De opvoering van „Figaro's Hochzeit" door het
gezelschap van den heer Saar uit Rotterdam had
gisterenavond een grooter publiek dan gewoon
lijk in den schouwburg verzameld. De opera be
hoort dan ook tot diegene, die met reden gaarne
gehoord worden, maar ook tevens groote eischen
aan de zangers en zangeressen stellen. Dat deze het
talrijke publiek voldeden, bewezen de toejuichin
gen en het terugroepen, dat aan het einde van
bijna elke acte plaats had. Wat onzen indruk be
treft, zoo mogen wij verklaren dat allen hun best
deden, en dat Susanna en de gravin (Frl. Vlassen
mw. Saar) zooals ook de page en de graaf (Frl.
Slevogt en de heer Massen) den bijval wel ver
dienden, die hun ten deel viel. Ook van den heer
Schneider mag dit gezegd worden. Dat de ensem
ble-stukken in het geheel wel wat te wenschen
overlieten, is een klacht, die zeker dikwijls bij
de opvoering van deze opera gehoord wordt, en
dezo eischen dan ook een bijzondere studie. Dit
neemt niet weg, dat wij met genoegen deze voor
stelling bijwoonden, en allen die niet in de gele
genheid waren om er gisteren heen te gaan, kunnen
aanbevelen om Maandag a. s. de opvoering van
de Fidelio te gaan bijwonen.
In de maand Augustus zijn aan het postkantoor
alhier bezorgd de volgende brieven, naar het bui
tenland, die wegens onbekendheid der adressan
ten niet bezorgd zijn kunnen worden:
J. F. De Pauw te Gent; A. Topper te Briins-
wick; Mej. A. C. Juynboll te SchlangenbadC.
J. Bottemanne te|Ruhrort; J. v. d. Heyden te
Kaapstad; J. Mandri te London; A. Boulsaguet
en Megnignon Marois, beiden te Paris.
In de „Vereeniging ter beoefening van de krijgs
wetenschap", te 's-Gravenhage, zullen op Vrijdag
28 Januari a. s., de volgende stellingen behandeld
worden.
1°. Wat zal Nederland doen als zijne vrijheid
wordt bedreigd? Bestaat er mogelijkheid dat die
vrijheid zal worden bedreigd? Zullen wij altijd
tijdig vooruit kunnen weten of er werkelijk ge
vaar bestaat?
2". Welke verdedigingswijze verdient voor Ne
derland de voorkeur: de verdediging voet voor
voet of de geconcentreerde verdedigingswijszoo
wel bij een rechtstreekschen aanval als bij het
handhaven der onzijdigheid?
3°. Welke liniën en sterkten zijn voor de eerste,
welke bij de laatste verdedigingswijze noodig?
In hoeverre voldoen de bestaande liniën aan de
vereischten; wat is daarin overbodig, wat moet
nog worden daargesteld?
4°. Welke levende strijdkrachten bezitten wij
thans volgens de wet? Up welke wijze kan men
de bestaande gebreken verhelpen, zonder in an
dere te vervallen; voornamelijk met het oog op
eene snelle mobilisatie en beter verband tusschen
het staande leger en de schutterijen en eene meer
voldoende oefening der laatsten?
Naar men verneemt, moet de dezer dagen door
den heer Hojel, kapitein der artillerie aan de
Koninklijke Militaire Academie te Breda ontvan
gen Deensche decoratie der Danebrogs-orde, be
schouwd worden als een blijk van erkentelijk
heid van het Deensche gouvernement, voor de
welwillende hulp en diensten, te Parijs door ka
pitein Hojel aan eeuige Deensche officieren, in
zijn vak, bewezen.
Genoemde decoratie ging vergezeld van een
hoogst vleiend schrijven, waarbij den heer Hojel
uit naam der Deensche artillerie, in de harte
lijkste bewoordingen werd dank gezegd. Allen,
die genoemden hoogst verdienstelijken kapitein
kennen, zijn met de hem ten deel gevallen hooge
onderscheiding ten zeerste ingenomen.
(Prov. N.-B. en 's Hert. Ct.)
Als bewijs van hoe groot belang men te Vlis-
singen het tot stand komen der Amerikaansche
lijn acht, wordt ons gemeld dat aldaar in de
leening der Koninklijke Nederlandsche stoom
boot-maatschappij voor p. m. f 70,000 is deelge
nomen, hetwelk voor die gemeente zeer aanzien
lijk wordt geacht. tliddCt.)
De Sultan van Turkije heeft den heer Louis
Drucker te Amsterdam, de verdienste van diens
geschriften over de Turksche financiën waardee-
reude, benoemd tot officier der ridderorde van
Medjidié. (iV. It. C.)
Bij beschikking van den Minister van Finan
ciën van den 7den dezer, is de toelating als leer
ling voor de telegraphie van C. W. Van Breda,
met ingang van den 15don Januari 1870, op zijn
verzoek ingetrokken.
Bij Kon. besluit is, te rekenen van den laten Ja
nuari 1S70, de betrekking van controleur van de
rijkstelegraaf opgeheven en vervangen door die
van inspecteur van de rijkstelegraaf.
Z. M. heeft aan J. Wittering, hon.-secr. van de
Kon. Academie van Beeldende Kunsten te Amster
dam, wonende te Parijs, vergunning verleend tot
het aannemen en dragen der versierselen van
ridder 1ste kl. der orde van verdiensten van den
H. Michaël, hem door den Koning van Beieren
geschonken.
Z. M. heeft tot schoolopziener in het eerste
schooldistr. der prov. Overijsel benoemd Mr. H. E.
C. Van Kerckhoff, te Zwolle; tot rechter in de
arrond.-rechtb. te Appingedam Mr. A. J. E. Jol
les, thans subst.-griff. bij de arrond.-rechtb. te Gro
ningen; den kapit. J. C. Smissaert, van het reg.
grenadiers en jagers, op pensioen gesteld en het
bedrag bepaald op f 1035 'sjaars.
UIT EGYPTE.
(Vervolg.)
In het midden van een der zijvlakken van
de Pyramide is de ingang naar binnen. Vroeger
was die ingang door een zwarten steen bedekt
en waarschijnlijk door de daaromheen opeenge
stapelde steenen voor het oog onzichtbaar.
Men wordt weder door een paar Bedouinen
begeleid, die u eerst door een zeer nauwen gang
waar men ternauwernood gebukt in gaan kan,
en die uit gepolijsten steen bestaat en daardoor
zeer glad is, naar een portaal gevoerd. Een ko
lossaal blok steen dekt die ruimte aldaar. Hier
worden de kaarsen aangestoken en natuurlijk
baksisch gevraagd, dan daalt men door een zeer
nauwen en steilen gang nagenoeg op den rug lig
gende tot op den bodem der Pyramide. Hier is
weder een ruimte, die, naar men zegt, ontstaan
is door dat een der Kaliphen aldaar naar eeneu
schat heeft laten graven, dien hij vermoedde dat
daar begraven was. Vervolgens daalt men weder
ongeveer 100 voet onder de grondlinie van de
Pyramide en de warmte en de benauwdheid der
lucht worden dan bijna ondragelijk, ook daar
vindt men weder een kamer van glad gepolijsten
steen.
Uit de eerst besprokene ruimte voert weder een
andere gang die onder den zelfden hoek ligt als
de eerste gang maar ons weder hooger in de
Pyramide brengt, verder en zoo gaat men door
verschillende gepolijste nauwe gangen waarvan
er sommige eenige treden hooger liggen dan
de anderen of wel door zware rotsblokken ten
deele zijn versperd, totdat men in de z. g. Ko-
ninginnenkamer komt.
Dit is de ruimte waar dan vroeger de lijkfeesten
gehouden werden. Het is een kamer van graniet
van ongeveer 14 voet hoog, 18 voet lang, 16 voet
breed nog eene galerij wier doorsnede niet
grooter is dan om de bewuste sarkophaag doör
te laten want die Koning had zich goed laten
verstoppen en wij zijn eindelijk in de Konings
kamer. Deze kamer geheel van graniet, 19
voet hoog, 34 voet lang, en 17 voet breed bevat
nog de zeer beschadigde sarkophaag van den
grooten Koning Chufu. Dat het in dat allerbin
nenste van zoo'n Pyramide alleen, want geen
mijner kennissen had lust mij te vergezellen,
met zoo'n paar Bedouinen die van de gelegenheid
gebruik maakten mij op zeer dringende wijze
om baksisch te vragen, niet heel gezellig is, laat
zich gemaklijk denken. Ik heb trouwens over
hen getriompheerd en zij hebben geen baksisch
gehad.
Die tocht van zoo'n half uurtje, op zijn hurken
of half liggende voortgetrokken te worden, is niet
alles en neemt men in aanmerking wat men te
zien krijgt dan is die moeite zeker slecht be
loond.
Naast die Pyramide van Cheops ligt nog eene
andere groote Pyramide, wier top nog met ge
polijst graniet is bedekt; of zij vroeger daarmede
geheel is bedekt geweest weet ik niet.
De Pyramide die ik besteeg draagt geen spoor
van zulke bedekking. Men kan den vorm der
Pyramiden het best vergelijken bij een goed ge
vormd kristal van keukenzout, behalve dat de
zijden een minder scherpen hoek met de basis
vormen m. a. w. dat haar vorm puntiger is.
De zijden van de Pyramide van Cheops zijn
aan den voet 233; Ned. el lang, terwijl de geheele
hoogte 141 Ned. el bedraagt
Om de beide groote Pyramiden bevinden zich
nog eenige kleinen en tevens de overblijfselen
van kolossale gebouwen en op eenigen afstand
de vermaarde kop van den sphinks die echter
door den tijd zijn neus en een deel zijner wan
gen verloren heeft. De uitgravingen van Ma-
riette Bey hebben over deze interessante plaatsen
in de woestijn veel aan het licht gebracht. Het
is n.l. uit zijne onderzoekingen gebleken dat die
sphinks uit eene natuurlijke rots bestaat. De hals
is dan ook nog de natuurlijke rotskegel en zijn
tonnenvormig lijf is slechts weinig uitgehouwen.
Zijne klauwen zijn echter kunstmatig aangezet;
deze zijn nu weder onder het zand bedolven,
zoodat slechts zijn kop en zijne hals zichtbaar
zijn. De geheele breedte van het ondergedeelte
van het beeld moet p. m. 170 voet zijn en da
hoogte waarop hij nu boven den grond uitkomt
ongeveer 9 meters. In de nabijheid dier sphinks
heeft Mariette een' grooten tempel ontdekt die
zich door zijne kolossale afmetingen, door zijne
schoone steensoort, albast en graniet, en door
zijn goed bewaarden staat onderscheidt. Het
Om zich juist voor te stellen, hoe kolossaal deze afmetingen
zijn, bedenke men dat de Huine alhier slechts 300 Ned. el lang en
100 Ned. el breed is.
is zeker dat wanneer men eenmaal op grooten
schaal deze streek gaat opgraven men niet min
der gewichtige ontdekkingen zal doen dan te
Pompeji; reeds nu hebben de opgravingen zoo
vele bouwstoffen voor de Egyptische en andere
geschiedenissen opgeleverd dat men er boekdee-
len mede kan vullen. Het is dan ook onge
twijfeld voor de wetenschap van onschatbare
waarde, dat die onvermoeide en kundige Ma
riette al de voorwerpen die hij vindt in een
museum te Cairo bijeen verzamelt, dat door net
heid, keurige bouworde en goede plaatsing der
voorwerpen zich bijzonder gunstig onderscheidt.
De beredeneerde catalogus van dat museum kan
tevens als een waar geschiedboek dienen.
Men zoude daar ter plaatse waarlijk lust krijgen
om die oude geschiedenis te gaan bestudeeren,
zoo rijk is daar de voorraad van hulpmiddelen,
en zoo schoon zijn die overblijfselen uit overoude
tijden bewaard gebleven. Tot mijn leedwezen
strekt mijne kennis zich niet zoo ver uit om u
nader rond te voeren in die tempels, waarschijn
lijk afkomstig van de vierde dynastie, 3427 voor
J. C.; onder deze dynastie, zoo staat beschreven,
was het volk zeer bedreven in alle kunsten, was
de staat zeer goed geordend en had de bescha
ving nagenoeg haar hoogste toppunt bereikt. De
wereld schijnt dus nog niet zoo hard vooruit te
zijn gegaan als sommigen dat wel willen be
weren.
Wie evenwel over dit en het volgende roemrijk
tijdperk van Egypte, eens wat meer en wat beters
wil lezen dan de artikeltjes in dagbladen, die
raad ik aan om de „Egyptische Königstochter"
van G. Ebers (ook in het Hollandsch vertaald)
te lezen.
Wij nemen dus afscheid van die Pyramiden,
van die tempels, van dien sphinks en van die oude
koningin, en wij keeren op one ezeltje naar Caïro
terug, alwaar wij dan ook laat in den middag
aankwamen na nog even een kijkje genomen te
hebben in den prachtigen tuin van den Khedive te
Schubra.
Het is een tuin 14 morgen groot in Rokokostijl
aangelegen met rotsen en waterwerken, waarin
de prachtigste gewassen zich bevinden en de
heerlijkste bloemen u tegengeuren.
Amsterdam, 9 Jan. De 1ste luit. B. J. J. Ma-
guin van het 7de reg. inf. is benoemd tot adj.
bij het 4de bat. van dat reg., alhier in garnizoen.
's-Giiavenhage, 10 Januari. Het provinciaal ge
rechtshof in Zuid-Holland (kamer van correctio-
neele apèllen) heeft heden uitspraak gedaan in
de reeds in de vorige week vermelde zaak van
J. Spanjersberg Jz., drukker van het Volksblad te
Rotterdam, appèllant en geïntimeerde, van een
vonnis aldaar, waarbij hij wegens hoon en laster
in een gedrukt, verspreid en in omloop gebracht
geschrift (het Volksblad te Rotterdam) tot gevan
genisstraf is veroordeeld. Het Hof heeft, met ver
nietiging van het vonnis der rechtbank aldaar,
daar het onjuist was gemotiveerd, den appèllant
en geïntimeerde aau bovenvermelde misdrijven
schuldig verklaard en hem veroordeeld tot eene
gevangenisstraf van twee maanden en twee geld
boeten, een van f 25 en een van fS, met bepaling
dat de boeten zoo zij niet zijn betaald binnen
twee maanden, na daartoe te zijn aangemaand
zullen vervangen worden door twee dagen ge
vangenisstraf voor iedere boete.
Utrecht, 10 Jan. Omtrent den moordaanslag
aan het Vossegat is nog weinig naders bekend.
De Justitie blijft onderzoek doen. Dezelfde per
soon, die het eerst als vermoedelijke dader is
opgepakt, bevindt zich nog altijd in hechtenis.
Evenwel is ook een wachtmeester van de artil
lerie reeds gehoord, die een revolver had gekocht
en zijne pistolen met scherp had geladen, terwijl
die later, hoewel weder geladen, afgeschoten
bleken geweest te zijn. Dit verhoor schijnt ech
ter geen grond tot verdenking opgeleverd te
hebben. Althans de man is op vrije voeten ge
bleven. Er is in het slaapvertrek ook nog een
vierde kogel gevonden. UD.)
Kampen, 9 Jan. Gisterenavond had alhier een
allertreurigst ongeluk plaats. De beide zoons van
den veerschipper op Zwolle H. A. S. Brugts,
vreezende dat de veerschuit door den hevigen
wind tegen den wal zoude beschadigen, wilden
die met behulp van twee andere varensgezellen
naar de haven trekken. Dicht bij de haven aan
gekomen, brak de lijn, waardoor het schip naai
den overkant dreef. Daarheen gaande om een
anker uit te brengen, geraakten drie van hen
door het kantelen van den boot, waarin zij over
voeren, in het water, hetgeen ten gevolge had
dat de oudste zoon van genoemden schipper, een
oppassend jongeling, jammerlijk verdronk, terwijl
de anderen met veel inspanning werden gered.
Het lijk van den drenkeling is hedenmorgen al
hier aangebracht.
's-Hertogenbosch, 10 Jauuari. De majoor der
cavalerie, W. De Fremery, is naar Venlo bij de
hoefsmidsschool geplaatst; hij wordt vervangen
bij de Kon. Mil. Academie door den ritmeester
der huzaren, Jhr. L. J. H. Teding van Berkhout
alhier in bezetting; in zijne plaats is de lste luit.
Sehrassert Berth als eskadrons-kommandant hier
in garnizoen gekomen.
Breda, 8 Januari. Naar men verzekert, zi~
de beide officieren, die elkander eenigen tijd|
leden in een tweegevecht hebben gewond, ei
ten.
Jen,
daags voor den krijgsraad terechtstaan. j
De lste luit. J. A. Ardesch von Hamel,Hp„(
het 8de reg. inf., zal met Maart a. s. bij del
Milit. Academie alhier gedetacheerd worden s'lar
pisser:
Gemengde Berichten,1
kran
Van de neiging tot zelfmoord door verdrink^
welke in 's Gravenhage schijnt te bestaan
vooral in den Vijver gelegenheid zoekt om
te voldoen, kunnen we weer een nieuw sta 1
mededeelen, dat echter een zeer vroolijk
nam. b
Onder het geroep van „Ik ga me verdoei i de
ga me verdoen stormde Donderdag-avond Eng
streeks halftwaalf een manspersoon het Vooriüngel
uit, het Tornooiveld over, en snelde de hc-, zon
van het paardewed voor het gebouw de: besl
rondissements rechtbank af, op het watera, ki
Hij liep door totdat het water hem ovehoefsi
knieën stond, doch schijnbaar teleurgesteld,^'!6
het zoo koud was, stond hij een oogenblik uüg
bedacht zich, keerde om, liep, heel wat ka van
dan hij er in gekomen was, de helling wee rver:
en sloeg in stilte den weg naar het VoorhoirivÜze
Twee heeren, welke van een sociëteit huiswarorn
keerden, waren de getuigen van dit blij-everte
treurspel, waar ze hartelijk om lachten.
r, laakt
De nieuwste modekleur is bruin, en heet te^g-ï
rijs: suffrage universel.
De heeren ziet men er bijna allen met Tyrj
hoeden. Doch deze worden niet meer versierd je p
hanen- of pauwenveeren, maar nu met papagaai yree
vleugels, met colibris of met andere vogel!
Is men in de rouw zoo zijn het raven, t pe
tem
halve rouw gebruikt men zwaluwen of
ïakk
sters. Een hoedemaker is op, het denkbeeld?one]
komen om de vogels, door eene bijzondere sr. de
van machinerie te doen schreeuwen: een eemï,m
dige beweging van het voorhoofd is dan voldotj,j a
om de kleine machine in beweging te brengeu>ns
dit is zeer gemakkelijk, zoo schrijft men, v,jan
om te groeten neemt men nu niet meer den 1, pet
af, maar fronst men eenvoudig zijn voorhool<jeiaa
vogel piept en men heeft gegroet. cp g.
Het geven van cadeaus op Nieuwjaarsdag h!t 1S
te Parijs aan de overgeblevene leden van=oet^e
oude regeeringspartij een niet zeer aangem8 ?aï
verrassing bezorgd. bezoi
Een grappemaker heeft, naar men zegt, ?en
ieder een doos bonbons met dit bijschrift gezond ulti
Het gaat in de politiek als bij de cijfers r oul
nullen hebben slechts waarde, wanneer zij Je(!e
de rechterzijde geplaatst zijn. behE
men.
In liet, Russische blad de Tamloff leest men on. -
de hofberichten het volgende„Gisteren bchaa:
het Ti. K. M. des morgensom 7 uren te ontwal.,1
en na een matig ontbijt besloot hij goedgu
om op de berenjacht te gaan. In het boschget"J
Uit
men kwam er spoedig een beer onder het her
van den vader aller Russen en verstijfd van schL
op het gezicht van den beheerscher van zoij,ll'e'
millioeueu wezens, die hem aanbidden, stondx>te
dier stil; de woestheid, die dergelijke bees)0ia'
kenmerkt, maakte plaats voor een uitdrukkjr1^11
van inwendige voldoening, alsof hij met verlaa;'^ecn
het oogenblik te gemoet zag dat de Keizer li00' n
het genoegen zou aandoen hem eigenhandig ja
dooden. Van de jacht terugkeerende vatte Z.t
koude, maar na de gewone geneesmiddelen
bruikt te hebben, behaagde het hem goedguu:"
den volgenden morgen weder geheel hersteld
nden
ontwaken.
tande
Traupmanns medeplichtige, de persoon, a zei-
als vagebond opgepakt, verhaalde meegedaaog ge
hebben aan den moord van Pantin, en die loral
stond naar de cellulaire gevangenis gebraclil.n ee
is gebleken krankzinnig te wezen. „Dat isnigei
elfde", zegt de Moniteur, „wiens verstandeljren.
vermogens door den moord van Pantin onkiffioon
geworden zijn." nige
Het
ardt
Doodstraf zonder vonnis. Een speklusi
kwijl
Pruis te Karzen stal een varken, dat s mora
",n lit
geslacht was; het beestje was nog niet afgelii^
en droeg als naar gewoonte een hout tussclfV.
de achterpooten. De vracht was zwaar en om
gd
weg zette de dief zijn last tegen de leuning flejpen
een brug om uit te rusten; het varken ^au',n(jer
slaat over de leuning, de dief blijft met zÜnIA isj]
tusschen het achterbout en de leuning hang
stikt en wordt den volgenden morgen dos-a
aats
ngen
met zijn vrachtje gevonden door den veld wachli^
die onmiddellijk proces verbaal opmaakte. ;Smar
Een rechter te Philadelphia liet op een d-iide
hem uitgesproken vonnis deze opmerking volgfraffd
„Het publiek hier te lande is zoover gekoiiu me
dat het alle moordenaars aanziet voor helden irps
voor martelaars; voor helden, wanneer n zit
hunne straf ontloopen; voor martelaars, als Ook
die ondergaan. onz
n uit,
Een Engelsche jongejnfvrouw, die te Par|bben
hare opvoeding zou genieten, vond het in !eraai
aanvang van haar verblijf op de kostschool schr ca(jeL