5 e: lk'tf BUI TE NL AN D. gez*. 'et Franki-flk. in vs; Dezer dagen heeft de heer Coquerel te Parijs, a Weoor een gehoor van omstreeks 5000 personen lengeene voordracht gehouden in het cirque des eerrihamps-Elysées, welke zeer veel succes heeft dez, ehad. „Het was zeer merkwaardig schrijft dat ten verslaggever hoe natuurlijk, hoe boeiend tregen hoe geestig de spreker was, een niet geringe inisi erdienste bij iemand, die gewoon is van een nd; ansel het woord te voeren." De heer Coquerel end iehandelde het „vooroordeel" en volgde, bij deze en meldende gedachte, een goed, maar nieuw denk- i, goieeld op zijn weg door de maatschappij. Wat al magiezwaren en hinderpalen ontmoet het, als ge- rïjkefolg van het vooroordeel! Men zal aan dat goed, en dnaar nieuw denkbeeld, in de eerste plaats vra- ;en: zijt gij ontkiemd in het brein van een man hou'f van eene vrouw? Moet nu het denkbeeld mongelukkig het laatste erkennen, dan is het reeds is arladelijk veroordeeld. Voorts onderzoekt men tot eerirvelk ras het denkbeeld behoort, van welk onder- lar iioek het arme denkbeeld nog veel minder de itrekking begrijpt. Ontdekt men nu dat hetdenk- eraaoeeld van Germaanschen oorsprong is, dan is dit unne'00r bet Latijnsche ras een reden om het denk lij (fjeeld te verwerpen. Toch strijdt het niet met de 'ijki sischen der vaderlandsliefde om een goed, maar nieuw denkbeeld aan te nemen, van waar het ssctook kome. Bij het verder vervolgen van zijn tree weg zal men aan het denkbeeld vragenzijt gij en (afkomstig vau een kerkgenootschap of van een „geestelijke, dan wel vau een leek? Is het eerste okk het geval, zullen velen al dadelijk roepenweg daarmede I Van een kerkgenootschap of uit den [e u:mond van een geestelijke kan immers in veler Idoe-oogen niets goeds komen! Voorts zegt de heer en (.Coquerel zal men aan het verder rondzwer- drjjfVend denkbeeld vragen: behoort gij tot het ter- .est; rein eener specialiteit? Overal hebben wij toch erpt specialiteiten. Men maakt van zijne kinderen ge- iet g neesheereD, militairen enz. maar om er mannen van te maken, daaraan denkt men niet. Eindelijk d zal het denkbeeld zijn moeilijksten strijd testrij- en j den hebben tegen de routine, die groote ramp voor allen vooruitgang. Te dien opzichte verhaalde de heer Coquerel an een voorval uit zijn leven als journalist. Hij had zu in zijn dagblad, hetwelk volstrekt geen „sociale ge(, quaestiën" mocht behandelen, naar de opvatting .s|0, der 'daarmede belaste ambtenaren van het mi. nisterie van binnenlandsche zaken, tegen dat voorschrift gezondigd en werd op het ministerie rzjn ontboden. Hij vroeg aan den ambtenaar, die zich a„s|; gereed maakte om hem eene waarschuwing te aarl geven, wat of er toch onder „sociale quaestiën" tiesc i doé ian i .1, m verstaan werd? De ambtenaar was eenigszins verrast door die vraag, doch gelukkig was de kt „j chef de bureau tegenwoordig, die, volgens de sschf wetten der hiërarchie, natuurlijk beter op de nai;: hoogte moest wezen dan zijn inferieur. Hij nam ■ordi lijf erh v tprs sgd ben toe? ewii )enr- zitt: en i ;enb| en I er ij oud- efde lot ten a no ijdes wW beid-: zei' ree xen etvi Iigt: tijnj sinn- tart iljl dus het woord en zeide: de „sociale quaestiën", wel, dat is alles wat bestaat! De heer Coquerel bemerkte dus dat hij in zijn dagblad slechts kon spreken over alles wat niet bestaat. Wat overigens dat woord „sociale quaestiën" betreft, daarover hangt steeds zeker geheimzinnig, zeker revolutionnair, ja zeker communistisch waas. Vooral is dit het geval waar men in onze dagen hoort spreken van „de" sociale quaestie. De partij, welke dat voor velen zoo vrees inboezemend woord in haar vaandel schrijft, zou dan ook zeker wèl doen indien zij eene voor allen be vattelijke verklaring gaf van haar denkbeeld. Waar een goed, maar nieuw denkbeeld reeds in het algemeen met zooveler oordeel en vooroor deel te kampen heeft, zal dit zeker nog wel veel meer het geval zijn met een denkbeeld hetwelk zijne intrede doet in de maatschappij, omhangen met een mantel, in wiens zware plooien men allerlei politiek-maatschappelijke vernielingswerk- tuigen verborgen waant. Woensdag had aan het hotel van den Minister van Oorlog een diner plaats ter eere van den aartshertog Albrecht van Oostenrijk, waaraan ook de minister vau Buitenlandsche zaken, graaf Daru, en prins Metternich, Oostenrijksch gezant, deelnamen. De Minister van Oorlog, generaal Le Boeuf, dronk een toast op Eranknjks gast, waarvoor de aartshertog zijn dank betuigde. De woorden van den minister, zeide hij, hebben mij diep ge troffen en ik betuig hem daarvoor oprechten dank uit naam van den Keizer, mijn souverein, en het geheele Oostenrijksch-Hongaarsche leger. Ik neem Tan mijn verblijf in Frankrijk de aangenaamste herinnering naar mijn land mede, zoowel nopens de gulle en vriendelijke ontvangst, van de vele hoogst belangrijke zaken die ik zag en waarvan ik mijn studie maakte, als van het trotsche le ger waarin ik vele vrienden tel en waarvan ik thans zulke beroemde vertegenwoordigers rondom mij zie. Ik maak van deze schoone gelegenheid gebruik om mijne oprechte gevoelens te uiten, door een dronk te wijden aan het heil van den Keizer, de Keizerin, den Keizerlijken prins en het Fransche leger. Engeland. Londen, 2 Maart. In het Lagerhuis werd heden de vraag om aan de officieren en manschappen van het leger de bevoegdheid te geven den baard te dragen breedvoerig en ernstig besproken. De regeering merkte op, dat de troepen in Britsch- Indië daartoe verlof hebben, maar dat zij geen reden ziet waarom de soldaten in het vaderland eene harige physionomie moeten hebben. Een voorstel om met het oog op het beruchte Mor- daunts rechtsgeding, voortaan de echtscheidings processen met gesloten deuren te behandelen, werd ouder de algemeene hilariteit van het Huis begraven, nadat de Minister van Biunenl. Zaken een vroeger besluit van het Huis had aangehaald, waarbij de gronden voor openbare behandeling veel sterker waren dan voor eene tegenoverge stelde handelwijze. Het brandpunt der discussiën van heden was echter het voorstel om van Regeeringswege gel delijk de landverhuizing te ondersteunen, als palliatief tegen de schrikbarende uitbreiding van armoede en pauperismus. Deze maatregel werd door den voorsteller den heer Torrens, afgev. van Cambridge, welsprekend en warm verdedigd. Hij wenschte niet alleen jeugdige krachten het land uit te zenden, maar ook geheele huishoudingen en mannen van rijperen leeftijd, zoolang die nog in staat waren hun kost te winnen. Vervolgens verdedigde hij de wenschelijkheid, dat de staat hierin door geldelijken bijstand tusschen beiden mocht komen. De Regeering verzette zich tegen het verleenen van ondersteuning van staatswege, daar de koloniën volstrekt niet gesteld zijn op aanvoer van onvermogenden. De landverhuizing moest vrij zijn en door vrijwillige bijdragen be vorderd worden. Andere leden bestreden het voorstel van den heer Torrens, omdat begunstiging van den een boven den ander daarvan het onvermijdelijk ge volg zou zijn. Gladstone verhief eveneens zijn stem daartegen. De aanneming van het voorstel zou aangemerkt worden als een belofte van het Huis. Maar de Regeering zou dergelijken last niet kunnen aan vaarden, omdat de Staat noch practisch, noch op politiek terrein gebaat zou zijn om handelend op te treden in eene landverhuizings-speculatie op groote schaal. Het voorstel van den heer Torrens werd met 142 tegen 48 stemmen verworpen. Voortdurend komen uit Ierland berichten van zoogenoemde agrarische moorden. In het graaf schap Tipperary werd dezer dagen een pachter, die naar zijn woning terugkeerde, op den open baren weg door een persoon aangerand, die hem met een hooivork de hersenen verbrijzelde. Mexico. In Mexico ziet het er slim uit. San Louis Po- tosi en Zacateras zijn in vollen opstand en de generaal Rosa, die tegen de opstandelingen was uitgetrokken, heeft de nederlaag geleden. De voornaamste legerbevelhebbers Porfirio Diaz en Escobedo zijn der regeering getrouw ge bleven en het Congres heeft op haar verlangen de wet van 1862, om den, staat van beleg te verklaren, voor zes maanden van toepassing ver klaard. De opstandelingen hebben den Duitschen en Amerikaanschen consuls te San Louis brand schatting opgelegd. De Amerikaansche consul weigerde die te storten. "V enezuela Volgens berichten uit Porto Cabello van 24 Januari, is het te Venezuela onrustiger dan ooit; de insurgenten sloegen de regeeringstroepen bijna bij ieder gevecht terug. Salazar, de generaal van de opstandelingen, heeft vele gewichtige plaatsen, die door hen werden bezet, veroverd, zooals San Felixe en Barquisimeto. De handel staat stil. Japan. Uit Jokohama wordt van den 21,te" Januari gemeld, dat de RegeeriDg ondanks de eenparige vertoogen van de vertegenwoordigers van de vreemde mogendheden, 700 Christen inwoners uit het land verdreven heeft. Men verwacht in het nieuwe jaar, dat met 1 Februari aanvangt, gewichtige politieke gebeurtenissen. De üaiinios versterken zich op groote schaal en zijn zeer oorlogszuchtig. De stad Jeddo is rustig. De Japan- sche Regeering zal in den aanstaanden zomer een gezantschap naar Frankrijk, Engeland en de Vereenigde Staten zenden. TELEGRAMMEN. Parijs, 8 Maart. Op eene vergadering van aan deelhouders der Sociélé Immobiliére is het voorstel om de Maatschappij te ontbinden verworpen. Ook vond het voorstel, door eenige actionarissen ge daan, om de Maatschappij te vereenigen met het Crédit Mobilier, geen ingang. Er werd echter niet 351 tegen 78 stemmen besloten het Crédit Immo- bilier te handhaven. Luxemburg, 3 Maart. De annexionistische de- monstratiën, die door sommige bladen zijn vermeld, werden bedreven door eenige vreemde werklie den. De bevolking in de stad en op het platte land is wars van elke wijziging des bestuurs; zij hecht er aan hare autonomie te handhaven. Indien er eene volksstemming moest plaats hebben dan zou het volk protesteeren tegen eene inlij ving, hetzij bij België hetzij bij Frankrijk. Weenen, 3 Maart. De graaf de Bray-Stein burg, gevolmachtigd minister van Beieren bij het Oosten- rijksche hof, heeft het ministerschap van buiten landsche zaken in Beieren voorloopig aanvaard. CcUe, 3 Maart. De quaestie van het wegruimen van het monument van Langensalza is heden in tweede instantie beslist. Het vonnis ten laste van den garnizoens-kommandaut is vernietigddat tegen den opperbevelhebber der troepen it be vestigd Weenen, 4 Maart. De Regeering heeft bij den Rijksraad de besluiten medegedeeld van de ver schillende landdagen van het Keizerrijk over een reeds bij de troonrede aangekondigden maatregel om voortaan den Rijksraad, die tot dusver door de landdagen benoemd werd, door de rechtstreek- sclie verkiezingen samen te stellen. Brussel, 4 Maart. De Indépendance bevat een beroep van verschillende invloedrijke leden der liberale partij (onder welke drie leden van de Kamer van Vertegenwoordigers) opde Belgische liberalen. In dit beroep wordt het volgende pro gramma ontvouwd: uitbreiding van het kiesrecht, verplicht onderwijs, wijziging van het belasting stelsel, militaire hervorming, herziening der wet op het tijdelijke der eerediensten (temporel des cultes), herziening van de vreemdelingenwet, enz. De aandrang om dit programma te teekenen is buitengemeen. HANDEL. OVERZICHT DER WEEK. Rotterdam, 4 Maart. Koffie. Vast, de omgang was echter van geen groot belang doordien de houders te hooge prijzen vorderen. Afdoeningen hadden deze week geen plaats. Suiker. Ruwe. De markt verkeert in eene flauwe stemming. Eenige partijen kortelings aan gekomen zijn afgedaan tot verlaagde prijzen. Geraffineerd. Eenige partijtjes gereed goed wer den verkocht, doch op verren termijn is de kooplust zeer beperkt. Thee. Zeer stil in afwachting der veiling, op 11 dezer te Amsterdam te houden. Rijst. Zonder omgang. Specerijen. Voor Noot N°. 1 A°. 1869 was veel vraag en werd 120 ets. besteed. Door de hooge vorderingen der houders waren de verkoopen gering. Jarige ceelen worden 116 a 118 ets. ge noteerd. Vruchten. Zonder omgang. Meekrap. Zeer stil en alleen voor dadelijke behoeften kleinigheden te plaatsen. Indigo. Tot vaste prijzen werden eenige kisten Jara afgedaan. Potasschen. Zeer vast, doch weinig handel; Pelersburger loco 14. Katoen. In flauwe stemming met verkoopen tot verlaagde prijzen. Wol. Zonder handel. Tin. In geanimeerde stemming; loco Banca ƒ71.25, levering 70 betaald. Billiton 70. Petroleum. Uit de nieuw aangekomen schepen zijn 1500 vaten tot 27 afgedaan, waartoe te koop blijft. Oliën. Raapolie cont. f45.75; Mei 45, 45.25; Oet.-Dec. f44.75, ƒ45. Lijnolie cont. ƒ35.25; Mei 36.25; Oct.-Dec. 37. Patentolie cont. 50, ƒ50.25; Mei ƒ49.50, ƒ49.75; najaar ƒ49.50. Granen. Deze week nog met weinig handel, doch in vastere stemming. Meel. 1ste qual. ƒ15. ƒ15.50; 2de qual. ƒ12.50, ƒ14; 3de qual. ƒ11, ƒ11.50. Keizersmeel ƒ20, 25. STATEN-GENERAA.L. TWEEDE KAMER. Zitting van heden. Aan de orde is de voortzetting der beraadslaging over het wetsontwerp tol aanvulling van art 62 van het regeeringi-reglement van Nederlandsch Indié (Agra rische weten wel over de eerste alinea van het eenig artikel, luidende //Volgens regels bij algemeene verordening te stel len, worden gronden afgestaan in erfpacht voor niet langer dan 75 jaren", met de daarop voorgestelde amendementen, als: 1°. van den heer 's Jacob, strekkende om alinea 1 aldus te lezen: //Volgens regels bij algemeene verordening te stel len, staat de gouverneur-generaal gronden af in erf pacht voor niet langer dau 75 jaar en onder dezelfde beperking als ten opzichte van uitgifte van gronden in huur is bepaald." Tot korte toelichting heeft spr. reeds in zijn gedrukt amendement het volgende gezegd//De bedoeling dezer wijziging is tweeledig: 1°. om huur en erfpacht onder dezelfde voorwaarden te brengen met betrek king tot den ontgonnen grond der inlanders2". om allen twijfel weg te nemen aangaande de uitsluitende bevoegdheid van het Indisch Gouvernemeut om den afstand in erfpacht te effectueeren." De heer 's Jacob voegt daarbij nog eene monde linge verduidelijking. Uit de wet moet blijken, dat zoowel hnur als erfpacht onder dezelfde beperkingen, onder dezelfde reebts-titels en voorwaarden worden geregeld. De gronden in erfpacht moeten niet van voordeeliger conditie worden dan het reg.-regl. ge wild heeft voor kuur. Niemand dan de gouverneur- generaal moet voorts grond in erfpacht kunnen uit geven. 2°. Amendement van den heer De Casembroot, strekkende om op alinea 1 te doen volgen: //Hiervan zijn uitgesloten a. de gouvernements koffietuinen; b. djatti- en andere houtbosschen; deze laatste voor zoover zij onder geregeld beheer zijn gebracht; c. gronden, gelegen binnen een door den gouverneur-generaal bij ordonnantie van elk gewest vast te stellen afstand van gouvernements aanplan tingen." De heer De Casembroot licht dit amendement kor- telijk toe. Het strekt als een waarborg tot handhaving van het cultuurstelsel dat zoo zeer wordt aangevallen. Door de stemming over zijn amendement zal het blijken wie de gouvernementscultures speciaal de koffie-cultuur, wil handhaven of niet. De voorzitter zegt, dat beide alinea's zoo zeer in verband met elkander staan, dat hij tot overweging geeft ze beiden te gelijk te bespreken. De heer Kalffstuit,op drie vragen dio onopgelost zijn: 1°. Welke gronden zullen worden uitgegeven? 2°. Aan wie? 3°. Hoe? Spr. heeft op zich zelf, ook uit een oeconomisch oogpunt, geen bezwaar tegen de uitgifte van gronden in erfpacht; ze kan bijdragen tot ontwikkeling van bestaande en het scheppen van nieuwe bronnen van welvaart en voordeelen, zoowel voor het Moederland als de Koloniën, en speciaal voor de buitenbezittin gen, maar alles hangt af van de toepassing. Er mag deswege geen twijfel hoegenaamd blijven bestaan. De wet moet spreken en geen carte blanche aan do uitvoerende inaclit geven. Spr. wil meer licht. Zijne stem zal van de inlichtingen en de houding van den Minister afhangen. De heer Tan der Hucht wil duidelijk weten, wat de Minister omtrent de ondergeschikte punten, niet in deze wet opgenomen, denkt. Daartoe heeft hij de memorie van Toel., en die van Beantw. geraadpleegd, en twee zaken gevonden die hem vreemd voorkomen: in de eerste plaats de wijze waarop de Min. over de heerediensten spreekt, die van de inlanders, welke zich op de erfpachtsgronden vestigen, gevorderd zullen wordeö. Spr. meent dat het groote aantal van deze diensten de uitvoering der wet onmogelijk zal maken. In de tweede plaats wijst spr. op hetgeen de Min. gezegd heeft over het heffen vau landrente en ver ponding op de erfpachtsgronden. Spr. meent dat zoo en huur, én landrente, én verponding van deze lauden wordt geheven, wij wel een erfpachtswet, maar geene erfpachten zullen verkrijgen De heer Tan Naamen vraagt daarna ook meerdere inlichtingen van den Minister, en de heer Hasselman wenscht evenzoo dat de werking der erfpacht in een duidelijker licht zal worden gesteld. (Per Telegraaf.) De minister heeft medegedeeld een volledig bestek van alle bepalingen, die ter uit voering der wet zullen worden gemaakt. Morgen voortzetting en stemming over de amendementen. De heer Heemskerk heeft een amendement voor gesteld tot weglating van geheel de derde alinea, houdende het verbod van beschikking over gronden door inlanders voor eigen gebruik ontgonnen hetzij voor de suikercultuur of ten algemeene nutte, anders dan tegen schadeloosstelling. LAATSTE BERICHTEN. 's-Gravenhagk, 4 Maart. Toor het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland stond heden terecht de persoon van G. Tan Rijswijk, oud 33 jaren, geboren te Leiderdorp, laatst wonende te Sassen- heim, beschuldigd van valschheid in zeven onder- handsche geschriften door het namaken van handteekeningen en het des bewust gebruik ma ken daarvan. Besch. had in de maanden Novem ber eu December van het vorige jaar vervaar digd zeven valsche briefjes, geadresseerd aan of be stemd voor eenige winkeliers te Leiden en die met een anderen naam dan den zijnen onder teekend, waarop hij zich goederen en ook kerk boeken heeft doen afgeven en die gedeeltelijk beleend, gedeeltelijk verkocht. Het bleek dat door de valschheid voor eene waarde van 76 was opgelicht, en door besch., die zijne misdaden vol mondig bekende, werd verklaard dat hij door den armoedigen toestand waarin hij verkeerde daar toe gekomen was. Adv.-Gen. Mr. Tan Maanen requireerde zijne schuldigverklaring en veroor deeling tot tuchthuisstraf van 510 jaren en veertien geldboeten elk van 50. Mr. Tan der Goes als verdediger optredende, wees op verzach tende omstandigheden, en verzocht de toepassing van zachtere straf. Het Hof nog heden uitspraak doende, heeft den besch. aan het hem ten laste gelegde schuldig verklaard en hem onder aan neming van verzachtende omstandigheden, ver oordeeld tot correctioneele gevangenisstraf van 2 jaren en vierden boeten van 50. Blijkens 't voorloopig verslag nopens het ontwerp tot wijziging der Armenwet, heeft het hoofddenkbeeld dezer voordracht de aanne ming van het werkelijk verblijf als plaats, waar de behoeftige onderstand van overheidswege kan vragen, en de daaruit voortvloeiende afschaffing van het domicilie van onderstand en van hetresti- tuticstelsel bij de groote meerderheid der 45 leden, die aan het onderzoek deel namen, bijval gevonden. De afschaffing van dat restitutiestelsel zal, terwijl daardoor velerlei administratieve om slag wordt afgesneden, medewerken tot spaar zamer bedeeling van de burgerlijke armbesturen die nu gemakkelijker verstrekt wordt, als zijode voor rekening van anderen, terwijl ook het domi cilie der geboorte plaats de strekking had om de plattelandsgemeenten onevenredig te bezwaren met restitutie voor sedert jaren naar de steden of elders vertrokken personen. Minder algemeen vereenigde men zich met het beginsel dat de kosten van plaatsing en verzorging vaD bede laars en landloopers voortaan zouden komen ten laste van den Staat. Utrecht, 4 Maart. Gisteren is door den Ge meenteraad alhier benoemd tot directeur der gemeente-scholen voor lager en middelbaar onder wijs, Dr. H. Wefers Bettin k, tot dusver leeraar bij de Hoogere Burgerschool te Sappermeer, en wel met 17 stemmen tegen 7, die op den heer J. E. Fischer vereenigd waren, met den be noemde door B. en Weth. aanbevolen. HUWELIJKEN. GEBOORTEN EN SÏERFGEYALLËÏÏ7 Uit de verschillende Dagbladen. Febr. ©ehuwd. 2. C. Tieleman en J. Plak. Araiterdam. Febr. betallih. 26. C. E. Du Star, geb. Brouwer, Z. Harlingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3