e boi
et one
ludet
en so
m D
igesl-
n de
gew
niet
heb
colle
ow
nog
it, e
ik vi
00, V
likw
ie li
had.
torit
en I ii
en
te zii
La?;
'e he
„Boa
op di
m ve
an li
leek
jetroi
en 4
tevei
:e ve
en gi
vraa
d.
ir de
orde;
reen;
ar be
oogdi
e hee
•ade*
i laai
e zee
the;
een
aren
in bi
en del
itede-
thec-
teepl
f diel
eziei:
ver-
e hij
elijke poging bij de militaire Intendance, om te
nogen weten, welke voorwaarden het Gouver-
ïemi'iit nu wenschte te stellen, maar kreeg zelfs
teen antwoord.
Verdient nu het Gouvernement niet, bedrogen
,e worden?"
Dooi den Gouverneur-Generaal van Nederlandst h
ndië zijn de volgende beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Benoemd: Tot dir. der burg.
ipenbare werken de hoofding. 1ste kl.-bij dien
ak van dieust Jhr. W. H. F. Van Raders; tot
,ss.-res. voor de politie te Padang (gouvern. Su-
natra's Westkust), J. C Th. Vigelius; tot secr.
Ier residentie Samarang J. C. C. Struick; tot
der residentie Pasoeroean J. R. Abegg; tot
ecretaris der residentie Kadirie P. P. duCloux;
ot secr. der resid. Kadoe W. E. L. F.vonEnde;
ot pakhuism. te Indramaijoe (Cheribon) A. F.
j. Alting Siberg.
Militair Departement. Ontslagen: Eervol, uit
Zr. Als. militairen dienst, wegens volbrachten
iensttijd met behoud van recht op pensioen, de
oionel F. L. Alaurenbrecher, dir. der genie en
nspect. der sappeurs.
Bevorderd: bij het korps genie en sappeurs:
'ot kol., dir. der genie en inspect, der sappeurs,
e luit.-kol. van dat korps A. W. Egter van
iVissekerke; bij het wapen der inf. tot kol., komm.
er inf. te Willem I, de luit.-kol., militair komm.
er Zuider- en Ooster-afd. van Borneo A. J. E.
diemont; tot luit.-kol. bij het 8ste bat., de majoor
IV. E. F. Van Heemskerk, van het korps; lot
ajoor bij het 15de bat., de kapt. J. C. Albrecht,
van het korps.
Benoemd: Tot comm. der 3de mil. afd. op
Java, de kol.-komm. der inf. te Willem I G. P.
De Neve; tot mill. komm. der Zuider-en Ooster-afd.
an Borneo de luit.-kol. van het 8ste bat. inf.
K. F. Schultze.
Tijdelijk Belast: Met de waarneming der
betrekking van komm. 2de mil. afd. op Java, de
kolonel-komm. der inf. te Willem I, A. J. E.
Diemont.
vet-
heer
ont-
oten
hel
less,
heb-
ge-
>ns-
ipel
nen
ids-
rer-
10e-
wij
ats
en
en
ran
lid-
im-
ng
in,
in,
rd
ra
id,
en
ne
ie-
in
le
at
n,
in
'P
er
WEST-IN DIE.
Curasao, 19 Februari. De Koloniale Raad heeft
len 4d"™ dezer eene nadere zitting gehouden over
le zaak die in deze kolonie bij voortduring
troolelijks de aandacht bezig houdt, en waarop
wij de vorige mail reeds gewezen hebben: het
adres aan den gouverneur der kolome nopens de voor
genomen uitzetting van eenige zich op dit ei/and be
vindende Venezuelanen.
Zoo men weet, was eene commissie tot het op
stellen van zulk een adres samengesteld.
Het ontwerp werd terstond in behandeling ge-
jnomen en de algemeene strekking vanhetadres
goedgekeurd, waarna het geheele adres zonder
hoofdelijke stemming werd goedgekeurd en vast
gesteld.
Wij ontleenen daaraan
De Koloniale Raad op Curasao, gebruik ma
kende van het recht hem bij art. 95 van het
Reglement op het beleid der Regeering voor deze
kolonie verleend, om de belangen der kolonie
ij den Gouverneur voor te staan, wendt zich bij
deze tot U Hoog Edel Gestrenge.
Aanleiding daartoe vindt de Raad in de on
langs voorgenomen uitzetting op last des Heeren
Minister, van eenige vreemdelingen, die zich al
hier sedert eenigen tijd ophouden.
„Deze stap acht de Raad tegen de belangen
dezer kolonie en wel omdat een zeer groot aan
tal Nederlandsche onderdanen zich in de nabu
rige republiek Venezuela bevinden, en daar, als
maatregel van wedervergelding, bemoeilijkt zul
len kunnen worden.
„U. H. E. G. is de last gegeven eenige vreem
delingen uit te zetten, U. H. E. G. vermeent aan
dien last gevolg te moeten geven, maar de Raad,
die in dien last een onheil ziet voor de kolonie
en vele harer ingezetenen in Venezuela gevestigd,
is verplicht en gehouden, blijken te geven, dat
die last niet geschied is ten gevolge van- of in
overeenstemming met wetten of verordeningen
door hem vastgesteld, maar alleen het uitvloeisel
is vau een bevel uitgegaan van den Minister van
Koloniën.
„De Raad vertrouwt dus, dat U. H. E. G. de
belangen der kolonie zult voorstaan bij de Re-
peering in het Aloederland, en de Regeering
bekend zal stellen met al datgene wat U. H.
E. G. vermeent in het belang der zaak dienstig
'e kunnen zijn."
Ter zelfder zake als op gemeld adres van den
Kolonialen Raad aan den Gouverneur, is onder
dagteekening van 6 dezer door een aantal (292)
ingezetenen dezer kolonie een adres aan Z. M.
den Koning gericht. „Met diepen eerbied (zeggen
sij in den aanhef, naderen de ondergeteekenden,
allen ingezetenen van het eiland Curasao, den
troon van Uwe Majesteit, ten einde hunne dier
baarste belangen en die der kolonie, welke
door een genomen maatregel der Regeering wor
den in gevaar gebracht, aan Uwe Alajesteit voor
ie dragen en onder Hare hooge bescherming te
stellen."
Uitgaande van de overtuiging dat die maatre
gel alleen door onjuiste inlichtingen kan zijn
uitgelokt, geven adressanten eene voorstelling van
de toedracht van zaken, zooals zij die met de
waarheid en de wezenlijke belangen des eilands
overeenkomstig achten.
„Ziedaar, Sire! (zeggen zij ten slotte) met vrij
moedigheid en waarheidsliefde de omstandighe
den en beweegredenen ontvouwd, welke de
adressanten nopen den troon van Uwe Majesteit
te naderen met de zeer eerbiedige en dringende
bede, dat het Uwer Majesteit moge behagen die
in gunstige overweging te nemen en als gevolg
daarvan te bevelen dat de genomen maatregel,
om vreedzame en rustige vreemdelingen, die om
staatkundige redenen hun vaderland verlaten en
hier eene wijkplaats zoeken, het land te ontzeg
gen, geen gevolg hebbe, opdat deze kolonie voor
de nadeelige gevolgen daarvan gevrijwaard moge
blijven."
(De courant dezer kolonie koestert de hoop,
dat de vrees voor maatregelen van wederver
gelding niet zal worden verwezenlijkt. „Immers
de Venezuelanen, die zich alhier bevinden, heb
ben kunnen opmerken dat wel verre van dien
maatregel goed te keuren, de bevolking van het
eiland over het algemeen die uitzetting zeer be
treurt.")
BUITENLAND.
Fraukryk.
Aan de nagedachtenis van den heer De Alonta-
lembert wijden de dagbladen voortdurend grootere
of kleinere artikels, die voor den doode gunstiger
of minder vriendelijk luiden, al naar mate de
schrijvers met den overledene meer of minder
eenstemmig dachten. Dat van den Rappel laten
wij hier volgen
„De heer De Montalembert is dood.
Aan den rand van een open graf willen wij
niet al onze herinneringen bijeenzamelen en een
streng oordeel vellen, maar wij mogen evenmin
de rechten der waarheid verraden, die nog heili
ger is dan de dood.
De heer De Alontalembert was een hartstochte
lijk man, die dikwijls belangelooze, zelfs edel
moedige opwellingen had, maar hij is een van
de booze geesten geweest van het geslacht dat
gaat, en daardoor medeplichtig aan de onverdiende
rampen van het geslacht dat komt en is, omdat
hem de ware zin van gerechtigheid ontbrak.
En mist inen den zin van gerechtigheid, dan
heeft men ook geen liefde voor de vrijheid.
Men beweert, dat de heer De Montalembert
in de laatste jaren van zijn leven meer dan eens
heeft verklaard berouw te gevoelen over sommige
zijner politieke daden. Maar dat berouw geeft
onsgeen vrijheid hem kwijtschelding te verleenen.
Wat berouw heette, moest wroeging zijn geweest.
Want zonder hem en de zijnen zou den 2den
December niet mogelijk geweest en Fraukrijk
niet tot de smart en de schande veroordeeld zijn,
om tot het cesarisme, d. i. 18 eeuwen terug te
gaan.
Dadelijk na de Juli-omwenteling vertoonde
Alontalembert zich als een der ijverigste leerlin
gen van Lamenais. Eene wonderlijke school, die
school van Lamenais, eene tweelingzuster van
het St.-Simonisme, die een onmogelijk verband
najoeg tusschen de revolutionaire ideeën en de
theocratische instellingen. Den paus in een dic
tator, een tribuun te veranderen, den laatste der
Koningen met de darmen van den laatsten Vol-
tairiaan te verworgen, den troon onder het altaar
te verpletteren, onder voorwaarde dat het laatste
een brandpunt van vooruitgang zou worden; de
rede aan het geloof op te offeren met dien ver
stande dat het geloof eene wedergeboorte onder
ging; de overleveringen van Torquemada met die
van Robespierre te vereenigen, ziedaar wat de
jeugdige schrijver droomde, en wat ook het
ideaal was van den auteur der verhandeling over
„de onverschilligheid."
Alaar terwijl Lamenais bij al zijn streven zich
door een wonderlijk gevoel van recht en waarheid
liet leiden, ging De Alontalembert aan het werk,
zonder algemeene begrippen noch philosophische
beginselen. Hij zag rechts noch links, en speelde
onophoudelijk met de waarheid en onpartijdig
heid.
Weldra stortte de fantastische leer van het
Lamenaisianisme dat den paus noodig had, maar
waarvan de paus niets wilde weten, ineen. Lame
nais riep uit: Men wil met geweld scheiden, wat
ik wi'de vereenigen, en dwingt mij om tusschen
theocratie en democratie te kiezen; welaan! ik
kies de laatste. Maar de heer De Montalembert
koos de theocratie.
Twintig jaren achtereen streed,sprak en schold
hij voor haar, voor hare handelingen, voor hare
belangen, geestelijke zoowel als stoffelijke; aan
hem is voor een goed deel de clericale partij
haar ontstaan verplicht, die verderfelijke partij,
die geen politiek ideaal kent, daar zij allequaestën
aan eene vraag ondergeschikt maakt, de vraag
naar het voordeel, dat de geestelijkheid kan be
halen, en die daarom het godsdienstig gevoel in
eene bron van twijfel, ongeloof en demoralisatie
verandert.
Zoolang het gouvernement van 1830 bestond
moest het beteugeld clericalisme zich vergenoe
gen met zijn onheilbrengenden invloed op den
geest. Nauwelijks was echter de reactionaire partij
in 18ü9 door den uitverkorene van 2 December
aan het roer gekomen, of dadelijk bleek, wat de
heer De Montalembert en de zijnen onder vrij
zinnig regeeringsbeleid verstonden.
Voor hen was het regeeringsbeleid de vrijheid
voor de geestelijkheid om het openbaar onderwijs
te verwoesten en Frankrijk dood te maken de
vrijheid van het bewind om het algemeen stem
recht te verminkende vrijheid van den president
der republiek oin achtereenvolgens alle parlemen
taire waarborgen af te breken, en langs dien
weg de samenzwering van 2 December voor te
bereiden. De heer De Montalembert heeft tot de
twee doodelijkste wetten, die het presidentschap
van Louis Napoleon kenmerken, medegewerkt,
tot de wet van 15 Alaart, die een aanval op de
wetenschap, en tot de wet van 31 Mei, die een
aanslag op de volkssouvereiniteit was.
Maar hij heeft meer gedaan, dan daartoe mede
te werken, ze aan te raden, ze te verdedigen;
hij heeft ze verdedigd en aangeraden, met eene
soort van woede, waarin hij zijne tegenstanders
belasterde en de strengste maatregelen tegen hen
eischte, waarin hij van geen maat houden wilde
weten, even onrechtvaardig zijnde in 't geen hij
sprak als in 't geen hij verzweeg. Hij wilde een
Romeinsche expeditie binnenslands doen, d. w. z.
met éen slag de revolutie en de revolutionairen
verpletteren.
Alen weet welke de uitkomst is geweest. Die
Romeinsche expeditie te Parijs ondernomen, en
ten koste van zooveel bloed en lijken volbracht,
heeft noch aan hem, noch aan zijne partij, noch
aan de bondgenooten dier partij, eenig voordeel
gebracht. En wat treuriger is, zelfs na den nacht
van 2, en de moorden van 4 December, werden
de oogen van den heer De Alontalembert niet
geopend. Hij spoedde zich naar het hotel der
Champs-Elysées; hij schreef aan zijne vrienden
in de provinciën, om zich aan het bewind aan
te sluiten, dat uit het bloed der Parijzenaars was
verrezen! Hij verlaagde zich, tot de rol van offi-
cieelen candidaat voor het Wetgevend Lichaam
Alisschien, zoo redeneerde hij, komt de staats
greep der kerk ten goedeEn zoo dit het geval
is, wat gaat ons dan de verkrachting van het
recht aan Of de omverwerping van de Fransche
tribune? Of het banvonnis over duizenden burgers,
en daaronder de voortreffelijkste, uitgesproken?
De gerechtigheid is niets, het belang der geeste
lijkheid alles!
Het is zoo, in 1853 veranderde Alontalembert
van gevoelen, wellicht ook op dit punt. De cleri
cale partij, zijn eigeu werk, volgde hemzij was
hem te laf en te slaafsch. Want zonder het te
weten, was de ex-pair van Frankrijk, in den
grond zijns harten, meer aristocraat dan theocraat.
De laagheid der lieden, die het bewind voerden,
hunne dwaze, opgeschroefde en toch gemeene
manieren, waren hem ondraaglijk. Hij begon van
lieverlede weder aan de vrijheid het hof te maken.
Alaar welk eene vrijheid!
Altijd dezelfde oligarchische vrijheid ten nutte
vau enkelen, die niets gemeen heeft met de ge
rechtigheid en niets meer is dan een van de
huichelachtigste vormen van de slaafschheid.
Kort vóór zijn dood nog eischte hij de vrijheid
van testament, d. w. z. het barbaarsch recht van
den vader om zijn kind ten voordeele der mon
niken te berooven.
Doch de heer De Alontalembert is voor zijne
misslagen gestraft, en wel aan zijne gevoeligste
zijde. Stervende heeft hij moeten zien, dat men
een nieuw dogma gaat afkondigen, dat hij als
slaafsch en gevaarlijk af keurde, en dat dat dogma
juist het meest wordt begunstigd door de partij,
aan welker schepping hij zijne beste krachten
heeft gewijd.
Na in 1853 in zijne politieke verwachtingen
te zijn teleurgesteld, zag hij in 1870 zich in zijne
godsdienstige hoop en overtuiging bedrogen, en
de laatste brief, dien deze hevig rechtzinnige
en milde vriend van het pausdom heeft openbaar
gemaakt, was een protest tegen hetgeen de paus
heden beproeft en morgen wellicht zal vol
brengen.
Welk een gewichtige les voor de mannen, die
zich aan de behartiging en leiding der publieke
aangelegenheden wijden! Wie hunner arbeidt
zonder eerbied voor de eischen der gerechtigheid
en waarheid, zijn arbeid is ijdel, en in de ure
des doods ziet hij zich genoodzaakt te belijden:
Slechts éen ding is tnij gelukt, het tegendeel van
't geen ik wilde. Alijn werk zelf getuigt tegen
mij, en veroordeelt mij in mijne eigene oogen."
De voorzitter en de vier leden van het Hoog-
Gerechtshof zijn gisteren te 314 ure te Tours,
met denzelfden trein waarin zich Prinses JBona-
parte, met hare twee kinderen bevond in deze stad
aangekomen. Eene groote menigte bevond zich
op den weg die naar het hotel l'Univers leidt, waar
de Prinses haar intrek nam.
Prins Bonaparte is denzelfden nacht in alle
stilte gevankelijk binnen Tours gebracht. Hij
werd begeleid door zijn neef den kommandant
van de gendarmerie, De Rainalino.
De Frangais deelt mede dat men zeer bezorgd
is over het proces legen Bonaparte. Alen vreest
het ergste van zijn confrontatie met Ulric de
Fonvielle, die nog niet heeft plaats gehad, zoodat
dit de eerste ontmoeting is na het gebeurde te
Auteuil.
Alen heeft alles in het werk gesteld om den
beklaagde bedaardheid in te spreken, want
zijn opbruischend karakter doet verwachten dat
er wel eens voor het Hoog Gerechlshof tooneelen
zouden kunnen voorvallen die de zaak van den
beschuldigde zeer verzwaren kunnen.
De Marseillaise verneemt dat Rochefort die als
getuige in de zaak van Prins Bonaparte gedag
vaard den 17deu dezer naar Tours is overge
bracht.
Het Journal des Dëbats schrijft onder dhgteeke-
ning van den 1 Sd,n dezer: Gisterenmiddag tegen
4 ure, zag men voor de poort der Conciergerie
ongeveer 40 man van de grenadiers en de vol-
tigeurs der garde. Alen deelde mede dat deze
soldaten, Corsikanen van geboorte, hun landge
noot Bonaparte, die morgen naar Tours vertrekt,
een bezoek hebben afgelegd.
Engeland.
Londen, 19 Maart. Het gisteren in het Lager
huis gehouden debat over het amendement van
den afgevaardigde Dixon, president van het En-
gelsch schoolverbond, op de bill nopens het open
baar onderwijs, dat de godsdienstige zijde van
het vraagstuk op den voorgrond plaatst, door zijn
strekking om de beslissing over het godsdienstig
onderwijs geheel aan de zorgdergemeentebesturen
te onttrekken, was, gelijk men kon verwach
ten, eene getrouwe afspiegeling van den heeten
strijd die reeds de meeningen en gevoelens, in
ganseh het land van te voren gevestigd had. De
overige bepalingen van de bill zonken tegenover
dit punt geheel in het niet.
Een der tegenstanders vergeleek gisteren het
godsdienstige bezwaar der wet met een vat Ni-
tro-glycerine, waarin de Regeering bet landdoo-
pen wil, zonder op het gevaar voor ontploffing
te letten. De wet, zeide hij, had de strekking om
de minderheid in zaken van het geloof door eene
meerderheid te doen onderdrukken, en was strij
dig met het beginsel van gewetensvrijheid.
Er waren zoovele leden die over de wet het
woord wenschten te voeren, dat meer dan twin
tig tegelijk om het woord vroegen. De voor- en
tegenstanders wisselden snel af, waarbij een van
de radicale afgevaardigden de Regeering beschul
digde van conservatieve neigingen, omdat de wet
de kerk en school niet geheel scheidde en ver
langde hare verdaging voor een jaar, dat gelijk
staat met eene verwerping.
Nadat Gladstone het woord had gevoerd en
vooral had aangetoond dat de wet niet eenzijdig
was en dat voor een stipte en eerlijke uitvoering
van hare bepalingen zou gewaakt worden, werd
het amendement van den heer Dixon verworpen
en de bill tot de tweede lezing toegelaten.
TELEGRAMMEN.
Parjjs, 19 Alaart. In een particulier telegram
van de Romeinsche grenzen, wordt het volgende
gemeld: „Rome 18 Alaart. Alonsgr. de Alerode
had een lijkdienst voor graaf De Alontalembert
georganiseerd, waarbij de dienst zou worden ver
richt door Alonsgr. Dupanloup, bisschop van Or
leans. Deze dienst werd door den paus verboden,
als zijnde eene vijandige manifestatie tegenover
het Concilie. Daar dit verbod echter een pijnlij
ken indruk maakte, heeft de paus heden door
een Italiaansch bisschop een lijkdienst doen hou
den en is hij zelf daarbij tegenwoordig geweest."
Parijs, 20 Alaart. De Frangais is van gevoelen
dat de kuiperijen der reactionaire partij, die ten
doel hebben het gouvernement te beletten de
ontworpen constitutioneele wijzigingen tot stand
te brengen, verijdeld zijn. Het blad voegt er hij
dat de keizer vast besloten blijft die liberale wij
zigingen ten uitvoer te leggen, die op voorstel
van het kabinet aangenomen zijn.
Florence, 19 Maart. In de Kamer van afge
vaardigden heeft de heer Lanza, in antwoord op
eene vraag, medegedeeld dat generaal Escoflier
is gedood door zekeren Cattaneo, en wel omdat
de generaal had verzocht dien persoon naar elders
te verplaatsen, waaraan voldaan was geworden.
Florence, 20 Alaart. De minister van oorlog
heeft in de Kamer van afgevaardigden verklaard,
dat eerstdaags 80,000 soldaten met verlof huis
waarts zullen worden gezonden. De generaal
Lamarmora kwam hiertegen op.
St-.Petersburg, 19 Alaart. De gravin Daria
Beauharnais, geboren Opotschinen, echtgenoote
van prins Eugenius v. Leuchtenberg, is heden,
na hare bevalling, overleden.
Madrid, 19 Alaart. In de Cortes worden de
discussiën voortgezet over het ontwerp tot het te
gelde maken van de nog overgeblevene schatkist
bons. Een daarop voorgesteld amendement van
de unionistische partij is met 123 tegen 110
stemmen verworpen. De breuk tusschen de unio
nisten en radicalen wordt daardoor als volko
men beschouwd. Te midden der discussie heeft;
de admiraal Topele de bank der ministers ver
laten. Er bgstaat groote ongerustheid omtrent de
gevolgen der tweedracht tusschen de beide par-