I iet
bekend zijn. Waarom spreker niet eerder geko
men is? Als men eene zaak die men liefheeft
meer kan schaden dan goeddoen, blijft men lie
ver weg. Spreker betoogt dat de niel-aanneming der
agrarische wet een onvergeeflijke polilieke fout ware
geweest. Zie de Eerste Kamer. Daar kan aan geen
pressie noch van boven, noch van beneden gedacht
worden, met welke meerderheid ook daar de wet
aangenomen is. Spreker zegt dat ook hij noch dank
baar, noch voldaan was, maar hij is indulgent,
guand on n'a pas ce qu'on aime, on aime ce iju'on a.
Na alles wat tusschen 1866 en 1868 is voorge
vallen, ware het, spreker herhaalt het, eene po
litieke fout geweest, de wet niet aan te nemen.
Licht te brengen in het matglazen paleis kan
alleen door wettelijke regeling worden verkregen.
In Engeland worden ook alleen groote koloniale
beginselen aangenomen, de détails worden in de
kolonie zelve vastgesteld en geregeld, laat daarom
het bestuur in Indië verbeterd worden. Veror-
deniugeu zijn regelingen bij koninklijk besluit.
Spr zal niet uitweiden over het verwerpen van
de cultuurwet, die door den heer v. N. nietjuist
gelezen is. De wetgever zou in die wet na vijf
jaar beslissen of de beperkingen zoudeu worden
opgeheven. Burgerplicht heeft geen enkel recht
uit zijne handen gegeven. Er is meer te doen
dan reeds geschied is. De heerediensten, de over
gang van de cultures in particuliere ondernemin
gen, het Indische belastingstelsel, nooit zal het
aan Burgerplicht of aan de kiezers aau stof ont
breken. Laat het hun niet aan belangstelling
ontbreken.
De heer A. S. Van Nierop zal de gastvrijheid
niet schenden. Hij wil alleen ophelderen. Eene
koloniale verordening is èn een wet, èn een
maatregel van inwendig bestuur, èn een konink
lijk besluithet hoofdbezwaar tegen de agrarische
wet wordt daarom niet weggenomen, maar aan
gewezen. Ook spr. zegt dat er veel te regelen
overblijft, uiaar hij hoopt dat men bij de daartoe
te maken wetteu niet naar verordeningen ver-
wijze. Hij gelooft niet dat kiezers en kiezers-veree-
nigiugen nog invloed daarop hebben, aan het
recht van initiatief hecht hij niet veel, de invloed
van de kiezers ligt daarin niet. Zoodanige verte
genwoordigers, die den moed hebben eene be-
grootiug af te stemmen om redenen daar buiten
gelegen, moeten er zijn, mannen die zeiven de
regels stellen, die het belang van kolonie en
moederland voorschrijven.
De heer A. O. Joosten gelooft niet dat de agra
rische wet, evenals Pallas Athene geheel gehar
nast uit het hoofd van Jupiler kwam, geheel
volledig ter wereld is gekomen. Spr. zegt echter,
dat de heer De Waal onzen dauk niet verbeurd
heelt; integendeel, voor dien eersten, zoo men wil
niet grooten stap van vooruitgang verdient hij
onzen dank. Laat ons geduld hebben. Hoe lang
zal de uitvoering nog uitblijven? Slechts éen gou-
verneur-geneiaals leven, indien deze conservatief
is, kan oorzaak zijn, dat niets aan de uitvoering
van de wet gedaan wordt. De heeredieusten moe
ten nog geregeld worden, en zonder die regeling
heeft de agrarische wet toch geen nut. Wille
keurig kunnen nog de dessahoolden over den
arbeid der bevolking beschikken. De rechtszeker
heid en de reehtsveiligheid op Java moeten zeer
noodig worden georganiseerd, en de ongeluk
kige landrente geregeld die van de zinnelijkheid
van de residenten al hangt. Aan de eene zijde
eeuer rivier betaalt uien soms ü/bpen aan den
anderen kant 1/5. Waarom zoo willekeurig? Eli
waarom vloeien van de 25 mill, die de landrente
jaarlijks opbrengt, slecht 11 mill, in's lands kas?
Waar blijft de rest? wordt die misschien aan
arme oiivermogeuden kwijtgescholden Wanneer
er nog zoo veel te regelen valt, kan men niet
zeggen dat er in lndië niets uieer te doen is,
daarom sluiten wij ons aau bij de woorden van
den heer F. v. d. P., dat de handen in elkander
moeten worden geslagen, daar er nog veel te
regelen valt.
De heer Domela Nieuwenhuis wenscht een
practised resultaat van de vergadering; wij heb
ben belangrijke debatten gehoord, niet door veel
personen, maar er is veel gezegd. De heer F. v. d. P.
lieelt zich op het practische, bereikbare, den heer
v. N. op het ideale standpunt geplaatst. Spr. heeft
met genoegen den lieer v. N. gehoord, doch hij ge-
loolt dat het niet doen van dezen stap geleid zou
hebben tot het uoen van geen stap. Spr. stelt
voor als practised resultaat der vergadering de
volgende conclusie aan te nemen
„De kiesvereeniging Burgerplicht, dankbaar voor de
door den heer Fransen v. d. l'utte gegeven inlichtingen
omtrent het koloniale vraagstuk en hel debat daarover,
verklaart een onvermoeiden voortgang op den weg der
hervorming wenscheli/lt te achten." Daardoor wordt
de strijd over de agrarische wet vermeden, en
tevens erkend dat er een stap tot vooruitgang
gedaan is.
De heer Al. J. Pijnappel acht het nemen van
zoodanige besluiten niet te behooren tot de prac
tische daden. Nemen wij hier eene conclusie aan
dan is het nooit eene practische daad. Waar alleen
publieke opinie is en debat plaats vindt, is argu
ment het practische deel, en liet besluit dat daarop
volgt, gaat spr. mets aan. Dit in het algemeen
Over besluiten. In dit geval is ook deze conclusie
bepaaldelijk onpractisch. Geene bepaalde richting I
wordt in die concluste aangegeven. Hervorming,
maar in welke richting? Wil de heer N. eene
logische noodwendige conclusie voorstellen, dan
moet daarin worden uitgedrukt dat er moet wor
den voortgegaan in de richting van den heer De
Waal. Wenschetijke hervorming zonder opgave van
richting, het maakt de conclusie tot een nevel
achtig besluit, een van die besluiten die niets
aanwijzen en niets uitsluiten. Spr. zou het geen
practisch resultaat noemen.
De heer Douiela Nieuwenhuis vraagt waarom
eene politieke vereeniging niet even goed be
sluiten kan nemen als eene meeling. De besluiten
van volksvergaderingen waren altijd van grooten
invloed; waarom kan het besluit eener politieke
vereeniging niet wenschelijk geacht worden?
Het nader forniuleeren acht hij overbodig. Ko
loniale hervorming staat tegenover koloniaal be
houd, dit heelt eene beteekenis; daarin ligt dat
Burgerplicht zich niet met het oude stelsel ver-
eeuigt maar een nieuw wenscht. De bijvoeging
in liberalen geest wil hij gaarne bij zijn voorstel
inlasscheu. Spreker is bepaald tegen speciali
seering.
De heer Pijnappel zegt dat ook hier de om
vang in omgekeerde rede staat tot den inhoud;
algemeene frases appaiseeren, maar brengen tot
geen practisch doel. Liberaal is evenals behoud
eene nevelachtige, onbestemde uitdrukking. Hoe-
vele soorten van behoud zijn er niet, behalve
dat behoud dat stilstand wil en hervorming uit
sluit. De wet van den minister Trakranen viel niet
door de amendementen, maar doordat de mi
nister die het roer in handen had, op het kri
tische oogenblik wegliep.
Art. 1 werd met eene minderheid van 13 stem
men aangenomen, artikel 1 waarin het beginsel
der wet lag, en waren er dan niet meer dan
die dertien leden die tegen hervorming waren?
Is dat de hervorming die de hèer N. wil. Spre
ker stemt met het te nemen besluit niet in, als
niet duidelijk wordt geformuleerd wat bedoeld
wordt.
De heer Domela Nieuwenhuis wil alleen op
merken dat er wel in wordt uitgedrukt dat wij
ons bij de agrarische wet aansluiten; alleen dan
wanneer men de nu gehouden debatten negeert,
kan men zich daarvan afscheiden.
In plaats van de door den heer Domela Nieuwen
huis voorgestelde conclusie, las de Voorzitter de
volgende conclusie voor: De kiesvereeniging Bur
gerplicht, dankbaar voor de door den lieer Fransen v. d.
Putte gegeven inlichtingen en het gehouden debat, spreekt
als hare meening uit, dat 's lands belang eene vrijzin
nige koloniale politiek vereischl, en wenscht eene krach
tige liberale uilvoering van de agrarische wet." Dit
wordt bij acclamatie aangenomen. Na een woord
van dank aau den heer Fransen v. d. Putte, sluit
de Voorzitter de vergadering.
Het heeft Z. M. behaagd aan Dirkje Veldhui
zen, (bij arrest van het Prov. Gerechtshof in Utrecht
van 28 Juli 1869, wegens moedwillige brandstich
ting veroordeeld tot de doodstraf, ingevolge Kon
besluit van 21 Sept. 1889 N°. 8 verwisseld in
tuchthuisstraf van 10 jaren, welke laatste straf
bij besluit van 10 Nov. 1S89 H°. 13 weder was
veranderd in correctioneele gevangenisstraf van
dergelijken duur) kwijtschelding te verleenen van
het nog onvervuld gedeelte dier gevangenisstraf,
met ontheffing voor de veroordeelde van de smet
van eerloosheid en al de gevolgen van dezen,
welke geacht zouden kunnen worden op haar
uit kracht of naar aanleiding van het veroordee-
lend arrest te kunnen kleven.
Wij vernemen verder, dat hot Bestuur van het
Genootschap voor de zedelijke verbetering der
gevangenen zich, op verzoek van den Minister
van Justitie, bereid heeft verklaard zich het lot
van dit meisje na haar ontslag uit de gevange
nis bijzonder aan te trekken.
Hedenmorgen had op liet excercitieveld van
de dienstdoende schutterij alhier eene indruk
wekkende plechtigheid plaats. De heer Booms,
tot voor eenige weken kolonel kommandant van
het 4de regiment infanterie, en toen door Z. Al.
den Koning met de hooge onderscheiding ver
eerd van tot chef van den generalen staf, een
betrekking waarvoor alleen zij in aanmerking
komen, die groote militaire bekwaamheden be
zitten, benoemd te worden, droeg zijn kommando
en het vaandel over aan den terzelfdertijd tot
kolonel-kommandaut van dat regiment benoem
den kolonel, den heer Von Wrangel auf Linden-
berg.
Beide hoofdofficieren hebben bij deze gelegen
heid een gevoelvol woord gesproken. De heer Booms
nam hartelijk afscheid van zijn krijgsmakkers.
De woorden daarbij wederzijds gesproken, waren
woorden van het hart tot het hart, die door hun
privaat karakter minder voor openbaarmaking
geschikt zijn. Genoeg dat hieruit bleek, dat het
regiment, waarbij de heer Booms sedert onder
scheidene jaren in verschillende rangen diende
en de achting van een ieder, die als hij voor
nauwgezette plichtsbetrachting was, steeds mocht
ondervinden, den kolonel met leedwezen ziet
vertrekken.
Toch zou het goed zijn indien zoovelen die in
het leger, uit mindere bekendheid, ook minder
belangstellen, nu en dan getuigen waren van
den innigen band die in dat leger tusschen chefs
en ondergeschikten zich vormt.
Na afloop van deze plechtigheid werd voor
beide hoofdofficieren gedefileerd en daarna het
vaandel, begeleid door de muziek van het regi
ment, naar de tijdelijke woning van den nieuw-
benoemden kolonel (hotel Plaats Boyaal) overge
bracht.
Ook namens de burgerij, waarbij de heer Booms
in hoog aanzien stond, roepen wij hem een
innig vaarwel toe, en spreken den wensch uit
dat het hem in zijn nieuwe betrekking welga!
De netto opbrengst van den Feestelijken Zang-
stond, den 2den Paaschdag ten voordeele van het
Alinnehuis in de Pieterskerk alhier gegeven door
de Leidsche Koraalvereeniging, ondersteund door
leden der Leidsche Zangvereeniging en den
organist den heer J. Godefroy, is ruim ƒ405.
Dit bedrag mag voorzeker belangrijk genoemd
worden. Aan de beide vereenigingen en aan den
heer Godefroy moet hulde worden gebracht voor
de wijze, waarop zij zich zoo geheel belangeloos
van hunne laak hebben gekweten.
In het verslag over den staat van 's Rijks Her
barium te Leiden en de aldaar verrichte werk
zaamheden gedurende het jaar 1869, van den
directeur den heer F. A. W. Miquel, leest men:
Zooals in de voorgaande jaren, nam de verza
meling in omvang toe, zoowel door het onderzoek
en het invoegen van voorwerpen uit den eigen
nog onbestemden en in de gerangschikte verza
meling nog niet opgenomen voorraad, alsook
door bezendingen uit andere Musea ontvangen.
De verbinding met buitenlandsche soortgelijke
instellingen deed ons, vooral door ruiling, be
langrijke aanwinsten verkrijgen, waarvan ver
melding verdienen:
a. eene bezending van het museum te Kew bij
Londen, bevattende de rijke herbaria van Dr.
Wight en Dr. Falconer en andere Engelsche rei
zigers, in verschillende gewesten van Britsch
Indië en op het Himalaya-gebergte bijeengebracht;
3209 soorten, niet alleen belangrijk door het groote
getal en den uitmuntenden staat der voorwerpen,
maar bovenal door hunne zeldzaamheid en door
de omstandigheid, dat de meeste dezer soorten
nieuw zijn voor ons Aluseum;
b. eene aanzienlijke zeer goed geconserveerde
verzameling van Nieuw-Hollandsche planten, uit
het museum te Alelbourne in Australië door Dr.
F. Alüller gezonden. Deze waren alle nieuw voor
onze verzameling, en daar nog meerdere derge
lijke bezendingen toegezegd zijn, zal langs dien
weg de Flora van Australië in de instelling be
hoorlijk vertegenwoordigd worden;
c. eene verzameling van de op Java thans ge
kweekte kinasoorten, met een stel basten.
Uit onze verzameling werden omstreeks 2500
doubletten naar andere instellingen verzonden,
en de voorraad laat nog altoos toe, hoewel in
afnemende mate, met het gereed maken van
doubletten-verzamelingen voort te gaan.
Boekwerken werden slechts in gering getal
ontvangen.
Van den catalogus der verzameling werd het
eerste deel, hetwelk de Japansche verzamelingen
van verschillenden aard omvat, afgedrukt en uitge
geven. De heer Aliquel steltzich voor in den loop van
dit jaar exemplaren daarvan aan binnen- en buiten
landsche bibliotheken en musea mede te deelen,
terwijl het boek verder door den boekhandel ver
krijgbaar is gesteld. Deze catalogus is zoo inge
richt, dat alles wat op de kennis der Flora van
Japan betrekking heeft, daarin vermeld is.
Voor het 2de deel van den catalogus, van veel
grooter omvang en bestemd voor de Indische
Flora, met name van den Indischen Archipel, is
reeds veel voorbereid.
Van het vierde deel der Annales Alusei bota
nici Lugduno-Batavi werden in Juli de 5 eerste
afleveringen verzonden; de 5 laatste, in denver
deren loop van het jaar afgedrukt, zullen binnen
kort worden verzonden. In dat deel zijn, behalve
uitgebreide monographieën van Indische planten
groepen, ook de vroeger nog niet bewerkte af-
deelingen der varens opgenomen, waardoor, in
verband met de in de voorgaande deelen voor
komende verhandelingen van wijlen professor
Aletteuius, een volledig overzicht over de varens
van Nederlandsch Indië, die een zoo belangrijk
element in de Flora van die gewesten vormen,
verkregen is. In hetzelfde deel zijn ook opgeno
men de uitkomsten van het onderzoek der kina
soorten, die in Java gekweekt worden, omtrent
wier botanische bepaling nog altoos veel onze
kerheid heerschte. Het scheen van groot gewicht
die onzekerheid weg te nemen, zoowel in het
belang der cultuur zelve als van den handel,
vooral thans, nu voor de eerste maal kinabas
ten van Java in den handel gebracht worden.
De botanische bepaling levert een niet onbe-
laugrijken grondslag voor de bepaling der waarde
en voor de onderscheiding der goede en slechie
basten. Uitmuntende bouwstoffen voor dit onder
zoek werden van Java verstrekt, en de oorspron
kelijke, in Zuid-Amerika door Dr. Hasskarl, die
de kinaplanten naar Java overbracht, verzamelde
I nbi
exemplaren, in den botanischen tuin te Leidi aan
bewaard en door den hoogleeraar Suringar als pi
willend ter beschikking gesteld, alsmede ee: ffl n
verzameling van Dr. Weddell, in ons Aluset «ura
voorhanden, stelden in staat, eene afdoende u
komst te verkrijgen. Gelijktijdig waren in Ja
door een kundig chemicus, den heer Berne
Aloens, de basten scheikundig onderzocht, vvaa
door de uitkomsten bevestigd werden. Zij bez.I
ten thans de beste soorten, en in de cultuur
men deze nu bij voorkeur kunnen vermenigv,I
digen en zich geheel outhouden van de voo:«
planting eener soort, die gebleken is van zul
geringe of geene waarde te zijn.
Behalve de vermelde, leverde ons Herbariu I
ook nog gelegenheid voor wetenschappelijke 11
sporingen van binnen- en buitenlandsche km. j
kundigen. Dr. J. D. Hooker van Kew bezochtil
instelling, om onze schoone verzameling nl
nepenthes en rafilesiaceën te bezichtigen, ten tl
hoeve van eene uit te geven monographie. Pi
lessor Radlkofer is nog bezig met de studie onzi
sapindaeeën. Dr. Eichler onderzocht eenige
slachten der Indische Flora. Prof. zVndersson
Stokholm bestudeert de salices, en heeft aant-S
boden onze Indische grassen te bestemmen. Ti
behoeve van de Genera Plantaruin, te Londi
door de heeren Bentham en Hooker uitgegeve
werden veelvuldige ophelderingen in onze ve
zameling gezocht. Dat door dergelijke nasporinge
de wetenschappelijke waarde van een museu:
verhoogd wordt, behoeft geen betoog, en uit dit
hoofde betreurt de heer Aliquel het, dat Pr<
Reichen bacil, aan wien orchideën tot onderzot
waren medegedeeld, wegens gemis aan tijd, d
niet heeft kunnen volbrengen en de voorwerpt
moest terugzenden.
Hedenmiddag heeft alhier de aanbestedit
plaats gehad van den bouw der Remonstrantse!
kerk. Er waren negen biljetten ingekomen
laagste inschrijver was de heer A. Carlier alliit
voor een som van ƒ12,600. Wij vernemen ds
het werk dien aannemer gegund is.
In de tweede helft der maand Alaart zijn as
het postkantoor alhier bezorgd de volgende brit
ven, die wegens onbekendheid der adressante!
niet bezorgd zijn kunnen worden: Wed. C. Ba:
ten, v. Hoornen, beiden te Alkmaar; Wed. Allewiji
O. Kans, C. J. Reynders, C. Donker, G. Hechle
J. A. Smilgers, C. Mol, G. Bos, v. Wageningei
Benedict, Wed. C. De Vos, Alej. Al. L. Terstal
allen te Amsterdam Vermeulen te Benthuizet
D. Leeuw te Gouda; F. Aloll, J. Kalman, beide
te 's-Gravenhage; G. Verheul te Groenendijl
S. v. d. Aleer te Groningen; Van de Ntirendijl
te Kortenbrug; Gazen te LagewaardL. E'
Broeder te Leeuwarden; D. A. Alulder, I. T»
Tolle, G. v. Weeren, allen te Leiden; A. Knot
(2 stuks) te de Aleern; S. Kuypers te Roermoni
v. d. Haarst, E. Canting, Alej. Burnet, allen
Rotterdam; P. Langeveld, Alej. Kloosterman, be
den te Sassenheim; A. lleyer te Tiet; T. B. Rinst
te Utrecht; J. v. Konijnenburg te Veenendaa
J. Boon te Zegwaard.
De
log
I >or
I :r
aan
1 «g
I
I iet
I efs
de
I nlx
Izi
I vet:
I aai
I Oi
li. e
lend
I 'ale
I n
I lost
I E
I lira
lea
le
I tra
I ien
I oni
I lat
I en
lie
In eenige onzer dagbladen is dezer dagen e«
verhaal opgenomen omtrent zekeren Duitscht:
baron en barones, die zich in de hoofdstad hebbet
opgehouden. Uit eene bron, die alle vertrouwen va
dient, vernemen wij, dat de Faam, die deze gi
schiedenis onder het publiek heeft versprei
gelijk gewoonlijk, ook hier wederom veel onwaai
heeft verteld. Zoo moet liet feit, dat de inan va
geten had zijne leveranciers te betalen, ten eeneo
male „onjuist" zijn. (Ubld.)
In de statuten der Vereeniging Licht, Liefii
Leven te 's Gravenhage, is o. a. een gewijzigt
artikel bij Zr. Als. besluit van den ÏU"» Maat
11. goedgekeurd. Dit artikel zal nu luidenUnda
de inrichtingen, bedoeld in art. 2, aid. 1, behoor
eene school van vrouwelijke handwerken, waai
van het doel tevens is de verstandige en gods
dienstige ontwikkeling der meisjes te bevorderec
Enz.
De luitenant ter zee der 1ste klasse C. F. T. Va:
Woeldersu wordt met den lsten Al ei aanstaand:
als lsten officier geplaatst aan boord van Zr. Ab
raderstooinschip de \ulk.
De officier van administratie der 2de klasse F. fl
L. A. Hirschinaun wordt mot den lüden Mei aan
staande geplaatst op Zr. Als. wachtschip te Willem)
oord.
Z. Al. heeft goedgevonden den lsten luitenant-si'
ministrateur van kleeding en wapening F. W. Ecket'
hausen, van het regiment rijdende artillerie, op gr er
van 4 van art. 38 der wet vau den 28sten AU'
gustus 1851 [Staatsblad n°. 128), op non activiteit
te stellen, in afwachting dat omtrent hem nader n
worden beschikt.
Z. AI. heeft goedgevonden bij het personeel vs:
den geneeskundigen dienst der landmacht in Nedet
landsch Indie te benoemen: tot officier van gezond1
heid van de 3de klasse den heer A. P. C. Steiuan
Z. M. heelt goedgevonden den officier van g*
zondheid der 3de klasse E. Edema, van het leger
hier te lande, voor den tijd van 3 jaren te net)1
cheeren bij de landmacht in West-lndie, en me"
bepaaldelijk bij het garnizoen in Suriname.
Voorschoten, 21 April. Door grondeigenaren e'
landbouwers alhier is gisteren besloten dit jaf
eene laudbouw-tentoonstelling te houden en daar