Cfr - lieg van de veranderde wijze van plaats nemen, ao dat" het eene zeer wenschelijke zaak is dat "bovengenoemd stuk nogmaals hier worde opge- 1,1 In de hoop van een bereidwillig oor bij de et3ommissie te zullen vinden, noem ik mij ee: Uw dw. Dienaar poerd tea, J 5Chit_ ai J t. C olgdl P. BUITENLAND. 3>ni t wc li la iirl. etze Men schrijft uit Berlijn, dat met de Neder- ezej andsche regeering onderhandelingen zijn aange- ,D|jcinoopt over de bedeeling van behoeftigen. De ,tail ;enoemde regeering wil behoeftige in Nederland „e. ;eboren weduwen van, Pruisische) onderdanen jue die derhalve door haar huwelijk mede als zoo- lanig worden aangemerkt), met hare kinderen ivernemen, mits de Pruisische regeering dit we- lerkeerig doet met in Pruisen geboren weduwen van Nederlanders. Het gouvernement te Berlijn oeeft ten dien opzichte bij de districts-besturen ^00 om advies gevraagd. De) Westfaalsche en Rijn- Pruisische besturen hebben ook aan de plaatse- olijke autoriteiten opgedragen ten deze bij de indit st, ii hier jdea landraden rapport uit te brengen. In de Maandag gehouden zitting van het Huis ell,ler Afgevaardigden is discussie gevoerd over het wj;fan de Regeering uitgaande wetsvoorstel om in 3[u|.!8 steden met 1°. Juli a. s. de belasting op het jjerj»emaal en op het geslacht af te schaffen en er mc].jene in klassen verdeelde belasting op het inko- zo^onen in te voeren. De minister van Financiën jec aeeft den maatregel een eersten, gewichtigen stap kaa 3P ^e" weo <ler belasting-hervorming genoemd. 1(je[1Het wetsvoorstel is met eene groote meerderheid n j van stemmen aangenomen. Oosteurijksch-Hong;. Monar chie. e Omtrent de ministerieele crisis zegt de Wiener ap Preste van den 23""" dezer„De crisis duurt langer jsi dan men na de aftreding der minderheid en na k de openbaarmaking der beide memorien verwach- [ie(.ten kon. Het is niet te denken dat de ministers .onjniet volkomen vrij zouden zijn in de keus hunner ei.eiambtgenooten, en er schiet dus niet anders over 'dan te onderstellen dat het programma der vijf aangebleven ministers geenszins zoo vast staat als „bn Óms men ons wil doen gelooven; dat de meerderheid zelve of althans een deel er van het geloof t daaraan verloren heeft; en dat ten gevolge van I ie kracht waarmede de nationale oppositie zich Dij de discussie over het adres doet gelden, menig ifgsvaardigde die voor het ontwerp stemt toch ust noch moed heeft om zich als minister met metnl le uitvoering van het memorandum der meer- ierheid te belasten. Een der afgetreden ministers ïeeft openlijk gezegd, dat tusschen de meerder- ^neid zelfs ten aanzien der hervorming van het kiesstelsel geene eenstemmigheid tot stand ge bracht had kunnen worden; en in de daad sluit in(hhet lange dralen, het weifelende rondtasten bij j'het aanbieden van portefeuilles iedere andere 311 "verklaring uit, dan dat de fractie Herbst-Giskra, '3" ten aanzien der gewichtige vraagstukken die zic!dringend oplossing vereischen, na de aftreding 'n -van hare drie ambtgenooten liet onderling even 1 weinig eens is, als vóór de openbaarmaking der (memorien en de aanneming der drie verzoeken lüc-om ontslag." Engeland. De Times deelt omtrent het oproer onder de mijnwerkers van de firma Newton, Chambers en Compagnie, te Thorncliffe bij Sheffield, eenige nadere bijzonderheden mede, die in hoofdzaken het volgende behelzen n nz t „legen zeven uren in den morgen van 21 dezer J" zijn de woningen der werklieden, die niet tot r den bond der oproerlingen behoorden, door p.m. 1000 dezer laatste aangevallen. Na de ruiten 'en ook het houtwerk verbrijzeld te hebben, heb ben zij die huizen in brand gestoken. De politie echter, die reeds sedert eenigen tijd oproerighe- den voorzien had, was op hare hoede. Een con- stable, die zich te Tankersley-Park ophield, had namelijk bemerkt dat de mijnwerkers aldaar bij eenkomsten hielden en terstond daarvan kennis i lui, dsi gegeven. „De politie, bestaande uit acht man, begaf ll|rzich naar de mijnen, waar zij een groot aantal muitelingen vonden, voorzien van pistolen en irti?, sch: I.J >01", OM andere wapenen, terwijl velen hun gelaat zwart gemaakt hadden of een masker droegen. „Zij werden met steenworpen ontvangen en tiende, dat reeds twee hunner gewond waren, Dordeelde men beter zich terug te trekken naar la iVestwood, een station van den Zuider-Tork- '"ihire-baan. Dit was evenwel door eenige hon- °°r~lerden werklieden bezet. Versterkt door de twee 1 apporteurs van dit bericht, deden zij een aanval, 'tl net het gelukkig gevolg, dat de troep oproerlin- ;en naar het naburige bosch de vlucht nam. d „Gedurende deze kleine ontmoetingen had een 1,1 .nder deel der muiters een dertigtal huizen, 'sf veneens aan de niet-unionisten behoorende, om- fs 1® 1 ingeld. Gelukkig hadden deze laatsten in de 'a= aast zich gebarrikadeerd door middel van eenige 'fi "aeubelen, en konden alzoo zoolang weerstand nI'[1ieden tot een opperindentant hen met 10 man mt,i hulp kwam. Bij die nadering staakten de nionisten, die reeds drie huizen in brand had den gestoken, hunne verwoesting en keerden zich tot de helpers. 400 van hen wierpen zich op die 10 man, maar deze hadden hunne korte sabels getrokken en een samentreffen had het gevolg, dat de woestelingen werden uit elkander gejaagd. Zij verzamelden zich wel weder tot een nieuwen aanval, maar het gelukte aan de politie andermaal hen naar alle richtingen te verstrooien. „Hunne opperhoofden zijn reeds bekend, en een is er gevangengenomen. Nieuwe arrestatiën hebben plaats gehad en 1.1. Maandag zijn de schuldigen voor het gerecht gedaagd. „Bovengenoemde firma heeft provisie en hulp aan de niet-unionisten gezonden, die over het algemeen zeer veel te lijden hebben gehad. Ter stond zijn timmerlieden aan het werk gegaan om de verwoestingen te herstellen, terwijl pa trouilles den omtrek bewaken, en men alles in het werk stelt om elke overrompeling te ver ijdelen." Volgens den Spectator is de aanleidende oor zaak gelegen in het besluit der firma, dat geen der unionisten in de mijnen mocht werken om dat zij te veel loon verlangden. Het was echter wel geoorloofd aan die werklieden, die zich als niet-unionisten verklaarden. Deze laatsten nu hadden terstond veel te verduren van de zijde der grèvemakers, en eindelijk is het tot boven gemelde ongeregeldheden gekomen. Frankrijk. De Senaat heeft eenige petitiën ontvangen, houdende aanbeveling van zekere veranderingen in het Fransche muntwezen als middel om tot eene algemeene of internationale munt te geraken. De heer Michel Chevalier heeft verslag daarover uitgebracht en daarbij het geheele vraagstuk der algemeene munteenheid behandeld. Die staathuis houdkundige betoogde dat de algemeene munteen heid wenschelijk is; dat men daartoe in de toekomst denkelijk wel zal geraken; maar dat er vooraf vele ingewikkelde vragen op te lossen, vele moei lijkheden te overwinnen zijn; en dat alsdan nog de beoogde vruchten zouden worden gemist, tenzij de munteenheid gepaard ging met eenheid van maten en gewichten. Het was dan ook zijns inziens een wijze stap van het Fransche gouver nement, den Hoogen Raad voor handelszaken met een grondig onderzoek van dat gansche vraag stuk te belasten, gelijk onlangs bij een besluit des Keizers is geschied. Hoewel eenige beden kingen hebbende tegen hetgeen in de bedoelde petitiën voorgeslagen was, deed hij namens de commissie het voorstel om ze aan het gouverne ment ter kennisneming en overweging te ver zenden. Dit voorstel is in de zitting des Senaats aangenomen. Twee zaken houden de aandacht bezig in godsdienstige kringen; het vlugschrift van den abt Gratry, en een boek van den abt Théodore Loyson, professor aan de Sorbonne en broeder van den beroemden pater Hyacinthe. Men weet, zegt de Parijsche correspondent van de Independence, dat „Ie procédé le plus vulgaire van de ultramontanen in Frankrijk, bestaat in te verklaren: „deze opmerking onzer wederpartij is reeds zoo honderdmalen wederlegd dat het niet de moeite waard is het nog eens te doen." Dus heeft de bisschop van Mechelen den bis schop van Orleans bestreden, door eenvoudig te zeggenJ'ai tous textes les sous les yeux mais je vous en fais grdce." Zoo, zegt père Gratry, hebt gij den tekst onder de oogen, laat ons dat eens nagaan, en hij toont uit den tekst aan, dat paus Honorius in den ban werd gedaan door de kerkvergadering, omdat hij kettersche gevoelens had, dat het zevende en achtste concilie dit anathema bevestigd hebben, en dat gedurende meer dan 400 jaren, de pausen op den dag hunner verkiezing de volgende ver klaring moesten afleggen: „Wij belijden de leerstellingen van de vaders van het zesde concilie, die door een eeuwig ana thema Sergius en Pyrrhus troffen en Honorius, die hen tot hunne schuldige verklaringen aan zette." Doch op dit oogenblik vindt men den naam van paus Honorius niet meer vermeld in de breviaria. L'ancien brèviaire est falsifié," zegt pater Gratry, uJamais il n'y eut en hisloire une plus audacieuse fourberie, une plus insolente suppression des fails les plus considerables." Het boek van den abt Loyson draagt tot titel: L'Assemblée du clergé de 1682. Hij bewijst er uit, dat het beweren der ultramontaansche dag bladen onwaar is, dat Bossuet en zijne medebis schoppen, uit slaafsche gehoorzaamheid aan Lo- dewijk XIV, de onfeilbaarheid des Pausen ontkend hebben. De geleerde professor van de Sorbonne bewijst dat er evenmin quaestie was in de 17de eeuw, als in de vorige eeuwen om den paus onfeilbaar te verklaren, en dat de toorn van Rome tegen het Gallicanisme alleen daaraan toe te schrijven is, dat Bossuet en de andere bisschoppen de ko ninklijke macht onafhankelijk van den paus ver klaarden. België. De procureur-generaal te Brussel heeft eergis- ren aan de Kamer van Afgevaardigden autorisatie gevraagd om den Antwerpschen afgevaardigde Coremans te vervolgen. Hem wordt ten laste gelegd van het huurcontract met den eigenaar zijner woning te Antwerpen te hebben geandi- dateerd om daardoor zijne inschrijving op de kiezerslijst te verkrijgen. De kamer heeft bevo len dat de afgifte der stukken in deze zaak aan den procureur-generaal zal worden gevraagd, welke stukken vervolgens naar de afdeelingen zullen worden verzonden. De heer Coremans zelf heeft bij de kamer op een spoedige beslissing aangedrongen om de verjaring der strafvervolging te voorkomen. TELEGRAMMEN. Pary*, 26 Januari. In het Wetgevend Lichaam heeft de heer Esquiros de Regeering geïnterpel leerd omtrent het zenden van troepen naar Creuzot, waarvan een herhaling van de bloedige tafereelen te Ricamarie en Aubin het gevolg had kunnen zijn; hij drong er op aan, dat men van het ge vaarlijk stelsel van gewapende interventie zou afzien. Hierop antwoordde de heer Chevandier, dat hij een troepenmacht had doen uitrukken tot handhaving van de orde, en tot bescherming van eigendom en vrijheid van arbeidtelkens wanneer zich dergelijke incidenten voordeden, zou hij evenzoo handelen. De heer Gambetta keurde mede in krachtige bewoordingen de tus- schenkomst van de openbare macht in soortge lijke gevallen af. Nogmaals verzekerde de Mi nister, dat zijn eenig doel was geweest, de vrijheid van den arbeid in bescherming te nemen. Ech ter hield de heer Gambetta vol, dat de regee ring door zulke maatregelen een pressie uitoe fende, geheel ten gunste van éene der beide ge- schilvoerende partijen. De heer Ollivier zeide dat de regeering eiken keer dat er gebeurtenissen plaats grijpen, waar door de vrees ontstaat dat de orde zal worden verstoord, voorzorgsmaatregelen zal nemen, ten einde wanordelijkheden te voorkomen. Wordt de orde verstoord dan zal de regeering de beweging onderdrukken. Te Creuzot hebben eenige werk lieden, die den arbeid hebben gestaakt, pressie uitgeoefend op hen die de werkzaamheden wil den hervatten. Indien de regeering niet tusschen beiden ware getreden, dan zouden er klachten van de oppositiebanken zijn opgegaan. De mili taire macht is naar Creuzot gezonden om eene botsing te voorkomen, maar geenszins om tot eene botsing aanleiding te geven. De soldaten hebben geen gebruik van hunne wapenen ge maakt. Zij waren er tegenwoordig; dat was vol doende. Zij moesten er zijn om ieder te bescher men die in zijne vrijheid bedreigd werd. De Regeering heeft de arbeidende klasse het bewijs willen geven dat het gouvernement besloten heeft om niet lijdelijk toe te zien dat een heethoofdige minderheid haar wil wenscht op te dringen aan de meerderheid der werklieden. Toejuichingen Na den Minister voerden nog de heeren Jou- bert en Gambetta het woord. Er is een ontwerp van wet ingediend tot het instellen eener jury om uitspraak te doen over drukpersdelicten. De discussie is geopend over het ontwerp van wet tot het verleenen van een krediet aan de stad Parijs. De heeren Perry, Chevandier, Garnier Pagès, Glais Bizoin en Jules Favre hebben er op aangedrongen, dat het noodzakelijk was on middellijk een einde te maken aan de verwar ring, die er in het financiewezen der stad Pa rijs heerscht. Het Wetgevend Lichaam kent den toestand nog niet, niettegenstaande reeds een jaar geleden werd beloofd dat alle inlichtingen zouden worden verstrekt. Een der sprekers verzocht dat die mededeelingen thans vóór 15 Februari zul len worden gedaan. De heer Glais Bizoin stelde voor om lit millioen minder toe te staan dan gevraagd werd. Het amendement werd verwor pen. Het ontwerp werd eenparig (met 243 stem men) goedgekeurd. Bij de beraadslaging over de handelstractateu heeft de heer Kolb Bernard eene rede uitgespro ken, waarbij hij getracht heeft aan te toonen dat al het kwaad in den handel door de han delstractateu is ontstaan, zoodat deze behooren te worden afgeschaft. De heer Eschasserieux be toogde daarentegen dat de tractaten uitmuntend werkten en gehandhaafd behoorden te worden. Morgen voortzetting. De heer Mirès is tot zes maanden gevan genisstraf veroordeeld. Het gerucht, volgens hetwelk eenige mi nisters hun ontslag zouden nemen, wordt tegen gesproken. Men verzekert dat Rochefort niet in hooger beroep zal komen van het vonnis der rechtbank, waarbij hij tot zes maanden gevangenisstraf en 3000 fr. boete werd veroordeeld. De troepen zullen Creuzot verlaten. Slechts een half bataljon zal er tot den 2d'° Februari blijven. De hertog de Broglie is gisterennacht over leden. De bisschop van Orleans heeft een brief open baar gemaakt, waarin hij bevestigt, dat de Ro- meinsche autoriteit de toestemming weigert om zijn antwoord op den brief van Mgr. Dechamps openbaar te maken. De heer Rangabé is heden naar Athene vertrokken. Rome, 25 Januari. De bisschop van Nimes is gevaarlijk ziek. De paus heeft hem gisterenavond een bezoek gebracht dat een half uur duurde. Londen, 26 Januari. Het prospectus eener nieuwe Russische leening groot £112,000,000 is verschenen. De leening wordt aangegaan met het doel om spoorwegen aan te leggen. De prijs van uitgifte is 80 procent. Konstantlnopel, 26 Januari. De Levant Herald zegt, dat de Khedive drie gepantserde schepen aan Turkije heeft afgestaan, gezamenlijk ter waarde van 800,000. Weenen, 26 Januari. In de Kamer van afge vaardigden heeft de heer Giskra verklaard, dat hij over de voorloopige samenstelling van het Kabinet als Minister het stilzwijgen moet bewa ren, doch dat hij als afgevaardigde getuigen mag, hoe de ministers volkomen met het adres der meerderheid instemmen. Verder wees hij er op, hoe het tegenwoordig ministerie al het mogelijke gedaan heeft tot bevrediging van de nationale autonomie, en verzekerde eindelijk dat, zoo het zich niet bij machte rekende de Grondwet te wijzigen, het toch ook nooit in onderhandeling zou treden met hen die buiten de Grondwet staan. Steeds zeide hij hadden de Ministers, wel verre van een partij voor te staan, voor het algemeen belang geijverd. Ook de heer Von Beust verklaarde, dat hij zich, na de afdoende ophelderingen van den Minister van Binnenlandsche Zaken, volkomen met het adres der meerderheid kon vereenigen, en van alle verdere polemiek omtrent dit onder werp afzag. Madrid, 26 Januari. Volgens de Correspondencia luidt tot nog toe het resultaat der verkiezingen als volgt: vier unionisten, vijf democraten, tien progressisten, tien republikeinen, éen absolutist en twee gekozenen wier politieke overtuiging nog onbekend is. Officieele Berichten. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 18 der Wet van den 19d»n Augustus 1861 {Staatsblad n*. 72) allen, die volgens art. 15 dier Wet voor de nationale militie behooren te worden iugeschreven (zij die op den lsten January hun 191" jaar waren ingetreden en alzoo de geborenen in 1951), verpligt zijn zich daar toe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tusschen den I"eo en den 31""" January dat bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van den militiepligtige, zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verpligt isen dat overtreding van het aangehaalde artikel, krachtens art. 183 dier wet, wordt gestraft met boete van 29 tot f ÏOO. Voor hen, die verzuimden zich op de door het Gemeeutebestuur bepaalde dagen ter inschrijving aan te melden, wordt mitsdien duartoe alsnog gelegenheid gegeven ter gemeente-secretarie, van 's voormiddags 10 tot 's namiddags 3 uren, op iederen werkdag, tot en met den 31ste» Januarij aanstaande, op welken dag, des namiddags te 4 uren, het register van in schrijving voorloopig wordt gesloten. Leiden, 15 Januarij 1870. LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien het besluit van den Commissaris des Konings in deze provincie, van den lbd,n Januarij 1870, A. N°. 375 (2de aid.), Provinciaal blad n'. 10, houdende regeling van de Loting voor de Nationale Militie-, Gelet op de bepalingen der wet van den 19d"» Augustus 1861 Staatsblad n". 72), alsook op die van Zijner Majesteits besluit van den 8"'° Mei 1862 Staatsblad n". 46) Doen te weten: dat de Loting der in het vorig jaar binnen deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschrevenen, en alzoo voor hen die geboren zijn in het jaar 1S50, zal geschieden in een der vertrek ken van het Raadhuis, op Dingsdag, Woensdag en Donderdag, den 8""n, 9dön en 10deQ February aan staande, telkens des morgens te negen uren; Dat deze Loting in eene alphabetiscbe volgorde der namen van de ingeschreveneen zal plaats hebben, en wel op Dingsdag den 8"te" Februarij 1870, voor de ingeschrevenen, wier familie-naam begint met de letter A tot en met de letter G, op Woensdag den 9d"" Februari] 1870, voor de ingeschrevenen, wier familie-naam begint met de letter H tot en met de letter O, en op Donderdag den 10d,n Februarij 1870, voor de ingeschrevenen, wier familie-naam begint met de letter P tot en met de letter Z. Toorts, dat bij art. 33 der wet is bepaald dat voor den ingeschrevene, die niet is opgekomen, het nommer kan getrokken worden door zijn vader, moeder of voogd, terwijl, is ook deze niet opgekomen, alsdan het trekken geschiedt door den Burgemeester of het lid van den Raad der gemeente, waar de loteling is ingeschreven. Dat ingevolge art. 34 de opgekomen ingeschrevene, dadelijk na bet trekken van zijn nommer, de redenen van vrijstelling opgeeft die hij meent te hebben. Het opgeven van deze redenen kan door zijn vader, moeder of voogd geschieden, zoo deze tegenwoordig is en de ingeschrevene niet is opgekomen. Wijders, dat tot het opmaken der getuigschriften, vermeld bij art. 53, tot het bekomen van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zyn eenige wettige zoon, welke getuigschriften worden afgegeven op de getuigenis van twee bij den Burgemeester be kende en te goeder naam en faam staande ingezetenen, die zich ieder voor de waarheid van het daarbij ver klaarde, door mede-onderteekening, verantwoordelijk stellen, de gelegenheid bestaat ter Secretarie dezer gemeente op Trijdag en Zaturdag, den lldü" en 12dsn Februarij aanstaande, tusschen 's voormiddage tien en 's namiddags drie uren. Leiden, 26 Januarij 1870.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 3