekwaam, min gevormd en geoefend in al wat een duurzaam bestaan in het maatschappelijk leven hen zou kunnen verzeke ren, de school verlaat! Wordt dan zulk eeu kind vaak niet een speelbal van ruwheid en geweld? Worden dan niet vaak de zaden uitgestrooid, die op rijperen leeftijd vreeselijke vruchten dragen, ongebondenheid, zedeloosheid, dierlijke zonden? Hij deelt mede, dat, volgens de gegevens van de Statistiek, ongeveer 100,000 kinderen van 8- tot 12- of 13jarigen leeftijd uit den nijveren fabriek-, boeren- of burgerstand, elk voorjaar de school verlaten, om plaats te maken voor 100,000 an dere leerlingen van -1- a 5jarigen leeftijd. De groote massa zegt successievelijk het onderwijs vaarwel tusschen 1 Maart, 1 April en 1 Mei. Nu telt ons land 92 schooldistricten. Gemiddeld verliest dus elk district gedurende dien tijd p. m. duizend leerlingen. Nu doet schrijver onder scheidene vragen, o. a.: Hoe verlaten de kinde ren de school? Gedurende hoe langen tijd heeft elk dier 100,000 kinderen de school bezocht? Op welken leeftijd zijn zij toegelaten? Op welken leeftijd hebben zij de school verlaten? Waar en wanneer zijn de kinderen geboren? Wie zijn de ouders of voogden? Tot welke ontwikkeling hebben die 100,000 kindereu het gebracht, welke vorderingen hebben zij gemaakt, als zij de school gaan verlaten? kunnen zij lezen? kunnen zij schrijven? kunnen zij rekenen? enz. Hoe ge draagt zich elk leerling? Welke neiging of hartstochten zijn bij hen overheerschend? Draagt hij kiemen in zich om voor deze of gene deugden of ondeugden Heeft hij aanleg voor deze of gene betrekking? Wat belooft hij voor de toekomst? De rechter, die overtreders der wet, die misdadigers voor zich heeft, vraagt niet naar de geschiedenis van hun jeugdig leven, 't allerminst naar hun schoolleven. Werd hij daar toe in staat gesteld, konde hij inzage nemen van eene flinke schoolstatistiek, zijn vonnis zou vaak juister, menschel ijker, rechtvaardiger zijn. Ken vonnis bijv. zooals er in het jaar der genade 1870 geveld werd over Dirkje Veldhuizen, zou onder andere, betere omstandigheden, in het jaar des heils 1870 eene zedelijke onmogelijkheid zijn. Schrijver vraagt: Zou de regeering niet geroe pen zijn, om zulk eene leemte in de statistiek, met alle middelen die haar ten dienste staan, aan te vullen. Met onderscheiden voorbeelden bewijst schrijver, dat het schooltoezicht in dat opzicht niet voldoende is. Wie draagt in dezen de schuld? De betrokken onderwijzer? Neen. Hij kan vaak niet meer dan hij doet. Meneischt te veel van zijne krachten. Hoe is het mogelijk, dat er op eene school van 200 a 300 leerlingen door een drietal onderwijzers voldoend onderwijs wordt gegeven? Waar éen enkel onderwijzer 70 a 100 leerlingen heeft te vormen, daar behoeft men aan voldoend onderwijs zelfs niet te denken. Zoo menig onderwijzer van eenigen leeftijd en eenige ervaring zou het kunnen getuigen: een groot deel mijner leerlingen verliet de school met onvoldoende kennis, onvoldoend voor het maat schappelijk leven! De wet op het lager onder wijs van 13 Aug. 1S57 is 12 jaren in werking. Alle Nederlanders van 12- tot 23jarigen leeftijd 1,200,000 in getal hebben nu volgens die wet onderwijs ontvangen, althans onder de toepassing van die wet geleefd. Dat maakt zoo ongeveer een vierde gedeelte uit der geheele Nederland- sclie bevolking. Waar zijn de vruchten dier ge zegende wet! Honderdduizenden hebben't helaas nog zoo weinig verder gebracht! Alleen de sta tistiek zou hier opheldering kunnen geven. Ware zij van den beginne af maar ferm toegepast Maar men scharrelt voort! drijft duizenden het maatschappelijk leven binnen zonder ken nis, zonder ontwikkeliug, zonder beschaving." Men ga eens na, hoevele kinderen in deze dagen, in de lente huns levens, vooral van 1 Maart tot 1 Mei, de scholen wel zullen hebben verlaten. Ik kan alleen ramen, gissen, maar op grond van eenige ondervinding. Ik geloof niet, dat ik over drijf, als ik de volgende resultaten aanneem. De school is verlaten door: 5 perc., die het onder wijs voortzetten op scholen van meer uitgebreid lager onderwijs; 10 perc. goed ontwikkelden; 20 perc. matig ontwikkelden; 30 perc. slecht ont wikkelden 35 perc. geheel onontwikkelden. Hadde er nu voor al die leerlingen een eind examen plaats, waarvoor de regeering den maat staf zou kunnen aan de hand geven, dan zouden de uitkomsten volkomen bekend zijn. „Men drage zulk een onderzoek, een eindexa men, op aan de schoolopzieners, die toch gedurig de scholen moeten bezoeken, en ook, overeen komstig den geest der wet, er het eerst toe zijn geroepen. De maanden Maart en April van ieder jaar zouden ze daartoe kunnen afzonderen. De onderwijzers kunnen hun ter zijde staan. Dat is toch zeker niet te veel gevergd. Reeds in 1823-1S25 waren het de schoolopzieners, b.v. iu Drenthe: B.H. Steringa Kuiper, G. Benthem Reddingius en Mr. C; Pothoff, die opzettelijk in dat barre deel van ons vaderland reizen met zulk een doel durfden onder nemen. Eene bekende en volledige schoolstatistiek baart ook weinig bezwaar. Dagelijksche, wekelijk- scheendriemaandelijksche aauteekeningen zouden voldoende zijn. Ook de doortrekkende huisgezinnen die tijdelijk in eene gemeente hun verblijf hadden, zouden in dat opzicht weinig moeilijkheid ople veren; ook zij niet, die wegens woonplaatsver andering, verschillende scholen bezoeken." Ziet- daar, heer redacteur, eenige denkbeelden, die ik u ter hand stel, om ze in uw weekblad op te nemen, en nieuwe belaugstelling te wekken voor de ons zoo dierbare zaak van het volksonderwijs Aan het ministerie van Binnenlandsche Zaken is heden aanbesteed het vervaardigen, leveren en stellen van den ijzeren bovenbouw eener draaibrug over het buitensluishoofd der binnen keer- en schutsluis te Vlissingen. Daarvoor waren vijf inschrijvingsbiljetten ingekomen. Minste in schrijvers waren de heeren L. J. Enthoven en Comp. te 's-Hage, voor f 54,616. Aan het hoofdbureau der maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen alhier, is heden aanbesteedbestek n°. 8, spoorstaven met eind verbindingen en haakbouten. Het eenige inschrij vingsbiljet voor deze besteding ingekomen was van de heeren Bolckow Vaugham en C°. te Mid- dlesbrow voor f24,977. Heden zijn bij de akten-examens geëxami neerd 12 candidaten voor vrouwelijke handwer ken, waarvan 5 voor nut en smaak werden toe gelaten, zijnde de dames M. Batenburg, \V. C. F. Van Bunge, A. J. Klaassen, zich noemende Leeuw; M. Messemaker en J. A. E. De Swart; ook is toegelaten voor handwerken van nut mej. J. M. G. Blom. C candidaten werden afgewezen. 's-Hage, 6 Mei. Z. M. de Koning is hedenmor gen vroegtijdig per Rijnspoor uit deze residentie naar het Loo vertrokken. De voorzitter der Commissie, door den Com missaris des Konings in Zuid-Holland voor het jaar 1870 belast met het afnemen van het eind examen der Hoogere Burgerscholen in die pro vincie, heeft bekend gemaakt dat het examen, krachtens het Kon. besluit van 10 Maart 1870 (Stbl. n°. 49) voor zooveel het schriftelijk gedeelte betreft, zal worden gehouden aan de Hoogere Burgerscholen, en dat het mondeling onderzoek zal plaats hebben te 's-Gravenhage in de maand Juli. Zij, die het exameu in gemelde provincie wenschteu af te leggen, worden verzocht daarvan voor den 1"'™ Juni met gefrankeerde brieven kennis te geven aan den Inspecteur van het Lager on derwijs, voorzitter der examencommissie den heer Lindo, met nauwkeurige opgaven van: 1°. hunne namen, voornamen en adres; 2°. dag en plaats hunner geboorte; 3°. de school aan welke zij onderwijs ontvangen. Zijn zij geen leerlingen eener Hoogere Burgerschool, dan moet tevens worden opgegeven aan welke Hoogere Burger school zij bet schriftelijk examen wenschen af te leggen. De Mannenzangvereeniging Caecilia alhier, onder bescherming van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, in 1830 opgericht door Dr. Kist, hield, onder directie van den heer G. Hek- king, gisterenavond in de fraai gedecoreerde zaal der vereeniging een concert, dat door een talrijk en uitgelezen publiek werd bijgewoond. De en semble-stukken weiden met groote eenheid en zuiverheid uitgevoerd, en de solisten kenmerkten zich door een aangenaam en frisch stemgeluid. Vooral .Schillers Dithyrambe van Ries en Schillers Fest-Gesang an die Künstler ,van Mendels sohn werden met veel warmte gezongen. Tot afwisseling werden twee vioolstukken voorgedra gen door den jongenheer André Offermans, welke van veel aanleg getuigden. Het gehoor was zeer voldaan over het muzikaal genot, dat deze ver eeniging gisterenavond zoo ruimschoots heeft ge schonken. Men mag bij deze gelegenheid herin neren, dat deze vereeniging een der eerste was, welke in onze gemeente is ontstaan, maar allengs door andere muzikale vereenigingen werd ver drongen. Zij heeft zich thans op nieuwe grond slagen gevestigd en mag zich iu sterker kracht verheugen dan zij ooit vroeger heeft ten toon ge spreid. Zij is op het graf van den onvergetelijken Schelfhout herrezen en beeft gisterenavond blij ken gegeven van eene ontwikkeling, welke haar volkomen waardig doet zijn met vereenigingen van gelijken aard, naar den eerepalm te dingen. Gouda, 5 Mei. Maandag jl. werd de gewone jaarlijksche vergadering gehouden van de Goudsche weerbaarheidsvereeniging „Burgerplicht". Door den voorzitter wordt kennis gegeven dat de heer D. W. Westerbaan als voorzitter heeft bedankt en de heer Pabst voor bestuurslid en instructeur, door vertrek naar Leiden. De vol gens rooster aftredende leden van bestuur, de heeren J. F. C. Prince en H. J. Steenbergen werden herkozen, terwijl als nieuwe bestuurs leden werden benoemd de heeren J. M. Noothoven van Goor en J. Van Berkel. De heer Steenbergen gaf te kennen dat hij van de betrekking van kommandant bij de ver eeniging, om voor hem overwegende redenen, af stand deed en wordt in zijne plaats gekozen de heer J. F. G. Prince, die ook tevens door het be stuur als pres. der vereeniging werd aangewezen, zoodat thans het bestuur bestaat uit: J. F. C. Prince, president en komm., G. H. G. De Lange, onderkomm., J. M. Noothoven van Goor, penning meester, W. Kromhout Jr., A. v. Reedt Dortland, J. v. Berkel, commissarissen, H. J. Steenbergen, secretaris. Als eereleden werden benoemd de heeren D. W. Westerbaan en J. C. A. Pabst. Aan drie leden werd het gewone certificaat uitgereikt om te dienen bij hun indiensttreding als miliciens, terwijl het bestuur, evenals de vorige jaren, op zich nam, verzoeken iu te dienen tot plaatsing bij de korpsen hunner keuze. Ook werd met al- gemeene stemmen goedgekeurd om evenals bij de meeste weerbaarheidsvereenigingen eene voor dracht tot benoeming van officieren te doen en Z. M. de Koning het beschermheerschap over de vereeniging aan te bieden. ^Utrecht, 5 Mei. De toestand der landerijen in en om deze gemeente, die in de laatste helft van April zoo bijzonder gunstig was, is tot groote teleurstelling van velen, zeer veranderd; de veld vruchten op de hovenierslanden toonen als het ware geene teekenen van leven meer te bezitten doch de groei der aardappelen, staat, naar het oordeel van velen, geheel goed. De vele vee houders, die hun vee reeds naar de weide ge zonden hadden, zien zich bitter teleurgesteld, en die in weerwil van het weinige voedsel en ruwe weer, toch de dieren in de weide laten, moeten dit met schade boeten, daar zij hiervan zeer weinig voordeel hebben, dat is, veel minder melk ontvangen, dan toen het vee op stal was. Breda, 4 Mei. Gisterenavond is alhier gearri veerd Zijne Exc. de minister van oorlog, verge zeld van zijn adjudant, den kapitein van den staf, Schneider. Heden heeft Zijne Exc. de mili taire academie bezocht, de morgenlessen der ca detten bijgewoond, waarna het ouderwijzend personeel door den gouverneur der academie aan hem is voorgesteld. De minister heeft bij die gelegenheid zijne tevredenheid betuigd, zoo over het gegeven wordend onderwijs als over het te genwoordig gedrag der cadetten. Te éen uur is het onder de wapenen geschaard cadettenkorps door Zijne Exc. in oogenschouw genomen, waar na het eenige bewegingen uitvoerde en daarna voor den minister defileerde. Breda, 5 Mei. Omtrent de werkstaking door de timmermansknechts verneemt men, dat de bazen niet hebben toegegeven aan de eischen om hooger loon. De vverkliedeD blijven ook op hun stuk staan en verlaten de stad om elders te gaan werken. Deze lieden verdienden tot heden 10 cent per uur en werkten 11 uur daags; hun dagloon bedroeg dus 1.10. Zeker is dit geen laag loon, maar het werd niet steeds genotengedu rende een groot gedeelde des jaars toch, zijn zij geheel of bijna geheel verstoken van het werk. Hun eisch is om in plaats van 10 ct., 20 ct. per uur te bekomen. Die eischen zijn wel wat overdreven, maar toch mag men aannemen, dat de arbeidgevers die naar elders gereisd zijn om tegen het thans ge geven loon werklieden te bekomen niet zullen slagen, want in de meeste gemeenten van Zuid-Holland b.v. varieert het loon voor timmer lieden tusschen de 12 a 15 ct. per uur. In den loop der verleden week werden hier ter stede in overvloed briefjes verspreid, houdende dichterlijke ontboezemingen omtrent het weekloon eens arbeiders. Men beweert dat de persoon, die gezegde versjes in omloop bracht, agent van de bekende „Internationale" is. Eene andere lezing van deze werkstaking luidt: Verleden Maandag hebben de timmermansknechts alhier bet werk gestaakt. Zij eischen van hunne bazen een hooger loon. De wijze waarop die billijke verhooging werd gevraagd en vooral de houding der werkstakers, toen hun eisch niet dadelijk werd ingewilligd, verdienen echter ten hoogste de afkeuring van ieder weldenkende. Met den ganschen dag bij troepjes half dronken langs de straten te slenteren en kroeg in kroeg uit te loopen, zooals nu sedert Maandag hier ge beurt, kan een werkman toch voorzeker gcei aanspraak maken op verhooging van loon, op vei betering van zijn lot. Al erkennen de bazen J, billijkheid van eenige loonsverhooging, hebbesi: echter vooralsnog geen gevolg gegeven aan diej met dwang gepsarden eisch. Bij vele knet;,3 bestaat nu het voornemen elders te gaan wo. ken. 's-Hertogenbosch, 5 Mei. De onder-intendar van de 2de kl. S. C. Rijnbende, werkzaam in4 2de militaire afdeeling alhier, is naar Amsterdat overgeplaatst en aldaar met het Cbezicht overt militaire administratieve inrichtingen belas zijnde hij alhier vervangen door den onder-ii tendant der 2de kl. J. S. L. Frantaman. De 2de luit.-kwartiermeester A. Feddet van het 5de reg. inf. bij het reg. veld-artilleri overgeplaatst. Grave, 5 Mei. Den soldaat G. VanSchaykdi 4de kompagnie van het depot 2de reg. inf. al hie is de gouden medaille toegekend voor 36 jare trouwen militairen dienst, benevens de gratificat van f50. Assen, 5 Mei. Het Provinciaal Hof alhier hee de volgende voordracht opgemaakt ter aanvullin eener plaats van raadsheer in dat Hof: Mrs. I Savornin Lohman, substituut-officier; Boeles t Van der Feltz, rechters alhier; Schimmel, kaï tonrechter te Naarden Van der Veen, prooi reur, en Kniphorst, advocaat alhier. KOLONIËN. CuRAfAO, 2 April. Gisteren des voormidds; kwam het oorlogstoomfregat van den Noori Duitschen Bond Arcona, kommandant baron Vo Schleinits, vertrokken van Port-au-Prince nu bestemming naar La Guyana, voor deze haveo een officier kwam in eene sloep aan wal en lx gaf zich bij den heer gouverneur der kolonie e: nadat de officier in den namiddag naar boot was teruggekeerd, zette het fregat zijne reis nas La Guyana voort. Gemengde Berichten. Professor Morse, de uitvinder van hét nai hem genoemde telegrafen-systeem, zal binnei kort eene hooge onderscheiding te beurt vallet als erkenning voor de gewichtige diensten, doo: hem aan de telegraphie bewezen. De telegraphistet van Alleghany in Pennsylvanië besloten voet eenigen tijd den „Vader der telegraphie" een sot venir te vereeren bij gelegenheid van zijn tacb tigsten geboortedag. Het voorstel vond zulk eei algemeenen bijval en de bijdragen voor het aan denken klommen tot zulk een aanzienlijk cijfer dat men er ernstig over denkt voor den genialei man een levensgroot marmeren standbeeld optf richten. Aan een particulieren brief van een ooggetuig wordt het volgende ontleend omtrent het onge luk op de Zeeuwsche stroomen Op de boot bevond zich een jonge dame, ouder loos, zuster van een predikant, gevestigd te A bij wien zij leefde. Zij had hem eenigen tijdver laten om eenige familiebetrekkingen te V. te be zoeken en keerde thans weder huiswaarts. Zi ging daartoe per Telegraafboot mede tot Stave nisse, alwaar zij met een bootje aan wal moes gebracht worden om van daar verder te rijden. 0| die hoogte gekomen vergeet echter de condut teur der stoomboot haar te waarschuwen, wel licht omdat zij de eenige was die daar aan lan moest, liet verwonderde haar dat het zoo lat! duurde, en daarom ging zij naar boven om een te kijken, en daar zag zij de haar bekende veer- lieden met de brieven, welke zij van de bon gehaald hadden, weer naar land roeien. Zij waarschuwt den conducteur, deze roept d' veerlui terug en de kapitein laat op het schuitji aanhouden. Hetzij door onvoorzichtigheid echte: hetzij ook veeleer door het ruwe weder, kante! het bootje en de twee veerlieden met een knaap; (zoontje van een van beiden) liggen er onder. Een hunner heeft nog het geluk een der r; deren te bereiken, en door den anderen de haD: toe te steken werden zij beiden gered, daar dl sloep inmiddels was uitgezet, die hem opnait Het knaapje had men eeu stok toegestoken, maai helaas, zijn armtjes waren te kort en door de: feilen stroom en golfslag medegesleept, verdweet hij, na nog eenmaal om hulp te hebben ge schreeuwd, in de diepte. De vader, zooals me: kan denken, was radeloos en de jonge dame tvat een onmacht nabij, omdat zij de gedachte niei van zich kon werpen, dat om haar op haar to- stemming te brengen dit kind zijn leven moes laten. Veel hadden de dames, die mij vergezel den, en ik te doen om haar tot bedaren te breo- gen en haar in een ander bootje, dat inmiddet gekomen was, plaats te doen nemen, hetwell haar en de beide veerlieden, die jammerden weeklaagden, behouden aan wal bracht. Men schrijft uit Zierikzee van 4 Mei: Ons stadje verkeerde gisterenavond in ernstig' spanning, door het omslaan der postboot, waarbij een man verdronk en al de pakketten verloreJ gingen. Als door een wonder schijnt de omgesk gen boot tegen den wal gedreven te zijn, en void men den brievenzak aan de boot hangendeeerS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2