■D
m
MtppEl., 22 Februari. Naar wij vernemen, zul
len bij open water wederom 200 personen uit
de noordelijke provinciën naar Amerika vertrek
ken. Als gids zullen zij een oud bekende uit deze
environs hebben, sedert jaren reeds in Amerika
verblijf houdende, en thans met het speciaal plan
in deze gewesten aangekomen, om de landver
huizing te animeeren.
Mefpel, 24 Febr. Door de openbare onderwijzers
in deze streken wordt de wenschelijkheid hoe
langer zoo meer ingezien, om, in navolging van
de rijks commiesen en de beambten der telegraphie,
zich en corps met een adres tot den Min. van Fin.
te wenden, met dringend verzoek om zóódanige
wijziging in de wet op de pensioenen te brengen,
dat ook hunne weduwen en weezen van 't pen
sioen-fonds zouden kunnen genieten. Om een be
gin van uitvoering aan deze zoo hoogstwensche-
lijke zaak te geven, wordt voorgesteld, om dergelijk
verzoekschrift op te stellen, hiervan eenige af
schriften in de voornaamste gemeenten onzes
lands ter onderteekening te leggen en alle ove
rige onderwijzers, die niet in de gelegenheid,
maar wel gezind zijn daaronder hunne handtee-
kening te plaatsen, die franco te zenden aan een
daartoe aangewezen adres.
Vlissingen, 25 Febr. Woensdag-avond werd door
de Nederlandsch Hervormde gemeente alhier, ter
voorziening in de bestaande vacature, opgemaakt
het navolgende viertal predikantende heeren
W. Zegers Jz. te Alphen ad. Rijn, J. G. Verhoef,
te Hervelt, J. Krul te Katwijk a/Z., en G. J. Vos
te Zevenhuizen; en is daaruit beroepen de heer
W. Zegers Jz. te Alphen a/d. Rijn.
Gemengde Berichten.
In het verslag van den toestand van Londen
over het jaar 1869 komen de volgende statistieke
gegevens voor: De bevolking bedroeg 3,170,754
inwoners, waarvan 1,418,840 tot het mannelijk
en 1,691,914 tot het vrouwelijk geslacht behooren.
Die bevolking bewoont een oppervlakte van 77,997
ares of 122 (Engelsche) vierkante mijlen (31,563
hectaren of 316 vierkante kilometers). Het getal
huizen bedroeg 406,507, waarvan ieder gemiddeld
door 7 a 8 personen bewoond werden. De waarde
der bewoonde eigendommen beliep 15,251,999 pd. st.
Er stierven 77,933 personen, waaronder 39,812
mannen en 3S,121 vrouwen. Geboren werden
111,930 kinderen (56,876 van het mannelijk- en
55,054 van het vrouwelijk geslacht).
KOLONIËN.
NEDERL. WEST-INDIË.
(SURINAME.)
Paramaribo, 1 Febr. De droogte die in het
laatst van 1868 en in de eerste maanden van
1869 geheerscht heeft, en die een schadelijken
invloed op den oogst heeft uitgeoefend, is oorzaak
dat de uitvoer meer bepaaldelijk in het derde
kwartaal van het afgeloopen jaar veel geringer
is geweest dan in het vorige. Vandaar dat het
gezamenlijk cijfer, in vergelijking met dat van
1868, eene vermindering aanwijst, hetgeen inde
zusterkolonie ook is waargenomen.
Terwijl in het vorig jaar deze en omliggende
gewesten door langdurige droogte geteisterd wer
den, heeft men thans veel regen, en in sommige
districten werkt dit zelfs nadeelig, doch over 't
algemeen voorziet men er goede uitkomsten van
voor den oogst.
Het Gouv.-Adverl.-Blad meldt: w ij zijn van
goeder hand onderricht, dat door de Britsche
Regeering is besloten, dat voortaan geene afzen
dingen van Chineezen uit llong-Kong worden
toegelaten dan naar streken die onder Engelsch
gebied staan. De aanleiding daartoe zou bestaan
in wreedheden door Chineesche werfageuten ge
pleegd en slechte behandeling der immigranten
op sommige plaatsen werwaarts zij waren aan
gevoerd."
De laatstelijk hier aan de Beneden- en Boven-
Saramacca aaugevoerde Chineesche immigranten
geven meer en meer blijken van geschiktheid
voor den arbeid.
Dezer dagen zijn hier opgebracht vier Fran-
sche gedeporteerden, die uit een der straf-eta-
blissementen van Cygenne zijn ontvlucht. Het
vaartuig, waarmee zij waren gevlucht, was op
onze kusten verbrijzeld, waarna zij, door het
boseh heen, in Saramacca waren aangekomen,
van waar zij door den commissaris van dat district,
naar Paramaribo opgezonden- zijn.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Verplicht mij, het volgende in Uw veelgelezen
blad op te nemen
De woorden: „spoed, spoed" trokken mijne aan
dacht op het daaronder geplaatste stuk, in uw
blad van 24 dezer.
Gaarne volg ik den geachten inzender bij zijne
redeneeringen en beaam zijne meeningen voor
het meerendeelmet het slot kan ik mij echter
geenszins vereenigen.
Hoewel het niet mijne gewoonte is, dingen aan
te trekken, die mij niet betreffen, veel minder
ingezonden artikelen door een repliek te beant
woorden (daartoe leef ik veel te eenvoudig en
te vergeten), gevoel ik mij echter dezen keer
aangetrokken, een enkel woordje over het Spiri
tisme of Spiritualisme in het midden te brengen.
Terecht zegt de steller van bedoeld stuk, dat
dit reeds eene secte is: hij vergeet er bij te zeg
gen: „vooral in Frankrijk, Duitschland, Italië,
enz., inzonderheid in Amerika." In ons langzaam
volgend land vindt men nog maar beoefenaars,
wier aantal wel is waar bij den dag aangroeit.
Het spiritualisme, dat menschenliefde en welda
digheid ten zeerste aanbeveelt, is dan ook niet zoo
geheel verwerpelijk, evenmin voor den moderne
als voor den orthodoxe, met wier stellingen het
zich in geenen deele bezig houdt: dat sommigen
daarin meer heil zien, dan er tot dus verre in
kan gevonden worden, is toch niet zoozeer toe
te schrijven aan de zaak, als aan den persoon.
Wil men eene zaak onderzoeken, het essen-
tiëele daarvan leeren kennen, dan behoort men
onbevooroordeeld te werk te gaandezulken, die
alles wat wordt opgedischt, voor goede munt aan
nemen, kunnen dit evenmin als de zoodanigen,
die alles verwerpen, zoodra het die of die zaak
betreft, zonder zich de moeite te geven, even stil
te staan, alvorens hun gevoelen te uiten.
Dit vooropgezet, noodig ik ieder uit, het spi
ritisme of spiritualisme, twee in beginsel tame
lijk overeenkomstige, doch in vele opzichten zeer
uiteenloopende zaken, eenigen tijd bedaard en
met verstandig overleg te beoefenen, om te trach
ten manifestation uit te lokken, die zullen doen
zien, óf dat het een onding is, dat derhalve zijn
eigen dood zal sterven, óf dat het eene zaak be
treft, waaruit iets tot nut van het menschdom
kan groeien. In het laatste geval zal voorzeker
niemand den tijd, daarmede doorgebracht, verlo
ren achten.
Men zette zich dan bedaard neder, zich ont
houdende van gesprekken, althans van luidruch
tige, de handen plat op de tafel gelegdbekomt
men, na ongeveer een uur in die houding te
hebben doorgebracht, geen geklop in de tafel
of geene beweging daarin, noch in de handen,
men stake dan de proef, en trachte voor eene
volgende zitting een paar andere personen, vrou
wen of meisjes bij voorkeur, over te halen, deel
te nemen. Al spoedig zal men op die wijze voort
gaande dingen zien, waarover men verbaasd zal
staan.
Het zou echter kunnen gebeuren, dat men na
een half jaar nog geene inanifestatiën had beko
men dit is dan daaraan toe te schrijven, dat óf geen
der aanzittende personen een medium was, óf
althans geen ontwikkeld, zich-zelven bewust
medium.
De beste en gemakkelijkste weg, spoedig tot
eenige overtuiging te geraken, is zich in aanra
king te stellen met een medium: bij eenige op
recht gemeende pogingen zal dit niet zoo moei
lijk vallen, omdat overal, ook te dezer stede, me
diums gevonden worden.
Men kieze dan zoodanig een persoon, die ver
trouwen verdient en waardig is: wordt, waarde
lezer, dan in uw bijzijn eene manifestatie ver
kregen, gij hebt dan de zekerheid, dat er in het-
gene spiritisme genoemd wordt, krachten werken,
die in strijd zijn met de gewone natuurwetten.
Wil men de kracht, waardoor die verschijn
selen ontstaan, of waaraan ze althans worden
toegeschreven, auders doopen, mij wel: laat ons
ze thans spiritisme noemen.
Voor het oogenblik willen wij niet voor uit
gemaakt aannemen, dat hier geesten in het spel
zijn, dat die verschijnselen door geesten worden
daargesteld of althans van hen uitgaan, maar
zooveel is zeker, dat gij eene vreemde, onbe
kende kracht zult ziende eene medium zal,
zijne handen op een kachel, stoel, tafel leggende,
die terstond zien bewegen, schuiven, soms zelfs
een paar voeten boven den vloer oplichten; een
ander medium zal daarin geklop voortbrengen,
intellectueele antwoorden gevende op vragen, zelfs
door een niet medewerkend persoon gedaan, of
wel de tafel zal eene schuine richting of stand
aannemen, zoodanig dat een viertal personen het
hoog staande gedeelte niet naar beneden kunnen
drukken; weder een ander medium zet zich aan
tafel of lessenaar, en schrijft woorden, waarover
hij nooit heeft gedacht, in talen die hij niet ver
staat, en bekomt somwijlen handteekeningen van
hem onbekende personen, die door de aanwezi
gen als bekend en autentiek worden aangeno
men een vierde medium zet zich in den hoek
eener kamer, terwijl de piano in een anderen
hoek, waarin niemand zit, dapper begint te spe
len. Kortom, evenzooveel personen er medium zijn,
evenzooveel verschillende manifestatiën zal men
bekomen. Waarlijk, men behoeft niet Home te
hebben zien en hooren werken, om te zeggen,
dat wij hier met eene onbekende kracht te doen
hebben.
Zou onze geachte inzender, getuige van zulke
dingen, niet volmondig moeten verklaren, dat
daarbij eene vreemde, hem onbekende kracht
werkt? Dat die kracht intellectueel is? Dat naam-
teekeningen van personen, bij den medium onbe
kend, door deskundigen als authentiek worden
verklaard? En als dan, wanneer in eene kamer,
door hemzelven gesloten gehouden, op een daartoe
nedergelegd papier schrift wordt gevonden?
Wij zijn begonnen aan te nemen, dat de medium
een geloof- en vertrouwenswaardig persoon zij
wanneer onze steller van bovenbedoeld stuk dan
nog niet overtuigd is, dan trachte hij zelf die
manifestatiën in het leven te roepen.
Het spiritisme stelt zich ten slotte geenszins
ten taak, het geloof aan geesten of spoken weder
op te rakelen of de modernen in hunne begrip
pen te bestrijden. De spiritisten beijveren zich,
de overtuiging te doen veld winnen, dat er in
vroegeren en lateren tijd openbaringen zijn ge
schied: zij willen niet, dat men geloove, blind
geloove of op gezag van anderen, maar dat men
zie, hoore, voele, ondervinde, vergelijke en wete.
Zoodoende wordt het spiritisme eene wetenschap,
waarin men door beoefening en beraden onder
zoek vorderingen kan maken. Dit te doen, het
verkregene tot welzijn van het menschdom aan
te wenden, is het doel der spiritualisten en spi
ritisten, en juist omdat dit geschiedt uit edele
beginselen en met verhevene bedoelingen, geloof
ik niet, dat iemand zonder onbevooroordeeld onder
zoek, deze denkers en zoekers met een medelij
dend schouderophalen mag voorbijgaan. |IA
ee
Leiden, 27 Febr. 1870.
Een Medium.
-in
BUITENLAND. rie
Frnnlirijli.
Het Wetgevend Lichaam is tot den 7d,n Mas 'le
uiteengegaan. Bij de opening had niemand vei'16
wacht, althans niet zoo spoedig, dat deze zittiij®
met zulke gewichtige gevolgen voor Frankrij
zou sluiten. Het is een voldongen feit dat bt
dig
kabinet Ollivier zich onworsteld heeft aan
richting, die reeds met leede oogen de weini,'
d
liberale hervormingen van dit bewind nastaard:
Zonder zich geheel in de armen geworpen
ged
hei
ver
hebben van de linkerzijde, heeft de heer Ollivid
in de drie laatste dagen voor het kabinet e:
standpunt in het leven geroepen, dat het gehe,.
aan de slaafsche meerderheid, de aanbidders v^®11
de autocratie, die slechts op zelfbehoud uit tij;
onafhankelijk maakt. Het zal nu niet de linke: 1
maar de rechterzijde zijn die oppositie voe:.^u'
Maar ziedaar juist het groote keerpunt dat ee we
ieder, die nauwlettend de geschiedenis van L &e':
ministerie van den 2den Januari heeft gadegesj ziJB
gen, verwacht heeft en niets anders dan ontbindi: kaf
ten gevolge kan hebben. Dit is de wensch van de
meerderheid van het Fransche volk, dat door e dez
minderheid vertegenwoordigd is; het minister
zal daartoe zonder twijfel overgaan, maar zooi
het van den beginne af de zaken behandeld hee
geleidelijk en zonder schokken. De meening vi
de gansche liberale Fransche pers methetJoun
des Débats aan het hoofd, is dan ook dat, na
breuk van het kabinet met de rechterzijde, oi
binding onvermijdelijk is. En dat die breuk t-
staat blijkt overvloedig uit de vinnige en befit
aanvallen, die de organen der rechterzijde ij
gen het kabinet doen. De bekende afgevaardigi
Clément-Duvernois, hoofdredacteur van den Pa;
Francais, een van de invloedrijkste leden c
rechterzijde, heeft in bedoeld blad een arlil
geschreven, waarin hij alle feiten opzomt die reJ
van den beginne af de rechterzijde wantrouw
tegen den heer Ollivier deden opvatten, vervolg
uiteenzet hoe zijn houding bij de interpelli
van den heer Picard, die gevoelens versterkt ha
en eindigt met de zijnen een nieuwe partij
noemen, die der: „opposition constitutionelle.1'
Men zal dus niet alleen een uiterste linkt
zijde: Rochefort c. s., maar ook een uiterste rei:
terzijde hebben.
Dat de Keizer die zich zoo goed in deze twee:
Februari-omwenteling kan schikken, gezegd ze
hebben; „wij zullen slagen: alle goedgezind:
steunen ons" is een bewijs te meer van zijn gioo
staatsmanswijsheid, die hem voorschreef het out
pad te verlaten voor de rust van hem en de zijne
voor de toekomst van zijn zoon en Frankrijk
Het budget voor 1871 is in het Wetg. Liij
rondgedeeld. Het totaal der voorgestelde uitgas
voor de gezamenlijke begrootingen
1,670,256,014 franken, zijnde
meer als in 1S70.
Vrijdag veroorzaakte in de zitting van
Senaat veel opschudding een geschrift van
bekenden gewezen bankier Mirès tegen deo
nator, den procureur Chaix d'Est-Ange. Hei
schuldigde dien heer van in zijn rechterlijk a:
zonder eenigen grond, tegen den schrijver:
crimineele vervolging te hebben ingesteld,
begunstiging van een oplichterij van een som
50000 franken door zijn zoon begaan.
De zaak is ter onderzoek in handen eener e
missie gesteld.
Morgen zal op de Tuilerieën een eigenaar!
soirée worden gegeven. De Keizerlijke prins
zijne makkers Conneau, Frossard, Epinasse i
zullen daarop het tooneelstukje „La Grammi
spelen.
het
in i
bed<
50
proi
Kra
niet
D
Hoe
gebi
B
Zati
tori:
nooi
lan;
Jhr.
bedrit
19,647,866 fraokfl
tige
bijn
raël
niet
afzie
De
met
was
in w
gede
kerl
mee
toon
tene
Mei:
de 1
I 111
in c
lid
volk
In
mini
Pool
bij c
en
Grot
keer
vattt
ja, met voeten treden? Had zij zulk een licht
ontvlambaar hart? Ons is zij veeleer juist in dit
opzichtaltijd koud en ongenaakbaar voorgekomen."
Hij was blijven staan; zijn sombere blik ont
moette den mijne. En toen ik zweeg plooide zijn
gelaat zich tot een bitteren, smadelijken glim
lach en bitter en sarcastisch klonk zijne stem toen
hij antwoordde: „Koud en ongenaakbaar? Ja,
voor mijl Maar anders? Zijt gij, groote menschen-
kenner, zoo onervaren of nog zoo kinderachtig dat
gij op de standvastigheid of ongenaakbaarheid
van een vrouwenhart bouwt?"
„Zoo, dus voor u alleen was uwe vrouw koud
antwoordde ik, mijn oog met de grootste kalmte
op het zijne gevestigd houdende: „Maar, hebt gij
wel ooit moeite gedaan, om daar verandering in
te brengen Hebt gij wel ooit de genegenheid
van uwe vrouw pogen te winnen? Hebt gij ooit
hare liefde op prijs gesteld, en het haar mogelijk
gemaakt, u wederliefde schenken Hebt gij, ik
vraag het nog eens, naar de eerste en eenige
plaats in haar hart gedongen? Hoe moeilijk
het me ook valt, zoo te spreken, want het moet
hard zijn, dit te hooren nooit heb ik daarvan
ook het allerminste bewijs van opgemerkt. Gij
ziet, Fmingen," vervolgde ik, „ik betwijfel vol
strekt niet het geval, dat ge me verteld hebt, ik
spraek daar op het oogenblik niet van, ik neem
het als bewezen aan. Ik onderzoek alleen, de-
zware schuld van uw vrouw aaunemende, ook
naar uwe schuld, die de hare, zooal niet deed
ontkiemen, toch ook niet onmogelijk maakte, en
ze tot zulk een hoogte deed overslaan."
Donker en roerloos had hij mij aangezien,
terwijl ik sprak; alleen was de trek van min
achting en spot van zijn gelaat verdwenen. Toen
ik zweeg vestigde hij nog in een oogenblik van
diep nadenken, zijn somber oog op me, keerde
zich daarop plotseling om, en liep, de armen over
elkaar gekruist, met gebogen hoofd, een paar
maal de kamer op en neer. Eerst na een betrek
kelijk lange tusschenruimte zeide hij met doffe
stem, als sprak hij tot zich zeiven „Ja, voor de
door uw leedvolle liefde moet ik zeker geen
aanleg hebben. Mij heeft nooit iemand liefge
had. Dat weet ik sedert lang reeds."
„En ofschoon ge dat wist," zeide ik, mijn ge
voel met geweld onderdrukkende, het griefde
me toch tot in de ziel, hem dit met schijnbare
hardvochtigheid te hooren zeggen „waagdet
gij, deze liefde te vorderen van het meisje, dat
u volkomen vreemd was, wier hart, waarvan
het nog bewezen moest worden, dat het vrij was,
niet anders voor u kan voeden daD de dankbaar
heid, waartoe gij het gestemd hadt? Deze dank
baarheid, waarop gij u beriept.
In drie stappen stond hij voor me, met ge
balde vuisten, bevende over het geheele lichaam,
en het oog vonkelende van toorn. „Mijnheer,"
riep hij, „mijnheer, wat vermeet ge u te zeggen?"
Deze uitwerking van mijn woorden had ik
noch bedoeld, noch kunnen verwachten, en liet
plotselinge en geweldige er van bracht me ook
een oogenblik van mijn stuk. Onmiddellijk daarop
herkreeg ik evenwel mijn bedaardheid. Het was
mijn doel hem te treffen, diep in zijn gemoed,
en het moest me wel volkomen onverschillig
zijn, of dit wat vroeger of wat later gelukte, en
of de indruk meer of minder diep was. De waar
heid wilde ik hebbenEn dus zeide ik, hem
strak aanziende: „Wat schort er aan, Frisingen
Hoe kon mijn ernstig woord
„Ernstig woord!" viel hij mij met zijn spot-
achtigen lach in de rede: „Ik versta die ernstige
woorden maar al te goedBewijzen zij niet, dat
ook gij van die laagheid weet en er aan gelooft,
die men mij voorzichtigheidshalve in stilte en
achter mijn rug toegedicht en aangewreven
heeft? En nu vraag ik je, mijnheer, sedert wan
neer en van wien heb je dat gehoordvoor den
dag er mee, gij, die u mijn vriend noemdetl
spreek, of ik bega nog een ongeluk I"
Gij bedriegt u," viel ik hem in de rede„in
den toestand, waarin gij thans verkeert, maakt
gij mij niet boos, noch beleedigt ge me. Ik
meer vriendschap voor u, en bewijs ze beter,
gij u kunt voorstellen, en zoo heb ik ook
medelijden met u. En juist omdat ik met u«
begaan ben," ging ik voort, zonder me'te
kreunen om de drift, waarmee hij inij opuit
in de rede scheen te willen vallen, „juist de"
zeg ik: „Laat mij doorspreken, en hoor me
aan! Gij bedroogt u in den zin van mijn wooi
De dankbaarheid, waarop gij u beriept, ivil-
zeggen, moest, zoo steldet ge het u voor, in
overgaan, of zou deze vervangen? En gij begi
niet, en begrijpt nog niet, dat juist de dankbaar'
waar de liefde er zich niet mee paart, mis
te zeer tot een drukkenden last wordt, daar
haar niet door liefde kan bewijzen?
waartoe ons verder met zulke haarkloverijs
kwellen! Wij hebben daar geen van beiden
aan." Ik zag, dat mijn woorden de gewen.-;
uitwerking hadden. Hij werd blijkbaar kil'
„Gij hebt gelijk, ik heb er indertijd van gein
dat gij u de dankbaarheid ten nutte zoudt hei'
gemaakt laat me als het u belieft uitsprekei
maar gij dwaalt als gij meent, dat ik daaran
loof hechtte. Integendeel, hoe de zaak zich
heeft toegedragen.
Wordt verviWi
In
-jl- d.
heer
e k
ooi
D(
verd
land
steld
slotti
wen:
won
in d
beke
Bont
doen
Ht
toen