N°. 3059. A0. 1870. 31 Januari. smr 1869. Feuilleton van liet „Leidsch 6 Dagblad". DAGBLAD. 1 Rb:"" bijt!'! PRIJS DEZER COURANT. im> Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers artsk1 3.00. 3.85. 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. EUR PRIJS DER ADVEBTBNTIEN. Voor ioderen regel.J 0.15. Grootere letter naar de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 39 Januari. Kerk, wij vernemen dat voor eenige dagen het fa milie-graf, waarin Nederlands hoofddichter Joost LDEVan den Vondel te Amsterdam werd bijgezet, 4 urds geopend geworden, om te zien of er misschien nog overblijfselen van het lichaam desgevierden lom dichters, ook na de schoonmaking tusschen de /ran jaren 1693—1698, waren overgebleven. De bevin ding moet alle hoop overtroffen hebben, daar en "nog den schedel, het onderste kakebeen met al de tanden, op éen na, en de twee groote gebeenten der beenen gevonden heeft. Eerstdaags 0tb fiaogen wij een officieel verslag dezer bevinding -tegemoet zien. (De Tijd). De Arrondissements-Rechtbank te Almelo heeft -den heer 's Jacob, directeur-generaal der Staats- spoorwegen, bij vonnis van gisteren vrijgesproken _ter zpke van het feit van het te iaat aankomen der treinen. - Ofschoon de feiten als bewezen aannemende, "nam. de rechtbank aan dat de schuld van den _heer 's Jacob aan dat te laat aankomen niet bleek, -dat die schuld niet voortvloeide uit zijn qualiteit van directeur-generaal der Exploitatie-maatschap pij, dat hij in persoon niet met het drijven of besturen van de treinen belast is, noch ook iets -gedaan heeft, waardoor de treinen te laat zijn "aangekomen. Volgens achterstaande advertentie zal de Ver- eeniging Harmonie Woensdag a. s. weder eene - voorstelling geven. De goede opkomst van het publiek bij vroegere uitvoeringen, doet ons ver- tvachten dat die nu niet minder zal zijn bij de ipvoering van een episode uit onze eigen histo- - 'ie, en van een nastukje dat zeer geschikt s om den lachlust op te wekkenterwijl boven- lien een Vereeniging, die niet alleen tracht hare - tadgenooteu genoegen te verschaffen, maar ook len nood van ongelukkigen te lenigen, voorzeker ,vel ondersteuning verdient. Donderdag-namiddag is eene aan de Cellebroers- - gracht alhier wonende 83-jarige vrouw, in hare woning van de trappen gevallen, waardoor zij haren arm gebroken en zeer ernstige kneuzingen - aan het hoofd heeft bekomen. Er moet voor haar niet veel hoop op beterschap bestaan. Dat onge val wordt toegeschreven aan duizeligheid in het - hoofd, waaraan zij lijdende is. Hedennacht ongeveer te halftwaalf werd de 1 persoon van P. J. L. op de St.-Pieterskerkgracht plotseling door eene bloedspuwing overvallen niettegenstaande de heeren dokters Aalbersbergen en Andreson bereidwillig hunne hulp verleenden, - is het hun niet mogen gelukken den ongelukkige - in het leven te behouden. Het lijk is onder ge leide der politie naar zijne woning in de Raarn- - straat overgebracht. Naar men verneemt was de - overledene een zeer oppassend persoon, en moet hij eenige weken geleden, na eene zeer korte eehtvereeniging, zijne vrouw hebben verloren. Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis alhier opgenomen van 198 tot 219 vol wassen personen en van 97 tot 122 kinderen. Opgaven betreffende de sterfte in eenige groote gemeenten, over de maand December 1869. 3 S iS j>£Ë i-:a?§ïagS-5 3g 1-1 O c IJ O-TJ E O - a a era O - tt U to M U O CO M -i OBIOUiCiO-1 Oi-H" OOOOtOOOeOOOCD-3~a OK^tSièM-KOl-OOOl CO OO Qa tfte OO 00 to CO CO te- I— CO te- -O te-tOCOCCB-JO^®«aO-l tptno-Mto»j»ta® ta te- CO te- te- te- C3 O»CO-0te- ^OiO>ÖtOOIte.CO K3 COC CS OM O CO -«OCOrftetfteCOOXOOiC- - CO CO I tf- t— co co I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I II I II 1 1 te CO bO I te- I CO co te- ui c I ,1 I I I »l ,1 I -I I «tel I - CO CO co -3 I CO .1 tel DtOCCMtf-CC^tetoc Ote-OCOtfte.Clt.llO co 1—1 I te- O 00 1 UI c co te-- I I M I 'I I I I i ei.tfte ►-> I te- if. I O '■csS" 1 1 ft «x 1 O cl I I I CO CO CO te- 'I I .1 I P- g- fL .O -3 te- co™ CO 5 w CO o a- Men verwacht eerstdaags bij het ministerie van oorlog eene wijziging in het personeel. De secre taris-generaal wordt gepensioneerd; als diens opvolgers wordt genoemd de majoor van Willis, van het regiment grenadiers en jagers, vroeger werkzaam gedurende verscheidene jaren aan ge noemd ministerie. Werkelijke bevolking op 1 Januari 1869. Geboren, (met levenloos aangegevenen.) Overleden, (met levenloos aangegevenen.) Levenloos aangegevenen. Beneden 1 jaar. (zonder levenl. aangeg.) 15 jaren. jaren. 2060 jaren. 60 j. en daarboven. Typhas en febris typboïdea. Pokken. Roodvonk. Mazelen. Croup Keelziekte (angina diphtherina). Kinkhoest. Diarrhoe en cholerine. Levenszwakte en uitte ring, beneden 14 jaren, Tering, 14 65 jaren. Marasmus senilis, boven 65 jaren. Acute ziekten der adera- balingswerktuigen. Chronische ziekten der adembalmgswerktnigen. Ziekten van het kraambed. Ongelukken. Onbekende oorzaken. Zonder geneeskundige behandeling. Tot benoeming van acht surnumerairs der re- gistratie en domeinen, zal op den 27«" April aanstaande en volgende dagen te Utrecht, ten overstaan van de daartoe benoemde commissie, het bij art. 2 van het Koninklijk Besluit van 7 Juni 1856, N°. 80 (Bijv. Staatsblad 1856, N°. 125), daarvoor bepaalde vergelijkend examen plaats heb ben. Dit examen wordt in het openhaar ge houden. De commissie tot het afnemen van het voor melde examen is samengesteld uit de navolgende heeren: Voorzitter: W. Lee, directeur der regis tratie en domeinen voor de prov. Zuid-Holland; lid en secretaris: Mr. G. H. Van Bolhuis, advo caat te Utrecht; leden: S. J. Van Slooten, in specteur der registratie en domeinen te Assen; Mr. B. H. Upmeijer, inspecteur der registratie en domeinen te Amsterdam, en W. J. Berdenis Van Berlekom, ontvanger der registratie en domeinen te Brielle. O O P* co a. Te Arnhem wa» de iterfte by zonder groot, vooral door eene uitgebreide epidemie van mazelen. Overgedrukt uit het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde. Jaargang 1870.) Uit Alphen wordt gemeld, dat eergisteren twee kinderen, een van 9 en een van 7 jaar oud, van den watermolenaar T. Mol te Korteraar, die naar de school gaande zich op het ijs hebben begeven, er zijn doorgezakt en verdronken. Z. M. heeft aan den heer J. F. G. Meyer den titel verleend van directeur van het Koninklijk Penningkabinet te 's-Gravenhage. Amsterdam, 28 Januari. Alhier is opgericht een mootccnappij voor gemeencecreaiet, met een kapi taal van éen millioen, dat achtereenvolgens wordt verhoogd tot vier millioen. Zij zal leenen aan gemeenten, provinciën en waterschappen, uitslui tend in Nederland gelegen, waarvoor zij ten haren laste obligatiën uitgeeft. Hare obligatiën zullen een Courant-beursfonds worden en daar door de tot dusver in Courantenobligatiën der gemeenten gemakkelijker verhandeld worden. Het beheer is opgedragen aan de heeren C. Bec ker, J. Fock, A. C. Wertheim en F. A. Muller. Nadere bijzonderheden omtrent deze maatschappij deelen wij later mede. Utrecht, 28 Jan. Hedennacht, ongeveer kwar tier over éenen, ontstond er brand in het perceel aan den Amsterdamschen straatweg, bewoond door drie gezinnen. Bij het ontwaken der bewo ners was de brand reeds zoodanig toegenomen, dat aan geen redding te denken was, en hebben 1 zich de bewoDers ternauwernood met achterla ting van alles gered. De bewoners van de boven- achterkamer redden zich, door uit het raam op een plat te springen, waarvan zij op het land raakten; de vrouw van den benedenbewoner, wiens kinderen boven sliepen, liep daarheen en is met de kinderen door het dakraam in het huis van den buurman terecht gekomen. Later bleek het, dat een bejaarde weduwe, welke de boven-voorkamer bewoonde, jammerlijk is ver brand, daar het volstrekt onmogelijk was, haar kamer te hereiken en men meende, dat zij zich reeds van de kamer verwijderd had. Het perceel is totaal uitgebrand, doch de belendingen mochten door den ijver der brandweer behouden blijven, hoewel zij ook veel schade bekwamen. 5 spuiten zijn in werking geweest, en tot in den vroegen morgen moest er worden gewerkt, om de over blijfselen te blusschen. Goes, 27 Jan. Heden heeft zich in deze gemeente eene plaatselijke commissie geconstitueerd voor de „Internationale tentoonstelling voorden werk man, te openen te Londen 7 Juli 1870," tevens voor een „Nationalen wedstrijd tusschen werk lieden in de verschillende vakken van Nijverheid en Kunst, met tentoonstelling van ingezonden voorwerpen, te houden te 's-Gravenhage in 1871." De commissie bestaat uit de heereu A. Kake- beeke, voorzitter; J. Soutendam, en H. G. Hart man Jz., secretaris. ■Reclitspraals. Wij hebben onze mededeelingen omtrent de voor deze rechtbank behandelde zaken eenigeu tijd gestaakt. De rechtbank toch verkeerde en verkeert nog in periode der hondsdagen, want iederen Vrijdag zit een groot getal onzer mede burgers op de bank der beklaagden wegens ont duiking der plaatselijke belasting op de honden Onze lezers zullen het ons wel niet ten kwade duiden, dat wij hen daar maar buiten hebben gehouden, ofschoon het misschien goed is er op te wijzen dat, nu eenmaal die belasting bestaat, ter verzekering van de belangen der ge- UIVVU tuUu den toegezien en ieder zich dus wachte voor scha. Gisterenmorgen echter waren er nog twee processen van grooter beteekenis aan de orde, zelfs betrof een dezer beide een crimineel feit, dat dus voor het provinciaal gerechtshof had mue ten behandeld zijn, wanneer niet de jeugdige leeftijd van den beklaagde correctioneele straf en correctioneele behandeling had geëischt. Een knaapje van 14 jaar stond terecht, omdat het teu nadeele van zijn baas eenige loodeu knopjes uit den winkel en uit een bureau een bankbiljet van f 60, daarenboven uit een latafel in de woning van een der klanten zijns meesters een vrouwen zak had ontvreemd; deze laatste diefstal was ge schied met braak, want bij het opentrekken der latafel was een houten pin met welke de lade gesloten gehouden werd, gebroken. Het knaapje erkende alles en schreide bitter, telkens opnieuw uitbarstende in tranen wanneer de voordracht van den officier van justitie, de vuorleziug van een proces-verbaal, de verklaring van een getuige of zijne ondervraging door den president, lieui de verschillende omstandigheden van het gebeurde te binnen bracht. Zoo dikwijls wij echter een droevigen blik op hem wierpen trof ons oog ook BEN VERHAAL Belette riMf Üu T" EEN ONGELUKSVOGEL. VAN 66; EDMUND HOEFER. J»" ,1 {Vervolg.) 0 „Het zwakke overschot van het regiment was door narukkende versche troepen, in het gevecht li afgelost en naar een der punten van de verster- 'i BoS kingen teruggetrokken, waar op dat tijdstip den vijand nog een felle tegenstand werd geboden. Daar vond men, terwijl het rumoer en de slach ting rondom gestadig toenamen en naderden, te IS- nog den noodigen tijd, om de gelederen te herstellen, zich van nieuwe ammunitie te voor- Raadb zien, en een oogenblik ruimer adem te halen. )ir. B Wat de uitslag van het gevecht zou zijn was IyP01 niet twijfelachtig meer, hoe dapper de Russen ook streden, en de weinige nog in leven zijnde officieren beraadslaagden of men de kleine moe dige schaar nog kon en niet moest doen retiree- ren, om haar voor een lateren, misschien meer gelukkigen strijd te sparen. „Wenzel nam geen deel aan die overleggingen. Hij stond bij een bres, en sloeg koelbloedig het steeds nader en nader komende gevecht gade. Op eenmaal zagen de omstanders hoe hij het hoofd in den nek wierp, een glimlach zijn ernstig gelaat verhelderde, en duidelijk hoorden zij hem uitroepen: „Ha! daar zijt ge! daar zijt ge! Ja ik ben gereedDen naam, dien hij aan deze woorden toevoegde, verstond de schrijver niet, of was hij vergeten. Daarop knikte hij, als om iemand, die zich verwijderde, te groeten, sprong op den vaandeldrager toe, ontrukte hem het vaandel, plantte dit met krachtige vuist in den grond, en riep: „In 't geweer, de storm nadert! Niet wijken, hier leven en hier steTven wij!" Toen gaf hij snel zijn bevelen, nam zijn vriend, den berichtgever, even ter zijde, overhandigde hem de papieren en kleine gedachtenissen, be lastte hem met zijn laatsten groet aan mij, en met de boodschap, dat ook hij eenmaal zijn woord gestand zou doen. „Vqf minuten later werd dat punt aangegrepen, in weerwil van de hardnekkigste verdediging genomen, en de heldhaftige schaar bijkans tot den laatsten man neergesabeld. Wenzel viel bij de eerste ontmoeting, door den revolverkogel van een Fransch officier aan het hoofd getroffen, en was reeds niet meer, toen zijn vriend zich on middellijk daarop over hem heen boog. „De schrijver meldde ons dit alles, zonder er zelf veel van te begrijpen. Voor mij was er niets duisters in, zelfs de niet opgevangen naam was mij bekend. Dit is het nu, wat ik u te ver tellen had," besloot de schoone vrouw, ons met een droomerigen blik aanstarende. „Wat gijlie den et van denkt, weet ik niet; mijn oordeel staat vast." „Dat is juist het beste bewijs, dat die onzin- nigen ook uw kinderhoofd op hol gebracht en voor immer bedorven hebben I" zeide Frisingen met kwetsende scherpte. „Een verstandig mensch kan daar toch niets anders in zien dan de uitspat tingen eener overprikkelde verbeelding, waarin zich reeds sporen van waanzin vertoonen, en waarover men met verachting, of, zoo gij wilt, met medelijden de schouders ophaalt." Haar blik ontmoette den zijnen, met een uit drukking, zoo vreemd en zoo ijskoud, dat mij on willekeurig een huivering door de leden voer. Zij sprak evenwel geen woord, en om van zijn kant alle verdere uitbarstingen te voorkomen, nam ik snel liet woord, zeggende: „Hierin gaat gij toch wat te ver, mijnheer Von Frisingen. Gij zult, hiervau ben ik zeker, nog heldere hoofden genoeg vinden, die een zachter oordeel vellen j Het helpt niet, of wij het willen loochenen, er zijn dingen, die wij met het verstand alleen met kunnen verklaren." „Gelooft ook gij dan aan dien onzin?" riep Frisingen met een spottenden lach. „Zacht wat, zacht wat," antwoordde ik bedaard „ik zeide, dat het verstand soms alleen niet toe reikend is; willen we niet onbillijk zijn, dan hebben we in zulke gevalleu meer noodig, dan wat het verstand ons kan verschaffen. Voor alle dingen moeten we niet uit het oog verhezen, dat niet alle menschen van éenesoortzijn.ja, da zelfs menschen van dezelfde soort niet eens altijd volkomen gelijk zijn, en dat niets ter wereld ons het recht geeft, over iemand die anders be staat en denkt dan wij, zoo maar ruw-weg den staf te breken. Als meD billijk wil zijn, zoekt men in zulke gevallen naar eeD vereemgmgs- punt, en mij dunkt, dat dit ook hier voor ons te vinden is, zonder dat gij en ik de werkelijke, lichamelijke verschijning behoeven toe te geven." En nu voerde ik verder aan, hoe reeds het be paalde tijdstip, de slervensure, niet slechts een verklaring aan de hand geeft, maar ook een mil der, voorzichtiger oordeel eischt. Wat in dat ge heimzinnig, plechtig oogenblik in den mensch omgaat, kunnen wij onmogelijk bepalen; dit is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1