S. C. E. Van der Beek, S. H. Begeer, L. F. Van
Deinse, M. C. Fels, C. A. M. Goudal, H. M. Gouka,
N. T. Hoogewerf, J. Hoskorn, C. W. Hovy, M. S.
Ladell, P. G. J. Lafeber, J. J. P. Lijsen, M. A.
Munting, G. A. E. Oort, C. H, A. Rietbergen,
C. J. De Ruijter, D. G. Stokhuyzen, J. M. Van
Veen en C. Wolff.
Schoonhoven, 1 Mei. In de vorige week zijn te
Ammerstol verkocht 134 zalmen, wegende van
10 tot 28 halve kilogrammen. De prijs verschilde
van 10.85 tot 1 per half kilogram. Ruim 6100
elften zijn van 10.30 tot 10.45 per stuk verkocht.
Arnhem, 2 Mei. De plechtige begrafenis van Mr-
J. H. G. Boissevain had dezen morgen plaats. De
stoet zelf bestond slechts uit enkele rijtuigen,
waarin de zonen en bloedverwanten van den
overledene gezeten waren, maar op het kerkhof
waren de vrienden van den hooggeschatten man
talrijk vertegenwoordigd. Wij noemen hen zijne
vrienden, want al de leden van de colleges, waarin
hij zitting had, droegen hem achting en vriend
schap toe. De meeste leden van den gemeenteraad,
van de kamer van koophandel en van de recht
bank, waarbij hij plaatsvervanger was, waren
aanwezig. Van de laatsten werden enkelen weer
houden uithoofde van de zitting van dat rechts
college te tien uren.
Voorts waren vele advocaten, de leden der
commissie van toezicht op het middelbaar onder
wijs, de docenten der hoogere burgerschool en een
aantal leerlingen van die inrichting bij het graf
verzameld.
Het dof geluid der scheppen aarde, door de
zonen en betrekkingen op de kist geworpen, was
de eenige toon, die op dezen somberen morgen
de treurige plechtigheid besloot. Geen woord werd
er bij de groeve gesproken, want het zeer gure
weder had die woorden toch doen wegsterven en
de aandacht verstoord. Maar allen waren bezield
met dezelfde gedachte: weemoed over het verlies
van den man, die in zijn openbaar leven zoo veel
en velerlei nut heeft gesticht en die ten allen
tijde bereid was met zijne uitstekende gaven
allen, die het goede wilden, ten dienste te staan.
Arnhem, 3 Mei. De kapiteins A. Greve, G. G.
A. Schwartz en D. W. Van Walstoren zijn in
hunnen rang van de vesting- bij het regiment
veld-artillerie overgeplaatst.
De officieren van gezondheid der 2de kl.
op non-activiteit J. H. Hellendoorn en B. H. H.
A. Van de Goorbergh zijn weder bij het perso
neel van den geneeskundigen dienst der landmacht
in activiteit hersteld.
Zutfen, 2 Mei. Gisteren vierde de heer Dr. H. J.
Matthes J.Cz., rector aan het gymnasium, zijn
veertigjarig rectoraat. Talrijk waren de bewijzen
van belangstelling den zoo hoog gewaardeerden
leermeester toegebracht.
Nijmegen, 3 Mei. De gouden medaille met de
gratificatie van ƒ50, voor 36 jaren getrouwen
militairen dienst is toegekend aan den Mr. ge
weermaker C. J. Van Spreeken van het bataljon
mineurs en sappeurs alhier.
Groningen, 2 Mei. De heeren J. D. Fransen
van de Putte, afgevaardigde bij de Tweede Kamer
voor Rotterdam, en Mr. E. Cretners, afgevaardigde
voor Zuidhorn, hebben het voornemen eenige
dagen in stad en gewest te vertoeven. Hunne
gewaardeerde komst wordt heden te gemoet ge
zien.
Maastricht, 2 Mei. Als er een stad in ons land
is waar hoon, laster en beleediging in de pers
welig tiert, dan is het voorzeker de onze. Men
schijnt hier de kunst niet te kunnen verstaan
gelijk een dagblad van zekere residentie, om de lie
den door modder en slijk te halen, zonder zich
aan vervolging bloot, te stellen, of anders gezegd,
om de wet te draaien als een mug om de kaars.
Maar overal is ook geen hooggerechtshof dat
vrijspraak verleent voor uitdrukkingen, waarin
andere rechterlijke colleges en een ieder hoon
ziet.
Alweder is door de rechtbank alhier een uit
gever veroordeeld wegens hoon, laster en belee
diging en ditmaal den onsterfelijken heer P.Regout
in zijn weekblad aangedaan. Dit misdrijf kwam
den beklaagde te staan op éen geldboete van
ƒ2.50 of een dag gevangenis, twee. geldboeten
van 200, of voor iedere geldboete éen maand
eenzame opsluiting, en een maand gevangenis,
met eene geldboete van 25, te vervangen met
drie dagen eenzame opsluiting.
Brieven uit Groucla.
Mijnheer de Redacteur I
Sedert 10 dagen hoort men hier bijna uitslui
tend over spoorwegen of liever over den spoor
weg spreken, en die bij uitnemendheid aange
wezen gelukkige weg is, het spreekt van zelve,
de nieuw geopende lijn van hier naar 's-Graven-
hage. Overal worden berekeningen gemaakt over
de voordeelen die deze lijn ons sladje zal ver
schaffen, en ik verzeker u dat men bij zulke ge
legenheden duidelijk merken kan dat onze stad-
genooten met veel verbeeldingskracht geboren
zijn. De voerman berekent hoe vee) rijtuigen en
paarden hij meer noodig zal hebben om deplei-
zierspoorders, die den omtrek willen zien, rond te i
rijden; de knechten van de stalhouders in den
omtrek hebben hun begrooting al klaar van 't
bedrag der fooitjes die zij krijgen zullen en hun
meester van het aandeel daarvan dat zij als recht
zullen heffen. De koffiehuishouders meenen dat
hunne lokalen te klein zullen worden, de sigaren
handelaren betalen voor een huis op stand 2%
maal zoo veel als dat voor 6 jaren opbracht. Het
jonge volkje hoopt nu ook eens de hofstad en
vooral Scheveningen te kunnen zien; men bere
kent of men in den Haag een tooneelstuk kan
zien opvoeren en nog denzelfden avond te huis
zijn. De dames zullen nu zelve eens naar den
Haag gaan om de echte laatste modes in het Bosch
te zien en zich niet meer het verouderde laten
aansmeren. Denk eens, men dorst in de laatste
jaren de boerinnen van Stolwijk en Moordrecht
japonnen te leveren, waarvan de fatsoenen al 6
weken uit de mode waren. Dat alles is voorbij
wij gaan nu zelve naar den Haag en zien met
eigen oogen. De lekkerbekken verheugen zich
niet het minst, zij zien de levende schollen, schel-
visschen, tongen en andere bewoners der Noord
zee per extra trein aankomen om hunne tafels
te versieren. De ambachtslieden zijn minder in
hun schik; onze kleermakers vreezen door tailleurs
onze kappers door coiffeurs verdrongen te wor
den. De meeste en misschien meest gegronde
hoop koesteren de pachter van het entreegeld
voor het bezichtigen der kerkglazen, en den uit
legger.
Ofschoon ik niet tot degenen behoor die zoo
spoedig iedere nieuwe zaak zoozeer verheffen,
die hunne verbeelding zoozeer overspannen dat
iedere zaak hen op den duur tegen moet vallen,
meen ik ook dat de spoorwegen in 't algemeen
voor Gouda belangrijk zijn en deze nieuwe lijn
die belangrijkheid zeer vermeerderd heeft. Gouda
is thans gelegen in het middelpunt tusschen de
4 grootste steden van het RijkAmsterdam, Rot
terdam, 's-Gravenhage en Utrecht; men kan zich
binnen 't uur naar de verst verwijderde dier
plaatsen begeven, het is eene voorstad van alle
vier die plaatsen geworden. Onze stad is de eenige
plaats die zonder de nadeelen en gebreken te
bezitten, aan kleine steden eigen, te gelijker tijd
de nadeelen mist, waarmede de groote steden
in den regel behebt zijn. Men vindt hier goed,
zeer goed onderwijs in meest alle vakken waarin
men zijne kinderen kan verlangen te laten onder
wijzen, van bewaarscholen af tot de Latijnsche
(die bijzonder bloeiend is) en de hoogere burger
school toe; alles is uitmuntend ingericht en vol
doet volkomen. Men heeft hier een talrijken en
zeer welvarenden burgerstand, die geen geld spaart
om gepaste genoegens te bezorgen. De stad is
betrekkelijk groot, de straten breed, de pleinen
ruim, de woningen niet bekrompen; bijna allen
hebben binnenplaatsen en 7/8 een meer of min
der grooten tuiu of een bleekveldje, hetgeen bij
de voorbeeldige zindelijkheid der straten, er veel
toe bijdraagt om te kunnen zeggenHet is hier
gezond. De huurprijzen der woningen zijn, niet
tegenstaande zij moeilijk te vinden zijn, zeer
matig, en de plaatselijke belastingen gering. Een
woning die te Amsterdam, Rotterdam, 's-Hage
of Utrecht met de belasting 500 doet, kost te
Gouda nauwelijks 300. Een burgergezin kan
in een zeer fatsoenlijke straat een knap huis
alleen bewonen voor ƒ125 a ƒ150. Hieruit leid
ik af, dat kooplieden die zaken te Amsterdam of
Rotterdam doen, vooral zij die in beide steden
handelen, zich te Gouda zullen nederzetten. Zij
kunneu immers voor kantoortijd toch bij hun
zaken zijn. Zij kunnen de beurzen in beide ste
den bezoeken en op etenstijd met hun gezin aan
tafel zijn. Zij kunneu de voordeelen der handel
steden genieten zonder in de enorme uitgaven te
deelen, die bet bewonen van groote steden in
sommige standen onvermijdelijk maakt. Voor de
bewoners der residentie zijn die voordeelen nog
grooter. lu onzen tijd stijgen de prijzen der levens
behoeften bijna iederen dag, ofschoon niet iederen
dag hetzelfde artikel duurder wordt. Voor den
handelaar is dat stijgen in den regel geen nadeel,
ook zijne waren stijgen en meerdere verdiensten
dekken de meerdere uitgaven, maar de beambte,
die vau eene vaste, soms naar zijn stand karig
toegemeten, bezoldiging moet leven, wordt daar
door gedrukt. Hij kan in den regel zijne inkom
sten niet of zeer moeilijk vermeerderen, en niet
tegenstaande zijn trouw en zijn vlijt leeft hij,
naar zijn stand, in drukkende omstandigheden, en
moet soms schulden maken als zijn gezin groot
is of onverwachte rampen hem treffen. Zulk een
beambte kan thans te 's-Gravenhage zijne plich
ten vervullen en te Gouda wonen, daardoor ontgaat
hij de gevolgen van de onevenredigheid zijner
bezoldiging met zijne allernoodzakelijkste uitgaven
in de residentie, en is even goed als daar in de
gelegenheid om zijne kinderen behoorlijk op te
voeden. Dit is geene theorie, ik kan al zeker
éen voorbeeld opnoemen van een beambte die
zuinigheidshalve te Gouda woont ofschoon zijne
standplaats Rotterdam is, en die zich daarbij uit
muntend bevindt.
Wanneer dergelijke familiën zich hier zullen
vestigen zal onze stad een haar ongekenden bloei
te gemoet gaan.
De inwijding der nieuwe lijn werd door velen
met verlangen te gemoet gezien; men heeft be
langrijke feesten verwacht, maar allen werden
in die verwachting teleurgesteld; vooral was dat
Maandag den 25"m April het gevalde straten
waren vol volk, maar men kreeg niets te zien
dan eenige heeren, die in meer of minder talrijke
groepen zich naar de teekenschool begaven. Dit
verwekte onder de menigte wel eenige ontevre
denheid, vooral toen een groep als het bestuur
van den Rijnspoorweg werd aangetoond. Ik
hoorde onder anderen een ambachtsman roepen
,/Zijn ze dat, die ons door de modder hebben la
ten plassen, en moeten die hier eten Ik zou ze
liever Ik zal welvoeglijkheidshalve de
rest maar niet verhalen.
Zondag was weder een feest dat weinigen
voldeed, omdat het geen doel had; vlaggen en
boeren waren er genoeg, het geringe aandeel
dat de burgerij in de verlichting nam gaf duide
lijk hare gezindheid te kennen. Ieder roemt het
vuurwerk dat ontstoken is en noemt het zonde
dat men zulke heerlijke muziek als die der
Utrechtsche schutterij liet spelen op eene plaats
en een tijd waarop het, door het rumoer, onmo
gelijk was iets te hooren.
Eenigen tijd geleden verhaalde men dat Z. M.
bij die gelegenheid Gouda zou bezoeken. Dit
veroorzaakte vreugde, want er bestaat hier het
vaste geloof dat het Koninklijke Huis rancune
tegen Gouda heeft, wegens het aanhouden der
Prinses van Oranje te Goejan-Verwelle door de
Goudsche schutters, en alle verzekeringen dat dit
het geval niet is baaten niet. Men krijgt ten ant
woord: sedert dien tijd is Gouda nooit officieel
door een lid van het Koninklijk geslacht bezocht
geworden. Zoo Z. M. gekomen ware zoude dit
volksgeloof, ik mag zeggen deze overtuiging (zoo
diep is het ingeworteld), eindelijk hebben opge
houden.
De V.
Gemengde Berichten.
Eergisteren in den namiddag is de trein naar
den Helder, tusschen Velzen en Santpoort, in
botsing gekomen met een boerenwagen. De ma
chinist, het gevaar bemerkende, heeft zoo veel
mogelijk gestopt, maar heeft niet kunnen belet
ten, dat de wagen van achteren gegrepen werd,
zoodat de voerman er met eenige gelukkig lichte
verwondingen afkwam. Na enkele minuten op
onthoud kon de trein de reis vervolgen; geen
der passagiers heeft letsel bekomen. Dit klein
ongeval, dat ernstige gevolgen had kunnen hebben,
schijnt veroorzaakt te zijn door den voerman
zeiven, die den slagboom moet geopend hebben,
meenende nog in tijds te kunnen passeeren.
Eergisteren heeft een vijftienjarige knaap, Jan
Dubois genaamd, werkzaam in de stoomwatten-
fabriek van den heer A. Breetvelt te Delft, het
ongeluk gehad met zijn rechterhand tusschen de
machine beklemd te geraken, waardoor hem drie
vingers zijn verbrijzeld. Hij is naar het gasthuis
vervoerd alwaar de verwonde vingers zijn ge
amputeerd en hij thans verder verpleegd wordt.
Gisterenmorgen ontstond er brand in een der
vertrekken van het huis van burgerlijke en mi
litaire verzekering te 's-Gravenhage, en wel in
het locaal, waarin de kleederen en het linnen
gezuiverd worden. De brand had een ernstig aan
zien, doch werd door een extincteur, in het huis
voorhanden, gelukkig spoedig gebluscht.
In de Haarlemsche Courant lezen wij de volgende
dichterlijke ontboezeming van een debitant inde
Staats-Loterij, te Haarlem, bij wien een nummer
verkocht en waarop ƒ25,000 getrokken is:
In Haarlems stad
Heeft fortuin post gevat.
Jl. Zaterdag-avond heerschte er te Berg-Am-
bacht en in al de omliggende plaatsen, als Am-
merstel, Stolwijk, Lekkerkerk, Berkenwoude,
Oudewater, enz. eene groote kindervreugde. Alom
worden dan de zoogenaamde meivuren ontstoken.
In grootere gemeenten, zooals Berg-Ambacht, doet
men dit op verschillende plaatsen. De kinderen
en niet alleen de kleine gaan te voren bij
de ingezetenen rond oin brandbare stoffen te
vergaren, die hun in ruime mate, in den vorm
van takkebossen, oude bezems enz., worden ver
strekt. Om het ontstoken vuur wordt dan gedanst,
gesprongen en gezongen. Dit kinderfeest schijnt
nog een overblijfsel uit de feestvieringen onzer
heidensche voorouders te zijn.
Eergisteren nacht heeft in een danshuis op den
Zeedijk alhier een kloppartij plaats gehad tus
schen drie Noordsche zeelieden en het personeel
aan dit huis verbonden. Eene vrouw is daarbij
zoodanig getrapt en mishandeld, dat zij in het
gasthuis moest worden opgenomen. De politie is
spoedig tusschen beiden gekomen en heeft de
belhamels gevat.
De letterzetter Arensberg ging onlangs de wed
denschap aan om 2000 m's „Minion"-tetter (eom-
pres) in een uur te zetten. De uitslag overtrof
de verwachting, want toen de bepaalde tijd ver
streken was, bleek, dat hij 2064, dus nog ruim
60 m's meer had gezet dan noodig was en dus
aangezien dooreen genomen, drie letters op eene
m gaan in éen uur 6192 malen in de letter
kast had getasteene vlugheid, die hem den roem
rijken naam van „Velocipède" deed verwerven.
Dit verhaalt ons het Nieuwsblad van den Boek
handel.
Dit voorbeeld werd zoo niet overtroffen, dan
toch geëvenaard door den voormaligen letterzet
ter, later patroon, J. G. Andriessen te Utrecht,
die in een uur tijds 2208 n's garmond zette.
[Arnh. Ct.)
Tot verduidelijking van dit bericht moet de le
zer weten, dat de m, in andere drukkerijen de
n of een vierkant de maat is, waarnaar de regels
berekend worden. Het zetten van de 2000 m's be-
teekeut dus het zetten vau zoovele regels, als
2000 m's beslaan. Vandaar de berekening dat hij
6192 malen in de letterkast had getast.
BUITENLAND.
Frankrjj li.
Niets wordt gespaard om het platteland met
het ontdekte komplot tegen het leven van deu
Keizer voor het plebisciet te bewerken. Behalve
dat de bladen, die ellenlange verhalen daarom
trent leverden, bij duizenden onder de plattelands
bevolking verspreid worden, heeft men met den
meesten spoed naar alle provinciën plakkaten
verzonden waarop de voornaamste bijzonderheden
van deze gebeurtenis in groote letters gedrukt
zijn.
Hoe ernstig de komplot-geschiedenis wordt op
gevat moge hieruit blijken, dat het Journal des Débats
uit den weinigen ophef dien het Journal Officiel
van een en ander maakt, afleidt, dat de geheele
zaak niet zoo erg is, als men haar van den-be
ginne af heeft voorgesteld. Het blad vraagt dan
ook licht in de duisternis.
De bladen die overvloeien van bijzonderheden
omtrent de bommenontdekking en gewichtige
arrestatiën, omtrent den aanslag die nu weder
tegen den Keizer gesmeed was, indien hij de
wedrennen in het Bois de Boulogne zou bijwo
nen, zijn de Figaro, Gaulois, Petit Journal en meer
van die bladen, die in het breedvoerig en opge-
discht mededeelen van nieuwtjes van den dag
hun levensbrood zoeken.
Gaat men evenwel hunne verslagen na, dan
loopen die zoo uiteen en spreken elkander vaak
zoo tegen, dat de eenige waarde die men er aan
hechten kan, wel deze is dat de Parijsche jour
nalisten uitnemend de kunst verstaan hun fantasie
vrij spel te laten.
Uit den chaos van mededeelingen moet men
opmaken dat er van twee komplotten sprake is.
Het bestaan van het eerste wordt geheel ontkend
en de liberale en democratische dagbladen hech
ten aan de werkelijkheid van het tweede ook
niet veel; zij nemen evenwel eene afwachtende
houding in acht. Maar niet alleen die bladen,
welke de verdenking, van er belang bij te heb
ben de naakte waarheid voor het volk verborgen
te houden, niet kunnen ontgaan, beschouwen
alles uit een appocrief oogpunt; er is een blad
van de ultra-conservatieve richting, de tolk van
de reactie dat zich niet minder ongeloofelijk toont.
Ziehier het oordeel dat de Pays, waarvan de
heer Paul de Cassagnac hoofdredacteur is, over
de gebeurtenissen van den dag velt
Al de bladen van de oppositie onkennen een
parig het bestaan van een samenzwering tegen
het leven van den Keizer. Zij stellen haar in een
belachelijk daglicht en beschouwen deze tijding
als een uitvindsel van de politie en een middel
van politieken dwang.
Onze lezers kennen bereids onze meening over
deze duistere gebeurtenis, die de nieuwsgierigheid
van het publiek zoo sterk prikkelt.
Met hart en ziel gelooven wij aan het bestaan
van eene ellendige samenzwering, die ten doel
heeft den Keizer te dooden.
Maar het komt ons voor dat de twijfel van hen,
die minder op de hoogte zijn dan wij, gewettigd is.
Indien al het tweede komplot, waarvan nu
sprake is, boven allen twijfel verheven mocht zijn,
zoo komt het ons voor dat het eerste komplot,
door den rechter van instructie Bernier onder
zocht van een twijfelachtig gehalte is. En wij
vreezen ,dat het tweede, het echte, niet voor het
eerste in twijfelachtigheid zal behoeven onder te
doen.
Reeds meer dan drie maanden worden zestig
Fransche burgers in hechtenis gehouden, en nog
heeft het gerecht hun lot niet beslist. Of zij zijn
schuldig, óf zij zijn het niet.
Zijn zij schuldig, dat men hen dan in het open
baar vonnisse. Zijn zij onschuldig, dat men hen
dan in vrijheid stelle.
De persoonlijke vrijheid is eene heilige zaak,
die door een ieder luide moet verdedigd worden,
zelfs al wordt zij geschonden tegenover onze tegen
standers.
Deze komplotgeschiedenis van Februari' doet
uit den aard der zaak afbreuk aan de waarheid
van het komplot dat Zondag ontdekt is.
Het publiek is onder een pijnlijke onzekerheid>
Het is gestemd om te gelooven, maar aarzelt,
Het verledeneis storend en staat het tegenwoordige
in den weg.
Men vraagt zich bezorgd af, hoeveel jaren de
tegenwoordige instructie zal duren, omdat men
reeds vele maanden behoeft voor de eerste in-