De overleden hertog De Broglie was een ge-
passionneerd hengelaar. Zelfs toen hij minister
was, kon men hem op zijn vaste plaats des mor
gens vroeg met den hengel in de hand vinden.
Maar op zekeren dag was zijn plaats reeds inge
nomen door een jong mensch, die hem de beste
visschen voor den neus weghengelde. De minister
Ikwam den volgenden dag een half uur vroeger,
de jongman was reeds op zijn post. Hoe vroeg
de hooggeplaatste hengelaar kwam, de ander was
hem steeds weer te vlug geweest. Goede raad
werd duur. Op den avond van den vierden dag,
ontving de jeugdige hengelaar eene benoeming
tot vice-consul ergens in Griekenland, met bevel
om onverwijld zich naar zijn nieuwe betrekking
te begeven.
De Cloche verhaalt het volgende: Onder de
vaste dischgenooten van een open tafel bevond
zich een blinde, die eiken middag stipt als een
uurwerk verscheen, zich nederzette en, zonder
een woord te spreken, een buitengewonen eetlust
aan den dag legde. Intusschen had hij de slechte
gewoonte altijd te klagen dat hij zijn rechtmatig
deel niet kreeg, in de vooronderstelling dat de
overige aangezetenen hem van het een en ander
„koksgast" lieten. Daar die eindelooze jammer
klachten begonnen te vervelen, zette men hem
ens een geheele schapebout voor. Hij betastte
retig het stuk vleesch met een zeker welbeha-
;en en - „speelde het heel smakelijk naar bin
nen." Men hield zich nu overtuigd, dat hij te
vreden zou zijn; doch onze moderne Lucullus
itond op, mompelend: „hoeveel zullen nu de
auderen wel gehad hebben
Tot directeur van den Belgischen Moniteur is
benoemd de heer J. Dauby, gewezen letterzetter.
De heer Simon v. A., een rijk kruidenier te V.
Itond op zijn stoep en werd door een armen jon-
;en aldus aangesprokenOch, mijnheer v. A.,
geef mij een cent als het u belieft! De kruidenier
gaf hem het verlangde, waarna de jongen den
winkel intrad en de heer v. A. volgde hem. Met op
geheven hoofde sprak hij nu den man aan, die
hem zooeven bedeeld had, legde zijn cent op
de toonbank en riep gebiedend: Simon! Een
cent drop!
Brieven uit Gouda.
Mijnheer de Redacteur!
De ouders en voogden der jongelieden, die de
hoogere burgerschool alhier bezoeken, hebben aan
den Gemeenteraad een adres ingediend waarin
zij dien Raad verzoeken, bij den Minister van
Binnenlandsche Zaken demarches te maken, op
dat de thans bestaande Rijks Hoogere Burger
school met driejarigen cursus in een met vijfjari
gen cursus worde veranderd. Tot motief geven zij
zeer terecht, dat de jongelieden na 3 jaren de
lessen te hebben bijgewoond, niet volkomen toe
gerust zijn, noch kunnen zijn; dat zij, zoo zij
hunne studiën willen vervolgen, naar andere
steden moeten gezonden worden, hetgeen zeer
kostbaar is, en door weinige ouders kan bekos
tigd worden, en dat de weinigen, wier ouders
zoo ruim met tijdelijke goederen zijn bedeeld,
dat zij deze kosten kunnen dragen, altoos op den
achtergrond blijven omdat de scholen met drie
jarigen cursus niet aansluiten met die met vijfjari
gen cursus.
Mijns erachtens had men nog meer motieven
kunnen aanvoeren. B. v. de scholen met vijfjarigen
cursus bestaan meestal in groote steden waar
het leven zeer kostbaar is. Wil men daar jonge
lieden besteden, dan worden de kosten meestal
zoo groot, dat menigeen het moet laten, die er
anders wel toe zoude overgaan. Het gebeurt
menigmalen dat mindergegoede ouders, wier
zaken het toelaten zich te vestigen waar zij
willen, gepensiouneerden, weduwen enz., zich in
eene of andere stad vestigen alleen met oogmerk
om hunne kinderen te laten leeren. Bestaat eene
school met vijfjarigen cursus in eene kleine stad
dan zullen zulke menschen er heen trekken,
maar naar grootere plaatsen geschiedt dit niet,
omdat men daar meer geld noodig heelt. Gouda
zoude bijzonder geschikt zijn, omdat woningen
en dergelijken niet te duur zijn, de belastingen
niet te hoog zijn opgevoerd en toch eene
belangrijke plaats is in het midden des lands
gelegen. De Hooge Regeering zoude door het
t estaan van het verlangde niet alleen in het
belang dezer plaats handelen, maar ook in het
belang van de bevolking der omliggende dorpen
kleine steden, en ik geloof niet dat de kosten
belangrijk behoeven vergroot te worden.
Bij de opening der thans bestaande H. B. zeide
de Inspecteur van het middelbaar onderwijs, dat
de inrichting het Rijk jaarlijks 15000 kostte,
eene aardige som dunkt mij, waarvoor nog al
wat gedaan kan worden. Deze som, geloof ik,
zou niet al te veel behoeven vergroot te worden
Om de bevolking genoegen te geven en het meer
dere schoolgeld zoude zeker een groot deel dier
"teerdere kosten dekken. Het getal leerlingen is
hans 10, tnaar wordt de verlangde verande-
hng toegestaan, dan kan men rekenen dat er
®t minder dan 100 zullen komen, èn omdat
meer menschen er hunne kinderen heen zullen
zenden èn ook omdat de jongelieden dan natuur
lijk langer moeten blijven, en 60 leerlingen be
talen 1800.
De geheele bevolking der stad ziet met ver
langen en gespannen aandacht de uitkomst dezer
pogingen te gemoet. Wie het eerst op het denk
beeld is gekomen, is onbekend, hetgeen jammer
is, want, hoe de zaak moge uitkomen, het is
iemand die zich voor de stad en voor de jeugd
verdienstelijk heeft gemaakt.
Nu ik de zaak van Hoogere Burgerscholen eens
heb aangeroerd, wil ik tegelijk mijn hart lucht
geven over zekere daarbij behoorende omstan
digheden, waarover ik al meer heb willen spre
ken. Ik zweeg echter omdat ik geene gepaste
gelegenheid had. Hetgeen ik u zal zeggen zal u
misschien verwonderen, maar het is eene onloo
chenbare daadzaak en ik mag gerust zeggen dat
het de meening is niet alleen van alle of bijna
alle ouders, die hunne kinderen op die scholen
zenden en geen groot fortuin bezitten, maar nog
daarenboven, dat die scholen zelve er veel nadeel
door hebben, en menigeen er zijne kinderen
alleen om die reden niet heen zendt: De Hoogere
Burgerscholen zijn voor den burgerman le duur. Dit
bevreemdt u, nietwaar? maar het is toch zoo.
Het onderwijs is goedkoop genoeg, maar de aan
koop van boeken maakt het zoo kostbaar dat
menigeen het er om laat, moet laten. Ik zond er
dit jaar een mijner kinderen heen, nadat ik be
rekend had in staat te zijn de benoodigde f 30
te betalen, want ik behoor volstrekt niet tot de
troetelkinderen der fortuin. Ik rekende wel op
aankoop van boeken, en had ook gezorgd daar
voor een sommetje beschikbaar te hebben, maar
toen ik het programma in handen kreeg, begon
ik te zweeten van angst; dat ging verre boven
de begrooting, ik begreep het dadelijk. Toen ech
ter de rekening van den boekverkooper kwam,
was ik waarlijk beangst: het bedrag kwam f50
zeer nabij. Ik klaagde een mijner vrienden mijn
nood, maar kreeg weinig troost. Het is nog maar
een begin, werd mij geantwoord. Zoo de jongen
in 't volgende jaar in eene hoogere klasse over
gaat, kunt gij opnieuw in den zak tasten, en zoo
hij, hetgeen niet te hopen is, blijft zitten, dan
helpt u dit weinig, want de boeken, die het
eene jaar gebruikt worden, worden in dezelfde
klasse meestal verwisseld, indien andere'boeken
in den loop van 't jaar over de verschillende
vakken zijn uitgekomen, en die komen bijna al
tijd uit, behalve eenige weinige, b. v. de Vader-
landsche geschiedenis van Lodewijk Mulder en
atlassen.
Ik geloof, Mijnheer de Redacteur, dat het van
belang zou zijn, de inspecteurs van het middel
baar onderwijs en de directeuren der scholen
daarop opmerkzaam te maken. Ik geloof dat het
eene weldaad zou zijn, indien men pogingen
deed om wat goedkoopere goede boeken te ge
bruiken, en er zijn er in menigte. Men zou ook
minder verandering in de keuze der boeken kun
nen maken, zoodat een huisvader, die verschei
dene kinderen heeft, bij overgang van den oud
sten in eene hoogere klasse, de boeken die deze
een jaar te voren gebruikte aan zijn jongeren broe
der kon afstaan, indien deze het volgende jaar
werd opgenomen. Ik geloof tevens dat men dan
ook wel eens reeds gebruikte werken voor min
dere prijzen zoude kunnen aankoopen. Door der
gelijke middelen zou men den burgerman in de
opvoeding zijner kinderen te hulp komen, en
menigeen zou zijne kinderen naar de hoogere
burgerschool zenden, die het nu niet volbrengen
kan. Men zou minder hooren zeggen: „Ik zou
gaarne mijn zoon naar de hoogere burgerschool
zenden; het schoolgeld is billijk genoeg, dat zou
wel schikken, maar de boeken maken het zoo
kostbaar dat het mij onmogelijk is." Men zou
daardoor dus kunnen bewerken dat het getal
leerlingen op die onschatbare inrichtingen aan
zienlijk vermeerderde. De V.
BUITENLAND.
KerJielyiio Staat.
De Presse heeft dd. 31 Januari het volgend
telegram ontvangen„Kardinaal Caterini heeft
aan den aartsbisschop van Munchen last gege
ven, den theologen het bijwonen der voorlezin
gen van Von Düllinger, uithoofde van ketterij, te
verbieden."
De Augsb. Allg. Ztg. deelt mede, dat de paus
zou geweigerd hebben om het adres, houdende
een protest tegen de pogingen om 's pausen on
feilbaarheid te doen vaststellen, aan te nemen.
Diiitschlaiicl.
Van verschillende zijden is dezer dagen het
bericht verspreid, dat aan al de Hanoveranen,
die deel uitmaken van het zoogenaamde Hano-
versche legioen, hetwelk, na vrijwat omzwer-
vens, zich thans in B'rankrijk ophoudt, de vrije
terugkeer naar het vaderland is toegestaan. Hierbij
heeft men het niet gelaten, maar tot verheerlij
king van de majesteit des konings en diens edel
aardige gevoelens was door de oflicieuze dagbla
den daarbij gevoegd, dat het hoofd van den staat,
genade voor recht willende doen gaan, aan alle
manschappen van bedoeld legioen uit zijne bij
zondere kas het noodige reisgeld wil verstrekken,
om naar hunne haardsteden terug te keeren,
omdat hunne tijdelijke afwezigheid ten behoeve
van den verdreven monarch George niet ten
kwade kon worden geduid.
Beter ingelichte dagbladen brengen thans eene
geheel andere mededeeling nopens deze aange
legenheid. De koning en diens genadige tusschen-
komst blijven nu ongeveer buiten de quaestic.
De min. van buitenl. zaken treedt in diens plaats,
en de zaak komt nu hierop neder, dat diegene
der manschappen, door wien aanzoek wordt ge
daan bij den Pruisischen ambassadeur te Parijs,
om naar zijne haardstede terug te keeren, bij
de vaststelling zijner straf op het inachtnemen
van verschoonende omstandigheden mag hopen!
Tot heden verneemt men niet, dat velen, inge
nomen met het hoopvol vooruitzicht dat hun te
genlacht, zich tot de genoemde autoriteit te Parijs
hebben gewend. Men beweert, dat er nog geen
enkel voorbeeld van aangewezen kan worden.
TELEGRAMMEN.
Karlsruhe, 2 Februari. De nieuwe Badensche
Spoorwegleening van 1014 millioen is met eenige
bankiershuizen, waaronder de heer Rothschild en
de heer Ladenburg te Mannheim, alsmede de
maatschappij voor disconteering te Berlijn, geslo
ten. De prijs van uitgifte is nog niet bekend.
Parijs, 2 Februari. De Maarschalk Regnault
de St. |Jean-d'Angély is overleden.
De Palrie logenstraft het gerucht, volgens het
welk de Regeering voornemens is de kaders van
de land- en zeemacht te verminderen.
Bij de discussie in de Kamer over het regle
ment van orde heeft de heer Grévy een amende
ment voorgesteld, waarbij aan de Kamer het recht
wordt toegekend, om de gewapende macht ter
harer bescherming te requireeren. Bij de ontwik
keling van het amendement verklaarde de heer
Grévy, dat hij het misbruik van het recht van
ontbinding wil voorkomen. Hij beweerde voorts
dat de nationale vertegenwoordiging, die boven
allen geplaatst is, tegen eiken aanslag beveiligd
moet zijn.
De Minister van Onderwijs antwoordde, dat
de vrijheid enkel gegrondvest kan worden door
vertrouwen tusschen alle partijen. Hij protesteerde
wijders tegen het denkbeeld van een mogelijk
conflict tusschen de verschillende Staatsmachten.
Het amendement Grévy zeide de Minister
voert ons terug naar 1818, en wij schrijven thans
1870. De vordering van den heer Grévy is in
strijd met de Constitutie. Het amendement is een
bewijs van wantrouwen tegen de regeering. Wij
willen de vrijheid met het Keizerrijk vereeuigen
maar het laatste niet tegen de vrijheid keeren.
De heer Jules Favre beweerde dat de Kamer
alleszins het recht heeft om bescherming in te
roepen. Onder het tegenwoordig régime hangt
het Wetgevend Lichaam van de genade van een
enkel man af. De spreker maakte verder eene
toespeling op 2 December, toen de Minister van
Oorlog deze zaal verliet oin de Pretoriaansche
benden tegen de Vertegenwoordiging te wapenen.
Het amendement is daarna verworpen met 217
tegen 43 stemmen.
Cairo, 1 Febr. De Khedive heeft heden het
parlement in persoon geopend. Hij wenschte zijn
volk geluk met den goeden oogst en de meer en
meer in omvang toenemende openbare werken.
De Ministers zullen steeds bereid worden gevonden
om met het parlement van gedachten te wisselen
over de publieke aangelegenheden; hij uitte de
hoop dat dit gemeenschappelijk overleg zal leiden
tot bevordering van de algemeene welvaart.
Berlijn, 2 Febr. De Prov. Corresp. meldt dat
de Noord-Duitsche Rijksdag tegen 14 dezer zal
worden bijeengeroepen en dat de zitting van den
Landdag alsdan zal worden geschorst. Het Tol-
parlement zal vermoedelijk den 20"ea April bij
eenkomen.
Of ficieele Berichten.
De VOORZITTER van den Gemeenteraad van
Leiden noudigt, krachtens art. 7, 2° alin., der wet
van 4 Julij 1850 (Staatsblad n°. 37), de inwoners de
zer gemeente uit, om, zoo zij elders in de directe
belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15den
Februarij e. k., door overlegging der aanslagbilletten
ter Secretarie dezer gemeente, te doen blijken, ten
einde zoo noodig hun regt te bewijzen om, bij de
jaarlijksche herziening der lijsten van kiesbevoegdeD,
daarop te worden geplaatst.
Leiden, 1 Februarij 1870.
PUBLICATIE.
De Burgemeester der Gemeente Katwijk brengt bij
deze ter kennis van het algemeen, dat op den 20
Januari 1870 door den Heer Inspecteur der directe belas
tingen in de provincie Zuid-Holland is executoir ver
klaard het kohier der gondbelasting op de gebouwde
en ongebouwde eigendommen, en dat hetzelve op heden
aan den Ontvauger ter invordering is ter hand ge
steld, en een ieder verplicht is zijnen aanslag op den
bij de Wet bepaalden voet te voldoen.
Aldus afgekondigd en aangeplakt te Katwijk den
1 Februari 1870.
De Burgemeester voornoemd,
BLANKEN.
LAATSTE BERICHTEN.
's-Graveniiage, 3 Febr. Z. M. heeft den heer
N. J. Sevenstern, op zijn verzoek, eervol ontsla
gen als ontv. der dir. bel. en acc. te Noorddijk
(Groningen), behoudens aanspraak op pensioen
en is het ontvangkantoor der dir. bel. en acc.,
gevestigd te Noorddijk, opgeheven en gevestigd
bij het ontvangkantoor derzelfde middelen te
Haren, onder voortdurend beheer van den tegen-
woordigen titularis, den heer H. A. Steyn Parvé.
De 1ste luitenant R. Henrij van de grena
diers alhier, is tot adjudant bij het 2de bataljon
van het reg. grenadiers en jagers benoemd.
Hoogst belangrijk voor de journalistiek en
voor de vraag, waarvan eene oplossing in rechten
wordt gevraagd, waren de pleidooien op heden,
voor den Hooge Raad gevoerd in eersten aanleg,
in de zaak van E. S. Witkamp, eischer, tegen
den staat der Nederlanden, gedaagde. Zoo er
gens mag men hier zeggen, dat het niet te doen
is om de knikkers, maar om het recht van het
spel. Immers de geheele letigieuze som bedraagt
niet meer dan f 13.50. Meer belangrijk echter is
het beginsel, waarvan in dit proces de rede is,
om der gevolgen wille, daar het de vraag geldt
naar het recht verstand van art. 12 der postwet
van 12 April 1850 Staatsblad N". 5). De eischer
vordert namelijk van den Staat 18.50 wegeDS
volgens hem te veel van hem gevorderde en door
hem onder protest betaald frankeergeld voor
drukwerk.
De advocaat voor den eischer, Mr. Dav. H. Le-
vyssohn Norman, begon als inleiding tot de toe
lichting van dien eisch met de mededeeling, dat
de zucht tot algemeene volksverlichting de aan
leiding is dat een Volksblad opgericht is, bij den
eischer te Amsterdam uitgegeven en reeds een
aantal jaren bestaande. Wieden man kent, die die
inrichting tot stand heeft gebracht, zal zijne
zucht om eene goedkooper volksuitgave te be
zorgen, en oprechtheid waarvan hij uitgaat, niet
verdenken, al moge men de godsdienstige en staat
kundige beginselen van dit blad niet deelen.
Dat blad nu verschijnt eenmaal 's maands, bij
abonnement, tegen den prijs van 65 cents per
drie maanden, nu en dan met bijvoegsels, als
wanneer de prijs van het abonnement bepaald
is op /T-50 Per kwartaal, gelijk dan aan het
hoofd van elk nummer staat te lezen, speciaal
het nummer van 2 December 11., dat hier bepaald
in aanmerking komt. De redactie van dat blad
was er steeds op uit om een bijzonder goedkoope
volksliteratuur te leveren, en heeft aan hare
abonné's dan ook beloofd, dat bij afschaffing der
zegelwet zij meer zouden ontvangen dan tot nog
toe. Die belofte heeft zij trouw opgevolgd. De
zegelkosten voor drukwerken afgeschaft zijnde,
kon men meer papier, meer drukwerken leveren
voor denzelfden prijs.
En nu heeft de eischer op Donderdag 2 Dec.
des vorigen jaars van Amsterdam franco per post
verzonden 450 exemplaren van het Volksblad met
de tot het abonnement behoorende bijvoegsels,
welke daarenboven als zoodanig kenbaar waren,
zoowel door de vermelding bovenaan in het
Volksblad zelf als door de gedrukte aanwijzing
op de bijvoegsels. Door of vanwege de directie
van de Koninklijke posterij te Amsterdam is echter
goedgevonden voor elk nummer niet 1 cent, maar
4 cents port of frankeergeld te vorderen, dat is
13.50. Ter vermijding van vertraging is die som
door den eischer betaald, maar hij heeft daags
daaraan den directeur doen aanzeggen, dat hij
die 4 cents voor ieder exemplaar inet zijne bij
voegsels betaald heeft en in het vervolg betalen
zal, maar niet dan onder protest van voor ieder
n°. 3 cents te veel betaald te hebben. Over de
vraag, wat onder bijvoegsels is te verstaan, be
weert de pleiter, dat nergens in de wet eene
omschrijving voorkomt van dat woord, en dat
het oordeel daaromtrent niet toekomt aan de admi
nistratie, maar aan den uitgever of redacteur zelf.
Ook zelfs uit de omstandigheid, dat, toen de zegel
wet nog in volle vigueur was, er nooit op dat
begrip gecapteerd was, leidt hij af, dat men er
nu op uit is eene gewrongen uitlegging aan de
wet te geven, ten einde het meeste voordeel voor
da schatkist te verkrijgen.
Bij gemis van alle omschrijving, meende hij, dat
elke uitgever bevoegd is bij elke uitgaaf alles te
voegen als bijvoegsel, wat hij als zoodanig wil
beschouwen, mits het onder éen abonnement
begrepen zij. Dat men dan ook vroeger minder
bijvoegsels gaf, was om het zegel. Maar hij moest
er tegen opkomen, dat, terwijl men vroeger voor
vijf bijvoegsels moest betalen 5 cent, het gouver
nement nu de verloren vijf zegelcenten wil me-
tamorphoseeren in vijf portcenten.
De heer Mr. G. M. Van der Linden heeft als
lands-advocaat de vordering bestreden.
Delft, 3 Febr. De sergeanten J. P. Veldhoven
en \V. J. J. C. De Rechteren van Hemert, van
het 1ste reg. vesting-artillerie alhier, zullen deel
neuien aan het in de maand Maart a. s. te
's-Gravenhage te houden examen voor 2den luite
nant-kwartiermeester.