1 Vierenveertig getuigen zijn gedagvaard door
Kt Openbaar Ministerie. De overigen door den
beschuldigde of de civiele partij. Deze laatsten
zijn meest redacteurs van de onverzoenlijke bladen.
L Het Hooggerechtshof beeft volgens de heden
ontvangen berichten gisteren zijne zittingen ge-
Ipend. Er waren een groot aantal civiele en
Biilitaire autoriteiten in de gerechtszaal aanwe-
i |_r. De moeder en de broeder van Victor Noir
1 aren ook tegenwoordig. Van de gezworenen
B aren acht leden afwezig.
I Na de beëediging der jury richtte de president
tot haar een rede, om ze te herinneren aan
hare plichten. Prins Pierre, ondervraagd, stelde
Het gebeurde aldus voor:
rhai
le g
jk bj
.eele
ialit
ezin
tere
i ell
i.
het
i-cot
e v
cts.
or
rn di
•schi
)ndf
dw
inte
ster
r bi
i.
t tu
at is
irisi:
n 2!
telei
goe
etnei
iordi
•ppei
r wi
t per
n he
r he
rspel
keui
rzoet
StUU!
itreri
as
it on
q dei
eden
doo:
ip di
nog'
r he
nnei
at di
rkie
ii'igfj
r he;
dt
ngec
hou
iuigt
z\n
nnei
chec
inde
i ine;
nasi
Daa
nder-
>arij;
vam
r he;
van
g ec
bi
chei
gge:
egei
de:
▼er
tocfc
volk
>gge'
'alei!
o, in
d<
U
be
locb4
0!I1S{
rich-
uil'
Ln getale aanwezig, ook zijn reeds de meeste
leden der H ooge jury binnen Tours.
In den loop van den dag maakte het Hoogge-
|?clitshof zijn opwachting bij de autoriteiten der
s ul. Het officieel costuum dat zij droegen was
I ;n zwart fluweelen toga met zwarte zijde afge-
'jit, een degen en steek. Hun rijtuigen werden
l^oropgegaan en gevolgd door piketten cava-
rie. Een afdeeling infanterie vormt een eere-
Jaclit voor het Hotel van den president Glandaz.
I De beschuldigde prins Bonaparte, zoo mede de
gevangen getuigen Rochefort, Pashal Grousset en
I illière zijn reeds ter plaatse door de justitie
H mgewezen overgebracht.
Het aantal getuigen in deze zaak, die men
vijf zittingen denkt af te doen, bedraagt zes
ennegentig.
I De beschuldigde is omstreeks halfeen in de
flial gebracht. Hij was vergezeld van een kapi
tein der gendarmerie.
//Ik heb aan Rochefort een brief geschreven, die
door de dagbladen medegedeeld moet zijn. Ik heb
H voorgesteld met mij te duelleerenheden tegen
pjilfdrie was ik in mijn kamer in huiskleeding. Ik
N?as juist opgestaan na eene visite van mijn genees
heer, die mij sedert eenige dagen wegens eene heftige
|g:iep behandelt. Een vrouw, bij mij in dienst, is
mij komen waarschuwen, dat twee heeren mij wilden
spreken. Zij gaf mij hunne kaartjes. Ik denk, dat
ij namens Rochefort komen en zeg, dat zij binnen
moeten komen, zonder de namen op de kaartjes te
[Ifzen.
//Ik liet hen nauwelijks een minuut wachten. Toen
iu het salon kwam, vond ik mij tegenover twee
.dividuën, met huune handen in hunne zakken en
zich zeer lomp voordeden. Ik geloof dat zij hunne
leden op een meubel gezet hadden. Ik kende die
idividuën niet, ik had ze nooit gezien. Zij zeiden
hna tegelijkertijd: wij zijn belast met dezen brief,
de een ik geloof, dat het de kleinste is
fikte mij den brief over, dien gij mij vertoont en
e geteekend isPaschal Grousset. Ik zag dien brief
loops in. Ik las de onderteekening en zeide
•Iet Rochefort, met genoegenmaar een zijner
indlangers, neen". De grootste zeide daarop op
ler bevelenden toon: //lees dan den brief".
//Ik hervatte//hij is reeds gelezen, zijt gij er aan
sprakelijk voor"? Op die woorden gaf de grootste,
Noir, mij een krachtigen vuistslag in het aangezicht. Ik
^ftg, dat de kleine zich met een pistool wapende, dat
ij uit zijn zak haalde; hij trachtte het over te ha-
met behulp zijner linkerhand, waarin hij het
ui van het pistool hield. Ik ben twee passen ach-
ruit gegaan; ik heb uit mijn rechterzak een pistool
[iet vijf loopen gehaald, dat ik gewoonlijk bij mij
jraag; ik heb op den grootsten geschoten; ik was
wee of drie meter van hem verwijderd. Hij heeft
h dadelijk omgekeerd en het salon verlaten, door
deur van de wapenkamer, waardoor hij binnen
lekomen was. Dit duurde slechts een oogenblik
kleinste was achter een leuningstoel gesprongeu,
waar hij op mij trachtte te schieten. Toen heb
mijn pistool op hem afgeschoten, maar hem niet
[eraakt. Hij heeft toen zijn plaats verlaten en is al
lukkende, naar de andere deur van het salon, die in
biljartkamer uit komt, geloopen. Onderweg is hij
•icht langs mij heen gegaan, maar daar zijue hou-
niet dreigend meer was, beb ik niet op hem
;e3choten. Hij zou anders gedood zijn, bijna a bout
ortant. Ik heb hem op een afstand gevolgd. Toen
ij in de biljartkamer was, op de hoogte van de
leur der eetzaal, heeft hij zich omgekeerd en zijn
/istool op mij aangelegd. Toen heb ik nogmaals op
hem geschoten, maar hem niet geraakt en het tweede
individu is op zijne beurt ook verdwenen."
I Bij het verhoor der getuigen gaven de Parij-
flclie commissaris van politie Roidot en de secre-
laris Lalmand verslag van de eerste instructie
I n van de verklaringen, bij die gelegenheid door
pJlric Fonvielle en den besch. afgelegd.
De Fonvielle ondervraagd deed het volgende
I erhaal.
//Ik ben belast geweest met mijn kameraad Victor
l^oir, door Paschal Grousset, journalist, om prins
Pierre Bonaparte te doen weten, dat ons opgedragen
Tas, om hem voldoening door de wapenen te vragen,
«aar Grousset beweerde, grof door den prins belee-
[ligd te zijn.
"Wij, Noir, Grousset en ik zijn dien ochtend aan
het bureau der Marseillaise bijeengekomen; Noir
lad een huurrijtuig, welks nummer ik mij niet her-
inner. Tegen éen uur zijn wij rechtdoor naar Auteuil
gegaan. Ik herinner mij niet juist meer welken weg
rij gegaan zijn; maar het komt mij voor, dat wij
Bugs de Seine, het Trocadero voorbij zijn gegaan.
//Kort voor onze aankomst te Auteuil, op een
'lek, dien ik nader zou kunnen aanwijzen, heeft
oir Santon geroepen, die bij ons in het rijtuig ge-
iüuimen is.
"Bij onze komst voor het huis van den prins, zijn
ij alle vier uitgestegen, maar hebben ons rijtuig
ten wachten. Grousset en Santon zijn voor het huis
'lijven op en neer wandelen; Noir en ik zijn naar
'innengegaanwij hebben twee bedienden aangespro-
feu en gevraagd, of de prins thuis was; men zeide
van ja, na ons gevraagd te hebben, wie wij wa-
wij gaven onze kaartjes. Eenige oogenblikken
aarna heel't men ons in een vertrek op de eerste
rdieping gelaten, dat, geloof ik, een groote salon
Wij zijn daar gaan zitten, om te wachten. "Wei-
'g oogenbiikkeu daarna misschien zes minuten
de prins uit een andere kamer gekomeahij had
n wijde broek en een huisjas aan.
«Mijnheer zeide ik hem mijn vriend Victor
oir en ik komen uit naam van den heer Paschal
tirousaet eene zending vervullen, waaromtrent deze
brief u zal inlichten. Tegelijkertijd heb ik hem den
brie! aangeboden, dien gij mij voorlegt en dien ik
bereid ben te teekenen ne varietur.
//De prins nam den brief en zeide//Gij komt dus
niet namens Rochefort? Gij behoort dus niet tot
zijne handlangers
Als gij dien brief wilt lezen, mijnheer, zult
gij zien, dat er hier geen quaestie is van den heer
Kochefort.
//Hij nam den brief, ging naar het raam en las.
//Ik heb den heer Kochefort uitgedaagd, omdat
de heer Rochefort de banier van het janhagel (era*
pule) is. Aan den heer Grousset heb ik niets te zeg
gen. Zijt gij misschien aansprakelijk voor die ellen
delingen
Mijnheer, antwoordde ik hem, wij komen op
loyale en beleefde wijze uw antwoord vernemen.
Zijt gij aansprakelijk voor dat volk, viel hij
mij in de rede. Victor Noir antwoordde hem:
i/Wij zijn aansprakelijk voor onze vrienden."
//De prins gaf Victor Noir een slag in het aan
gezicht, trad een of twee pas achteruit, haalde eens
klaps een revolver uit den zak, waarin hij zijn hand
hield, eo gaf vuur op Noir. Deze drukte zijue han
den op de borst en begaf zich naar buiten door de
deur, waardoor wij binnengekomen waren.
//Aanstonds legde de prins zijn pistool op mij aan
en gaf ten tweedenmalo vuur, terwijl ik mijn pistool
wilde krijgen, dat zich in een etui in de zak van
mijn jas bevond. De prins plaatste zich voor de deur,
terwijl hij op mij aanlegde, loste zijn wapen voor de
derde maal en ik liep de kamer uit, onder het roepen
vaD moord! Ik doorliep verscheidene vertrekken, ging
de trap af, die wij waren opgekomen, en vond op
het trottoir Noir stervende."
De Prins zeide hierop, dat deze verklaring ge
heel valsch was.
Fonvielle bleef pertinent ontkennen te hebben
gezegd, dat Victor Noir den Prins geslagen bad.
Daarna werd de in hechtenis zijnde redacteur
Grousset verhoord, maar al dadelijk door den proc.-
gen. Grandperret in de rede gevallen, die hem tot
gematigdheid aanmaande. Nadat deze getuige op
beieedigende wijze gesproken had van den treu-
rigen toestand van Frankrijk na een bestaan van
het keizerrijk gedurende IS jaren en daarbij den
Keizer op smadelijke wijze in het debat mengde,
vroeg de procureur-generaal het woord en nam
een requisitoir om Grousset naar de gevangenis,
waar hij gedetineerd is, terug te brengen en zijne
in de instructie afgelegde verklaringen verder te
doen voorlezen. Grousset werd daarop wegge
bracht. Te 5 uren werd de zitting opgeheven.
Spanje.
Madrid. De republikeinsche afgevaardigde, de
uitstekende redenaar, Castellar heeft 1.1. Zaterdag
de Regeering geiuterpelleerd over den binnenland-
schen politiek der Regeering. Eigenlijk herhaalde
de jeugdige algevaardigde de reeds vroeger geuitte
grieveDdat liet volk door het vrees aan tejagen voor
revolutie, bedrogen werd, dat het herstel van de
monarchie in Spanje eene onmogelijkheid was enz.;
maar in zijne uitdrukkingen die hij ditmaal tegen
Prim en Rivero voerde was hij uiterst scherp. Hij
had, zeide hij, wel reeds menig minister-president
bijgewoond die een slechte politiek volgde, maar
voor Prim nog geen die iu het geheel geen poli
tiek volgde. Om dit te staven wees hij erop, dat
bij de laatste ministerieele crisis, Prim de por
tefeuille van justitie, eerst aan iemand had aan
geboden die de volkomeu scheiding van Kerk en
Staat voorstond, en toen die weigerde stelde hij
zich tevredeu met een voorstander van het con
cordaat. Sedert had hij met een Minister van
Binnenlandsche Zaken zitting die het Spaansche
volk in standen wilde verdeelen, en daarop weder
een opvolger gegeven, van wien elk woord een
doodsteek voor ziju ambtsvoorganger was. Van
O'Donnell zeide eens een beroemd redenaar: hij
is in zijn kabinet de eenheid, die men gerust
door nulliteiten kan doen ter zijde staan;
Prim is echter een nul die zich bij iedere libe
rale fractie der Kamer kan voegen. Zonder poli
tieke richting, is zijn eenig streven naar alleen
heerschappij en om zijn medestanders op zijde
te schuiven. Espartero trekt zich naar zijn ver
blijfplaats Legrono terug, Olozago is te Parijs, en
Serrano is door Prim tot schiju-koning gemaakt.
Aan het slot van zijn rede, hing Castelar een
droevig, maar iu vele opzichten waar beeld op
van den tegen woordigen ellendigen toestand van
liet schiereiland. Prim kon dat niet logenstraffen
eu begon zijn kort antwoord zeer pathetischhij
bevond zich liever te midden van een kogelregen
aan de spits van zijn leger, als in de vergaderzaal
der vertegenwoordiging. Hij trachtte vervolgens
de Kamer gerust te stellen door het vooruitzicht
op hetere tijden te openen en herhaalde zijn reeds
zoo dikwerf afgelegde verklaring: dat hij geen
eigen wil had, eu niets zou doen zonder de Cortes
te raadplegen.
liet debat liep hiermede zonder eenig practiseh
resultaat af.
De eensgezindheid tusschen de monarchaal-
liberale partijen, die reeds lang twijfelachtig was,
is opnieuw hevig geschokt. De aanleiding is ge
legen in eene finantieele wetsvoordracht, die de
Minister van Financiën Figuerola den 16liM Maart
bij de Cortes heeft ingediend. Den 18d,n dezer
kwam deze in openbare beraadslaging en onder
vond al dadelijk bij de unionistische partij, in
hare woordvoerders Bugallal en Silvella, heftige
tegenkanting.
De Ministers Figuerola, Rivero en Prim ver
dedigden het wetsontwerp en de laatste drukte
bij deze geleg nheid zijne verbazing uit, dat de
unionistische partij zich door dezen tegenstand
den pas afsneed, om in overeenstemming met de
Regeering en het andere (radicalen of progres
sisten) deel der meerderheid in de Cortes, het
gemeenschappelijk doel te bereiken. Hij besloot
met een beroep op de radicalen om dergelijke
aanvallen tegen de Regeering krachtig af te slaan,
welke woorden van die zijde met veel bijval
werden begroet. Maar tegelijkertijd verwekten
zij opschudding bij hen wien zij troffen. De ad
miraal Topete, de eenig overgebleven vertegen
woordiger van de unionisten in het kabinet, ver
liet onder toejuiching van zijn geestverwanten
de ministerieele tafel en hierop volgt een tooneel
van verwarring, daar men elkander verwijt op
verwijt naar liet hoofd slingert. Toen de orde
hersteld was, beantwoordde de heer Silvella de
rede van Prim.
Hierop volgde de aanneming van het wetsont
werp met 12-3 tegen 116 stemmen. Het eerste
getal toont de kracht der progressistisch-demo-
cratische partij aan. Is het tweede getal juist, dan
moeten de unionnisten bijgestaan zijn door de
republikeinen en andere fractiën.
Zweden en Noorwegen.
In de Tweede Kamer deed een der liberale
afgevaardigden bij de behandeling van het eerste
Hoofdstuk der staatsbegrooting (Huis des Konings)
het voorstel om zich tot den Koning te richten, met
de vraag of Z. M. in eene trapsgewijze vermindering
van HD. civiele lijst tot eene bepaalde som, zou
bewilligen. Bij de stemming werd dit voorstel
slechts met 96 tegen 87 stemmen verworpen.
De Eerste Kamer heeft de gelden aangevraagd
voor den bouw van nieuwe oorlogschepen ge
weigerd.
TELEGRAMMEN
Rome, 20 Maart. Het antwoord aan Frankrijk
is nog niet verzonden. De paus laat zich midde
lerwijl uit in een zin, die van zijue weinige ge
neigdheid getuigt om gezanten van mogendheden
op het concilie toe te laten.
Frankfort, 21 Maart. Pruisen deelt de ziens
wijze van Frankrijk ten aanzien van het con
cilie in alle opzichten.
Berlijn, 21 Maart. In de zitting van den Rijks
dag is bij de tweede lezing aangenomen de wet
op de uitgifte van banknoten, waarbij het recht
wordt opgeheven, dat de afzonderlijke staten
bankbiljetten kunnen uitgeven. Een voorstel tot
vermeerdering der uitgifte van staatspapierengeld
is ingetrokken.
Weenen, 21 Maart. De Kamer van Afgevaar
digden heeft het wetboek van burgerlijke rechts
vordering bij de derde lezing aangenomen. De
algemeene beraadslagingen over het budget voor
1876 zijn daarna geopend. De heer Czerkawski
verklaarde dat de Poolsche Afgevaardigden, of
schoon zij weinig hoop hebben dal hunne wen-
schen ten aanzien der staatsrechtelijke quaestiën
bevredigd zullen worden, niettemin voor het
budget, zullen stemmen. De Slavonen hebben eene
soortgelijke verklaring afgelegd. De hoofdstukken
Huis des Keizers en Kosten van den Rijksraad
zijn vervolgens onveranderd aangenomen.
De Neue Freie Presse bericht dat de heer
Giskra, Minister van Binnenlandsche Zaken ad
interim, zijn ontslag heeft ingediend, dat ook aange
nomen zal worden. Alle andere Ministers zullen
hunne portefeuilles behouden.
Parijs, 21 Maart. Naar men wil weten, zou
morgen eene Keizerlijke boodschap bekend ge
maakt worden betreffende de wijzigingen der con
stitutie.
Madrid, 21 Maart. Een aantal ambtenaren van
de unionistische partij hebben hun ontslag inge
diend.
De Correspondencia geluoft dal de aftreding van
den Regeut waarschijnlijk is, indien de breuk
tusschen de unionisten en radicalen volkomen is.
Parijs, 21 Maart. Het Wetgevend Lichaam heeft
gisteren te 3 ure hare werkzaamheden hervat.
De heer Ganibetta heeft een wetsontwerp in
gediend op de wetgeving voor krankzinnigen.
De heer Tachard een wetsontwerp over de vrije
invoer van lijnwaden, bestemd om in Frankrijk
gedrukt en weder uitgevoerd te wordeu.
De heer Grévij legt een verzoek over om de
volgende interpellatie tot de regeering te mogen
richten.
„De ondergeteekenden, zijn van oordeel dat de
prealabele quaestie door de commissie van initia
tief opgeworpen, nopens het wetsontwerp dat
strekt om aan 's lands vertegenwoordigers grond
wetgevend gezag te hergeven, door den weg
der interpellatie eene openbare discussie ver-
eischt."
Dit verzoek is geteekend door de 32 ondertee
kenaars van bedoeld wetsontwerp.
De heer Steenackers vestigde de aandacht op
eene circulaire aan de procureurs-generaal, waarhij
deze aangeschreven worden om aan de chefs
der militaire kommandementen een driemaande-
lijksch rapport over den staatkundigen toestand
in hunne districten te doen toekomen.
De minister van justitie heeft daarop geant
woord, dat de procureurs-generaal aanschrijving
hebben ontvangen, om enkel aan hem (minister)
een rapport iu te zenden.
Vervolgens heeft de heer Mony de regeering ge
vraagd, wat zij denkt omtrent art, 1 van het senaats
besluit betreffende het verleeDen van concessie bij
openbare werken. De minister De Talhouet heeft
daarop geantwoord, dat dit artikel een dergenen
is, wier afschaffing de regeering denkt voor te
stellen. De Kamer heeft daarna de discussie be
gonnen over het voorstel van den heer Jules
Simon tot afschalling der doodstraf, waarvan de
verwerping door de commissie van rapporteurs
is voorgesteld.
Parijs, 22 Maart. Het Journal O/ficiel bevat een
brief des Keizers aan Ollivier, waarin gezegd
wordt, dat het hem geschikt voorkomt alle her
vormingen aan te nemen, die het gouvernement
van het constitutiouueele keizerrijk vereischt,
om een einde te maken aan de onmatige weu-
schen naar verandering, die de gemoederen van
enkelen bezielt en de openbare meening veront
rust, door eeneu onvasten toestaud te veroorzaken. -
De constitutie vau 1852 had vooral ten doel de
orde te verzekeren, maar op dit oogenblik is het
van belang alles, onder het gebied der wet te
brengen, wat daarvoor vatbaar is. De keizer
verzoekt dus den minister een senatus-consult
voor te dragen oui de wetgevende macht tusschen
de Tweede Kamer en den senaat te verdeeleu en
aan de natie door hare afgevaardigden haar
aandeel in deconstitueerende macht weder te
geven.
Rome, 21 Maart. De paus heeft heden op het
vaticaan een geheim consitorie gehouden en 19
nieuwe bisschoppen benoemd.
Madrid, 21 Maart. Een decreet maakt bekend,
dat het ontslag van Topete aangenomen en Bel
langer tot Minister van Marine benoemd is.
Heden heeft de uitgifte plaats der tweede serie
der aandeelen van het Spaansche crédiet foncier.
Waarschijnlijk zal de inschrijving heden nog ge
dekt zijn.
De aanvragen om ontslag van de invloedrijkste
leden der unionistische partij, houden aan. Sar-
doule, secretaris der Cortes, heeft ook zijn ont
slag ingediend.
Stuttgart, 22 Maart. Vau gewoonlijk goed on
derrichte zijde wordt verzekerd dat alle Ministers
hun ontslag gevraagd hebben.
Gisterenmiddag had er eene Ministerraad onder
voorzitting des Konings plaats.
Londen, 22 Maart. In het Lagerhuis is gisteren
de bill tot bescherming der eigendommen en per
sonen in Ierland, voor de tweede maal gelezen.
Moore stelde voor haar te verwerpen en beschul
digde het gouvernement van verantwoordelijk te
zijn voorden thans heerschenden toestand. Volgens
hem zal de bill het leven en eigendom niet be
schermen, maar in Ierland een slaafsch bestuur
vestigen.
De solicitor-general van Ierland verdedigde de
bill. Hij zeide, dat de staatkunde van het minis
terie rechtvaardig en voorzichtig was. Indien de
voorgestelde maatregelen niet voldoende geacht
werden, zou het gouvernement nieuwe volmach
ten vragen.
Na lange en heftige discussiën wordt voorge
steld, de debatten te verdagen. Door Gladstone
ondersteund, wordt dit aangenomen.
STATEN-GKNEBAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van heden.
Aan de orde ia de behandeling: lü. van het ont
werp van wet lot onteigening ten behoeve van de
aan te leggen Noordzee-haven, buiten de monding
van de Noordzee-kanaal.
Nadat de beer de Koo van Alderwereld eu de
minister van binneol. zaken bet woord hadden ge
voerd, is bet ontwerp aangenomen met 40 tegen 12
stemmen.
2®. het ontwerp tot onteigening van perceelen,
benoodigd voor den bouw van de tweede schutsluis
te Hansweerl, ter voltooiing van het kanaal door
Zuid-Beveland. Zonder discussie met algemeene
stemmen aangenomen.
3°. dat tot bekrachtiging van credieten, door den
gouverneur-generaal van Nederl. Indië geopend, bo
ven de Indische begrootingen voor 1868 en 1869.
De heeren Van Sypestein, Van Goltstein, Nierstrasz,
Van Voorthuysen en de Minister van Koloniën nemen
aan bet debat deel, dat meerendeels loopt over ver
meend misbruik in het aanvragen van die kredieten
en over bet bezwaar dal de daarvoor vereischte toe
stemming te lang aan de wetgevende macht ont
trokken wordt. Op een vraag van den heer Nierstras/,
of bet den Min. van Kol. bekend is dat de Indische
spoorweg-maatschappij opnieuw aanzoek om hulp bij
de Kegeering heelt gedaan, en of eerlang eene nieuwe
wet daaromtrent te wachten is, antwoordt de Minis
ter: Ik beken, ik weet het niet.
Daarna is ook bet tweede ontwerp betreffende cre
dieten aan den Gouv.-Gen., na eenige discussie, aan
genomen met 37 tegen 20 stemmen.
Vervolgens is in behandeling genomen het wetsont
werp tot het instellen van hooger beroep bij den
Kaad van State van de uitspraken van Ged. Staten
in zake van belastingen.
De heer Heemskerk Azn. ontwikkelt eenige grond
wettelijke bezwaren tegen de opdracht van recht
spraak aan den Kaad van State, en doet een beroep
op art. 72.
Na den Min. van Financiën wordt het beginsel
van het ontwerp verdedigd door de HH. V. d. Lin
den en Van Dclden. De eerste verkrijgt echter eenige
verandering in de regeling, die hij bij de artt. zal
ter sprake brengen. De HH. Van Houten en Fokker
achten dat door dit w.o. de belangen der belasting
schuldigen niet zullen gebaat worden.
(Per Telegraaf). Morgen komen de artikelen van
dit ontwerp in behandeling. De heer Heemskerk Azn.
beeft van de Kamer verlof bekomen om eenige vra
gen te mogen richten aan den Minister van Koloniën
over de telegraphische verbinding van Java met an
dere landen.