ting der uitvoering en inen werd niet teleurgesteld'
Het eerste stuk getiteld: „Naar Amerika," werd
evenals het tot slot gegeven „Tockenbrock of de
Amsterdumsche rederijker" meesterlijk uitgevoerd.
Het is voorzeker de wensch van allen, dat ge
noemde Kamer moge besluiten in dit seizoen nog
eene voorstelling te geven ten voordeele der
Dorcas Vereeniging; wij twijfelen niet of er zal
alsdan ook te weinig ruimte zijn om alle toe
schouwers te kunnen bevatten.
Aarlanderveen, 20 Jan. Het dilettanten-concert
dat den 10dO11 Januari 11. alhier gehouden werd
ten voordeele van de diaconie-armen in de ge
meenten Alphen, Aarlanderveen (lage zijde) en
Oudshoorn bracht, blijkens de heden door heeren
commissarissen gedane rekening, eene som op
van ƒ513.60, welke som door aftrek van nood
zakelijke onkosten moest gereduceerd worden tot
ƒ480 en daarna is verdeeld als volgt: de Hervormde
diaconie van Alphen 187.20, de Hervormde dia
conie van Oudshoorn ƒ139.20, de R.-K. diaconie
van Alphen 120, de Israëlietische diaconie van
Aarlanderveen ƒ33.60.
Hierbij moet worden opgemerkt dat tot be
doeld gedeelte van Aarlanderveen voor zoover de
Nederd. Hervormden aangaat, kerkelijk bij Al
phen behoort, en de Katholieken der 3 gemeen-
teu éene parochie uitmaken.
De regelingsconunissie, bestaande uit de heeren
Mr. H. Timmers Verhoeven, B. A. J. Limbeek,
B. W. Bos, N. J. O. Jeekel en H. Clant, had de
streelende voldoening dat hare edele bemoeiin
gen bekroond werden met eenen uitslag ver
boven de verwachting, terwijl door de meer dan
gewone talenten van enkelen der dilettanten het
bewuste concert de herinnering aan een avond
van kunstgenot heeft achtergelaten.
Gouda, 20 Januari. LI. Zondag had de derde
der volksvoorlezingen plaats, welke door ons
departement tot Nut van 't Algemeen worden
gehouden. De heer Dr. W. Julius trad op eD sprak
op zeer bevattelijke wijze over onze Oost. Zijne
rede werd aangenaam afgewisseld door gymnas
tische oefeningen van kinderen onder leiding van
deD heer Steenbergen.
's Gravenhage, 20 Januari. Heden is aanbe
steed het maken van gebouwen en verdere wer
ken aan het station te Middelburg; minste in
schrijver de heer Osinga te Leiden voor 259,000;
en de voltooiing der afsnijding van de Maas door
den Hedelschen Waardminste inschrijvers de
heeren Huiskes te Hedel, en De Vries te Rossum,
voor ƒ291,866.
Amsterdam, 18 Jan. De zaak van het regle
ment van het Athenaeum begint meer en meer
de algemeene aandacht te trekken. Terwijl som
mige hoogleeraren der medischs faculteit, vooral
na het ongunstig rapport voor eenigen tijd over
de nieuwe organisatie, als niet beantwoordende
aan het doel, uitgebracht, het onaangenaam vin
den dat opnieuw de attentie op het Athenaeum
wordt gevestigd, doet het bekend worden van
meerdere bijzonderheden het laatste besluit van
den gemeenteraad zeer toejuicheu. De geheele
correspondentie tusschen curatoren en hoogleer
aren moet thans worden medegedeeld. Curieuze
zaken lekken daarvan uit, die bewijzen, welk
gebruik men verwachten kan, dat curatoren ma
ken zullen van de almacht, die zij thans van
den raad vragen. Zoo hadden zij bijv. in het
concept, dat zij aan de hoogleeraren toezonden,
zich zeiven het recht van schorsing toegekend.
Zelfs curatoren der lands hoogescholen bezitten
dit niet. Waarvoor de schorsing zou plaats heb
ben, werd zelfs niet aangeduid. Een ander arti
kel bepaalde, dat de toestemming van curatoren
onmisbaar was, indien de professoren een paar
dagen, ik vermeen vier, de stad wilden verlaten.
Of deze artikelen in het ontwerp, dat aan den raad
is toegezonden, ook nog voorkomen is onbekend.
Doch het doet ook weinig ter zake, want cura
toren kunnen deze er dergelijke bepalingen on
middellijk vaststellen, wanneer de raad toegeeft,
dat de professoren verplicht zijn om aan al
hunne voorschriften te gehoorzamen. Men ziet,
hoe omvangrijk en van beteekenis deze aange
vraagde volmacht is. (Het Noorden.)
Haarlem, 20 Januari. In de gisteren gehouden
vergadering der kiezersvereeniging Burgertrouw
is het voorstel van het bestuur tot ontbindiug der
vereeniging behandeld. Na discussie is besloten
de zaak vooralsnog aan te houden en met het
nemen van een definitief besluit te wachten tot
de in April aanst. te houden algemeene gewone
vergadering. Uit de gevoerde woordenwisseling
schijnt te moeten worden afgeleid, dat de meer
derheid der leden ten gunste der instandhouding
van de vereeniging gestemd is.
Gemengde Berichten.
Dr. Rainlaud Williams, een der schrijvers van
de bekende „Essays and Reviews" is den 8sten dezer
in Engeland, waar hij geestelijke was, overleden.
Hierbij meldt men dat thans nog slechts 4 van de 7
schrijvers dezer zooveel besprokene Essays in
leven zijn: bisschop Temple, Fouett, Pattison en
Goodwin. Dr. Williams heeft nog buitendien vele
geschriften over godsdienstige verschilpunten uit
gegeven, waarvan er een hem zelfs de beschuldi
ging van ketter heeft op den hals gehaald.
De regeering der Zuid-Amerikaansche republiek
Bolivia heeft met een koopman van San Francisco,
den heer Piper, eene overeenkomst aangegaan,
waarbij deze eene groote uitgestrektheid woest
liggende grond in dien Staat ter kolonisatie is
afgestaan. De heer Piper heeft zich verbonden
om dat gebied, 't welk thans slechts door een
gering aantal, nog geheel onbeschaafde Indianen
bewoond wordt, binnen vijf jaren tijd met min
stens vijfduizend kolonisten-gezinnen te bevolken.
Het Boliviasche gouvernement heeft hem den
vrijen invoer van alle verbruiks-artikelen voor de
kolonisten, de vrije vaart op alle stroomen en
rivieren van het Gemeenebest, de hefting van
tollen op het hem afgestane gebied, de oprichting
eener bank, het slaan eener eigene munt enz.
toegestaan.
De Figaro beschrijft als volgt de inhechtenisne
ming van een valschen Concilie vader te Rome:
Op het oogenblik dat de bisschoppen, elk met zijn
parapluie onder den arm, de vergaderzaal ver
lieten, schoten plotseling twee politie-agenten te
voorschijD, die een hunner, en wel een der meest
eerwaardigen, zonder verdere plichtplegingen bij
den kraag vatten. Heftige ontroering onder zijn
collega's; de Monsignor protesteert met een don
derende stem en slaat met de vuisten om zich
heen, alsof hij 't meer gedaan had. De agenten
getroosten zich de hagelbui van stompen en oor
vegen doch laten niet los. Daar werpen zich
twee kardiualen als bemiddelaars tusschen de
strijdenden. Nauwelijks echter had een der sbir-
ren hun iets in 't oor gefluisterd of Hunne
Eininenliën traden vol schrik achteruit, en lie
ten, tot verbazing en ergernis der omstanders,
hun achtbaren geestelijken broeder ten prooi aan
de handlangers der openbare macht.
Vraagt men naar de oplossing van dit raad
sel? De genoemde kerkvoogd was niemand
anders dan een indringer, die onder mijter en
soutane, een even goed figuur maakte als de
patriarch van Jeruzalem zelf. Dat zijne papieren
in orde waren, zal minder verwondering wek
ken, wanneer men verneemt dat hij zich de moeite
had getroost van ze zelf te fabriceeren. Intusschen
doet zich de vraag nog voor: of 't hem om de
horloges dan wel om de geheimen der Concilie
vaders te doen was. Misschien om beiden.
Er is weder een nieuw plan aan de hand ge
daan, om de reis tusschen Frankrijk en Enge
land te verkorten en gemakkelijker te maken.
Een Fransch ingenieur, Eugène Burel, wil noch
een brug, noch een tunnel maken, doch wenscht
eenvoudig het kanaal op te vullen. Niets is zoo
gemakkelijk als dit, zegt hij; Engeland wint
een nieuw graafschap, Frankrijk een nieuw de
partement, en wij laten een kanaal, een Engel-
sche mijl breed, open, waar een stoompont elke
vijf minuten de reizigers overheen zet. Om het
kanaal op te vullen heeft men eene menigte
puin, vodden, enz. noodig, en de Pall Mall Gaiette
stelt voor, dat iedereen de zaken daar hij geen
weg mede weet, en die overtollig zijn gewor
den, in het kanaal werpe. Ieder heeft in zijn
huis een menigte zaken, waarvan men zich be
hoorde te ontdoen, doch die men nog steeds be
waart, ofschoon het stofnesten zijn.
Als iedereen zijne oude quitanties, zijn aan-
deelen in de maatschappijen met limited liabi
lity, zijne oude schoenen, oude meubelen, al de
romans in drie deelen, die hem verveeld hebben
enz. enz., in het Engelsche kanaal wilde werpen,
zouden zij het roemrijk werk tot nut van het
land en hen zeiven kunnen bevorderen. De staat
behoorde echter het voorbeeld te geven. Keizer
Napoleon werpt het persoonlijk gezag weg, de
prefect van Parijs behoorde eveneens de oude
olielantaarns in het kanaal te werpen, en de
heer Ollivier moest zich ontdoen van de officieele
candidaturen. Als Engelaud niet achter bleef, en
al de standbeelden, die Londen ontsieren, aan
bracht, zou het land misschien zelf de zelfver
loochenende opoffering willen doen, zegt de Pall
Mall Gazelle, om het geheele huis der lords in
den afgrond werpen, en als de heer Burel le
vende personen als „rubbish" wil aannemen, zou
het blad niet ongeneigd zijn hem het Londen-
sche armbestuur present te doen.
Dezer dagen werd op zekere hofstede in de
gemeente Clinge, eene zeker ongewone genees
wijze aangewend. Het betrof eene koe, die sedert
8 dagen had gekalfd en in voortdurend kwijnen
den toestand verkeerde. De Vlaamsche veearts
gaf voor recept: twee ton bier met 300 eieren,
in 4 dagen te gebruiken. „Dat zou onfeilbaar
helpen," en inderdaad de voorspelling werd be
waarheid: de herstelde patiënt levert weder 2S
emmer daags. Kostelijk huismiddel, dat zoo radi
caal geneest en tevens op een 35 komt
Ingeval deze wijze van artsenijbereiding veld
wint, gaan brouwerijen en hoenderteelt gewis
een tijdperk van ongekenden bloei te gemoet.
Men begrijpt lichtelijk, dat de boerin braaf te
koken en vooral ook te waken had, opdat de
geneesdrank niet in verkeerde magen te recht
kwam.
Amsterdamsche Brieven.
20 Januari 1870.
Waarde Redacteur,
Onlangs ontving ik het eerste nummer van de
oudere Noord-Nederlandsche Meesterwerken, door
de Vereeniging voor Nederlandsche Muziekge
schiedenis uitgegeven.
Zeker herinnert ge u wel, hoeveel roem Pick
wick inoogstte, toen hij den steen vond met het
opschrift B. I. L. ST. U. M. P. S. H. I. S. MA.
R. K welk gewichtig monument hij daarin
meende te ontdekken, en hoevele binnenlandsche
en buitenlandsche geleerde genootschappen hem
daarvoor tot correspondent benoemden, hoofd
zakelijk omdat niemand er uit wijs kon worden.
De meest nuchtere verklaring van het opschrift
vond natuurlijk bij niemand ingang: en toen een
lid der oppositie in den Pickwick-club na on
derzoek in loco, de conjectuur waagde, dat de
steen gekocht was van een boer, William of Bill
Stumps genaamd, die in zijn ledige uren, zijn
naam en merk op den steen gegrift had, werd
die ongeloovige met algemeene stemmen van zijn
lidmaatschap ontzet, eD begon de beroemde Piek
wick-conlroversie, die geheel Europa
roem en geleerde vertoogen vervulde.
Deze satyre, sterk gekleurd als al die van Di™
komt mij onwillekeurig voor den geest, zi.'8,,
wijls ik over oudheidkundige ontdekking?,'
twisten, 't Zou evenwel ongerijmd zijn
argument uit te willen putten tegen de ar
rische wetenschap. Bij eeu onderzoek t>
overblijfselen van een lang vervlogen tijdv^^j
geschiedenis is vergissing, mistasting of tc, ]s
ning van te groote beteekenis aan onbedui
t mer
voorwerpen onvermijdelijk. Dit gevaar
grooter naarmate het veld van onderzoek n t
ontgonnen is en naarmate zij die er zi:n06(j
wijden meer van elkaar geïsoleerd te werkje
Toch blijft de oudheidkunde een onmisbare arj,
wetenschap voor de geschiedenis, al ware 't
omdat zij de feiten die deze meedeelt, il
Iff, 61
eenig juiste daglicht plaatst, door ze te oinj°chri
met hetgeen gebruik en dagelijksch leve:M nlll
vroegere eeuwen medebrachten.
Ook voor de geschiedenis der toonkunst
oog
ick's
waar, ja, meer nog dan bij andere vaf ver
daar het opsporen der bouwstoffen voor.h kl
een kunstgeschiedenis geheel binnen den, ket
der oudheidkundige wetenschap valt. I^g h{
land is het dan ook geen wonder dat tïn <j(
geen geschiedenis der toonkunst bestaat. een
enkelen slechts hebben zich tot dusver ns vee
opsporen van muzikale autiquiteiten bezingrijj,
houden, en waar een van hen iets ont,retar
dat hem maanden of jaren tijds gekost haig gg
het gevaar voor de hand, dat hij er een v3ester
groote, of wat erger is, een verkeerde belrjjs
nis aan zou hechten. En toch is ons veil s
even rijk aan overheerlijke voortbrengseleaarV8
muziek, als dat der Duitschers of Italiangeien
toch was de muzikale ontwikkeling onzer pjg t
ouders even algemeen verspreid en minsten;
hoog als die van de volken welke thans in &:fl
zicht het hoogst geroemd worden! Ma;
bloei en helaasook dat verval -
toonkunst in Nederland onopgemerkt, De i
meld, onverklaard blijven Moet men da:rengi:
van onzen voorvaderlijken roem maar aistitie
taaie vlijt van Duitschers als Kiesewetter et ve
bros, Eitner, of aan de zelftevreden oppers noc
kigheid van een Belg als Fétis overlatenng s
Maatschappij tot bevordering der Toonkun-sbied
greep hare roeping anders, en ongeveer eeiSchlsi
geleden riep zij eene filiaal-vereeniging iéjS
leven, uitsluitend gewijd aan de Nederlac. Uit
muziekgeschiedenis. Geheel in overeensteaioleni
met den geest der eeuw paste zij het dentins g
der associatie toe op de beoefening der kuier gi
schiedenis, en in dit geval zeer terecht Hor aar a
personen, over het geheele land of daar ezom
verspreid, sloten zich bij haar streven at.rovin
het wetenswaardige of niet-wetenswaardi«,)en a
zij ontdekken, zoo het maar tot de muzie'tratie
trekking heeft, wordt bij het hoofdbestuur n in
zonden. Dit hoofdbestuur, waarin o. a. zvond.
hebben mannen als prof. Moll, Dr. Heije, Boer?eld,
Coenen, schier de eenigen die zich reeds lai Sedi
ons land met die studie bezig gehouden hebbehatt
ontvangt de gedane mededeelingen, vervister
niets, want alles kan zijn waarde hebbe^oeid
maar schift, rangschikt, verwerkt de verbruid
bouwstoffen, maakt de voornaamste daarvar..6s li
den druk openbaar en deelt de resultaterliet a
het onderzoek in elk nummer van den MnitiftstiPI
mede. Wat al gevonden en welke waarde i'eruc
aan voor het oogenblik te hechten is, kailemal
publiek aldus telkens overzien, terwijoe'te
daarenboven geenszins ontbreekt aan telkeu:iet b
haalde vermaningen om oude boekenkasuan 1
doorsnuffelen, aan verzoeken om toezendiu;nen
bijdragen in allerlei vorm, aan bekenn°de
kiDgen en beschouwingen in allerlei soor;*0^1
druk: in éen woord aan een ijverige rcclatn" ®c
voor dit goede doel althans even gewettigd oldoi
zijn, meende zij; zij verschilden te veel in leeftijd,
de dame was zeker niet ouder dan vijfentwintig,
en bovendien stellig van aanzien, een aanduiding,
die op dien griinmigen beer zeker niet van toe
passing was. Toen we in de coupée zaten, spraken
we nog lang over het meer of min waarschijn
lijke van mijn combinatie; ik liet me niet van
mijD onderstelling afbrengen, en reeds aan het
eerstvolgende station bleek ons de gegrondheid
er van.
Ik had den wagen verlaten, oui Hermine eenig
ooft, of een glas water te bezorgen, want het was
eeu smoorheete dag. Een paar meisjes kwamen
juist met het verlangde voorbij, en terwijl ik
vruchten uitzocht, bemerkte ik, dat de dame, die
ik voor hetzelfde raampje, in dezelfde houding
terugzag, een beweging maakte, om het meisje,
met het water, te wenken Ik zond het meisje
bij haar; zij nam werkelijk een glas, en dankte
mij met een zachten vriendelijken blik. Op een
maal kwam de aschgrauwe aanstappen. „Waarom
zegt gij het mij niet, als ge wat verlangt? Ik
heb toch tijd in overvloed," zeide hij op barschen
toon, en met een verdrietig gezicht.
Te Friedrichshafen, aan de Bodensee, zagen wij
het paar dan ook samen, door een reeds bejaar
den knecht en een dienstmaagd vergezeld, het sta-
tioD verlaten. Daarmede namen onze waarnemin
gen, als ik deze uitdrukking mag gebruiken, een
einde. In het logement ontmoetten wij hen niet,
en den volgenden morgen staken wij, met de
eerste stoomboot, naar Zwitserland over, waarvan
we toch voor het minst een stukje wilden leeren
kennen. Wat wij op dit reisje, dat door het heer
lijkste weer werd begunstigd, zagen en leerden
kennen, liet ons weinig tijds over, om te denken,
aan wat voorbij was, en toen wij, omstreeks veer
tien dagen later, weder over het meer voeren,
om nu ook zijn oevers te leeren kennen, en een
plaatsje uit te kiezen, waar wij het overige
van mijn vrijen tijd zoo aangenaam mogelijk
zouden slijten, dachten we geen van beiden meer
aan den aschgrauwen man en aan de schoone
vrouw, over wie wij het op onze uitreis zoo druk
hadden gehad.
Toen wij te Ueberlingen kwamen, beviel ons
die oude stad en alles, wat we rondom en tegen
over ons zagen, zoo bijzonder, dat. wij besloten,
daar te blijven, en hooiende, dat een zware, oude
toren, niet ver van de haven, aan het badhotel
behoorde, en tot logement was ingericht, bleef
ons niets te wenschen over, dan dat wij een der
vertrekken daarin mochten bekomen. Wij slaag
den boven verwachting. De kamer, die slechts
éen trap hoog was, was dienzelfden morgen ont
ruimd, en kou dadelijk door ons betrokken wor
den. Het vertrek zag er zindelijk uit; het uitzicht
was verrukkelijk, en tegeu den voet van den toren
kwamen zich de golven van het meer breken.
Wij dansten als kinderen van blijdschap de ka
mer in het rond, en dachten, vervuld als we
waren met hetgeen we zagen, eerst later aan
onze buren, in den toren, die, binnen zulk een
bekrompen ruimte, zelfs ons, lustige menschen-
kinderen, niet geheel onverschillig waren.
De logementhouder, die ons, bij het gaan zien
van de kamer, vergezeld, en zich met onze blijd
schap vermaakt had, stelde ons te dien aanzien
volkomen gerust. Boven ons logeerden een heer
Von Frisingen met zijn vrouw, afkomstig uit het
land, in welks residentie wij woonden, en onder
ons hunne bedienden. Het waren stille menschen,
die bijna geen omgang hadden met het overige
zoogenaamde badgezelschap. Onze voorgangers in
dit vertrek hadden verzekerd, nooit zoo rustig
gelogeerd te zijn geweest. Men had elkaar ge
groet, maar geen enkel woord gewisseld. Vermoe
delijk zouden wij de lui eerst den volgenden
middag aan de open tafel ontmoeten, besloot de
man. 's Avonds bleven zij in den tuin. Dit was
ons voorloopig volmaakt naar den zin. Wat er
verder van komen zou, moest de tijd leeren.
Het gebeurde, gelijk de logementhouder voor
speld had. Toen wij, om ons avondmaal te gebrui
ken, naar het hotel gingen, en ook toen wij oer'i
laat terugkeerden, wij hielden er niet "eer
ons af te zonderen, en hadden met deze enji"g
reeds kennis gemaakt, was van onze bi Oi
niets te hooren of te zien. Wij hadden nogi Da
lust om te gaan slapen, en zetten ons dus,an
het open venster. De nacht was heerlijk sc-',edaf
de sterren spiegelden zich in het donkere, Weei
water, en alles lag in schaduw en diepe Je vs
alleen de golven, die zich tegen den oudenyerkl
kwamen breken, waren in beweging. Na &...D
oogenblikken vernamen we nog een ande^ber
ruisch, in een der torenkamers, welker ve^,or(j
geopend scheen te zijn. Of het boven of 'landt
ons was, konden we niet onderscheiden. Origin
dellijk daarop viel een heldere sidderende Voor
streep op het duistere meer, alsof een licht :het j
het venster werd geplaatst. Het duurde slfverkj
een oogenblik, toen verdween de lichtstreep|ancp
bleef slechts een flauw schijnsel op de g(je
over. Iets later, toen we het venster verliqer(js
kwam op de trap, die dicht langs onze bet
liep, iemand met lichten tred voorbij, eerst bg p,
boven, toen weder naar beneden. Daarop "'wed
bleeft het stil. mgt
en I
(Wordt vervoIjFW
fcbt