Beilen, op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit die betrekking. Z. M. heeft den heer M. Rochussen benoemd tot attaché bij het Nederlandsch corps diplomatique, en, j bij besluit van denzelfden dag, N°. 17, hem eervol 1 ontslag verleend als militair attaché bij Zr. Ms. ge zantschap te Londen. Z. M. heeft benoemd tot procureur bij de arron- dissements-rechtbank te 's-Gravenhage Mr. A. Hin- lopen, advocaat aldaar. Z. M. heeft den heer Mr. F. L. Schlingemann, offic. van justitie bij de arr.-rechtbank te Arnhem, be noemd tot proc.-generaal in de kolonie Curafao. Voorschoten, 25 klaart. Bij de gisteren alhier plaats gehad hebbende herstemming voor éen lid van den gemeenteraad, hebben van de 128 kiezers 94 van hun recht gebruik gemaakt. De uitslag is dat de heer P. Van Steyn 51 en de heer J. M. Van Kempen 43 stemmen ver kregen heelt, zoodat eerstgenoemde tot lid van den Raad is verkozen. Amsterdam, 24 Maart. Gisterenavond werd in de debating-society Vooruitgang alhier de stelling verdedigd, dat het onderwijs op onze middelbare scholen op een verkeerde basis rust; dat het in vele opzichten practischer en exacter moet worden. De „verderfelijke poëzie" moet er geheel uit. Cijfers en feitenDat is de quaestie. Ook oude geschiedenis, eu al wat zich ten doel stelt te idealiseeren, worde verworpen kennis van ons lichaam, kennis der natuur, handels-geographie eu geschiedenis van den dag treden meer op den voorgrond Ure, 23 Maart. In het afgeloopen jaar is van onze visschersvloot éen vaartuig verongelukt; vijf onzer visschers verloren hun leven in de golven. 's-Gravenhage, 25 Maart. Gisterenmiddag werd in het Hotel Paulez een groot diner gehouden, dat door den voorzitter van de Tweede Kamor der Staten-Generaal, den heer Dullert, aan de leden der Kamer, aan den voorzitter van de Eerste Kamer en aan de griffiers van de beide Kamers enz. werd aangeboden. Ten gevolge van ongesteld heid werden de voorzitter der Eerste Kamer en eenige leden verhinderd daaraan deel te nemen. Uit goede bron zijn wij in staat gesteld om trent de lijn 's-Hage-Gouda nog het volgende te melden. De baan is nu geheel gereed. Men is bezig met het opbrengen vau den ballast op het stations-emplacement. Het gebouw ondergaat de beschilderingen en laatste versieringen. De nog te verrichten werkzaamheden bestaan uit bevloe ring en overdekking der voorgaanderij, bestrating van den toegangsweg, benevens opruiming van eenige dienstgebouwtjes tijdelijk daargesteld. Men hoopt met een en ander vóór de opening gereed te komen. De groote overkapping achter het gebouw zal tot feestzaal worden ingericht. Over de verheven perrons zal een doorgaande vloer worden gelegd die de sporen bedekt. De open vakken tusschen de ijzeren kolommen zullen worden dichtgemaakt. Zoodoende verkrijgt men een feestzaal, die de kolossale oppervlakte van 2500 meters bevat. De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch heeft zich bij adres tot de Tweede Kamer gewend, houdende verzoek, het voorstel tot wijziging der Armenwet, als uiet beantwoordende aan het doel, namelijk opheffing van billijke klachten, niet aan te nemen. Naar men verneemt heeft de heer Howell Thurlow, 2de secretaris bij het gezantschap van Groot-Brittannië alhier, die zijn ontslag had ge vraagd en bekomen, deze residentie verlaten. Delft, 24 Maart. Het boven locaal der sociëteit „Eensgezindheid" was gisterenavond herschapen in een tentoonstellingzaal. De heer A. H. Valk Jz., leverancier aan het Loo van Z. M. den Ko ning, vroeger te Loosduinen woonachtig en tim mermansbaas van den heer Gevers Deynoot al daar, doch thans zijne fabriek van artificieele houten tuin- en landbouw-werktuigen enz. alhier gevestigd hebbende, had een groot aantal voor werpen van zijn fabrikaat ter bezichtiging ge steld, en gaf daarvan na afloop der behande ling van de aan de orde zijnde zaken in de vergadering van het Delftsche departement der Ned. Maatsch. ter bev. van Nijverheid inlich tingen omtrent de samenstelling en aanwijzing van het gebruik. Trok de nette bewerking der voorwerpen in het algemeen reeds dadelijk de aandacht, de gunstige indruk werd niet weinig verhoogd, toen men den heer Valk daarmede zag werken. Een kruiwagen van Amerikaansche vinding, werd o. a. in een oogwenk veranderd in een lange of staande ladder, trap of dubbele ladder, boomladder en bankladder, dus vijf doel matige voorwerpen in éen enkel vereenigd. Een hooiponder of balk verborg inwendig sporten, zoodat deze tevens als ladder kon gebruikt wor den. Een stoel zag men, door eenvoudig over slaan van het bovengedeelte, in een kamertrapje veranderen, en omgekeerd een trapje een ge- makkelijken zitstoel worden; alles zoodanig en van die houtsoorten vervaardigd dat lichtheid en handelbaarheid aan doelmatigheid en sterkte ge paard gaan. Utrecht, 23 Maart. In een vergadering van het Utrechtsche studenlenkorps is een commissie benoemd tot het ontwerpen van plannen voor de in 1871 te vieren feesten Ier herinnering aan het bestaan dezer hoogesehool. Arnhem, 23 Maait, De Raad dezer gemeente heeft verklaard te blijven volharden bij zijn be sluit, om geen deel te nemen in de kosten van aanleg van den spoorweg Tilburg-Nijmegen, ter wijl de vroeger uit zijn midden benoemde com missie te dier zake op haar verzoek ontbonden is. Zwartewaal, 24 Maart. Op heden zijn van hier door Izak Rietdijk de eerste kievitseieren aan Z. M. den Koning ten ges ehenke aangeboden. Makkum, 22 Maart. Gelijk overal, zoo openbaart zich ook hier de zucht naar vermeerdering van loon. In zoover verschilt de openbaarmaking van die neiging echter van die in andere plaatsen, dat, terwijl men elders door werkstaking dien wensch tracht door te drijven, men hier de voor keur geeft aan zachtere middelen. Zoo hebben de scheepstimmerknechten alhier zich met beleefd verzoek tot hunne bazen gewend om hunfinan- tieelen toestand le verbeteren. Het gevolg is dan ook geweest, dat. hel dagloon met 1 cent per uur is vermeerderd. Lemmer, 23 Maart. Het uitdeelen van boter hammen aan die kinderen, die nimmer een schooltijd verzuimen, levert hier de beste resul taten op en kan dus als practiscli en weinig kos tend middel tegen schoolverzuim ten sterkste worden aanbevolen. Audega, 2Ü Maart. Een vertrekkend predikant krijgt zelden of nooit geschenken op reis mede, en toch geschiedde dit met Ds. F. .1. Folpmers, die naar Opperdoes gaande hedennarniddag zijn afscheid predikte, Én ringbroeders én gemeente leden boden hem blijken van vriendschap en hoogachting aan. Ook is het eene zeldzaamheid, dat iemand, na bijna 40 jaren op éene en dezelfde plaats gestaan te hebben, nog vertrekt; ook dit was hier het geval. Ds. Folpmers deed alhier den 14 Nov. 1830 zijn intrede en van degenen, die toen van buiten de gemeente tegenwoordig zijn geweest, was er nog een enkele komen op dagen, om zijn laatste preek te hooren. Zeldzaam ook mag liet heeten, dat een vader zijn zoon op volgt. Ook dit is hier het geval; Ds. Folpmers vertrekt naar de plaats, welke door het beroe pen van zijn zoon naar Hoogebeinluui (in Fries land) vacant was geworden. BUITENLAND. Fraulii'ijk. Het schrijven van den Keizer en het proces van prins Bonaparte zijn de onderwerpen vuu den dag. De monarchaal gezinde pers heeft voor den Keizerlijken brief de warmste bewoordingen over. Bij een groot aantal organen van deze rich ting, geeft die voldoening zich in geestdrift lucht: De France is van oordeel dat deze brief „een nieuw getuigenis is van de groote bekwaamheid en het diep doorzicht vau den Souverein. Het Journal des Debats is in den hoogsten graad voldaan. De heer De Girardin uit in de Liberie deze ontboezeming: „het Napoleontische stamhuis is thans voorgoed gegrondvest De Moniteur Universel schrijft een leading-artikel over den brief onder het opschrift: het Keiierrijk is de vrijheid, en werkt deze stelling breedvoe rig uit. Maar ook de bladen, van wie men het na de houding van de 56 leden der rechterzijde in het Wetgevend Lichaam niet zou verwachten, zijn plotseling in warme voorstanders van den nieuwen staat van zaken veranderd De Public b. v. keurt in hooge mate goed dat de Keizer tot dit besluit is gekomen. De Peuple Francais, hoofdredacteur de al'gev. Clé ment Duvernois, ziet in dezen zoo eenvoudigen en oprechten brief, een waardig en edelaardig ant woord aan hen, die op de meest onbillijke wijze de practische eu liberale hervormingen van den Souverein verdacht maken. (Sic). Alleen de heer Granier de Cassaignac, de ba nierdrager van het despoliek gezag, die meer keizerlijk is dan de Keizer, is ontevreden, zeer ontevreden zelfs. Alet leede oogen beschouwt hij dit besluit. Het constitueerend gezag, zegt hij in de Pays, heeft het volk den Senaat opgedragen, bij twee volksstemmingen. Evengoed als het dit den Senaat heeft tue- gekeud, had het't Wetgevend Lichaam daarmede kunnen begiftigen. Maar dit is niet gedaan. En zoolang het volk dit recht den Senaat niet onttrokken heeft, blijft dit Lichaam in het bezit van dit nationaal mandaat, en bijgevolg vau het grondwetgevend gezag. De bladen, die tot de meer geavanceerde libe rale richting behooren, zonder daarom bepaald democraten te zijn, zooals de Opinion Nationale, het Journal de Paris, de Avenir National en de Temps, ofschoon den brief een gelukkig verschijnsel noe mende, zijn veel minder onverholen in het uit deelen van loftuitingenvoor hen gaat de brief niet ver genoeg: de Keizer had in dezegansche verrassing zijn persoon niet moeten mengen, maar aan het ministerie de kondschap hebben overgelaten. Overigens zijn zij van gevoelen, dat de Keizer nog met, te groote macht bekleed en den Senaat te veel overgelaten blijlt. Het Jour nal de Paris, daarover redeneerende, zegt, dat het monarchale stelsel in Frankrijk en vele an dere staten van Europa al meer en meer uitge diend heeft en moeilijker te handhaven is. Om het nog een zekvr aantal jaren levensvatbaar heid te schenken, moeten de vorsten, die door het lot. der geboorte of om staatkundige rede nen den troon hebben beklommen, veel zelf verloochening en wijsheid aan den dag .eggen. Zij kunnen het gezag niet behouden, dan door hun rechten met den dag in te krimpen en te beperken; zij kunnen dan slechts nog gedurende een zeker tijdsverloop nut doen, wanneer zij onophoudelijk en steeds er op uit zijn, zich on bruikbaar te maken. Ook de Engelsche pers legt in hooge mate tevredenheid aan den dag, zelfs de Daily News, die vooral bekend staat wegens zijn wantrou wen in de oprechtheid van een Bonaparte. Hoewel dit blad in den brief nog sporen aanwezig ziet van het oude sic volo, sic jubeo, erkent het in hem toch een nieuwen waarborg voor de herstel ling der vrijheid in Frankrijk en verwijst van nu af alle beschouwingen over den coup d'état naar de rechtbank der geschiedenis. Het blad besluit aldus: „Persoonlijk heeft Engeland alle reden een souverein, een goed hart toe te dra gen, die onder de Fransche bewindvoerders van den nieuweren tijd zich, als een openhar tig, eerlijk en loyaal vriend van Engeland ge toond heeft. Ons schijnt de door Ollivier voorge stelde en door den Keizer aangenomen politiek toe als de beste, ja als de eenigste weg „voorde vrijheid van Frankrijk." De Times geeft daaraan haar concedo en ziet zich zelf in hare verwach tingen overtroffen. Rechtsgeding tegen Prins Bonaparte, moordenaar van Victor Noir. Terechtzitting van Woensdag 23 Maart. Bij iedere zitting wordt het. moeilijker aan het talrijk publiek plaats in te ruimen, dat vooral ook voorspruit uit de noodzakelijkheid om de ge tuigen, die, naar mate zij gehoord zijn, in de zaal terugkeeren, zitplaatsen te verschaffen. Buiten het gerechtshof is de menigte opeenge pakt eu bestaat al des ochtends minstens uit twee duizend personen, die schier den ganschen dag aan groeien. Te II uren werd de zitting hervat. Wij laten, alvorens met het getuigenverhoor te beginnen, een oogenblik het woord aan de Happel, het demo cratisch orgaan te Parijs, omtrent eenige indruk ken over den besch. en de eerste zitting: „Men kent het plompe, grove gelaat van den prins, niet het kale hoofd en den langen grijzen baard. Hij was onbeweeglijk en als verstijfd, zag zeer bleek, hield de oogen neergeslagen, een beeld van schrik. Zijn bevende stem en zijn logge hou ding, zijn Italiaansch accent, door de gemoeds aandoening nog onduidelijker, lieten hem niets over, dat naar het voorkomen en den toon van een prins geleek." Nopens den getuige Grousset laat de Happel zich aldus uit: „Na Fonvielle komt Grousset. Deze is opge wonden en driftig. Op de vraag, of hij familie van den besch. is, antwoordt hij: „Ik weel hel niet, zijne moeder heeft zoovele minnaars gehad," welke grofheid een zeer ernstige terechtwijzing aan den heer procureur-generaal Grandperret ontlokt, ach ter wien de voorzitter zich verschuilt. Toen hij zich echter eene aanmerking veroor loofde over den toestand van verstijving, waarin het keizerrijk, Frankrijk had gebracht, werd de procureur-generaal zoo boos, dat hij Groussels te rugzending naar de gevangenis eischte, aan welken eisch de voorzitter al Ier bereid vaardigst gehoor gaf." De eerste getuige die Woensdag binnengeleid werd was de rentenier Natal, te Auteuil, een Engelschman, hetgeen men terstond kon hooien aan de gebrekkige wijze waarop hij zich in het Frausclx uitdrukte. Deze had uil een gesprek, dat hij op den avond van den dag, waarop het tooneel had plaats gegrepen, door den apotheker Mortreux had hoo ren voeren, opgemaakt dat Victor Noir den prins een slag in het aangezicht had gegeven, en dit kon z. i. niet anders, want hij kon den prins voor iemand die geen persoon zou gedood hebben, of hij moest door hevige uittarting of nooddwang daartoe gebracht zijn. Pres. Gij hebt hieruit begrepen dat de heer Mortreux een verhaal overbracht door Fonvielle gedaan Get. Ja. Mortreux voor den president geroepen, ont kent de woorden gebezigd te hebben zooals set. die overbracht. Ik sprak overigens met den xedac- teur van de Moniteur Universel, de heer Mot el, zoo zacht, dat get., die slecht het Fransch verstaat, het niet zou kunnen verstaan hebben, al had hij mij gehoord. Get. Natal handhaaft zijn verklaring. Get. Mortreux (op zeer levendigen toon) Onmo gelijk; er is in mijn apotheek in het geheel geen sprake geweest van een klap door Victor gegeven, en mij komt het ook zeer onwaarst] lijk voor en ten eenenmale in strijd met hei zond verstand. Get. Wachter, redacteur van de Gonslilut[\ en de France Militaire geeft het Hof inlicht) omtrent het karakter van Fonvielle. Deze w niet gunstig. Fonvielle zag er nimmer tege- openlijk gestaafde feilen te verminken en oi een verkeerd daglicht te stellen, en als bel hiervan haalde get. iogenac htigen lasterlijke halen aan over een duel tusschen den lieer nier de Cassaignac en Flourens, waarbij gei Fonvielle getuigen waren. En toen get. hem dit later onder liet oog bral had hij geantwoordAch, tegenover polili tegenstanders mag men den laster als wapet bruiken. Hierop volgen de politiedienaren, die bij tooneel te Auteuil de eerste dienstverrichtiu hadden gedaan. De agent Darleux verhaalt dat, toen hij den 1 Januari bij den prins geroepen was, deze hem int| deelde, dat hij door personen, die hij niet kon, in salon was aangevallen en een hunner hem klap had gegeven. Toen toonde hij mij zijn kerwang, die rooder dan de andere, bij het opgezwollen was en de sporen van een slag tooc| Ik was de eerste uie den prins na het gebeui heb gezien. Bolignac, brigadier, ontmoette, op het gerui van den moord, in de straat zijnde, bij het huis agent die een gewond heer geleidde. Binnen gaail hoorde hij van den geneesheer, dat de prins bijl het slachtoffer was geweest van verraad en dat op zijn aangezicht de sporen van een slagdroi Fonvielle had tegen hem gezegd, dat zijn vrie: Noir zich als janhagel behandeld ziende, 4 prins had... en Fonvielle lichtte nu zijn h op als of hij iemand een slag gaf. Bossière, inspecteur van politie, verklaart, dl Fonvielle hem gezegd had, dat, toeu de pri hen vroeg: „Zijt gij vrienden van Rochefoi heelt Rochefort jelui gezonden?" hij geantwooj heeft: „Neen, wij komen niet van Rochefort' (men zal uit ons verslag van gisteren gezit hebben dat zij door Grousset gezonden waren dat daarop Noir den prins met opgeheven haul naderde en zeide „G'ij zijt een lafaard," en hij gi een oorveeg. Ik heb daaruit niet kunnen opmaken, of Victi Noir den klap gegeven of ontvangen heeft. Foi vielle begaf zich inmiddels met mij naar hi politiebureau. De agent Franchesi geeft een breedvoerig ra;] port van het verhaal van Fonvielle, toen de: met den vorigen get. op het politiebureau k ware" Daarin komt voor dat Fonvielle zeide: „Mij: vriend bood den uitdagingsbrief van Grousset de: prins aan, die, na hem gelezen te hebben, zeide] Ik ken geen mijnheer Grousset, ik heb niets me; hem te maken, maar wel met Rochefort; bei jelui soms van die handlangers, die straatrumoer! makers en die glasruiten brekers? Met dat soorl van volk vecht ik uiet. Daarop hief mijn naderbij getreden vriend, door die woorden beleedigd, zijl arm op." De getuige heft den arm op zooals Fonvielb] dit deed. De destijds in de politiewacht aanwezige poli tiebeambten Coutheret eu De Soupiet bevestigeil nader die verklaringen. De Pres. vraagt den heer Fonvielle, of hij opl deze verklaringen aanmerkingen heeft te maken. Get. Fonvielle: Ik heb tegen die beambten niets anders gezegd dan in de instructie, dan hetgeen ik hier herhaald heb en aan iedereen heb medegedeeld aan dokter Pinel en aan alle personen die in de apo theek aanwezig waren. Ik zeide en ik zal altijd blijven verklaren, dat Pierre Bonaparte mijn vriend grof beleedigde, dat Pierre Bonaparte mijn vriend heeft geslagen dat Pierre Bonaparte mijn vriend heeft gedood. Op mijn geweten bezweer ik dat en ik tart hen te verklaren of ik van een klap door Victor Noir gegeven, gesproken heb. Pres. Zij zeggen dat gij eene beweging hebt gemaakt alsof Victor Noir een klap heeft gege ven. Welk belang zouden die getuigen er bij hebben de justitie voor te liegen of om den tuin te leiden. Gel. Fonvielle: Dit zijn mijn zaken niet; ik leg hier een getuigenis af als man van eer. Gel. Cliampogne, agent van politieDen 29'"° Januari verhaalde de slachter Lechantre te Auteuil mij, dat hij had geholpen den gewonden Vic tor Noir bij den apotheker in te dragen. Toeu ik hem vroeg of hij daar niets aan Fonvielle had hooren zeggen, antwoordde hij „ja" en wel dit: „De prins is een smeerlap, een schurk, een deug niet, hij heeft mijn vriend gedood, maar om het even, hij heeft een goeden oorveeg ontvangen. Get. Lechantre bevestigt het eerste gedeelte, doch had wel gehooid de woorden„hij heeft mijn vriend gedood, maar om liet even, hij heeft een goeden oorveeg ontvangenmaar kon niet zeggen of die nu juist door Fonvielle uitgespro ken waren. Later echter toeu ik F'onvielle in de apotheek tegen de politiebeambten hoorde zeg gen gaat maar liever naar het huis en joelet dal me wc de l me pol opl »N om hei me Vic one we de gei Dit hel bui I wij wi gev E geti E Jan bes van op het het hec wa haa droi tor ban D neci kar; |en R |verl D den .ra] P- N eti ten I bil c Et :n t :rv D( iel its! [VOie |er i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 2