3136. Woensdag A*. 1870. 4 Mei. LEIBSCl DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Dez« Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. FBIJS DER ADVEBTKNTIEN. Voor iederen regel..J 0.1S. Grootere letten naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 3 Hel. Wij vernemen dat Zaterdag a. s. het voorloo- ig comité van de Juristen- Vereeniging (die naam .1, indien onze inlichtingen juist zijn, voortaan dien van Juristen-dag vervangen) te's-Gravenhage eene bijeenkomst zal houden. Spoedig daarop ziet men eene vergadering te gemoet, waarin et reglemént en alle andere voorbereidende aatregelen tot vestiging der Vereeniging zul- n vastgesteld worden. Het hoofdbestuur der Nederl. Gustaaf-Adolf- ereeniging alhier heeft, naar wij vernemen, van en onbekende uit Arnhem een gift van duizend ulden ontvangen. De extra-trein waarmede H. M. de Koningin, enevens Z. K. H. Prins Alexander, van Amster- am naar de residentie terugkeerden, passeerde ledenmiddag te 3.42 uren onze stad. Men schrijft uit Deventer dd. 30 April: Onder aanvoeriug van den kolonel P. A. J. H. oreel de Mauregnault rukte hedenmorgen te alfacht de staf en de 4 veld-eskadrons van het de reg. huzaren met de muziek uit tot het doen van eene militaire marsch naar Brummen, om het depot van het regiment tegemoet te gaan, dat van Leiden naar Zutfen verlegd is. Na 154 uur toevens te Brummen kwam genoemd depot aldaar aan, onder bevel van den overste baron Tengnagel, waarop de reis gezamenlijk werd voortgezet naar Zutfen, waar het depot door het geheele regiment werd binnengeleid. Daarna keerde de kolonel met den staf en de 4 veld-es kadrons over Gorsel terug en reeds vóór 5 uren des avonds kwamen zij weder hier aan. Z. M. heeft aan H. J. J. Mockaarts, gepensi oneerd marechaussee, thans gedetineerd te 's-Her- togenbosch, kwijtgescholden de straf des doods, waartoe hij bij arrest van het Provinciaal Ge- chtshof in Noord-Brabant van 23 December 1S69, egens moord op den cipier van het huis van rest te Waalwijk, is veroordeeld, en die straf eene twintigjarige tuchthuisstraf veranderd. Men verneemt dat Z. M. de Koning bij 't be- lek Zaterdag jl. met de prinsen van Oranje en .lexander aan de tentoonstelling van teekenin- en in Arli et Amicitiae te Amsterdam gebracht, iet veel aandacht de schoone verzameling heeft in bogenschouw genomen. Van de beide voor deze tentoonstelling door Z. M. ter beschikking gestelde medailles is door de door Z. M. daartoe aangewezen heeren de eerste zilveren medaille toegewezen aan den heer W. De Famars Tes- tas te Utrecht, terwijl de tweede werd ver leend aan den heer Mauve te Amsterdam. Beide kunstenaars werden Zaterdag Z. M. den Koning voorgesteld, die zich met hen en met de verdere zich op de tentoonstelling bevindende artisten allerwelwillendst onderhield. Z. M. heeft voor 't vervolg jaarlijks drie me dailles beschikbaar gesteld, om als belooningen te worden uitgereikt bij de tentoonstellingen in Arli et Amicitiae te houden, een nieuw bewijs van de hooge belangstelling, die Z. M. in de vader- landsche kunst stelt. Men schrijft ons uit 's-Gravenhage dd. 1 Mei /Heden, Zondag, werd alhier een feest gevierd, dat, hoewel zeer huiselijk, niettemin bij de omstan digheden waaronder de arbeidende stand in deze tijden verkeert, zeer de aandacht verdient. In de vanouds bekende drukkerij van wijlen den heer Schinkel, op 1 Mei 1845 in handen van de firma Gebr. Belinfante overgegaan, werd heden 1 Mei 1870 het feest gevierd van het 25jarig bestaan der drukkerij onder genoemde firma. 's Morgens te 9 uren werden al de gezellen in de benedenzetterij vereenigd, waar hun chef, de heer J. Belinfante, met zijn vier zonen tegen woordig was. Daar werd hij toegesproken door den meester knecht C. Van Leeuwen, die gedurende 46 jaren, reeds onder de firma Schinkel, meesterknecht is. Hij wenschte den patroon hartelijk geluk en droeg een gedicht van Dr. Wap (een acrostichon) voor. Dr. Wap had ook 25 jaren geleden bij de overdracht der zaak èn een acrostichon op den heer A. D. Schinkel èn een op gebroeders Belinfante ver vaardigd. Vervolgens overhandigde de meesterknecht na mens de gezellen eene keurige photographie, een waar meesterstuk. Al de zetters en drukkers, de meesterknecht, de machinist, tot de leerjongens toe, zijn daarop ieder met hunne attributen afgebeeld de snelpers, de stoommachine, de houten persen tot zelfs een gedicht van Dr. Wap is duidelijk leesbaar. Kort en hartelijk sprak de chef een woord van dank voor deze welgezinde bewijzen van belang stelling van de werklieden tegenover hun patroon. Daaraan knoopte hij eene geschiedenis van de zaak vast, waarbij hij ten slotte verzekerde dat het voorwaarts streven steeds zijn doel zou blijven. Eenige hartversterkende ververschingen wer den nu aangeboden, waarna de patroon de ge zellen verzocht, 's avonds te 8 uren in de ruime zaal Frascati in de Houtstraat bijeen te komen, om geza menlijk nog eenige gezellige uren met hun vrou wen, meisjes en zusters door te brengen, eene uitnoodiging die met een luid hoezee aanvaard werd. Daar werden door den technischen directeur namens de firma aan den 74jarigen C. Van Leeu wen, die in 1856 zijn gouden eeuwfeest als typo graaf vierde, en aan vijf der werklieden, allen meer dan 25 jaren aan deze drukkerij werkzaam zilveren geschenken met inscriptiën uitgereikt. De heer Van Leeuwen ontving een zilveren inktkoker met zilveren pen. De avond werd verder tot middernacht door gebracht onder allerlei genoegens, als muziek, toepasselijke zang, humoristische voordrach ten, goocheltoeren, toasten en toespraken, terwijl de aanwezigen voortdurend onthaald werden op beiersch bier, wijn, broodjes met vleesch, kaas, ham en andere ververschingen. De toespraak door een van de zonen des pa troons, Mr. G. Belinfante, tot de werklieden ge houden, verdient om haren niet alledaagschen inhoud en beoordeeling van de arbeiders-quaestie zeer de aandacht. Wij laten het opmerkenswaar digste gedeelte hier volgen //Vergunt mij u namens de patronen op dit hui selijk feest een woord toe te spreken, uit het hart gevloeid en hetwelk ik hoop dat tot uwe harten" ingang moge vinden. Wij vieren heden avond, ik riiag het wel zeggeneen familiefeest, of althans een feest dat dat nabijkomt. Geen band is inniger dan die tusschen leden van een gezin, want hij is gegrond op een wederkeerig belang, ingeschapen door de natuur. Doch de baud, die patronen en werklieden verbindt, is niet minder innig en hecht, want hij is ook op wederkeerig belang gegrond en gesmeed door den arbeid. Laat het dan een familie-feest zijn, tusschen leden van hetzelfde arbeidersgezin. Pa tronen en werklieden immers zijn beiden arbei ders Geestelijke en lichamelijke arbeid moet hand aan hand gaan en welk nut kan stoffelijke ar beid voortbrengen, indien hij niet door den geest wordt bestuurd Vergunt mij een korten terugblik te slaan op het vijfentwintig jarig tijdvak, dat achter ons ligt. Zoo dit niet geheel zonder vrucht is geble ven, u zij de eere. Uw arbeid is geweest niet van krijgslieden, die, om de luimen van eer zuchtige staatslieden te bevredigen, hun even- menschen op het slagveld nederschieten en we gens hun zoogenaamden moed met ridderkruisen worden begiftigd. Gij zijt strijders geweest ook op het veld van eere, maar uwe lauweren zijn de palmen van den vrede. Uw banier was: Voor den arbeid! Gij hebt wel is waar niet in geslo ten gelederen gestreden, maar gij hebt u toch ook gewapend ten strijde toegerust. Gij hebt met uwe scherpe bajonetten van bre vier de dwalingen bestreden op het gebied der wetenschap, vooral der rechts-wetenschapgij hebt met uw looden kogels van garmond tot de uit breiding van het volksonderwijs medegewerkt en er toe bijgedragen gezonde begrippen omtrent het lager onderwijs te verspreiden; gij hebt met uwe vele andere gegoten en geslepen wapenen, (gij waart de eerste) de goedkoope letterkunde onder het volk gebracht, onderhoudende verhalen, nuttige wenken aan de minder ontwikkelde bur gers medegedeeld en door schoone liederen het volksgezang trachten te verbeteren. Gij hebt. uw loffelijk eigenbelang dienstbaar gemaakt aan de zegepraal van de beginselen van recht en waarheid, aan het goede en schoone. Dat zijn uwe tropeeën daaraan kleeft geen bloed, maar daarop is het merk van den vooruitgang gedrukt. Gij moogt dus, dienaren van de pers, met ge rustheid, nederzien op het verloopen vijfentwin tigjarig tijdvak. De zilveren medaille van vijf entwintigjarigen arbeid, die aan enkelen uwer straks in den vorm van een geschenk zal worden overhandigd, is de medaille van den arbeid, de eenige die geene keerzijde heeft. Het afgeloopen tijdperk, dat ons stof tot dankbaarheid gaf, moge u reden geven tot tevredenheid 1 En du een woord over de toekomst. Moge de toekomst nog schooner zijn dan het verleden! De mannen van de pers maken de voorhoede uit in de gelederen der beschaving. De mannen van de pers zijn de uitvoerders van onze denkbeelden en daartoe wordt meer dau werktuiglijke arbeid, daartoe wordt kunst zin, goede smaak, inspanning van al uwe krach ten vereischt. Want veel zijn wij u verplicht. Indien onze borst gloeit voor het edele en het schoone, in dien onze geest vervuld is van gedachten, die niet altijd als dwalingen moeten worden beschouwd, maar die dikwijls de zaadkorrelen zijn waaruit de waarheid ontkiemt, dan zijt gij het, die onze gedachte in vormen afgiet, en daardoor aan die gedachte een faai en sierlijk omhulsel geeft, want een schoone geest moet huizen in een schoon lichaam. Men heeft den arbeidenden stand den vierden stand in de maatschappij genoemd. De tijd der afgesloten standen is voorbijieders rechten zijn dezelfde; maar, als men nog van standen zou spreken, dan zou ik zeggen, dat er maar twee standen zijn in de maatschappijzij die arbeiden of doen arbeiden, en zij die niet arbeiden en niet doen arbeiden. De laatsten zijn onnutte schepsels zij waren beter niet verschenen op het groote arbeidersveld der samenleving. Want arbeid is de wekstem tot leven, arbeid is de prikkel tot vooruitgang, arbeid is de grond zuil onzer maatschappij. Die arbeid behoeff niet een kluizenaars-arbeid te zijn. Hij behoort een gemeenschappelijke, een eendrachtige te zijn. Vereenigt u tot den arbeid I maar niet om tegen, doch om naast uwe patronen te staan. Vereenigt u tot den arbeid! maar om den arbeid te bespoedigen en te verbeteren. Ver eenigt u tot den arbeidmaar niet om wetten der samenleving te vernietigen. De wetten der samenleving laten zich niet ver nietigen, evenmin als de wetten der natuur, want zij zijn van goddelijken oorsprong. Tracht de aarde te doen stilstaan, den loop der sterren te stuiten, den schoonen eersten Meidag tot een killen herfstdag te herscheppen, de stormen der lucht en de golven der zee te breidelen, het is een vruchteloos streven. Even wanhopig zijn de pogingen om het loon van den werkman naar een gril van den dag naar een toeval te bepalen. Bekwaamheid en zedelijkheid zijn de eenige voorwaarden tot meerdere welvaart, tot ware beschaving. Laat het vijfentwintigjarige tijdvak, dat uwe patronen ingaan, zich door die voorwaar den kenmerken en laat ook dit feest daartoe het zijne bijdragen Ik twijfel niet of dit feest zal zich ook ken merken door een toon van beschaving, en dit gezellig, huiselijk samenzijn zal op u en ons een blijvenden indruk achterlaten!" Zoowel de meesterknecht als zijn zoon, de zetter Dirk Van Leeuwen, beantwoordden deze rede. De laatste wees daarbij op't verblijdend verschijnsel, dat vele werklieden zooveel jaren bij dezelfde patroons waren en hoopte dat dergelijke feesten een heilzamen invloed op aDdere patroons en werklieden mochten uitoefenen. Deze avond werd dus doorgebracht op eene wijze, die zoowel den werkman als den patroon ter eere verstrekken, en werd ook hier weder bewaarheid dat alleen door eendrachtige samen werking van patroons en werklieden, hunne beide belangeD kunnen en zullen worden ge baat. De Neue Badiiche Landesieilung meldt uit Mann heim het volgende zeer geloofwaardige bericht: z/Als bijdrage tot de ontwikkeling onzer stad, wordt ons van goed onderrichte zijde medegedeeld, dat de Nederlandsche Handelmaatschappij het voornemen koestert, om na de voltooiing onzer havenwerken hier hare regelmatige veilingen te houden, ten voordeele van de Zuid-Duitsche markt." De eerste boog van de ijzeren brug over den Moerdijkwaarvoor de Kamers f 25,000,000 hebben toegestaan, is met het grootste succes ge legd. Deze boog heeft eene lengte van 150 meters. Sedert eenigen tijd is in de strafgevangenis voor jeugdige mannelijke veroordeelden bij Doetïn- chem bij de benoeming van bewaarders de keuze gevestigd op personen, die niet alleen geschikt zijn voor den aan die betrekking verbonden dienst, maar tevens in staat grondig onderricht te geven in een der ambachten, waarin de gevangenen aldaar worden opgeleid. Dit is geschied, ten einde de bewaarders meer zedelijk overwicht over de gevangenen te doen verkrijgen, en het onderricht bij den arbeid te verbeteren, zonder de kosten daarvan te doen toenemen. Een goed geschreven boekje van den heer De Neyremand, raadsheer in het keizerlijk gerechts hof te Colmar, maakt te Parijs nog al opgang. De titel is: de la Nécessité de réprimer l'ivresse. De schrijver behandelt de noodlottige gevolgen der dronkenschap; de waarde van de daartegen tot dus ver in Frankrijk aangewende of voorgestelde mid delen, die hij alle onvoldoende acht; de strafbepalin gen tegen de dronkenschap bij de oude en nieuwe volken; en hij stelt eindelijk voor een wetsontwerp tegen de dronkenschapwaarvan de voorname be palingen hierop neerkomen- dronkenschap is eene overtreding; al wie op eenige openbare plaats be schonken wordt gevonden wordt dadelijk aange houden, totdat zijn staat van dronkenschap zal hebben opgehoudenen gestraft met boete en gevangenis; hem kan bovendien worden verbo den gedurende een jaar de herbergen, bier- of wijnhuizen te bezoeken geene actie in rechten wordt gegeven voor kroeg-schulden. Het zal misschien de vraag zijn, in hoeverre al die be palingen uitvoerbaar zullen bevonden worden. Maar de zaak verdient zeker ernstige overwe ging, vooral waar het misbruik van sterkedran ken de voorname oorzaak is der misdrijven. En waar is dat niet in meerdere of in mindere mate het geval? De Vereeniging tot bescherming van dieren te 's-Gravenhage, waarvan Z. M. de Koning bescherm heer is, zal Zaterdag-avond eene algemeene ver gadering houden, waarin o. a. verslag zal wor den uitgebracht over de verrichtingen der ver- eenigiDg in 't afgeloopen-jaar. De finantieele uitkomsten zijn, blijkens dat verslag, zeer bevredigend. De ontvangsten bedroe gen f 2622.45', de uitgaven f 1402.04, zoodat er een overschot is van f 1220.41'. De vereeniging gaat steeds voort met de mid delen op te sporen om de mishandeling van die ren tegen te gaan. Men is thans met de andere vereenigingen hier te lande in onderhandeling over het uitschrijven van eene nieuwe prijsvraag over het nadeelige voor den gezondheidstoestand om vleesch van mishandelde dieren als voedsel te gebruiken. Men schrijft uit [MaarsenDe Maatschappij tot bescherming van dieren is voorzeker eene edele in stelling; het is maar te bejammeren, dat haar werkkring zich niet ver genoeg uitstrekt, of dat haar invloed nog niet krachtig genoeg is, om in vele gevallen flink-handelend op te treden, en zich bv. ook eens het lot der arme jaagpaarden voor de Keulsche vaart aaD te trekken. Waar lijk, wanneer men die ongelukkige dieren, dik werf nauwelijks in staat om zich zeiven voort te slepen, met geheele openliggende en ontvelde borsten de zwaar geladen schepen Vecht op- of afwaarts ziet trekken, dan wordt het hart met medelijden vervuld, terwijl het oog zich met wal ging afkeert. Wij weten Diet hoever de macht der bevoegde autoriteit om zulke mishandelingen te keer te gaan, zich uitstrekt; maar wel weten wij, dat den heidenschen Roodhuid en bovenal den Mohammedaanschen Arabier in de behandeling hunner paarden christelijker gevoelens bezielen dan menig christelijk jager van Nieuwersluis of van de roode brug te Utrecht. De 5jarige prijs voor Vlaamsche letterkunde, door de regeering van België uitgeloofd, en waar voor de inzendingen den 31't«n Dec. 11. gesloten waren, is toegekend aan een prozawerk van Hendrik Conscience, getiteldBavo en Liveken. Het nieuwe stoom-ramtorenschip, dat Zater dag jl. op 's rijks werf is te water gelaten, en bij die gelegenheid op verlangen des Koniugs, in plaats van Matador, Guinea is genoemd, is het eerste ramtorenschip in Nederland gebouwd en even aart, met uitzondering van grootte, het hoogge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1