pag N0. 3045
lari 'f
Vrijdag
A\ 1870.
14 Januari.
f IV.
Feuilleton van het „Leidsch
Z 1 Dagblad".
iLElHSCH
DAGBLAD.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTKNTIEN.
Voor lederen regelƒ0.15.
Grootere letiror naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Militaire Detentiehuis, zoowel als in onze ge
meente, heeft de overledene, als godsdienston
derwijzer eo krankenbezoeker, door getrouwe
plichtsbetrachting en door veel tact in den om
gang met menschen van verschillenden leeftijd
en uit onderscheidene standen, zich gunstig on
derscheiden.
Blijft het godsdienstonderwijs een zaak welke
voortdurend verbetering en uitbreiding vereischt,
het onderwijs, dat de heer Buys heeft gegeven,
onderscheidde zich door vermijding van het geest-
doodende en door het aan kweeken van een prac-
tischen en gezonden christenzin.
Wij gelooven niet, dat we ons aan overdrijving
schuldig maken, wanneer we zeggen, dat de
heer P. Buys een der bekwaamste godsdienston
derwijzers en een sieraad van zijn stand was.
Gaarne had de commissie van godsdienston
derwijs den waardigen man langer in haren
dienst behouden, zoo 's mans hardhoorigheid,
welke bij het klimmen zijner jaren zich open
baarde en in erge mate toenam, hiertegen een
niet onoverkomelijk bezwaar had opgeleverd.
Dit gebrek had Mrn. Regenten van het H. G.
Huis reeds in I860 doen besluiten, den toen 67-
jarigen grijsaard een eervol ontslag en pensioen
te verleenen, terwijl zijne betrekking in het Mi
litaire Detentiehuis door een ander moest wor
den waargenomen.
Zijn geest bleef, tot in zijn laatste oogenblik-
ken, helder en onbeneveld, en het hart des grijs
aards bleef ten allen tijde kloppen voor alles wat
edel en schoon is. Oprecht en open van karakter
onderscheidde hij zich door goedhartigheid, en
van niets was hij afkeeriger dan van veinzerij.
Vol blijden levenslust bewandelde hij zijn tevens-
weg en verspreidde hij door zijn vroolijken zin
en geestige opmerkingen, vreugde om zich henen.
Doop mon »v»rH hij nr> ziin ziekbed zoo ter
neergedrukt, dan door de gedachte, dat hij zijn
hoogbejaarde echtgenoote onverzorgd moest ach
terlaten. Het toekomstig lot van haar met wie
hij zesenvijftig jaren lief en leed gedeeld had,
woog hem zwaar op het hart.
's Mans werkzame geest en de zorg voor haar,
die hij zoo liefhad, deden den hoogbejaarden grijs
aard een werk schrijven, dat, naar wij hopen,
spoedig het licht zal zien.
Wij vertrouwen zekerlijk niet te veel op den
goeden geest die Leidens ingezetenen bezielt,
wanneer wij de verwachting koesteren, dat men
door een bijna algemeene inteekening zich nader
bekend zal maken met het eigenaardig talent des
overledene, en daardoor eene hoogbejaarde en
diepbedroefde weduwe, op haar thans zoo donker
levenspad eenigszins steune.
De Slaats-Courant van heden bevat het verslag
der commissie belast met het afnemen van het
examen vermeld in art. 4 van het Koninklijk
besluit van 10 September 1864 Staatsblad n°. 93).
Den uitslag der examina acht de commissie
zeer voldoende. Ten vorigen jare toch zijn er
van de geëxamineerden bij examen A meer dan
de helft, dit jaar niet meer dan afgewezen,
terwijl examen B even gunstig was als verleden
jaar, toen er van de 28 candidaten 26 toegelaten
werden, hetgeen dit jaar met 40 van de 48 plaats
had. Het is dan ook door de commissie opge
merkt dat er in bijna alle vakken vooruitgang
heeft plaats gehad.
De ondervinding die, blijkens het verslag over
het examen van het vorige jaar, de toenmalige
commissie bewogen heeft om bij Zijn Excellentie
aan te dringen op het afschaften van examen A,
heeft ook thans weder aan de commissie hel
wenschelijke doen gevoelen, dat dit examen ver
vangen worde door het eindexamen der hoogere
burgerscholen. Evenzoo herhaalt deze den wensch
welken die commissie uitte, dat de vrijstelling
van examen A ook uitgestrekt worde tot de jon
gelieden, die op de militaire scholen van Breda
of Willemsoord met voldoenden uitslag examen
gedaan hebben.
De Kon. Academie van Wetenschappen af-
deeling letterkunde hield jl. Maandag onder
voorzitterschap van den heer Moll eene openbare
vergadering.
De secretaris bericht dat bij hem huiten de
reeds vroeger vermelde gedichten de rerum con-
cordia atque incrementis en Urania nog zeven Latijn
sche gedichten zijn ingekomen ter mededinging
naar den prijs uit het legaat van Hoeufft, te we
ten 3. de Choleramorbo, met de zinspreukquaesi-
taeque nocent artes4. ad Salutem, motto: ut semper
spes et fallacia vilam vota regunt hominum 5. Carmen
seculare memoriae Joseplii II sacrum, eet., met eene
Grieksche zinspreuk; 6. Carmen honoribus Steplinni
Pankovics eet., met. het lemma: Dignum laude virum
Musa velal mori7. een gedicht over het thema
Vivitur ingenio, cetera mortis erunt, zonder motto;
8. Parus, zonder zinspreuk, met eene teekening;
y. Concilium oecumemcum, uic m-o -r.
monies.
De heer Dirks leest eene numismatische proeve
over Angelsaksische sceattasen Frankische saigas,
naar aanleiding van vroeger te Duurstede en
Domburg, in de laatste jaren op vier plaatsen in
Friesland gevonden exemplaren van die munten,
van welke de spreker er verscheidene laat zien
1 en andere op zeven platen afgebeeld. Hij handelt
over den naam van die munt, den tijd, waarin
die met het Romeinsch-Saksische type geslagen
zal zijn, de oorzaak dat er in ons land op
verschillende plaatsen zulk een groot aantal van
die munten onder den grond zijn geraakt, en
toont aan dat het figuur op de voorzijde uit de
wolvin met de tweelingen is ontstaan.
Het gesprokene geeft aanleiding tot eene dis
cussie tusschen de heeren Brill, Six en den
spreker.
Daarna brengt de heer Leemans een looden
penning ter tafel, die in het vorige jaar bij het.
slechten van een bolwerk te Middelburg is ge
vonden, met fraai beeldwerk en het omschrift:
Abstrusam tenebris tempus me educil in auras en de
letter H. G., die initialen van den stempelsnijder
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden per 3 maanden
Franco per post.
Afzonderlijke Nommers
len, Lelden, 13 Januari.
chterv biai
evcLEIDEN EN DE ZORG VOOR DE ALGE-
MEENE GEZONDHEID,
msiou.ii m
Welke plannen bestaan er nu, om onze stad
bevrijden van de schadelijke, invloeden, die én
ophooping van fecale stoften, én het gebruik
,n slecht water op den gezondheidstoestand uit-
fenen
Onderscheidene plannen bestaan er. Wat in
1 eerste plaats de verbetering van het drink-
ater betreft, zoo bestaan daarover rapporten
0,:,n den heer N. H. Henket, hoogleeraar aan
"i.polytechnische school te Delft: een plan voor
n duinwaterleiding voor 's-Gravenhage en Lei-
-:n gezamenlijk en een voor Leiden afzonderlijk.
Buitendien zijn er sedert eenige jaren proeven
momen, om door pulboringen hier in de stad
ied drinkwater te verkrijgen. Bevredigend is
j uitslag er niet van geweest, en hoewel dit
-ar nog een som van f 500 op de begrooting
ior het doen van die proeven voorkomt, zoo
^hijnen B. en W. ook overtuigd te zijn, dat de
sultuten niet veel doen verwachten. In de
radszitting van 16 December heeft de burge-
eester toch medegedeeld dat er met de directie
£r Amsterdamsche duinwaterleiding onderhan-
-elingen werden gevoerd, waarvan hij den uitslag
ver een maand hoopte mede te deelen, tegelijk
jet die van de Northonsche boringen, waarmede.
?.(en W. toen nog enkele proeven wilden nemen,
"et komt ons nu zeer onwaarschijnlijk voor
_it, terwijl men reeds een jaar lang proeven met
-itboringen heeft genomen, zonder gewenscht re-
ltaat (anders toch waren de onderhandelingen
"et de duinwatermaatschappij overbodig geweest)
_aus in den tijd van éen maand die proeven op
-liniaal zeer gunstig zullen uitvallen. Dit is niet
mkbaar.
Buitendien heeft de heer Koppeschaar, die
ijkbaar zeer tevreden was over de daar ver-
- regen resultaten toch omtrent de resultaten,
"er putboringen in den Ilaag gezegd, dat het
.erkregen water minder was dan duinwater.
- Dus duinwater. Doch hoe dit te verkrijgen?
et den Haag, alleen, of van de Amsterdamsche
„jinwater-maatschappij? Het is niet tegen te
-ireken, dat de beide eerste plannen overwegende
uantieele bezwaren hebben.
Een afzonderlijke waterleiding voor Leiden
oe vreemd het ook klinken moge, volgens den
-eer Henket, finantieel voordeeliger, dan een ge-
leenschappelijke met den Haag zou aan aan-
"igkosten, met verlies aan rente in 5 jaren tijds
Ageveer ƒ700,000 kosten, terwijl de exploitatie
-i de eerste jaren nog een vrij belangrijk ver-
-ps zou opleveren.
- Ware nu de verbetering van het drinkwater
_e eenige buitengewone last, die ons in volgende
-tren te wachten stond, wij zoudeD, bij definan-
"eele voordeelen die onze stad door intrekking
n vermindering van subsidiën aan de verschil-
_mde gestichten zal genieten, nog niet schromen
ƒ3.00.
3.85.
0.05.
te verklaren, dat. de lasten zonder bezwaar dooi
de burgerij konden gedragen worden.
Doch bij hetgeen nog verder uoodig is, is het
niet twijfelachtig, dat deze kosten, alleen voor
een duinwaterleiding, voor onze ingezetenen te
drukkend zouden zijn. Daarbij in elk geval te
drukkend, wanneer het mocht, blijken, dat hier
duinwater is aan te voeren met veel minder be
zwaar voor de stedelijke schatkist.
Wij weten het niet, maar wij hebben toch
hoop, dat de onderhandelingen met de Amster
damsche duinwater-maatschappij hiervan de ze
kerheid zullen geven. Dat deze maatschappij, die
reeds in het
reeds in het bezit is van alle werken, die er bij
de duinen noodig zijn, ons goedkooper duinwater
zal kunnen leveren, dan bij een aanleg alleen
voor Leiden gemaakt spreekt, dunkt ons van
zelf.
Wij willen de plannen van Burg. en Weth
echter niet vooruitloopen. Zij hebben gezegd dat
spoedig aan den Raad een voorstel zal gedaan
worden. Wij berusten hier voorloopig in. Nog
slechts éene opmerking.
Het kan zijn mogelijk is dit niet het geval,
maar het kan zijn dat de totstandkoming dei-
plannen, dat een eventueel te sluiten contract, met
de duinwatermaatschappij afhankelijk was van
de meerdere of mindere deelnemiug die bij het
gegoede deel onze burgerij voor deze zaak be
stond. Het kan zijn, dat er soms gevraagd werd,
wie voor eenige jaren zich verbinden wilden,
om dit water te gebruiken, om zich te abonnee-
ren, om het in hun huis te laten aanleggen. Dat
is mogelijk. En in dat geval doen wij een beroep
op allen, die het met de Leidsche burgerij wel
meenen, om zoo zij eenigzins kunnen, dan niet
achter te blijven en de gewenschte verklaring af
te leggen. Is het niet mogelijk flat wij hot
duinwater verkrijgen, zonder voldoende deel
neming, dan is het noodzakelijk, dat zoo alge
meen dit slechts mogelijk is, een ieder zich ver
bindt, en daardoor een weldaad aan het arme
deel der burgerij bewijst, die zoo dringend ge
vorderd wordt!
Op den breeden stroom des levens gleed zoo
menigeen stil en ongemerkt voorbij, wiens werk
zaamheid echter, in den kring in welken hij
verkeerde, een hoogst weldadigen invloed uit
oefende.
Zoo was 't ook met het leven van den ontsla
pen godsdienstonderwijzer P. Buys, wiens stoffe
lijk overschot 11. Maandag ten grave is gebracht,
Geboren in 1792 vormde hij zich, onder de
leiding van de eerw. heeren Pluygers en Voet
van Campen, tot catechiseermeester, waarop hij
den 22ste° Nov. 1822 tot godsdienstonderwijzer in
deze gemeente werd aangesteld. In 1848 vierde
hij zijn 25jarig jubilé in het H. G. of Armen-,
Wees- en Kinderhuis alhier, bij welke gelegen
heid hem een toepasselijk gedicht, door de wee
zen, werd aangeboden.
Doch niet alleen in dat gesticht, ook in het
neer ik gelezen, gespeeld en de noodige visites
gemaakt had.
Ik had nu sedert, drie maanden op het Museum
gewerkt, toen de advertentie, welke ik hier over
schreef, mij als eene rechtstreeksche aanwijzing
onder de oogen kwam. Ik zou voor die betrek
king moeite doen en mij mijne taalkennis en
muziek ten nutte maken. Ik had al lang ver
langd eens uit Amsterdam te komen, nu werd
de gelegenheid mij aangeboden en ik moest
die niet laten voorbijgaan. Het was niet zon
der eenige opgewondenheid dat ik hiertoe be
sloot. Uitstel scheen mij gevaarlijk toe, Ik wilde
niet wachten tot ik t'huis was en mijn voorne
men in den familieraad bespreken moest. Ik
vroeg dus een blad papier en een couvert en
ging dadelijk zitten schrijven.
Het ligt nooit in mijn aard om te wankelen,
om de hand aan den ploeg te slaan en dan terug
te deinzen, omdat de grond zwaar en moeilijk is,
en zoo voelde ik ook nu, zoodra ik om die be
trekking geschreven had, dat ik tegenover mij
zelve gehouden was de. gevolgen er van te dragen.
De brief was wel nog niet eens op de post maar
kreeg ik er antwoord op, dan moest ik gaan.
Het was een drukkende Juli-dag waarop ik die
eerste poging deed om „nuttig te zijn" en een
gevoel van onlust en loomheid, inéén woord van
tegenzin om naar de bedompte, sombere zalen
van het Museum terug te keeren, overviel mij.
Al had ik er moeilijk reden van kunnen geven,
was het mij alsof ik het recht had voor het ove
rige van dien dag eens niets te doen. Ik denk
dat dit gevoel voortkwam uit het bewustzijn een
stap gedaan te hebben tot een onbepaalden tijd
van buitengewone werkzaamheid als gouver
nante-gezelschapsdame. Ik was dikwijls ge
noeg in mijn leven in aanraking geweest met
de klasse waartoe ik nu spoedig zelve zou
behooren en begon er mij in te verdiepen
of ik nu ook weldra dat onmiskenbare tee-
ken aan het voorhoofd zou dragen, dat bijna
allen die zich aan het onderwijs wijden eigen
pleegt te zijn. Vooral stond mij op eens zeker
jong meisje voor den geest, dat ik nog pas gele
den had ontmoet en dat, al was zij pas even in
de twintig, reeds in haar geheele persoon die
eigenaardige mengeling van bedilzucht en leer
zaamheid aan den dag legde, welke zoovele vrou
wen ontsiert wier roeping het is de manieren en
den geest van het opkomend geslacht te vormen.
„Zal ik ook mijne persoonlijkheid verliezen, wan
neer ik bij die menschen te Rijsendaal zijn zal?"
vroeg ik mij zelve. De gedachte aan het misluk
ken mijner poging, aan eene weigering kwam
geen oogeubhk bij mij op. „Zal ik ook die af-
u 6 1 f jj J
,19, EEN PROEFJAAR.
„Wordt gevraagdtot gezelschap en tevens om
:jde opvoeding eener jonge dame te voltooien,
iemand die Duitsch en Engelsch grondig verstaat
en onderwijs in de muziek kan geven. Adres
61», ouder letters S. L. aan het postkantoor te Rijsen-
er!- daal, prov. Gelderland." Zulk eene betrekking
're yas ju's'' wat ik verlangde en ik verbeeldde mij
o. e genoemde vakken grondig te verstaan. Het
6'"vas op een Maandag, ongeveer te twee uren, dat
k die advertentie in de Haarlemsche Courant las,
Iterwijl ik mijne chocolade zat te gebruiken in
iet achterkamertje van een banketbakkers-win-
.el te Amsterdam, waar ik gewoon was uit te
usten nadat ik in 's Rijks Museum de ochtend-
te lhren met schilderen had doorgebracht te midden
au een klein groepje menschen, dat zich met
niiilof meer ijver en om verschillende redenen
ir. fip de kunst toelegde.
ypc ik zal wat mij zelve betreft hier maar dadelijk
le verklaring afleggen, dat mijne beoefening der
kunst niet veel te beteekenen had. „Ik deed iets
aan het schilderen" zooals ik t'huis altoos zeide
wanneer men er mij naar vroeg, maar dan had
ik daarbij toch zeker gevoel van meerderheid bo
ven mijne zusters, die maar alleen in wol en zijde
de natuur trachtten na te bootsen.
Het geval is eigenlijk dat voor de meeste jonge
vrouwen uit onzen stand, het huiselijk leven heel
vervelend is. Mijn vader was ambtenaar, had
eenig fortuin van zich zelven, leefde op een goe
den voet en had zijne kinderen over het alge
meen eene uitstekende opvoeding laten geven.
Mijne beide, broeders hadden gestudeerd en mijne
twee zusters en ik waren, na onzen schooltijd
t'huis, twee jaar naar een kostschool te Brussel
gezonden.
Wij hadden allen „ressources in ons zelven" zoo
als men dat noemt. Dat wil zeggen, door oefe
ning hadden wij geleerd het beste in de litera
tuur naar waarde te schatten, de natuur had ons
veel aanleg voor muziek gegeven die door dege
lijk onderwijs ontwikkeld was en wij waren al
len ingewijd in de kunst om onze huisgoden voor
vreemden in het beste licht te doen verschijnen.
Met dat al voelde ik, de oudste en onrustigste
van de drie, dat ik nog iets meer noodig had om
mijn leven te vervullen. Ik had behoefte iets uit
te voeren met al den tijd, die mij overbleef wan-