bezuinigingen en verminderingen. Hij wendde deze gelegenheid aan orneen streng en af keurend oordeel uit te brengen over het aanmatigend en urul gedrag van de vloot in de Ghineesche wateren en van de Engelsche kooplieden in China. Hij beschouwde verder het klimaat in West-Alrika zon ongezond, dat het wenschelijk was het daar verblijt'hondend eskader tot het strikt vereiichte getal te verminderen; bovendien had het eskader in zoover zijn doel niet bereikt, dat het eerder tot vermeerdering dan tot het afnemen van den slavenhandel bijgedragen heeft. De Minister van Marine, de heer Ohitilers, rechtvaardigde zoo niet in alle, dan toch in vele opzichten de handelingen van de Engelsche marine officieren tegenover de Chineesche barbaarschhe- deu. De Regeering had wat het overige betrof de manschappen van in de buitenlandsche wate- reD gestationneerde schepen reeds van 17000 op 11000 matrozen en scheepsjongens gebracht, en zal zoo veel doenlijk die politiek ook in Afrika volgen. De ultra protestantsche afgev. Newdegate stelde de benoeming voor eener staatscommissie, om onderzoek te doen en de Regeering van advies te dienen nopens het veelvuldig verrijzen van kloosters en monniken-instellingen in Engeland. Ondanks de bestrijding van de Regeering koos het Huis de zijde van deD voorsteller met eene meerderheid van twee stemmen, 131 tegen 129. Een telegram uit Dublin gewaagt van het heerschen van terrorisinus ia onderscheidene deelen van Ierland; op vele plaatsen zijn huizen verwoest. Te Clonwel werd op een politie-beambte, die in het open veld liep, geschoten; te Kille, in het graafschap Tipperary, viel gisteren een grond bezitter als offer van een sluipmoord. Hij had kortelings eenige pachters van zijn landerijen doen verjagen. Uit het graafschap Westevvath wordt getelegrapheerd, dat een landopzichter, die met zijn familie het avondmaal gebruikte, van een schot door het venster getroffen werd. Noord-Duttsche Bond. Aan den rijksdag zal voorgesteld worden, de opheffing van de Elbé-tol te verkrijgen door eene schadeloosstelling aan Mecklenburg van 500,000 thlr. Daarmede zou de laatste belemmering van dien aard verdwenen zijn. Deze tol heeft sedert 1863 aan Mecklenburg ieder jaar meer dan 310,000 tblr. opgebracht, zoodat het niet te ver wonderen is, dat dit land de voorgestelde scha deloosstelling veel te laag vindt. In Hamburg bestaat het plan, om binnenkort een geregelde stoomvaart op West-Indië op te richten. De Badeusche Kamer beeft in zake den fabrieks- f arbeid van kinderen bij eene nieuwe wet bepaald, dat de kinderen na hun elfde jaar aan het werk igesteld mogen worden, onder bepaling, dat zij vóór hun 16de jaar niet des nachts mogen wer ken en dat, zelfs in bet uiterste geval, een werk dag voor hen op niet meer dan 12 uren mag worden gesteld. Met algemeene stemmen tegen 5 werd dit aangenomen, welke laatsten wilden, dat het werken op feestdagen geheel zou verbo den worden. YV urtemberg. In Wurtemberg hebben de anti-Pruisische par tijen hare manifesten tegen het ministerie open baar gemaakt. In dat der Grootduitsche partij leest men: „De heeren Ministers hebben voor het oogenblik hunne maatregelen genomen ;zij weten waarschijnlijk zelven niet, waarheen die voeren zullen. Zooveel is zeker, dat deze behandeling van de gewichtigste aangelegenheden des lands, door de Grootduitschen als een slag in het aan gezicht opgenomen wordt, en dat het gansche land, met uitzondering der weinige vijanden zijner vrijheid, in die smart deelt. Men bedriege zich niet; de slag is niet al9 een ongeluk, dat men met berusting aanneemt, het is een brutaal afwijzen der tot gemeenschappelijke bereiking van een bekend doel aangeboden hand. De bij stand die zich Von Varnbüler in de energie der nieuwe Ministers meent verzekerd te hebben, schrikt mannen niet af, die zich bewust zijn, even trouw voor het koninklijke recht van het hoofd van den staat als voor het welzijn des lands te strijden. Tegenover dergelijke stappen der regeering, waarvan het zeker is, dat zij het gevolg zijn van Pruisische aansporingen om zich ferm te houden, en die dienen moeten om te doen zien, dat men zicli aan den volkswil niet stoort, blijven de afgevaardigden des te meer eensgezind aan hunne beginselen vasthouden, en het volk zal zijne verkorenen niet in den steek laten." Het manifest der volkspartij zegt: „In plaats van naar den wil des volks te hooren en dien te voltrekken, heeft de regeering er de voorkeur aan gegeven om, onder den schijn van toegevend heid, den voor de vrijheid en de welvaart des lands even gevaarlijken weg te blijven bewan delen. De persoonlijkheid en de politieke ante cedenten der nieuwe Ministers laten geen twijfel over, of de ware geest van de militaire wet van 1868, d. w. z. het. Pruisisch worden van het Wurtembergsche leger, wordt voortgezet. De heer Von Suckow, veel meer dan de afgetreden Minis ter de gewillige voltrekker der Pruisische beve len, is eene levende bedreiging van Wurtemberg» onafhankelijkheid; de heer Scbeurlen, algemeen bekend om zijne reactionnaira beginselen en zijn ijver bij de staatkundige vervolgingen, de steeds bereidvaardige verdediger van het ministerie Varnbüler, geeft ons geene waarborgen voor de vrijheid, voor de instandhouding onzer constitutie, voor de langgewenschte organisatie der adminis tratie. Met het ontslag van den heer Golther, het eenig Grootduitsobgezinde lid van het kabi net, is de overhelling lot Pruisen openbaaj ge worden. Ja, zulk een inconztit.utioneele handeling is een in slag het aangezicht van ons aan de grondwet getrouw volk, is een honen van zij duizendmaal uitgesproken wil in de Duitsche quaestie. Maar hoon noch geweld zal het Wur tembergsche volk en zijne getrouwe verdedigers van den grondwettigen weg afhouden, dien zij ingeslagen hebben tot handhaving van zijn recht, tot herstelling van een in de vrijheid vereenigd vaderland. Wij verwachten van de volksverte genwoordigers, dat zij geen wettig middel on beproefd zullen laten, om den volkswil gelding te verschaffen. Wij verwachten van het volk, dat het eenparig en vast besloten, zijne getrouwe vertegenwoordigers steunt." TELEGRAMMEN. Washington, 30 Maart. Het congres heeft gisteren den staat Texas tot de unie toegelaten. De president Grant heeft dientengevolge kracht van wet verleend aan het 15de amendement op de constitutie, 't welk aan de negers het stemrecht toekent. Weenen, 31 Maart. De voorzitter van het Huis der Afgevaardigden heeft in de zitting van heden eene verklaring der afwezige Poolsche leden voorgelezen, waarin gezegd wordt, dat zij in het belang van den 9taat aan de beraadslagingen over de legerwet en over het budget zijn blijven deelnemen, hoewel liet memorandum der meer derheid van het ministerie en de discussiën over het adres van antwoord reeds duidelijk hadden aangetoond, dat de pogingen om eene uitbreiding der autonomie van Galieië te verkrijgen vruch teloos zouden zijn. Tegenover den uitslag dar beraadslagingen over de Galicische resolutie en het ontwerp betreffende de voorloopige directe verkiezingen meenden zij echter de vrijheid van handelen van den Galicischen landdag te moeten waarborgen door hun mandaat neder te leggen. Vervolgens heeft de voorzitter eene verklaring voorgelezen van den afgevaardigde uit de Buko- wlna, Petrino, en evenzoo van de Slaveensche afgevaardigden en van die uit Istrië, waarin zij op gelijke gronden hun mandaat iiederleggeii. Londen, 31 Maart. Het Hoogerliuis heeft de onderdeden en artikelen der bill tot verzekering der rust in Ierland goedgekeurd. De bill is daarop voor de derde maal gelexenzij zal spoedig af gekondigd worden. Marseille, 31 Maart. Volgens berichten uit Rome, verkeert de Paus en de ultramontaansche partij in groote beweging en moeten de denk beelden van verzoening als opgegeven worden beschouwd. Men gelooft dat de Fransche gezant, de heer D» Banneville, niet zoo spoedig zal terug- keeren als men dit erwachtte. Hunchen, 31 Maart. De Tweede Kamer heeft met bijna algeineene stemmen de voorstellen der commissie betreffende het buitengewone budget van oorlog aangenomen. De liberale leden hebben ook voorgestemd, en het schrappen van onder scheidene posten voorgesteld, gedeeltelijk met het doel om te bezuinigen, maar voor htet grootste gedeelte uit overwegingen van forhieelen aard, onder voorbehoud om hunne stem over de zaak zelve bij de beraadslagingen over het gewone budget van oorlog uit te brengen. Madrid, 31 Maart. De Cortes hebben de dis cussie over het wetsontwerp op de algemeene veiligheid ten einde gebracht en dat ontwerp aangenomen. De heer Becerra, minister van koloniën, heeft zijn ontslag ingediend. De heer Moret zal waarschijnlijk tot zijn op volger worden benoemd. HA NDEL. OVERZICHT DER WEEK. Rotterdam, 1 April. Hoffle. Met goeden handel tot vaste prijzen verkocht werden 408 balen per Vesta,117 balen per Allegoude Jucoba van 31 tot 36 ets., benevens 2000 balen groene per Prinses Amalia van 44 tot 46 ets. duiker. Ruwe. De markt verkeert in eenekahne stemming; om te verkoopen zou men op de prij zen wat moeten toegeven. Enkele partijtjes wer den dan ook afgedaan tot 50 a 75 ets. ouder veilingsprijs. Geraffineerd. Voor spoedige levering blijft goede vraag, terwijl de kooplust op verre termijnen minder geanimeerd is. Thee. Vast; de handel bepaalde zich tot dade lijke behoeften. Byit. Van ongepelde Java Tafel werden 10,000 balen verkocht per Noach II van 10 lot 12. In gepeld was de omgang zeer gering. Specerijen. Vast. Noot N°. 1 A° 1869 tot 120 ets. gedaan, Foelie D. 190 a 200 ets. Nagelen 30 ets. Peper 35 el», alles entrepot. Vruchten. \'an de 500 kisten geconfijte Gem ber weiden 320 kisten verkocht van 79 tot SI ets.; de overigen blijven tot S0 ets. aan de markt. Krenten met goeden handel tot ƒ15 a 15.50. Indigo. De verkoopen dezer week bedragen 12 kisten a 25 ets. hoven taxatie. Meekrap. Flauw gestemd en zelfs tot iels lagere prijzen weinig vraag. Polatschen. Petersburger loco 14.25. Katoen. In vaste doch lustelooze stemming. Wol. Zonder omzettingen. Tin. Vast op den afloop der veiling. Banca ƒ72.50; Billiton ƒ72.25, ƒ72.50 gezocht Petroleum. Zeer flauw maar niet veel lager uit gebrek aan voorraad. Ex Bertha blijven nog kleinigheden tot 26.75 te koop. Gp najaar vertoonen zich meer verkoopers maar tot de vraagprijzen geene kooper». Oliën. Raapolie cont. ƒ49.50; Mei ƒ48.75, 49; Get. Dec. 47.50, ƒ47.25. Lijnolie cont. 37 Mei ƒ37.25, ƒ37; Oct. Dec. 38.75. Patentolie cont 54; Mei /53.50; naj. ƒ51.75. Granen. Stil. Meel. 1ste qüal. 15.75, 16.25; 2equal. 13:25, ƒ14.75; 3de qaul. ƒ11.75, 12.25Keizersmeel ƒ20, 15. Rechtzaken. In de correctioneele zitting der rechtbank te Leiden van Vrijdag 1 April 1870, zijn veroor deeld J. 1). te Rijnsburg wegens laster, tot eene geldh. van 110 of subsid. gev. van 3 d. H. S. te Rijns burg, wegens gewelddadigheid, toteenecall.gov. van 15 d. W. F. zonder vaste vyoonplaats, we gens bedelarij, tot eene gev. van 14 d. GEVEILDE PERCEELEN. Gehouden verkooping aan den Burg alhier, ten overstaan van den Notaris K. N. Ilengevald, op 1 April N'. 1. Een heerenhuis en erf aan de westzijde van de Hooigracht, Wijk VII, N'. §23, sectie J, N°. 398. Koopers E. B. Tak en 51. H. Verhuist te 's-Hage voor 5500. N*. 2. Een huis en erf aan den Quden Singel, Wijk V, N°. 414, secjie B, N". 1318. Opgehouden N'. 3. Een huis en erf aan den Ouden Singel, Wijk V, N°. 4144, sectie B, N*. 1§20. Kooper P. De Gooijer alhier voor ƒ2450. No'. 4, 5 en 6. Drie perceelen weiland in den Bolerhuispolder, onder Leiderdorp, sectie A, N"». 540, 541, 589 en 538, gecombineerd. Kooper C. De Graaf te Leiderdorp voor ƒ8225. N*. 7. Een partij weiland in den Munniker- polder, onder Leiderdorp sectie B, N«. 174 en 175. Kooper P. De Graal', te Leiderdorp voor ƒ8630. N". 8. Een partij warmoesland in den Waard, onder Leiderdorp, sectie A, Noj. 937 tot 941. Op gehouden. N°. 9. Een partij vvarmoeziersland in den Meer burgerpolder, onder Soeterwoude, sectie A, No». 435 tot 440. Kooper J. Van Vliet te Leiden voor ƒ1800. No». J,0, 11, 12 en 13. Eenige perceelen wei- teel- Of bouwland, verschillend gelegen, onder de gepieente Oegstgeest, sectie C, N". 27 lot 30, sectie A, N°. 144, sectie C, N'. 126 en sectie C, N°. 125 127 én 131, gecombineerd. Kooper J. J. Duynstée (jq. voor 10601. STATBN-GENERAAL. De commissie uit de Tweede Kamer, in wier han den bij besluit der Kamer van den lOden Maart jl. is gesteld de brief van Z. Èxc. den Minister van Buitenlandsche Zaken van 8 Maart jl. met «ene nota van inlichtingen omtrent de klacht van W. Bozon te Maastricht ter zake van zijne beweerde willekeu rige aanhouding en gevangenneming te Luik en van zijne uitzetting uit Belgiëin aanmerking nemende dat de overgelegde nota niet volledig is, dat ze niet bevat eene opgaaf der feiten, noch van hetgeen de justitie in België en in Nederland gedaan heeft, heeft aan de Kamer voorgesteld de stukken te verzenden aan de Ministers van Buitenlandsche Zaken en yan Justitie, met verzoek om aan de Kamer de verlangde nadere inlichtingen te geven. Dit het verslag omtrent den toestand van het kroondomein over 1869 ia gebleken, dat de toestand dier bezittingen over het algemeen gunstig wss en geene groote rampen waren te betreuren. De com missie, in wier handen dat verslag was gesteld, vond dan ook geene aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Het wetsontwerp tot goedkeuring van artikelen der op 27 November 1869 te Mannheim gesloten overeenkomst, houdende strafbepalingen op de over treding omtrent de gemeenschappelijke visscherij in den Rijn, heeft de strekking om gemeenschappelijke, krachtige en afdoende maatregelen te nemen tegen het al te scherp visschen np de benedenrivieren en door zorg dat de edele vischsoorten in onze beneden rivieren niet worden uitgeroeid en dat ds misbruiken in de bovenrivieren ophouden. Er dienen beperkende bepalingen ook voor de zalmrisscherij te worden ge nomen, ten «inde allen tegen de gevolgen der roe keloosheid van sommigen te beschermen, en ook met het oog op vermeerdering van aanwas en toeneming van voedingsmiddelen, waarbij de vermenigvuldiging van den zalm vooral in aanmerking komt, die vroe ger een voornaam bestanddeel der volksvoeding uit maakte, doch thans zeer beduidend in prijs geste gen is. Bij het ontwerp zijn maatregelen genomen ter be vordering van het opstijgen der zalmen naar de zij plaatsen en ter bescherming van ds jonge zalmen in het tijdperk hunner eerste ontwikkeling en gedurende hunnen tocht naar zee. Vandaar de internationale overeenkomst Het wetsontwerp tot vereouiging vau de gemeen ten Reeuwijk en Sluipwijk, alsmede van de gemeente Stein, waarvan echter een deel bij Gouda zou wor den gevoegd, heeft bij het onderzoek in de nfdeelin- gen van de Tweede Kamer geenszins algemeenen ijval gevondeD. Verscheidene leden meenden, dat alleen een groot publiek belang samensmelting van gemeenten tegen den wensch van een aanmerkelijk deel der ingezetenen kan rechtvaardigen. Vooral moet de samensmelting zooveel mpgelijk met wederzijdsch goedvinden plaats hebben, wanneer arme gemeenten met vermogende vereenigd zijn. Het wetsontwerp omtrent de vereeniging der ge meenten Noord- en Zuid-Waddinxveen met een deel der gemeente Broek en de toevoeging van een an der deel dier gemeente aan Gouda gaf wel bij som migen aanleiding tot soortgelijke bedenkingen, als omtrent het zoo even behandelde wetsontwerp zijn femaakt, doch vond toch bij de groote meerderheid ijval. TWEEDE KAMER. Zitting van heden. Aan de orde is de voortzetting der beraadslagin- geu over het wetsontwerp tot aanvulling en verheu ging van Hoofdstuk V dei Staatsbegrooting voor 1'870 (Haven van Harlingen.) Art. 1 bepaald dat de haven van Harlingen van rijkswege zal worden verbeterd. Het amendement van den heer De Casembroot strekt om het art. aldus te lezen //Het verbeteren der haven van Hnrlingeu zal van rijkswege met ven millioen worden gesubsidieerd" (zijnde 1U millioen minder dan voor het geheele werk, volgens de raming der regeering, benoodigd is.) De heer De Casembroot ligt zijn amendement na der toe. Hij betwijfelt of het rijksbelang geëvenre- digd is aan 't geldelijke offer, dat de staat zou bren gen en of er uitzicht bestaat dat deze geldeu weer onder een of anderen vorm in de schatkist zullen terug vloeien. Ware dit zoo, dan zou hij gaarne zijne stem aan 't ontwerp gevenmaar hij heeft die overtuiging niet, ook al mocht de aansluiting der Noorder spoorwegen tot stand komen. De heer Gratama stelt op den voorgrond, dat een amendement, dat de geheele economie van de wet te niet doet, geen amendement is. Erkennende dat een volksvertegenwoordiger moet waken voor de be langen der schatkist, zoo is het ook de plicht van een volksvertegenwoordiger om de nijverheid en de productiviteit des lauds te helpen bevorderen. Hij heeft 4 bezwaren tegen het amendement: 1'. bij aanneming zal van de zaak niets komen. De ge meente Harlingen is onvermogend en de provincie, de heer De Casembroot erkende 't zelf, kan die be- langrijKe som niet bijdragen. De bedoeling der ha venverbetering is yok alleen om het spoorwegverkeer te bevorderen in 't algemeen rijksbelang. 2°. Indien het amendement doorgaat, waartoe is d»n de omschrijving in art. 2 noodig, waarbij de wer ken worden aangeduid? 3°. Hoe is dit amendement overeen te brengen met den considerans der wet, waarbij juist gewezen wordt, op het verband met den aanleg der staatsspoorwegen. 4'. De wet zou, bij aanneming van 't amendement, onuitvoerbaar zijn. Er wordt niet gezegd wie de subsidie zal erlangenhet hangt geheel in de lucht, evenals de geheels uitvoering van het werk. De Voorzitter merkt op dat hij dit amendement als amendement in discussie heeft gebracht, 1'. omdat het is eene vermindering van eene door de Begeering voorgestelde som, en 2'. omdat er andecedenten be staan, zooals o. a. het amendement van den heer Van Bosse op het ontwerp tot doorgraving van Holland op zijn smalst. De heer Idserda wederlegt 't beweren van den heer De Casembroot, als zou de verbetering van de baTen van Harlingen geen nationaal maar een provinciaal belang zijn. De heer Beyma thoe Kingma merkt op, dat het amendement, een voorbeeld is van zeer vreemdsoortigen aard, hij zou het bijna een Chineesch denkbeeld noe men, ook hij vraagt wat het gevolg van de aanne ming zijn zal? Wie zal het werk uitvoeren, als dat amen dement. aangenomen wordt? Hij zet vervolgens de zelfde bezwaren uiteen als de vorige bestrijders. Dit werk geldt geen provinciaal of plaatselijk belang, maar een bij uitnemendheid nationaal belang De heer Saaymans Vader beseft al het üelaog van de havenverbetering, doch daartegen staat over het finautieel bqlang dps Rijks. Hij is allezins geneigd een offer te brengen en daarom is hij voor de bij drage in het amendement bedoeld. De heer Stieltjes acht de meewerking van gemeente èn provincie èn Kijk tot uitvoering van groote werken goed eu een juist beginsel. Als men bij de kanaal- en havenwerken in Zeeland, het kanaal van Voorne, de doorgraving van Hollland, eo de verbetering van den waterweg van Rotterdam, datzelfde beginsel hadde toegepast dan zou het juist zijn dit hier ook te doen. Maar nu men bij al die groote werken er van afge weken is, nu zou het do grootste onrechtvaardigheid zijn als men dit éene werk dat tot voltooiing van bet spoorwegnet noodig is niet voor rekening van het Rijk nemen zou. Spr. verdedigt ten sterkte het regeerings-ontwerp. De heer v. d. Linden >vijst op a! de bezwaren die gemaakt zijn. üe een vraagtis de haven niet goed De anderzitten we dan zoo dik in het geld om niet zuinig te zijn? Ja, de spoorwegverbinding is noodig, maar kan het niet nog wat wachten? Neen, zegt spr. Er is daar in Friesland leven en ontwikkeling er is vooruitgang in weerwil van gebrekkige middelen en daar moet juist gewerkt worden, daar moeten de handen uit den mouw worden gestoken. Er moet geen protectie worden verleend, maar men moet wel weg nemen belemmeringeu en men moet betere middelen van gemeenschap tot stand brengen, Er is reeds genoeg gemis aan energie. Suez is doorgegraven men wilde er door, en kan er nu door. Hoe ver zijn wij? Een brug moet over den Oceaan worden gelegdhoe ver zijn wij W ij doen niets en gaan achteruit, hard achteruit. Hier te lande hoort meu althans maar zeggendat kan niet, maar later blijkt het dat bet wel kan. Spr. acht het werk, waarover nu gesproken wordt, een nuttig werk, en hij xiet er ook een drang te meer in tot lier- nieuwmg van onze belasting. Daarom is hij zeer voor het ontwerp. De heer Van Voorthuyzen vraagt of het amende ment niet van te ingrijpenden aard is. Hij verschilt hierin van den voorzitter, en zou daarom renvooi naar de afdeelingen wenschen. Hij ont» ikkelt daarna Zij Ti bezwaren tegen den gewijzigden vorm van art. 1 en bad aan den oorspronkebjken vorm de voor keur gegeven. De heer Heemskerk Az. merkt op, dat de heer Van der Linden met onmiskenbaar talent op geestige, puntige wijze zijne raeening heeft voorgesteld, al is dan ook wederom eene vluchtige inzage van stukken vermoedelijk voorafgegaan. Spr komt echter hier tegen op, dat de heer Van der Linden het stelsel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3